Over de H. Kelk - www.emmerick.be - Geschriften van Anna Katarina Emmerick
De KELK die de apostelen uit het huis van Veronika meenamen, is een zeer wonderbare, mysterieuze drinkbeker.
![](http://blogimages.seniorennet.be/levend_geloof/2591111-549f3ec18582cbde517b8185d13d758b.jpg)
Lange tijd had hij berust in de tempel tussen andere oudheden en kostbare voorwerpen, waarvan de oorsprong en bestemming vergeten waren, zoals bij ons in het christendom menig ouderwets en heilig kleinood ten gevolge van rampzalige tijden in vergetelheid geraakt. Herhaaldelijk heeft men in de tempel zeer oude drinkschalen en kleinodiën van onbekende oorsprong buiten gebruik gesteld, zelfs verkocht of laten omwerken.
En zo gebeurde het dat door Gods beschikking deze allerheiligste drinkbeker, die men wegens zijn onbekende materie niet omsmelten, noch tot andere doeleinden gebruiken kon – hoewel men dit vaak genoeg had geprobeerd – met ander oud, in onbruik geraakt gerei door jonge priesters gevonden werd in een kast die in de schatkamers van de tempel stond. Hier lag hij als een oud stuk vaatwerk geborgen en hij werd, evenals de rest, aan liefhebbers van antiquiteiten vervreemd.
Serafia (Veronika) had deze kelk met heel zijn apparaat aangekocht. Hij had reeds meermalen dienst gedaan op feestmaaltijden van Jezus en op heden kwam hij bestendig in het bezit van de heilige gemeenschap van Jezus Christus. Deze beker is niet altijd in de vorm en de toestand geweest, waarin hij nu is. Ik weet niet meer wanneer, en of niet door toedoen van de Heer zelf, hij de vorm en samenstelling heeft gekregen, waarin hij zich nu bevindt; heden is er een hele draagbare toerusting aan verbonden (en verscheidene kleine bekers behoren er bij); het gehele stel was door Gods beschikking bestemd om te dienen bij de instelling van het H. Sacrament.
Op een onderstel of voetvlak, waaruit men nog een bordje of plankje kon trekken – maar ik herinner me niet of het op zijn beurt nog iets heiligs bevatte – stond de grote drinkbeker en om hem heen stonden 6 kleiner bekers.
In de kom van de grote kelk bevond zich nog een kleiner vaas en hierop lag nog een schoteltje (of soort van pateen) en boven dit schoteltje was een gewelfd deksel gezet. In de voet van de kelk lag een lepeltje dat men uitnemen kon. De drinkbekers waren met fijne doekjes of kleedjes overhangen en het hele stel stond onder een kap, huif of stolp, die naar ik meen, bestond uit leder en boven van een knop voorzien was.
De grote kelk bestaat uit de kuip en de voet; deze laatste zal er wel aan toegevoegd zijn, want hij was van een andere materie dan de kom, die een bruinachtige, gepolijste massa was in de vorm van een peer, ingezet in goud en daarmee belegd; hij heeft 2 kleine handgrepen, waarbij men hem optilt, want hij is vrij zwaar. De voet is kunstig gesmeed uit donker gouderts; rondom ziet men er een slang en een druiventrosje op geciseleerd (= gegoten metalen voorwerpen met een steekbeitel bewerken, fig. heel fijn bewerken).
Daarenboven is hij nog met edelstenen versierd; er ligt, zoals reeds gezegd, een klein lepeltje in.
De grote kelk bleef later bij Jakobus de Mindere bewaard in de kerk te Jeruzalem en ik zie hem nog ergens veilig verborgen liggen; eensdaags zal hij opnieuw te voorschijn komen, zoals hij ook bij deze gelegenheid weer aan het licht gekomen is.
De kleine bekers, die rondom de grote kelk stonden, vielen andere kerken ten deel: één daarvan belandde te Antiochië en een tweede te Efeze; de 7 bekers zijn bij 7 kerken terecht gekomen.
De kleine bekers behoorden oudtijds toe aan patriarchen; zij dronken daaruit de geheimzinnige drank bij het ontvangen en doorgeven van de zegen.
De grote kelk was reeds in het bezit van Abraham, Melchisedek bracht hem mee uit het land van Semiramis waarheen hij verzeild was, naar het land van Kanaän, toen hij te Jeruzalem de grondvesten van allerhande plaatsen kwam leggen; hij heeft van die kelk gebruik gemaakt bij het offer waarin hij in de tegenwoordigheid van Abraham brood en wijn opdroeg en daarna heeft hij hem aan Abraham nagelaten. Zelfs is de beker reeds bij Noach geweest; hij stond in de Ark, geheel van boven.
De kelk was ook in het bezit van een stam van goede nakomelingen van Noach, die nabij Babylon woonden; zij werden als slaven door Semiramis verdrukt. Melchisedek leidde hen van daar weg naar Kanaän en bracht de kelk met zich mee. Ik zag dat hij een tent had in de buurt van Babylon en dat hij, vooraleer hen weg te brengen, daar brood voor hen zegende en brak; anders zou hun de nodige kracht ontbroken hebben om weg te trekken en zulk een weg af te leggen.
