De omstandigheden om een volle aflaat te verdienen in de Kerk zijn bijzonder moeilijk. Je moet uiteraard in staat van genade zijn. Je moet binnen 8 dagen ervoor of erna biechten en je moet de Heilige Communie ontvangen.
Over aflaten
1. Vereiste voorwaarden
- Om aflaten te kunnen verdienen moet men in staat van genade zijn en
- de intentie hebben om de aflaat te verdienen.
- Algemeen beginsel is: men kan slechts eenmaal per dag een volle aflaat verdienen, met uitzondering alleen van stervensgevaar (zie §2, nr.6).
Het is vereist dat alle gehechtheid aan zonde zelfs kleine dagelijkse zonde, afwezig is. Indien aan de laatste voorwaarde minder perfect wordt voldaan of wanneer de drie voorgeschreven voorwaarden (d) niet vervuld zijn, zal de aflaat slechts een gedeeltelijke zijn
De drie gewone voorwaarden om een volle aflaat te verdienen zijn: biecht, communie en mondgebed (mondeling gebed, niet inwendig alleen) tot intentie van de paus.
Voor het gebed tot intentie van de paus volstaat men met een Onze Vader en een Weesgegroet, of een gebed van gelijke duur.
Is voor het verdienen van een aflaat bovendien het bezoek van een kerk of kapel voorgeschreven, dan moet men bij dat bezoek bidden een Onze Vader en de Geloofsbelijdenis. Hierdoor vervalt echter niet het gebed tot intentie van de paus.
Over de drie gewone voorwaarden (biecht, communie en gebed tot intentie van de paus): de biecht kan meerdere dagen vóór of na het voorgeschreven werk voldaan worden; maar de communie en het gebed tot intentie van de paus horen op dezelfde dag te geschieden als het voorgeschreven werk. Voor de biecht is tot acht dagen voor of na een gebruikelijke termijn. Het kerkbezoek met de vereiste gebeden kan vanaf 's middags 12 uur daags vóór de aflaatdag plaats hebben. Eén enkele sacramentele biecht biecht volstaat om verschillende volle aflaten te verdienen; maar de communie moet ontvangen worden en het gebed voor de intentie van de paus moet herhaald worden telkens wanneer men een volle aflaat wil verkrijgen.
Gedeeltelijke en volle aflaten kunnen altijd worden toegepast op de overledenen door een smeekgebed. Om een aflaat verbonden aan een gebed te verdienen, volstaat het dat gebed op te zeggen al of niet afwisselend met een andere persoon, of het mentaal te volgen terwijl het door een ander wordt opgezegd. Het gebed moet dus door iemand opgezegd worden, uitsluitend stil mentaal bidden volstaat niet, tenzij het tegendeel uitdrukkelijk is vermeld.
Sommige kerken bieden gelegenheid in een bepaald tijdsbestek aflaten voor overledenen te verdienen.
Een aflaat gehecht aan het gebruik van een godsvruchtig voorwerp verdwijnt enkel, wanneer dat sacramentale volledig vernield of verkocht is.
2. Lijst van de belangrijkste volle aflaten Een volle aflaat is te verdienen voor de volgende gebeden of oefeningen:
1e Aan gelovigen die op vrijdagen in de Vasten en passietijd na de communie dit gebed bidden voor een afbeelding van de gekruisigde Christus worden - onder de gebruikelijke voorwaarden van biecht, heilige communie en gebeden voor de intenties van de Paus - een volle aflaat verleend. Op andere dagen van het jaar kan men een gedeeltelijke aflaat verkrijgen.
Gebed: En ego, o bone et dulcissime Iesu, ante conspectum tuum genibus me provolvo, ac maximo animi ardore te oro atque obtestor, ut meum in cor vividos fidei, spei et caritatis sensus, atque veram peccatorum meorum paenitentiam, eaque emendandi firmissimam voluntatem velis imprimere; dum magno animi affectu et dolore tua quinque vulnera mecum ipse considero ac mente contemplor, illud prae oculis habens, quod iam in ore ponebat tuo David propheta de te, o bone Iesu: Foderunt manus meas et pedes meos: dinumeraverunt omnia ossa mea. Amen.
