Inhoud blog
  • Jezus, Koning der koningen, Heer der heren
  • De inhoud van het eerste geheim van Medjugorje
  • Een blik op onze toekomst
  • Vier woorden die de duivel meer dan wat dan ook haat
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Boodschappen aan Valentina Papagna
  • 10 levenslessen
  • Demonen die handelen in de seksuele sfeer
  • Wat er in de spirituele wereld gebeurt wanneer je seks hebt met iemand
  • Luz de Maria 10/6
  • Gebed tot de Engel van Vrede (te bidden op 13/6)
  • Wees gewaarschuwd voor deze dromen
  • Nanotechnologie ontdekt in Pepsi Cola
  • Statines
  • Driedaagse verschijning van Jezus in Canada: oproep tot transformatie
  • Gods oneindige Barmhartigheid
  • Smeekgebed aan de H. Geest
  • Obama's spirituele identiteit
  • Verdeel en heers taktiek
  • Gebeden
  • Kruisweg met beelden op ware mensengrootte - 2
  • Kruisweg met beelden op ware mensengrootte - 1
  • Litanie van eerherstel aan het H. Sacrament
  • Rozenkrans van God de Vader
  • H. Louis-Marie Grignion de Montfort
  • 8/6 Poetin gaat Amerika en Europa de oorlog verklaren - Great Miracles Avenue
  • St Benedictusmedailles
  • Een uitweg gegeven door God - mensen geboren op deze datums
  • Luz de Maria 6/6
  • 27/5 Vliegtuigaanvallen op NY - Russische straaljagers in het Midden-Oosten - Melanie
  • 26/5 Waarschuwing voor een groot bloedvergieten - Melanie
  • 20/5 Als Engeland de verkeerde beslissingen neemt - Melanie
  • Wordt de wereld straks overspoeld door zombies?
  • 11/3 Een nieuwe Taak - Janet Klasson - 5
  • 1/6 Boodschap aan Ned Dougherty
  • 3/6 Luz de Maria
  • 23/3 Pure liefde... - Janet Klasson
  • John Leary - 16
  • Het probleem van de boeren is ons probleem
  • 3/6 Verschijning van de H. Pater Pio in Sievernich
  • John Leary - 17
  • Sneuvelbereidheid?
  • Hoort Poetin nu wel of niet bij de elite?
  • Weer een provocatie voor Poetin: vanuit BelgiĆ« en Nederland
  • Omvolking
  • Gebed voor het Kostbaar Bloed
  • 11/3 Een nieuwe Taak - Janet Klasson - 4
  • 11/3 Een nieuwe Taak - Janet Klasson - 3
  • 11/3 Een nieuwe Taak - Janet Klasson - 2
  • Citaten van de H. Theresia van Lisieux
  • 11/3 Een nieuwe Taak - Janet Klasson
  • Gebed tot de H. Jozef
  • 15/5 Twaalf akten van liefde - Janet Klasson
  • 29/4 Hoop stelt niet teleur - Janet Klasson
  • 26/5 Verspil het gemis niet - Janet Klasson
  • 10/5 Een wonder + een gebed + gemis + Hemelvaart = Goddelijke lessen - Janet Klasson
  • Vier vormen van boetedoening
  • De Leer van de Verenigde Harten en de 6 kamers (gegeven aan Lorena) - 2
  • De Leer van de Verenigde Harten en de 6 kamers (gegeven aan Lorena)
  • Nog openbaringen over de 6e kamer: Het Hart van God de Vader (gegeven aan Maureen)
  • Openbaring van de Verenigde Harten (gegeven aan Maureen Sweeney-Kyle)
  • 21/5 Boodschap aan Lorena
  • Boodschappen aan Jennifer
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • 1/6 Boodschap aan Manuela Strack in Sievernich
  • 25/5 Boodschap te Sievernich aan Manuela Strack
  • Boodschappen aan Anna Shelley
  • Devoties in het jaar
  • Monstransen
  • De digitale gevangenis begint vorm te krijgen - Niburu
    Zoeken in blog

    GOD IS LIEFDE!
    Archief
  • Alle berichten
    Mijn favorieten
  • Mijn Bibliotheek
  • Oude Blogsite
  • Levend_geloof

    29-03-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De H. Kruisweg volgens A. K. Emmerick - 2

    8e statie: Jezus troost de wenende vrouwen 

    Wij aanbidden en loven U, Christus, omdat U door Uw H. Kruis de wereld hebt verlost. 