Die mensen hadden een naam die ongeveer luidt als ‘Samanen’. Misschien zijn bedoeld de bewoners van Sennaar (= plaatsnaam in Oost‐Soedan tussen de Blauwe en de Witte Nijl) of ook van Soemmaar.
Melchisedek bediende zich van hen en van enige grotbewoners in Kanaän, om op de nog wilde bergen van het later Jeruzalem de grondslagen van verscheidene gebouwen te leggen.
Hij legde diepe grondvesten waar later het Cenakel en de tempel stonden, ook op een plaats naar de Kalvarieberg toe; hij deed ook aan wijn- en korenbouw. Na het offer van Melchisedek bleef de kelk bij Abraham; hij is ook in Egypte geweest en eveneens in het bezit van Mozes. De kelkkuip was een massief stuk met dikke wanden als een klok; hij was van een natuurlijke materie en als gegroeid, niet gesmeed; ik heb er dwarsdoor gezien. Alleen Jezus wist van welke stof hij was.
Aparicion de Cristo Jesus - El Sagrado Llamado 16/3/2024 - Misericordia Maria TV: OLVrouw openbaart ons dat door de spirituele kracht van de Heilige Kelk de goddelijke stromen erop kunnen neerdalen
en dat de de H. Kelk de kracht heeft om het geloof in het kostbaar Bloed van Jezus van Heilig Avondmaal nieuw leven in te blazen. In de verslagen van A.K. Emmerick zien we dat toen Maria als kind op vierjarige leeftijd de tempel binnenging, ze in een visioen de figuur van de Kelk van het Laatste Avondmaal zag voor haar borst en dat vóór haar mond een stuk brood was gemerktekend met een kruis.
Vanaf het moment dat Christus de Heilige Kelk in Zijn handen nam, werd deze de drager van alle Christelijke verlossingscodes, vanaf dat moment dat het Aartsengelenbewustzijn van de H. Michaël definitief een vereniging tot stand bracht tussen zielen en God. Het is een spirituele vereniging die in staat was om zichzelf door de tijden heen in stand te houden zonder verbroken te kunnen worden door enige andere tegengestelde kracht.
In de openbaring door OLVrouw van de Via Crucis worden 18 stations van het Lijden van Christus overwogen.
Op elk van de staties wordt voorgesteld om te bidden: Wij aanbidden en loven U, Heer Jezus
Omdat U door uw liefde tot het uiterste de wereld hebt verlost. - Onze Vader - Wees gegroet - Glorie zij
De Allerheiligste Maagd Maria breidde de stations uit tijdens Haar verschijning van 13 juli 2014 in het Mariacentrum van Aurora, Paysandu, Uruguay.
1. Jezus wordt ter dood veroordeeld.
2. Jezus draagt het kruis.
3. Jezus valt voor de eerste keer.
4. Jezus ontmoet Zijn Moeder.
5. Jezus wordt geholpen door Simon van Cyrene.
6. Veronica veegt het gezicht van Jezus af.
7. Jezus valt voor de tweede keer.
8. Jezus troost de vrouwen van Jeruzalem.
9. Jezus valt voor de derde keer.
10. Jezus wordt ontdaan van zijn kleren.
11. Jezus wordt aan het kruis genageld.
12. Jezus sterft aan het kruis.
13. Jezus werd van het kruis gehaald en in de armen van Zijn Moeder gelegd.
14. Jezus wordt begraven.
15. Jezus is verrezen.
16. De Allerheiligste Maria en de apostelen stichtten de Orde van de Tempeliers.
17. Maria, Jozef van Arimathea en de heilige vrouwen dragen de relikwieën van het Lijden over de hele wereld.
18. De apostelen verspreiden twee aan twee het Heilige Woord, het ontwaken van de 144 duizend Nieuwe Christussen.
De 17de statie leidt ons ertoe na te denken over het moment van de pelgrimstocht met de relikwieën van het lijden over de hele wereld door Maria Magdalena, Jozef van Arimathea en een groep H. Vrouwen. Onder deze relikwieën was de H. Graal tijdens een lange pelgrimstocht over de hele wereld die naar elk punt van de aarde de Christelijke codes van verlossing uitstraalt. Terwijl deze kostbare relikwie verder gaat en wordt overwogen, verheft de aanwezigheid van de Heilige Graal de ziel en het bewustzijn, het nodigt ons uit tot innerlijke gemeenschap, zodat we de toewijding en vooral het vertrouwen voor ons kunnen hernieuwen om verder te gaan.
De H. Graal vernieuwt en herstelt harten en op deze manier bereidt deze ons voor op het pad van verlossing. De H. Jozef instrueert ons dat als we de H. Kelk met liefde beschouwen, onze geest, onze ziel en ons hart erover zullen communiceren. Op deze manier straalt de H. Kelk, terwijl deze in stilte op pelgrimstocht gaat, codes van liefde uit die zijn neergelegd in het Bloed van Christus. We wensen daarom dat we op dit moment van gebed de H. Kelk met liefde mogen aanschouwen op de top van deze heuvel en zijn spirituele taak over de hele planeet.
|