O goede en allerzoetste Jezus, zie ik werp mij in Uw tegenwoordigheid op de knieën en ik bid en smeek U met al de vurigheid van mijn ziel dat Gij U gewaardigt in mijn hart te drukken levendige gevoelens van geloof, hoop en liefde, een oprecht berouw over mijn zonden en de vaste wil mij te beteren, terwijl ik in mijzelf met grote aandoening en droefheid Uw vijf Wonden overweeg en in de geest beschouw, voor ogen hebbende hetgeen de profeet David U reeds deed voorzeggen van Uzelf, o goede Jezus: Zij hebben Mijn handen en Mijn voeten doorboord, zij hebben al Mijn beenderen geteld. Onze Vader - Wees gegroet - Glorie zij
2e Een geestelijke oefening van ten minste drie dagen.
3e Oefening van eerherstel op het feest van het H. Hart (3de vrijdag na Pinksteren), publiek gebeden.
4e Gebed van toewijding op het feest van Christus Koning.
Ik wijd mij toe aan Jezus Christus, onze Heer en breng dank aan God de Vader, Die ons waardig heeft gemaakt deel te mogen hebben aan het lot der heiligen, in het volle licht. Hij heeft ons ontrukt aan de macht der duisternis en overgebracht naar het rijk van Zijn beminde Zoon, in Wie wij de verlossing bezitten, de vergiffenis der zonden, door de kracht van Zijn Bloed. Deze is het beeld van de onzichtbare God, geboren vóórdat alles geschapen werd; want in Hem werd alles geschapen, wat in de hemel en op aarde is, het zichtbare en het onzichtbare, tronen zowel als heerschappijen, overheden en machten; alles is door Hem en in Hem geschapen. Zo bestaat Hij vóór allen, en alles bestaat in Hem. Hij is ook het Hoofd van het lichaam, dat wil zeggen van de Kerk. Hij is het begin, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in alles de eerste plaats zou hebben. Want het was besloten, dat in Hem alle volheid zou wonen, en dat Hij vrede zou brengen door het Bloed van Zijn kruis en door Zijn toedoen alles weer met God zou verzoenen, wat op de aarde of wat in de hemel is: in Christus Jezus, onze Heer. (aangepast aan Kolossenzen 1:12-20)
5e Bezoek en aanbidding van het Heilig Sacrament gedurende een half uur.
6e De pauselijke zegen, verleend door de paus, bijvoorbeeld tijdens het Urbi et Orbi, door een bisschop, of in het stervensuur door een priester. Bij afwezigheid van een priester verleent de Kerk automatisch deze volle aflaat.
7e Bij eerste mis, eerste communie: de betreffende persoon en alle aanwezige gelovigen.
8e Rozenhoedje: gebeden in kerk, kapel, familieverband of religieuze communiteit.
9e Lezing van de H. Schrift gedurende een half uur.
10e Het publiek bidden van het Te Deum op de laatste dag van het jaar.
11e Veni Creator Spiritus op 1 januari en op Pinksteren, mits publiek gebeden.
Kom Schepper, Geest, daal tot ons neer,
houd Gij bij ons uw intocht, Heer;
vervul het hart dat U verbeidt,
met hemelse barmhartigheid.
Gij zijt de gave Gods, Gij zijt
de grote Trooster in de tijd,
de bron waaruit het leven springt,
het liefdevuur dat ons doordringt.
Gij schenkt uw gaven zevenvoud,
O hand die God ten zegen houdt,
O taal waarin wij God verstaan,
wij heffen onze lofzang aan.
Verlicht ons duistere verstand,
geef dat ons hart van liefde brandt,
en dat ons zwakke lichaam leeft
vanuit de kracht die Gij het geeft.
Verlos ons als de vijand woedt,
geef ons de vrede weer voorgoed,
Leid Gij ons voort, opdat geen kwaad,
geen ongeval ons leven schaadt.
Doe ons de Vader en de Zoon
aanschouwen in de hoge troon,
O Geest van beiden uitgegaan,
wij bidden U gelovig aan.
[Aan God de Vader zij de eer
en aan de opgestane Heer
en aan de Geest die troost en leidt
van eeuwigheid tot eeuwigheid.]
Amen
Veni, creator Spiritus
mentes tuorum visita,
imple superna gratia,
quae tu creasti pectora.
Qui diceris Paraclitus,
altissimi donum Dei,
fons vivus, ignis, caritas
et spiritalis unctio
Tu septiformis munere,
digitus paternae dexterae
tu rite promissum Patris
sermone ditans guttura.
Accende lumen sensibus,
infunde amorem cordibus,
infirma nostri corporis,
virtute firmans perpeti.
Hostem repellas longius
pacemque dones protinus,
ductore sic te praevio,
vitemus omne noxium.