    Buiten de poort liep de straatweg uit op een niet al te breed zijpad, dat in enkele minuten klimmen naar de top van de Calvarieberg leidde. In het midden van de weg, waar het zijpad van de Calvarieberg begint, had men een paal gezet met een bord, waarop het doodvonnis van onze Verlosser, en ook van de twee moordenaars, geschreven stond. Niet ver van daar, aan de kromming van het zijpad, stond een hele groep wenende en jammerende vrouwen, deels jonge dochters en vrouwen met kinderen uit Jeruzalem, die de stoet vooruit waren gelopen, deels vrouwen van Bethlehem, Hebron en andere plaatsen in de omgeving, die naar het feest kwamen en zich bij vrouwen van de stad hadden aangesloten.

    Jezus zonk als bewusteloos in elkaar, zodat Simon, die achter Hem liep, het Kruis liet zakken en de Heer naderde om Hem te ondersteunen. Jezus leunde tegen Simon aan. Toen de vrouwen en maagden zagen, hoe vreselijk ellendig de Heer voorkwam, begonnen ze luid te jammeren, terwijl ze Hem doeken toestaken, opdat Hij Zijn zweet ermee kon afdrogen. Jezus keerde zich tot hen en sprak: Jullie dochters van Jeruzalem - dit betekent ook: Jullie vrouwen uit omringende steden van Jeruzalem - ween niet over Mij, maar over uzelf en uw kinderen, want er zal een tijd komen, waarin men zal zeggen: “Gelukkig de onvruchtbaren, zalig diegene, wier schoot niet gebaard heeft en wier borsten niet hebben gezoogd!

    Dan zal men roepen:Jullie bergen val op ons neer, en heuvelen bedek ons, want indien men zo handelt met het groene hout, wat zal er dan met het dorre hout gebeuren? Hij sprak tot hen nog andere heerlijke woorden. Hij zei onder meer dat hun wenen zou beloond worden en dat zij van nu af andere wegen zouden gaan. Gedurende deze pauze trokken een honderdtal Romeinse soldaten voorop naar Calvarië. Onze Vader... Weesgegroet… Glorie zij... Ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons. God, wees ons, zondaars, genadig. 

    9e statie: Jezus valt voor de derde keer onder het Kruis 

    Wij aanbidden en loven U, Christus, omdat U door Uw H. Kruis de wereld hebt verlost. 

    De Farizeeën op hun paard bleven staan aan de westkant van de plaats van de terechtstelling, waar de berg een zachte helling heeft. De kant naar de stad toe, die men opklom met Jezus en de twee moordenaars, die woest en steil is. De Heer werd met zijn Kruis, het lastige, ruwe, pad opgedreven, terwijl men Hem sloeg en aan de touwen trok. Op de plaats waar dit kronkelpad afbuigt, deed Jezus een zware val onder het Kruis. De beulsknechten sloegen Hem en dreven Hem voort tot Jezus de top bereikte en op de rotsige grond neerviel. Een grote massa volk, hoofdzakelijk gemene lieden, vreemdelingen, knechten, slaven, heidenen, en vele vrouwen, allen mensen die verontreiniging niet hoefden te vrezen, verdrongen zich op de ronde plaats van de top van de Calvarieberg.

    Het was ongeveer kwart vóór twaalf, toen Jezus binnen de werd wal gesleept, en onder zijn Kruis neerstortte. Simon van Cyrene werd weggejaagd. Ze trokken de Heer aan de touwen omhoog: hoe ellendig en bedroevend, hoe gebroken, bleek en met bloed bevlekt stond Jezus daar op de plaats van zijn marteling. Ze rukten Hem weer op de grond en riepen spottend: We moeten zien of de troon naar maat is, koning! Maar Jezus ging zelf gewillig op het Kruis liggen als Hij had gekund. Hij zou het vlugger gedaan hebben en de beulsknechten hadden Hem niet op de grond moeten rukken. Ze rekten zijn ledematen en maakten merktekens, waar de handen en voeten kwamen.

