|
DEELNEMEN AAN DE HEILIGE MIS
Actief deelnemen
De encycliek ,Mediator Dei' vermaant alle gelovigen ,bij het eucharistisch offer niet passief, nalatig en verstrooid aanwezig te zijn, maar zorgvuldig en ijverig en in innige verbondenheid met de Hogepriester'. Aanwezig zijn is onvoldoende, men moet eraan deelnemen. Jezus gaat in de H. Mis voort met zich voor ons te slachtofferen, zich te offeren aan Zijn Vader om over ons Gods zegeningen te bekomen. Wel offert Jezus zich door de bediening van de priester; maar de priester volbrengt het offer in naam van alle gelovigen, ja zelfs in gemeenschap met hen, zoals het door de woorden van de canon wordt aangeduid: ,Voor hen dragen wij U dit offer van lof op, of zij doen het zelf voor zichzelf'.
Dit wil zeggen, dat ook de gelovigen worden uitgenodigd om samen met de priester het goddelijk Offerlam op te dragen. Zij moeten, zoals het in de encycliek wordt geleerd, hun lof, hun smeekgebed, hun verzoening en hun dank verenigen met de intentie van de priester, ja met de intentie van de Hogepriester zelf'. De heilige Maagd Maria is op Calvarië bij het lijden van haar Zoon niet passief tegenwoordig geweest, maar zij wilde het ook zelf aan de Vader opdragen, door zich te verenigen met de intenties -Van haar Zoon.
Zo kunnen ook wij, als wij het H. Misoffer bijwonen, aan de Vader het goddelijk Offerlam opdragen, dat ook het onze is: want het heeft zich voor ons allen aangeboden en geslachtofferd. Onze lofprijzing, onze verzoening en ons smeekgebed zijn toch zo armzalig. Als wij ze voor God brengen in vereniging met het gebed en het offer van Jezus, dan mogen wij terecht denken dat zij aangenaam zijn aan de Vader, en verhoord zullen worden om de oneindige waardigheid van het goddelijk Offerlam.
Jezus, hoofd van het mystiek lichaam, heeft zich voor ons, zijn ledematen, geofferd; als Hoofd, behoort Hij ons toe, Hij is de onze. Het Offerlam, dat zich op Calvarië voor ons heil helemaal slachtofferde, wil zijn offer op onze altaren laten voortduren, zodat wij het dagelijks, ja zelfs elk uur, te onzer beschikking hebben en het dagelijks aan de Vader kunnen opdragen voor onze intenties.
Ook zichzelf opofferen
,Opdat de offerdaad, waardoor de gelovigen het goddelijk Offerlam aan de hemelse Vader opdragen, haar volle uitwerking zou hebben, is er nog een verdere voorwaarde nodig: zij moeten ook zichzelf als offer opdragen' (Med. Dei). Deze lering van de Kerk vermaant ons aan de heilige mis deel te nemen om ,samen met de vlekkeloze Hostie zelf een aan de Vader aangenaam offer te worden'.
Jezus heeft zich aan de Vader als offer opgedragen, doordat Hij in alles zijn wil volbracht, zelfs tot de dood van het kruis. Van onze kant bieden wij ons als offer aan God aan, door onze eigen wil te verzaken wanneer hij met die van God niet overeenstemt of door te trachten ons in alles naar zijn goddelijk welbehagen te schikken. Dit zullen wij doen, hetzij door nauwkeurig onze plichten te vervullen, hetzij door edelmoedig uit Gods handen te aanvaarden al wat Hij in ons leven toelaat.
Vergt onze plicht offers, brengt het leven voor ons lijden met zich mee, dan hebben wij toch elke morgen in de heilige mis de mogelijkheid aan onze offerdaad de hoogste waarde te geven. Wij moeten slechts in 't werk stellen, wat de Kerk ons leert: ,samen met ons gekruisigd, goddelijk Hoofd onszelf en onze zorgen, onze smarten, onze angsten en heel onze ellende opdragen' (Med. Dei).
Hoe doen we dit? Door ons, indien mogelijk, geknield tijdens het offertorium op de pateen leggen van de priester die hij opoffert aan de Vader.
Op Calvarië was Jezus alléén om zich voor ons heil te offeren. Op het altaar echter wil Hij ons in zijn offer mee opnemen, want wordt het Hoofd geofferd, dan moeten ook de ledematen geofferd worden. Welke waarde kan het hebben, dat een arm schepsel zichzelf en zijn leven aan God als zoenoffer opdraagt? Geen enkele! Wij zijn toch niets. Maar indien deze offergave verenigd wordt met die van Christus, dan wordt zij samen met Hem, door Hem, in Hem een voor de Vader welgevallige hostie.
Wanneer wij daarna tot onze bezigheden terugkeren, dan zal de herinnering aan het 's morgens gebrachte offer ons helpen edelmoedig zijn in het aanvaarden van het dagelijks groot of klein lijden. De gedachte echter, dat Jezus zich op elk ogenblik van de dag en van de nacht op onze altaren opoffert maakt het ons mogelijk voortdurend ons offer bij het zijne te voegen en spoort ons aan werkelijk te leven als slachtoffer in vereniging met het goddelijk Offerlam. Hoeveel kracht hoeveel edelmoedigheid stroomt in de zielen uit zulke levendige en voortdurende deelname aan de heilige mis!
Tot alles bereid
‘Jezus, maak dat uw offer, uw heilig altaaroffer bron en voorbeeld zij van mijn offer, want ook mijn leven moet een offer zijn. Het is ongetwijfeld een offer, want het leven is helemaal doormengd met smart, met scheidingen, met lijden... Maar opdat mijn offer ,heilig' weze, gelijk het uwe op Calvarië en in de heilige mis, moet het bezield, opgedragen en voltrokken worden met liefde.
Jezus, verleen mij een grote liefde, die waarde aan mijn offer geeft, die het vruchtbaar maakt voor de eer van de Vader, voor de triomf van de Kerk, Voor het welzijn van de zielen. ,Jezus, goddelijke priester, wat zal ik U aanbieden als offergave, opdat het een slachtofferande van liefde worde, waarmee ik kan deelnemen aan uw offer?
Ik zal U mijn hart opdragen, mijn wil, mijn liefde zelf om ze helemaal in de uwe te laten omvormen. Voor zulke volmaakte volgzaamheid, gelijkvormigheid en overgave geeft Gij mij het voorbeeld in uw heilig offer. Ziedaar dus mijn offergave: een algemene aanbieding: ik stel mij helemaal ter beschikking van de goddelijke voorzienigheid, tot alles bereid, wat God ook van mij wil' (vgl. Zr. Carmela).
,Heer tot eer van uw offer en in vereniging ermee aan de Vader, bied ik mij aan als een levendige hostie, een offer dat geslacht is tot uwe eer en tot die van uw Vader. Verenig mij dus met U in deze hoedanigheid. Betrek mij in uw offer, zodat ik met U en door uw bemiddeling geofferd wonde. En vermits de aangeboden offergave geslacht en verteerd moet worden, laat mij aan mijzelf sterven, aan mijn zonden en mijn hartstochten, aan alles wat U mishaagt. Verteer mij geheel in het heilig vuur van uw liefde en laat van nu voort mijn hele leven een aanhoudend offer van lof, verering en liefde zijn voor de Vader en voor U’ (H. Joh. Eudes).
Bron: Van Hart tot Hart
Samengesteld br. Hendrikus ocd
|