Per te sciamus da Patrem,
noscamus atque Filium,
teque utriusque Spiritum
credamus omni tempore.
Deo Patri sit gloria,
et Filio qui a mortuis
Surrexit, ac Paraclito,
in saeculorum saecula.
Amen.
12e Op 2 augustus (Portiuncula-aflaat) bij bezoek aan een kerk, en volgens eigen Directorium van het Bisdom.
13e Kruiswegoefening. Voor wie echter de oefeningen niet kunnen verrichten volstaat een lezing of meditatie over het lijden van Christus gedurende een half uur.
14e Bezoek van kerk of kapel oop Allerzielen; alsook bezoek van het kerkhof elke dag van het octaaf (1 tot 8 november).
15e Godvruchtig bezoek van de parochiekerk, op een patroonsfeest of op 2 augustus (Portiuncula-aflaat). De ordinarius kan de dag veranderen. Bij het bezoek is vereist één Onze Vader en de geloofsbelijdenis te bidden.
16e Hernieuwing van de doopbeloften op de Vigilie van Pasen en op de verjaardag van het doopsel.
17e Het gebruik van een godvruchtig voorwerp (kruisje, kroontje, medaille e.a.) door paus of bisschop gewijd, maar alleen op het Hoogfeest van de H. Petrus en Paulus (29 juni), als men de geloofsbelijdenis bidt.
18e Op Barmhartigheidszondag (zondag na Pasen) biechten en de H. Communie ontvangen
3. Commutatie en dispensatie De biechtvaders zijn bevoegd voor hen die ze niet kunnen vervullen, zowel het voorgeschreven werk als de vereiste voorwaarden in andere te commuteren. De plaatselijke Ordinarissen kunnen bovendien hun eigen gelovigen op plaatsen, waar dit heel moeilijk voor hen is, dispenseren van de biecht en het ontvangen van de communie. Zij moeten echter berouw hebben over hun zonden en voornemens zijn, zodra mogelijk aan die verplichting te voldoen.
4. Over de gedeeltelijke aflaten Bij gedeeltelijke aflaten wordt niet meer gesproken over jaren en dagen. Als maatstaf geldt, dat de Kerk zoveel kwijtschelding van kerkelijke straffen toevoegt als de gelovige reeds verkrijgt overeenkomstig de voortreffelijkheid van het werk en de liefde, waarmede het verricht wordt. Gedeeltelijke aflaten zijn aan veel gebedsoefeningen en schietgebeden verbonden, te veel om te vermelden. Maar iets nieuws in de nieuwe aflatencodex is, dat daar vier algemene concessies van gedeeltelijke aflaten worden gedaan voor verschillende soorten van godvruchtige werken, zonder verdere voorwaarden. De vier concessies zijn de volgende:
- Een gedeeltelijke aflaat wordt verleend aan elke gelovige die in het vervullen van zijn plichten en in het dragen van de lasten van het leven met nederig vertrouwen zijn geest tot God verheft met toevoeging, al is het ook alleen inwendig, van een of andere godvruchtige aanroeping.
- Een gedeeltelijke aflaat wordt verleend aan alle gelovigen die door de geest van geloof geleid, zichzelf of hun goederen prijsgeven ten dienste van hun medemensen die in nood verkeren.
- Een gedeeltelijke aflaat wordt verleend aan elke gelovige die zich in de geest van boetvaardigheid uit vrije wil onthoudt van iets dat geoorloofd en aangenaam is.
- Een gedeeltelijke aflaat wordt toegekend aan de gelovige die voor anderen op spontane wijze openlijk getuigenis aflegt van zijn geloof in de concrete omstandigheden van zijn dagelijks leven (Deze vierde concessie kwam erbij sinds 1999).
Verder kan elke gelovige die een godvruchtig voorwerp (kruisje, rozenkrans, scapulier, medaille), dat door een priester gewijd is, in vrome gezindheid gebruikt, een gedeeltelijke aflaat verdienen.
Heiligmakende en actuele genade
Rooms-katholieke theologen onderscheiden verscheidene vormen van genade; de voornaamste zijn: de heiligmakende genade en de actuele genade.
- Heiligmakende genade is het goddelijke leven dat onze ziel binnenstroomt als God ons rechtvaardig verklaart (ons onze zonden niet toerekent); dat gebeurt meestal bij de doop. Heiligmakende genade verandert de zondaar door de Geest in een kind van God. Deze genade blijft werkzaam in onze ziel, tenzij wij door een doodzpmde God verwerpen. God is echter oneindig barmhartig en de heiligmakende genade kan dan ook weer hersteld worden door het sacrament van de absolutie (de biecht).