    De Farizeeën schimpten en scholden de hele tijd. Nu trokken ze Jezus opnieuw overeind en voerden Hem geboeid een zeventigtal stappen de berg af naar een soort kelder, die daar in de rots was uitgehouwen. Ze namen de stenen deur weg en duwden Hem zo onbarmhartig in de diepte, dat Hij zijn knieën op de harde rotsige bodem zou hebben gebroken, als een wonder Hem daarvan niet had gered. Men hoorde zijn luide, heldere jammerklacht. Ze sloten de kelder en lieten er een bewaker achter. Engelen waren de Heer ter hulp gesneld, zodat Hij Zijn knieën niet brak, maar Hij jammerde en kloeg hartverscheurend. De rotssteen is onder zijn knieën week geworden. De beulsknechten legden het Kruis op de plaats waar de nageling moest geschieden. Ze verbonden de twee armen met de stam, spijkerden het voetblokje vast, boorden de gaten voor de nagels en het opschrift van Pilatus.

    Ze sloegen wiggen onder de dwarsbalken, staken hier en daar de stam een weinig uit, opdat Jezus’ Lichaam meer zou staan dan hangen, opdat Onze Heer langer zou lijden en zijn handen niet zouden afscheuren. Welke vreselijke pijnen doorstond Maria, toen Zij de plaats van de Kruisiging zag en de berg beklom. Het waren al de pijnen en smarten van Jezus, die Zij in haar ziel leed en daarbij kwam nog het gevoel bij achter te blijven. Hoe pijnlijk de blik van de Moeder van Smarten naar het vreselijke Kruis dat vóór Haar lag, de hamers, de touwen, de wrede nagels, die men bijeen had geworpen! Onze Vader... Weesgegroet... Glorie zij... Ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons. God, wees ons, zondaars, genadig.

    10e statie: Jezus wordt van zijn kleren beroofd 

    Wij aanbidden en loven U, Christus, omdat U door Uw H. Kruis de wereld hebt verlost. 

    De beulsknechten rukten Onze Heer zijn mantel af. Ze maakten ook zijn gordel los, waaraan ze hun touwen hadden vastgeknoopt en ontdeden Hem van zijn eigen gordel. Ze trokken het witte wollen bovenkleed over zijn hoofd. Vervolgens namen ze de lange smalle doek van zijn schouders, en omdat ze de bruine naadloze rok, door Zijn Moeder vervaardigd, niet over de doornenkroon konden trekken, rukten ze Hem de kroon af, zodat de wonden van Zijn hoofd zich weer openden. Dan trokken ze de rok, onder spot en gevloek, over zijn bloedende hoofd, dat vol wonden was.

    Daar stond nu de Mensenzoon: sidderend, besmeurd met bloed, vol builen en striemen, droge en lopende wonden, bevlekt en geschonden. Hij had alleen het korte wollen schouderkleed en de lendendoek aan. Het schouderdoek was in zijn wonden geplakt, en was in de diepe schouderwonde doorgedrongen. Deze wonde werd door het dragen van het Kruis veroorzaakt en deed Hem geweldig veel pijn. Zonder het minste mededogen trokken ze het schouderkleed van zijn borst en Jezus stond daar bijna helemaal naakt, gezwollen wonden, striemen en kerven, een opengereten schouder tot op het been, met plukjes wol hier en daar aan de wondkorsten en in het opgedroogde bloed.

    De beulsknechten rukten Hem nu het laatste stuk kleding af nl. zijn lendendoek. Helemaal naakt, bedekte de Heer zijn naaktheid met zijn armen van schaamte, en toen Hij onder hun handen dreigde neer te zinken, zetten ze Hem op een steen, die ze in der haast aanrolden. Ze boden Hem te drinken uit een kruik met gal en azijn, maar Hij wendde zwijgend zijn gezicht af. Toen de beulsknechten Jezus even daarna bij de armen pakten, waarmee Hij probeerde zijn naaktheid te bedekken,en Hem wilden oprichten, om Hem op het kruis te werpen, ontstond in de kring van vrienden grote verontwaardiging, luid gejammer en gemor over de schande die men de Heer aandeed. Jezus’ Moeder bad vurig.

