26/4 Jezus, de Zoon van God
Mijn liefste dochter, ik ben je Jezus en ik wil met je praten over deze tijd waarin je leeft. Ik heb veel begrip, maar jullie, lieve kinderen, gaan te ver in al jullie gedachten, in al jullie werk, en nog steeds begrijpen jullie niet dat jullie planeet niet langer het kwaad, dat jullie haar veroorzaken, zal ondersteunen.
Mijn Vader heeft deze wereld van jullie geschapen voor jullie levensvreugde, maar niemand van jullie dankt God, niet alleen van zodra je je ogen opent, maar zelfs niet voor de rest van de dag.
Alles is aan jullie te danken, maar wat doe je om het "beste" te verdienen?
Bidden is niet langer het eerste wat je moet doen. Je voelt je als heren van de wereld. Je denkt er nooit meer aan om 'dankjewel, Vader' te zeggen. In alles wat je Ons geeft, ben je, zelfs onder elkaar, verstoken van liefde, van naastenliefde en vooral van vergeving.
Hoe kun je Mijn Vader alleen om welzijn vragen? Mijn kinderen, jullie tijden lopen ten einde en velen van jullie zullen niet gelukkig leven in de oneindige Hemelen.
De Vader is erg beledigd door je gedrag. Je hebt niet lief en vooral, je vergeeft je broeders en zusters niet langer. Hoe kun je om welzijn vragen als je elkaar eerst haat?
Heb berouw en bekeer je, mijn kinderen. Vergeef elkaar en alleen dan zal je vergeven kunnen worden van je zonden door de Almachtige God.
Jezus, de Zoon van God
|