- Actuele genade komt in de vorm van gaven die je in bepaalde omstandigheden nodig hebt. Het doel van actuele genade is om de heiligmakende genade daar werkzaam te laten zijn waar ze eerder niet was, en ze te laten blijven waar ze reeds werkzaam is.
Zowel heiligheid als het zijn van een kind van God zijn geheel afhankelijk van de heiligmakende genade. Wanneer men zonder verdere toevoeging van genade spreekt, bedoelt men heiligmakende genade.
Dus: de geestelijke Communie is niet voldoende. Je moet daadwerkelijk de H. Communie ontvangen. Het kan dus zijn dat je geen aflaat kunt krijgen vanwege de omstandigheden. Maar als het enige waar je schuldig aan bent dagelijkse zonde is, en als je probeert ze kwijtgescholden te krijgen door verdienstelijke daden op een voortdurende basis. Doe deze werken en bied ze aan, aan Jezus en OLVrouw.
Begin er een gewoonte van te maken. Want wanneer er dingen beginnen te gebeuren die heel erg zullen zijn, zal dit de mensen geestelijk buitengewoon afleiden en als je er geen gewoonte van hebt gemaakt zal het dan veel moeilijker zijn om die deugden te ontwikkelen. Doe de spirituele praktijken die de Kerk heeft ingevoerd en die je de genaden kunnen bieden, niet de sacramentele genaden van de sacramenten omdat die alleen door de sacramenten kunnen komen, maar aanvullende genaden die kunnen compenseren of vergelijkbaar kunnen zijn met de sacramenten.
Een van de dingen die mensen zich moeten realiseren is dat als we door een kastijding gaan, de mate van lijden voor degenen die verenigd zijn met God door heiligmakende genade en proberen hun spirituele leven ernstig te nemen en proberen eraan te werken, Hij hen voldoende genade zal bieden om hen te ondersteune. Blijf dus trouw aan Hem.
Wanneer de kastijding toeslaat, zal er een toename in genade zijn voor bepaalde mensen die heel trouw zijn en proberen dichter bij God te komen. Daarom moeten we nu de gewoonte hebben om trouw te zijn aan Gods genade. We moeten een consistent gebedsleven hebben, maar voordat ik daar aan toe kom, wil ik het even hebben over onthechting die we moeten ontwikkelen. Onthechting van al het geschapene, want als de kastijding toeslaat zal dit van ons worden weggenomen.
En als we niet regelmatig toegang hebben tot een priester, zelfs onze gehechtheid aan de spirituele goederen van de Kerk, zullen we erop moeten kunnen vertrouwen dat we volledig onthecht zijn van al deze dingen om perfect op God alleen te kunnen vertrouwen. Onze gehechtheid kan alleen aan Hem zijn. We moeten werken aan onthechting, dan zal de onthechting je ook helpen om niet zo afgeleid te raken wat betreft je spirituele leven.
Als iemand het niveau van perfectie in het spirituele leven heeft bereikt en de kastijding slaat in alle hevigheid toe, dan is hij volkomen onverstoorbaar zijn in de proces, maar als je niet perfect bent, zal er een bepaald niveau van innerlijk gebrek aan vrede en onrust zijn waar je mee te maken zult krijgen en het zal evenredig zijn aan het aantal wereldse gehechtheden die je hebt. De mate waarin je je losmaakt zal bepalen hoeveel vrede je hebt en hoeveel gemakkelijker het zal zijn om de kastijding te trotseren. En OLVrouw van Akita waarschuwde ons dat zowel de goeden als de slechten door dit proces moeten.
We moeten ermee rekening houden dat de kastijding buitengewoon pijnlijk zal zijn, het zal een buitengewoon lijden zijn en zelfs als we zijn waar we moeten zijn, zullen we nog steeds over de hele lijn lijden en in feite zei OLVrouw dat, aan het einde van de kastijding, de mens zich zo verlaten zal voelen dat de levenden de doden zullen benijden. Een deel van die verlatenheid is noodzakelijk omdat de mensheid moet worden ontdaan van alles waarop hij denkt te kunnen vertrouwen, onafhankelijk van God. We moeten ons hechten aan God en Zijn genade en een regelmatig gebedsleven hebben.
|