    Zij stond op het punt haar sluier los te maken, door te dringen tot bij haar Zoon en Hem de sluier toe te reiken, opdat Hij zich zou kunnen omhullen. Maar God verhoorde haar gebed, want er sprong een man, die dwars door het volk kwam aangelopen, met opgeschorte kleren en buiten adem over de aarden wal te midden van de beulen en gaf Jezus een doek. De Heer nam dankbaar dit doek aan en wond het om zijn middel, zodat het uiteinde tussen de benen door aan de rugzijde kon worden vastgemaakt. De door God gezonden helper van Onze Heer had in zijn onstuimigheid iets gebiedend.

    Hij hief de vuist dreigend omhoog naar de beulsknechten en zei : Laat deze arme mens toe zijn naaktheid te bedekken, hoor je! Hij sprak met niemand anders en verdween even vlug als hij gekomen was. Boven de Heer waren grote figuren van wenende engelen en andere majestatische verschijningen. Zo’n engelen van medelijden en vertroosting verschenen ook boven de Heilige Maagd en de goedgezinden, die op die manier gesterkt en opgebeurd werden.

    Gedurende zijn heilige doodsangst in de hof van Olijven, schouwde Jezus reeds dit tafereel: het diepst bedroefde Hem de schaamteloze ontkleding, die Hij zou moeten dulden, om te boeten voor de onkuisheid van mensen en Hij smeekte, dat Hem toch aan het Kruis een lendendoek gegund mocht worden, dat dit ergste van Hem zou worden afgewend. Niet door de beulen, maar door een goed mens werd Hij hierin geholpen. Onze Vader... Weesgegroet…Glorie zij... Ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons. God, wees ons, zondaars, genadig. 

    11e statie: Jezus wordt aan het Kruis genageld 

    Wij aanbidden en loven U, Christus, omdat U door Uw H. Kruis de wereld hebt verlost. 

    De Heer Jezus werd door de beulen op het kruis uitgestrekt. Ze duwden Hem op de rug, trokken zijn rechterarm tot de hand boven het nagelgat in de rechterkruisbalk kwam liggen, en bonden zijn arm stevig vast. Een der beulsknechten ging geknield op zijn borst zitten, een ander hield Jezus‘ hand open en een derde zette de lange, zware nagel met de spits gevijlde punt in het dikke deel van Jezus‘ rechterhand en gaf met de hamer woeste slagen. Een zoet en helder, hoewel gebroken geween klonk uit de mond van Onze Heer; zijn Bloed spatte op hun armen.

    De Heilige Maagd weende zacht en scheen onttrokken aan het uiterlijk gebeuren, terwijl Magdalena geheel buiten zichzelf was. Nadat ze de rechterhand van Onze Heer hadden vastgenageld, ontdekten de kruisigers dat zijn linkerhand niet tot bij het nagelgat kwam. Ze slingerden nu touwen om zijn linkerarm, schoorden zich met hun voeten tegen het Kruis en trokken zo lang tot Jezus’ linkerhand reikte, tot waar ze de nagel moesten inslaan. De Heer kreunde hartroerend, want ze rukten zijn armen uit het gelid, zijn oksels waren een wijde holte, zijn borst welfde naar boven en zijn knieën waren opgetrokken.

    De kruisigers sloegen de nagel in de linkerhand, het bloed vloeide uit de wonde. Tussen de zware hamerslagen in, klonk de zachte, heldere klacht van de Verlosser. De Heilige Maagd voelde al de pijn, die Jezus onderging, ze werd lijkbleek en zachte klanken van smart kwamen over haar lippen. Aan de Kruisstam, tussen het benedeneinde en het midden, was een vooruitspringend blok bevestigd om er de voeten van Onze Verlosser op vast te nagelen, zodat Hij meer zou staan dan hangen. De beulen drukten nu Jezus’ knieën met geweld omlaag, maar zijn heilige voeten kwamen op verre na niet tot op het blok.

    Toen begonnen de kruisigers te vloeken en te schelden en enkelen zeiden spottend: Hij wil zich niet rekken, maar we zullen Hem wel helpen! Ze snoerden dan koorden om Jezus’ rechterbeen en trokken met ruwheid de voet op het steunblok. Jezus‘lichaam spande zich zo geweldig dat de borst kraakte en de Heer luid jammerde: O God, O God! Het onderlichaam was geheel ingedrukt, terwijl het leek of de ribben door de borst zouden heen schieten. De pijn was verschrikkelijk. Altijd even woest en ruw trokken de beulen de linkervoet naar beneden en bevestigden hem op de rechter. Ze doorboorden eerst nog de voetwreef en dreven dan de langste nagel met grote inspanning door de wonde van de linkervoet en vervolgens door de rechtervoet, in het gat van het steunblok en verder in de Kruisstam.

