OLVrouw, Middelares van alle genade, Medeverlosseres en Voorspreekster - Pr George Dias
Op belangrijke momenten is de Katholieke Kerk met dogma's naar buiten gekomen. Een dogma stelt waarheden voor die vervat zijn in Goddelijke Openbaring, of die er een noodzakelijk verband mee hebben. Dogma's zijn lichten op ons geloofspad. Deze waarheden zijn gebaseerd op de Schrift. Ze weerspiegelen niet alleen het volledige gezag dat de Kerk van Christus heeft ontvangen, maar ook de traditie van de Kerk, de liturgische praktijk en het geloof van het volk. (Sensusfidelium).
Ze hebben een bindend karakter en ze openen ons verstand en hart voor een dieper begrip van Gods Mysterie (KKK 88-89). Er zijn vier mariale dogma's die belangrijke aspecten van Maria's rol in de Verlossing en haar persoonlijke relatie met God aangeven.
1. Goddelijk Moederschap (Concilie van Efeze 431)
2. Eeuwige maagdelijkheid (Concilie van Lateranen 649)
3. Onbevlekte Ontvangenis (Pius IX, 8 december 1854)
4. Hemelvaart (Pius XII 1 november 1950).
Deze Dogma's helpen ons de heerschappij en de persoon van Maria te evalueren.
De eeuw 1850-1950 wasgewijd aan Moeder Maria en vanaf dat moment kwam de Katholieke Kerk opnieuw op de kroon van mei, op zoek naar Haar hulp en inspiratie. Tegenwoordig hebben veel geleerden en theologen de unieke rol van Maria in het leven van de mensheid onderzocht. Ze hebben gevoeld dat de tijd rijp is voor de formele afkondiging van het Vijfde Dogma: Maria, de Geestelijke Moeder van de Mensheid. Dit omvat drie essentiële aspecten als: Medeverlosseres, Middelares van alle Genade en Voorspreekster.
Maria is Medeverlosseres: Het gebruik “mede” betekent niet gelijk, maar “samen met”. Deze titel van Medeverlosseres, toegepast op de Moeder van Jezus, plaatst Maria nooit op een niveau van gelijkheid met Jezus Christus. Het duidt veeleer op Maria's bijzondere en unieke rol met Haar Zoon en het reddende verlossingswerk voor de hele menselijke familie. Paus Benedictus XVI legde sterk de nadruk op de medeverlossing door Maria in het gebed tot OLVrouw van Sheshan.
Verschillende Kerkvaders hebben nagedacht over de medewerking van Maria aan het verlossingswerk. Dit heeft de analyse van Haar associatie met het verlossende Offer van Christus verdiept. De H. Augustinus gaf de Heilige Maagd de titel "Medewerker" bij de Verlossing. Deze titel benadrukt de gezamenlijke maar ondergeschikte actie van Maria met Christus, de Verlosser. Wanneer we de term "Medewerker" toepassen op Maria, krijgt het een specifieke betekenis. Maria werkte mee tijdens de gebeurtenis op Golgotha.
Maria als Middelares van alle genade: Paus Leo XIII benadrukt de rol van Maria als Middelares van alle Genade. Net als in het geval van ons begrip van Maria's medeverlossende rol, moeten we altijd erkennen dat Maria's bemiddeling secundair en ondergeschikt is aan en afhankelijk is van die van Christus Zelf. In Lumen Gentium (60) benadrukten de Vaders van het Tweede Vaticaans Concilie dat inderdaad. Zij is voor eeuwig met Hem verbonden, met als het ware oneindige macht, in de verdeling van de Genades die voortvloeien uit Zijn Verlossing.
Als we naar de H. Schrift kijken, weten we dat het mysterie van Maria's onverbrekelijke vereniging met Jezus in het werk van onze Verlossing reeds profetisch wordt verkondigd in Genesis 3:15 en wordt beschreven in de evangeliën van Lucas hoofdstuk 1,2 en 3 en Johannes 3:1-11 en 19.26-27. Verder laat Openbaring 12 ons zien hoe Maria's moederlijke relatie met Jezus wordt uitgebreid tot "de rest van haar nageslacht" (Openbaring 12:17). Er is inderdaad geen andere goddelijke menselijke uitwisseling die te vergelijken is met deze unieke relatie tussen Jezus en Maria, die juist bestaat voor ons mensen en voor onze redding.
Maria als Voorspreekster: Aangezien Maria Medeverlosseres en Middelares van alle Genade is, is Zij ook onze meest volmaakte menselijke Voorspreekster voor de Allerheiligste Drieëenheid. Deze titel heeft diepe wortels in de Katholieke traditie die helemaal teruggaat tot de H. Irenaeus in de 2e eeuw. Het komt voor in het Salve Regina waar we bidden: "Daarom dan, onze voorspreekster, sla op ons uw barmhartige ogen”.
Het woord Voorspreekster wordt in het Pauselijk leergezag letterlijk honderden keren gebruikt voor Maria en de verwijzing naar Haar rol van Voorspreekster is een constant terugkerend thema. Het grote mariale document van het Tweede Vaticaans Concilie erkende dan ook dat Maria terecht wordt aangeroepen als pleitbezorger (LG 62). Ze is er altijd voor ons.
|