Doxologie
Een doxologie (Grieks: doxa - heerlijkheid) is een liturgische formule ter afsluiting van een gebed of een voorlezing. Een doxologie bezingt de heerlijkheid van God. Dit gebruik is ontleend aan de doxologieën in gebeden van zowel het Jodendom als het Christendom en worden veelvuldig gebruikt in de liturgie. Doxologieën worden zelf besloten door een acclamatie (Amen).
In het christendom is de doxologie van het Pater Noster zeer bekend: Quia tuum est regnum, Et potestas, Et gloria in saecula. Amen (‘Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen').
Zowel in het Oude Testament (bijv. na Ps. 41, 72, 89, 106) als in het Nieuwe Testament (vooral in de Brieven van Paulus) vindt men vele doxologieën. Het christendom kent het Gloria Patri (Eer aan de Vader ...) als de kleine doxologie en het Gloria in excelsis Deo (Eer aan God in den hoge ...) als de grote doxologie.
Katholieke liturgie
In de Katholieke liturgie komt de doxologie onder meer voor in de Mis en de getijden.
Voorbeelden van een doxologie:
Per Dominum nostrum, Iesum Christum, Filium Tuum, qui tecum vivit et regnat in unitate Spiritus Sancti, per omnia saecula saeculorum.
Door onze Heer, Jezus Christus, Uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de H. Geest, God door de eeuwen der eeuwen.
Het Eucharistisch gebed wordt altijd door de priester besloten met de zogenoemde Slotdoxologie:
Per ipsum, et cum ipso, et in ipso, est tibi Deo Patri omnipotenti, in unitate Spiritus Sancti, omnis honor et Gloria per omnia saecula saeculorum.
Door Hem, en met Hem en in Hem, zal Uw Naam geprezen zijn, Heer onze God, Almachtige Vader, in de eenheid van de H. Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid.
waarop de gelovigen antwoorden met de acclamatie "Amen".
Genoemde formules tonen eveneens het trinitarische karakter van de doxologie. Daarentegen plaatst de zogenaamde Kleine Doxologie (Gloria Patri et Filio et Spiritui sancto) de Vader, Zoon en Heilige Geest naast elkaar als eenheid (en niet in relatie tot elkaar). Dit gebruik om de eenheid van de Triniteit te benadrukken stamt uit de Oosterse kerken, waarschijnlijk als gevolg van de daar hevigere strijd tegen het arianisme, dat zich in de christologie tegen de leer van de Drievuldigheid keerde.
Men maakt onderscheid tussen de Grote Doxologie, het Gloria (Eer aan God in de hoge) en de Kleine Doxologie:
Grote doxologie
Gloria in excelsis Deo et in terra pax hominibus bonae voluntatis.
Eer aan God in den hoge en vrede op aarde aan de mensen die Hij liefheeft.
Laudamus Te. Benedicimus Te. Adoramus Te. Glorificamus Te. Gratias agimus Tibi propter magnam gloriam tuam.
Wij loven U. Wij prijzen en aanbidden U. Wij verheerlijken U en zeggen U dank voor Uw grote heerlijkheid.
Domine Deus Rex caelestis, Deus Pater omnipotens.
Heer God, hemelse Koning, God almachtige Vader;
Domine Fili unigenite, Iesu Christe.
Heer, eniggeboren Zoon, Jezus Christus;
Domine Deus Agnus Dei, Filius Patris.
Heer God, Lam Gods, Zoon van de Vader;
Qui tollis peccata mundi, miserere nobis.
Gij die wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons.
Qui tollis peccata mundi, suscipe deprecationem nostram.
Gij die wegneemt de zonden der wereld, aanvaard ons gebed.
Qui sedes ad dexteram Patris, miserere nobis.
Gij die zit aan de rechterhand van de Vader, ontferm U over ons.
Quoniam Tu solus Santus. Tu solus Dominus.
Want Gij alleen zijt de Heilige. Gij alleen de Heer.
Tu solus altissimus, Iesu Christe.
Gij alleen de Allerhoogste: Jezus Christus.
Cum Sancto Spiritu in gloria Dei Patris. Amen.
Met de H. Geest in de heerlijkheid van God de Vader. Amen.
Kleine doxologie
Gloria Patri et Filio, et Spiritui Sancto.
Eer aan de Vader en de Zoon en de H. Geest.
Sicut erat in principio, et nunc et semper et in saecula saeculorum. Amen.
Zoals het was in het begin, en nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
|