    Het vastnagelen van de voeten was het gruwelijkst van al. De weeklacht van Onze Verlosser klonk helder en rein; de stemmen van de spotters en haters rondom klonken dof en donker. De Heilige Maagd Maria zonk in de armen van haar gezellinnen; van de kant van de vrouwen hoorde men roepen: O, waarom verslindt de aarde de schurken niet, waarom valt het vuur van de hemel niet op hun hoofd! Jezus’ weeklachten waren klanken van pijn. maar Hij hield niet op te bidden in psalmverzen en met woorden van de profeten, die nu in vervulling gingen. Wenende engelen verschenen telkens weer boven Jezus gedurende de schrikkelijke foltering. Onze Vader... Weesgegroet... Glorie zij... Ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons. God, wees ons, zondaars, genadig 

    12e statie: Jezus sterft aan het kruis 

    Wij aanbidden en loven U, Christus, omdat U door Uw H. Kruis de wereld hebt verlost. 

    Lukas 23:,33-49: Toen zij op de plaats kwamen die Golgotha heet, sloegen zij Hem daar aan het kruis, en zo ook de misdadigers, de ene rechts, de andere links. En Jezus zei: Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen. Ze verdeelden zijn kleren onder elkaar, door erom te dobbelen. Het volk stond toe te kijken, maar de overheidspersonen lachten Hem uit en zeiden: Anderen heeft Hij gered; laat Hij zichzelf eens redden, als Hij de Messias van God is, de uitverkorene! De soldaten brachten Hem zure wijn, en ook zij voegden Hem spottend toe: Als U de koning der Joden zijt, red dan uzelf. Boven Hem stond als opschrift in Griekse, Romeinse en Hebreeuwse letters: Dit is de koning der Joden. 

    Ook een van de misdadigers die daar hingen, spotte met Hem: Bent U niet de Messias? Red dan uzelf en ons. Maar de andere strafte hem af en zei: Heb zelfs jij geen vrees voor God, terwijl je toch hetzelfde vonnis ondergaat?  En wij terecht, want wij krijgen wat we door onze daden verdiend hebben; maar Hij heeft niets verkeerds gedaan. Daarop zei hij: Jezus, denk aan mij, wanneer U in Uw Koninkrijk bent gekomen. Jezus sprak tot hem: Voorwaar, Ik zeg u: Vandaag nog zul je met Mij in het paradijs zijn.

    Het was nu ongeveer het zesde uur; er viel duisternis over heel de streek tot aan het negende uur,  doordat de zon geen licht meer gaf. Het voorhangsel van de tempel scheurde middendoor. Toen riep Jezus met luide stem: Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest. Nadat Hij dit had gezegd, gaf Hij de geest. Bij het zien van wat er was gebeurd, loofde de honderdman God en zei: Deze mens was waarlijk een rechtvaardige. Heel het volk dat voor dat schouwspel samengestroomd was, keerde terug toen zij gezien hadden wat er was gebeurd, en sloegen zich op de borst. Al Zijn bekenden, ook de vrouwen, die Hem van Galilea gevolgd waren, stonden op een afstand toe te kijken.  

    A.K.: Tussen Zijn weeklachten door pijn in, hield Jezus niet op met bidden, in psalmen en met woorden van de profeten, die nu in vervulling gingen. Het heilig Kruis stond opgericht in het middelpunt van de aarde, gelijk ééns de boom des levens in het midden van het Paradijs, en uit de wonden van Jezus vloeiden vier heilige stromen neer, vier stromen die de vloek van de aarde zouden wegspoelen en haar vruchtbaar maken, als een ander Eden, voor deze Nieuwe Adam. Toen onze Redder met de Kruisboom werd opgeheven, klonk vanuit de tempel het geschal van vele trompetten en bazuinen.

