De Passie van elk mensenleven - uit:www.maria-domina-animarum.net
Elke mensenziel is slechts om één reden en met één doelstelling, één algemene levensopdracht, in deze wereld: God schept elke ziel en zendt haar voor één leven op aarde om daar levenslang met haar hele wezen, al haar doen en laten en haar hele innerlijke leven (denken, voelen, verlangen, nastreven...) een bruikbaar werktuig te zijn via hetwelk Hij Zijn Heilsplan kan uitwerken, dat moet worden voltooid met de grondvesting van Zijn Rijk van volmaakte Liefde, Vrede, Geluk en Gerechtigheid op aarde. De zielen kunnen deze levensopdracht uitsluitend en alleen vervullen door de Goddelijke Wet van de ware, zelfverloochenende Liefde te beleven in hun hele gedrag, in al hun contacten met al hun medeschepselen, in hun ingesteldheid jegens God Zelf en in alles wat diep in hen leeft.
Nadat reeds de eerste geschapen mensenzielen de erfzonde hadden bedreven (die de eerste overtreding tegen de Wet van de Ware Liefde vormde), ontstond voor God de noodzaak om de mensenzielen grondig te reinigen, dit wil zeggen: om hun hele gesteldheid opnieuw volkomen in harmonie te brengen met Zijn volmaakte bedoelingen. Er was geen andere weg om ooit het grote doel van de hele Schepping te bereiken: de grondvesting van Gods Rijk op aarde. Door deze grondvesting moet de hele Schepping worden tot een volkomen afspiegeling van het Rijk der Hemelen, dat niets anders is dan het Rijk der absoluut volmaakte beleving van de Goddelijke Wet van de Ware Liefde. Het Rijk der Hemelen is de niet-stoffelijke uitdrukking van het Rijk van de volmaakte Liefde, de Schepping moest de stoffelijke (de materiële) uitdrukking van dit Rijk worden. De zonde van de mensenzielen stond dit in de weg.
Daarom moest Jezus Christus, de Zoon van God, in een mensenlichaam in de wereld komen, om via prediking van de Ware Liefde en via een absoluut volmaakt en alomvattend lijden in lichaam, geest en gevoelens de volmaakte uitboeting te brengen van de uitwerkingen van de zware overtredingen die de mensenzielen in hun stoffelijk leven tegen de Goddelijke Wet hadden verzameld en nog verder zouden verzamelen.
Op elke mensenziel rust de heilige plicht, de Christus na te volgen door in dezelfde gesteldheid als Hijzelf (een innerlijk leven van volmaakte, zelfverloochenende en onvoorwaardelijke Liefde) alle beproevingen van haar leven eveneens aan God op te dragen tot ontsluiting van de oneindige en eeuwig rijpe vruchten die de Christus door Zijn Lijden heeft voortgebracht. Het geheel van alle beproevingen die een mensenziel gedurende haar leven op aarde doorstaat, vormt als het ware haar Passie. Zoals voor de Christus de Grote Passie de kern van de ware zin van Zijn leven op aarde was, vindt voor elke mensenziel de ware zin van haar leven zijn ware uitdrukking in de beproevingen van haar hele leven. Deze beproevingen zijn het, die haar leven kunnen maken tot een aaneenschakeling van bombardementen op de stellingen van de duisternis, op voorwaarde dat zij waarlijk worden beleefd, aanvaard en opgedragen (toegewijd) in de geest van de Christus, Die de Belichaming is van de Ware Liefde. Hierbij is van het grootste belang dat de ziel zich voor ogen houdt dat de Christus niet slechts heeft geleden in de laatste dagen van Zijn leven op aarde, de dagen van de eigenlijke Passie. Zijn hele leven was een aaneenschakeling van (veelal niet algemeen bekende) beproevingen en leed.
Een volkomen getrouwe navolging van Christus is slechts mogelijk in de mate waarin de mensenziel de ware, zelfverloochenende Liefde beleeft in al haar contacten met al haar medeschepselen en zelfs in haar diepste, meest verborgen gevoelens, gedachten en verlangens, én in de mate waarin zij alle lichamelijke en morele beproevingen van haar leven (deze vormen samen haar kruis, haar geseling, haar doornenkroning, haar lijden in de Hof van Olijven) draagt in eenheid van hart met de lijdende Christus.
Een ziel die haar leven leidt in een dergelijke gesteldheid, reinigt haar hart in de diepte. Slechts vanuit een voldoende zuiver hart is de ziel in staat om waarlijk zuivere Liefde in haar hele doen en laten te doen stromen. Slechts hierdoor kan de ziel een krachtig stralend Licht zijn, dat duisternis in de wereld onwerkzaam kan helpen maken en daardoor de grondvesting van Gods Rijk op aarde daadwerkelijk naderbij kan helpen brengen.
De Meesteres van alle zielen (H. Maagd Maria) biedt de zielen bovendien deze gelijkenis:
De Schepping is door de zonde en de aanhoudende toegevingen vanwege alle mensenzielen aan de meest uiteenlopende bekoringen en influisteringen vanwege de duisternis vergelijkbaar met een water dat zwaar vergiftigd is en daardoor een bedreiging vormt voor alle Leven. Elke handeling, woord, gedachte, gevoel, verlangen en bestreving die bestaat uit Ware Liefde is als een druppel van tegengif die in dat verziekt water wordt gedruppeld, waardoor dit minder giftig en minder troebel wordt, en daardoor opnieuw meer levensvatbaar.
Elke dergelijke druppel is hierdoor reeds een voortzetting van het Bloed van Christus, dat alle duisternis totaal kan ontkrachten, doch waarvan de onoverwinnelijke macht moet worden ontsloten (tot zijn volle werking moet worden gebracht) door uitingen van Ware Liefde vanwege mensenzielen. Elke uiting van Ware Liefde vanwege een mensenziel is in wezen een vereniging van een ziel met het verlossende Bloed van Christus. Uit deze vereniging worden vruchten van nieuw Leven voor de Schepping geboren.
De Hemelse Koningin ziet hier een heilige Passie-opdracht voor elke mensenziel: De Goddelijke Wet van de Ware Liefde moet zo spontaan en zo onvoorwaardelijk worden beleefd in alle situaties van elk mensenleven en in al haar contacten met alle medeschepselen, en alle beproevingen van het leven moeten in een zodanige staat van aanvaarding en zelfverloochening en in bewuste eenheid met de lijdende Christus aan God worden opgedragen dat de hele levensweg van de mensenziel kan worden gebruikt als een krachtig werktuig in Gods handen, tegen alle werken en plannen via dewelke de duisternis Gods Schepping dag na dag vergiftigt en tracht te herscheppen in een rijk van leed en ellende. Een ziel die aan dit verlangen van haar Schepper weet te voldoen, wordt een actieve tuinierster in de tuinen uit dewelke God Zijn Rijk op aarde wil vormen. Haar werken zullen veel onkruid wieden en alle zaad dat God tot bloei tracht te brengen, helpen omzetten in bloemen, struiken en bomen tot getuigenis van het Ware Leven.
|