    Zij kondigden aan dat de slachting van het zinnebeeldige paaslam was begonnen en het geluid van hun geschal hing plechtig rond het Ware Geslachte Lam Gods. Menig hart dacht aan de woorden van Johannes de Doper: Zie het Lam Gods, dat de zonden van de wereld op zich genomen heeft! Door Jezus aan het Kruis werd Maria tot Moeder gegeven aan allen, die Hem ontvangen en geloven in zijn Naam, zoals Johannes, kinderen van God geworden zijn, niet uit de wil van de mens, maar uit God geboren zijn.

    De oversten der Joden, bleven hardnekkig gedurende de zonsverduistering, ze verklaarden alles als een natuurlijk verschijnsel en bekeerden zich niet. Vele anderen bekeerden zich wel. Door de aardbeving bij de dood van Christus, steeg in de tempel de paniek ten top en werd een einde gemaakt aan het slachten van de paaslammeren. De verwanten van Jezus stonden naast het Kruis of zaten er tegenover, wenend en treurend. Onze Vader... Weesgegroet… Glorie zij... Ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons. God, wees ons, zondaars, genadig. 

    13e statie: Jezus wordt van het Kruis afgenomen 

    Wij aanbidden en loven U, Christus, omdat U door Uw H. Kruis de wereld hebt verlost. 

    Dan legden zij het H. Lichaam uitgestrekt op een doek in de armen van Jezus‘ Moeder. Zijn hoofd leunde op haar rechter knie, het lichaam lag uitgestrekt op het doek. De droefheid en liefde van de heilige Moeder waren even groot. Zij hield haar Jezus, die Zij gedurende de lange marteling geen liefde had kunnen betonen, weer in haar armen. Zij zag nu Zijn wonden en verschrikkelijke mishandelingen van dichtbij. Zij kuste Zijn bloedige wangen, terwijl Magdalena met haar gezicht op Zijn voeten lag.

    Alle heilige vrouwen waren Maria behulpzaam door het aanreiken van schalen met water, sponsen, zwachtels, zalven en specerijen. Niettegenstaande haar onuitsprekelijke droefheid, was de Heilige Maagd met sterke moed bezield, hoe bedrukt Zij zich ook voelde. Toch kon Zij het H. lichaam niet in zijn ellendige toestand laten en daarom begon Zij dadelijk Zijn lichaam te reinigen en verzorgen.

    Zij maakte de doornenkroon los en nam het voorzichtig, door de anderen geholpen, van Jezus’ Hoofd. De doornen die vastzaten, trok Zij uit de wonden en toonde ze aan de medelijdende omstanders. Het gezicht van de Heer was nauwelijks te herkennen. Het was zo geschonden door wonden en geronnen bloed en wat overbleef van hoofdhaar en baard plakte in strengen aaneen. Maria waste en weekte het opgedroogde bloed met natte sponsen, en zo vertoonde zich steeds duidelijker de gruwelijke mishandeling, die Jezus had ondergaan. Van wonde tot wonde groeide haar medelijden en ook de liefdevolle toewijding waarmee Zij haar werk verrichtte.

    Het hoofdhaar, dat Jezus behouden had, streek zij links en rechts achter de oren glad. Toen Zijn Hoofd gereinigd was, kuste de Heilige Maagd Jezus’ wangen. Zij bedekte het Hoofd en reinigde hals en schouders, rug en borst, de armen en de bloedige handen. Nu pas zag Zij de volle gruwelijkheid van de mishandeling die door de beulen was aangericht. Zijn beenderen waren uit hun gewrichten: de rechter schouder, waarop het kruis gedragen werd, was één wonde. Het bovenlijf was vol geselstriemen, bulten en bleinen. In Zijn rechterzijde gaapte de brede wonde van de lansstoot, die zijn Hart had doorboord. Na de reiniging zalfde Maria Zijn Hoofd en wonden.

    Zij kuste de handen van Onze Heer en vulde de wonden met balsem. Het gebruikte water werd niet weggegoten, maar bijgehouden in lederen zakken, waarin men ook de sponsen had leeg gewrongen. Nu drukte de H. Maagd zijn half gebroken ogen dicht, liet haar hand daarop een tijd rusten en sloot Zijn mond. Zij omarmde het H. Lichaam van haar Zoon en hield wenend haar wangen tegen de Zijne. Magdalena, raakte Jezus’ gezicht uit eerbied niet aan, zij hield haar wangen tegen Zijn voeten.

    Nu kwamen de mannen, ze tilden het H. Lichaam op uit Maria’s schoot en droegen het naar de plaats van de laatste verzorging. Jezus’ Moeder werd opnieuw overgelaten aan haar smart, nadat Zij in het liefdewerk van wassen en zalven enige troost had gevonden. Ze viel hevig snikkend neer in de armen van de heilige vrouwen. Onze Vader... Weesgegroet... Glorie zij... Ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons. God, wees ons, zondaars, genadig. 

    14e statie: Jezus wordt in het graf gelegd 

    Wij aanbidden en loven U, Christus, omdat U door Uw H. Kruis de wereld hebt verlost. 

    Johannes 19:38-42: Daarna vroeg Jozef van Arimatea, die een leerling was van Jezus, maar in het geheim uit vrees voor de Joden, aan Pilatus het lichaam van Jezus te mogen wegnemen. Toen Pilatus dit had toegestaan, ging hij dus heen en nam het lichaam weg. Nikodémus, die Hem vroeger ‘s nachts bezocht had, kwam ook en bracht een mengsel van mirre, hars en aloë mee, ongeveer honderd pond. Zij namen het lichaam van Jezus en wikkelden het met geurende kruiden in lijnwaad, zoals bij een joodse begrafenis gebruikelijk is. Op de plaats waar Hij gekruisigd werd, lag een tuin en in die tuin een nieuw graf, waarin nog nooit iemand was neergelegd. Omdat het de vóóravond van het Paasfeest der Joden was en het graf dichtbij was gelegen, legden ze Jezus daarin neer.

    A.K.: Ten slotte legden ze het Lichaam van Onze Heer op het zes el lange doek, dat Jozef gekocht had. Toen ze nu allen, wenend bij het gebalsemde lijk neerknielden, vertoonde zich een ontroerend wonder: zij zagen namelijk het H. Lichaam van Jezus met alle wonden, bruin - roodachtig afgebeeld op het bovendoek. Het was alsof de Heer uit dankbaarheid voor de liefderijke zorg en voor hun tranen, zijn Beeltenis wilde nalaten, door alle omhulsels heen. Wenend en klagend kusten zij deze wonderbare afbeelding. De mannen legden nu het H. Lichaam op een draagbaar en droegen het naar het graf.

    Maria en de heilige vrouwen volgden, laatst kwamen Cassius en zijn soldaten. Onder het zachte weemoedige zingen van psalmen, trok de lijkstoet door het dal naar de tuin van Jozef. Vóór de grafrots tilden zij het H. Lichaam op en legden het in het Graf, nadat zij een gedeelte van het graf gevuld hadden met specerijen. Nu bewezen zij de Heer nog hun liefde met tranen en omarmingen en verlieten het gewelf. De H. Maagd ging nu alléén binnen, nam plaats aan het hoofdeinde van het graf en boog wenend neer over het lijk van haar Kind. Daarna snelde Magdalena naar binnen met bloemen uit de tuin en omhelsde jammerend de voeten van Onze Heer. De grote steen was zeer zwaar en de mannen schoven hem met staken tegen de gesloten deur.

    Maria van Agreda: Van zodra het graf van Jezus gesloten was, sloten zich opnieuw de graven, die zich openden bij de dood van de Redder. Engelen kwamen de wacht optrekken bij het graf. De nederige H. Maagd dankte allen die zich voor de begrafenis hadden ingezet en haar hierdoor hadden getroost. Zij begreep dat de Allerhoogste, na de schandelijke dood van haar Zoon te hebben toegelaten, een menigte personen opwekte om Hem een eervolle begrafenis te bezorgen, mensen, die Hem erkenden als hun God en Verlosser en die openlijk verklaarden dat Hij heilig, onschuldig en rechtvaardig was.

    Smartvol en Onbevlekt Hart van Maria, toevlucht van de zondaars, bid voor ons. Onze Vader... Weesgegroet... Glorie zij... Ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons. God, wees ons, zondaars, genadig.

    Men bidt hier een Onze Vader.... Wees gegroet... en Glorie zij... tot intentie van de Z. H. de Paus om de volle aflaat te verdienen.



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (1)

    29-03-2024
    Gedenken wij dankbaar
    Maarten-nieuw.gif

    29-03-2024 om 11:17 geschreven door Martin




    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!