24/5 Jezus: Geliefde kinderen, Ik zegen jullie.
Mijn hart brandt van liefde voor ieder van jullie. Als liefhebbende Vader draag Ik je in Mijn Hart, waar Ik niet wil dat je eruit weggaat.
Ik wens dat jullie onschuldig zijn (vgl. Mt. 5:8; Lc. 6:20), Mijn kinderen, omdat er zoveel verontwaardiging is in de mensheid, omdat er zoveel kwaad in de mensheid zit, dat Ik verlang dat Mijn kinderen leven van Mijn Liefde Voed je met Mijn Liefde, zodat je niet in zonde vervalt en dan niet meer kunt opstaan.
Mijn kinderen, dit moment waarop jullie leven volgens de goddelijke wil is een moeilijk moment;
maar wie geloof heeft, ontbreekt niets...
Wie geloof heeft, heeft alles...
Hij die liefde heeft voor zijn broeders en zusters, houdt op met te lijden in doodsangst...
Wie liede heeft voor zijn broeders en zusters, is oprecht...
Hij die liefde heeft voor zijn broeders en zusters verdient vergeving van schuld...
En Ik wil jullie, in het bijzijn van ieder van jullie, vergeven, maar jullie moeten Mij om die vergeving vragen (vgl. Mt. 6, 12-15).
Er is zoveel wreedheid, zoveel kleinzielige belangstelling van de mensheid, dat er sommigen van Mijn mensen zijn die op pijnlijke wijze de hele mensheid onder elkaar verdelen als oorlogsbuit. Mijn kinderen, het moment van de openlijke verklaring van de wereldoorlog komt dichterbij en elk land zal partij moeten kiezen, elk land zal zeggen: “Ik sta achter deze landen en ik begeleid de andere landen niet.”
Kleine kinderen:
Er komen momenten waarop je Geloof op de proef wordt gesteld en je moet deze tijd nemen om je Geloof te vergroten, want het is de tijd van voorbereiding, het is de tijd van genade om vanuit Mij te blijven leven en je met Mij te voeden en niet gescheiden van onze H. Drie-eenheid.
Lieve kinderen, ik hoor zovelen bidden en ik voel kilheid in het gebed; Ik voel dat velen bidden, maar zij bidden niet met liefde. Ik wens dat wanneer je Mij benadert, dat wanneer je bidt, je bidt met je hart, waarbij je elk woord dat je aan Mij, aan Mijn Moeder, opdraagt, voelt en naleeft. Ze moeten de helderheid van je gedachten behouden, zodat het hart van vlees blijft.
Mijn lieve kinderen, Ik hou van jullie en Ik beschouw ieder van jullie als een arme persoon die Mij nodig heeft om je Mijn Liefde te geven, omdat niemand overvloedig is in Mijn Liefde; en zodat je de Liefde die Ik je geef, kunt herhalen in je broeders en zusters in deze moeilijke en gespannen momenten waarin de hele mensheid leeft.
Zonder je medeweten komen en gaan gesprekken en ontmoetingen van grootmachten, van landen naar andere landen, omdat iedereen reeds weet wie hij moet steunen en wie niet. Degenen die het niet weten zijn jullie, Mijn kinderen, maar in dit grote trieste tafereel dat de mensheid heeft bereikt, moeten jullie te allen tijde handelen en goed doen. Dit is wat jullie moeten doen: bemin met Mijn zelfde Liefde en geef jezelf in geloof om deze Bedelaar van Liefde te troosten, omdat je Mij niet alleen bij Mijn Naam aanroept, maar Mij ook erkent als “de Koning der koningen en de Heer der heren” (1 Tim. 6:15-16).
Anderen zullen in Mijn Naam komen, maar als je Mij kent, zul je niet misleid worden. Zoek toevlucht bij Mijn Moeder. Ik houd van jullie, kinderen, maar tegenover de beslissingen van de menselijke vrijheid ben Ik respectvol totdat de schapen de afwezigheid van de stem van hun Herder voelen en naar Mij willen terugkeren.
Er zal groot lijden zijn op de aarde, er zullen rivieren van bloed over de aarde stromen, en toch zal het verlangen naar macht niet bevredigd worden totdat Ik gedwongen word in te grijpen en de slachting te stoppen. Ik doe het uit liefde, uit liefde voor ieder van jullie die Ik zegen en bemin, bemin en zegen.
Mijn lieve kinderen, bemin Mijn Moeder die jullie Moeder is, zoek je toevlucht in Haar. Ze zal jullie niet in de steek laten en Ik zal Mij verheugen om te zien dat jullie binnen het geloof en binnen de Goddelijke Wet blijven.
Bemin elkaar, lieve kinderen, zoals Ik jullie liefheb (vgl. Johannes 13:34-35). Dit zijn geen tijden om jezelf niet te vergeven. Deze momenten zijn van vergeving, zodat je jezelf kunt bevrijden van gebondenheid, want de Duivel rust niet en Ik roep je op om te vergeven (vgl. Mt. 18:21-35).
Mijn kinderen, Ik zegen de sacramentaliën die ieder van jullie op dit moment heeft. Ik zegen jullie omdat Ik weet dat jullie geloof hebben om de sacramentaliën te dragen. Ik zegen je in de Naam van Mijn Almachtige Vader, Eigenaar van Hemel en Aarde. Ik zegen je zodat, terwijl je in staat van genade verkeert, demonen vluchten. Ik zegen je dat je er voortdurend aan denkt Mij trouw te blijven.
Mijn lieve kinderen, Ik zegen jullie in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Je Jezus
3 x WEES GEGROET ONBEVLEKTE MARIA, ZONDER ZONDE ONTVANGEN
Luz de Maria
Broeders en zusters, laten wij de zegen ontvangen van Onze Heer Jezus Christus.
We zien duidelijk dat Onze Heer de Boodschap begint door ons te laten mediteren over Zijn Woorden die ons confronteren met een realiteit die steeds vaker voorkomt, waarbij Hij de nadruk legt op het woord ‘verontwaardiging’, wat betekent beledigen of kwetsen, dat altijd lichtvaardig wordt gebruikt.
Onze Heer doet in deze Boodschap een geestelijke oproep tot ons tot een innerlijke verandering die buiten ieder van ons plaatsvindt in de werken en daden van elk moment, en getuigt van het werken en handelen op de manier van Christus.
We worden op dit moment met name geconfronteerd met twee heel duidelijke opties: goed of kwaad. We kunnen denken dat dit altijd zo is geweest, alleen dat het kwaad op dit moment geen prooi is voor de mens, maar dat het kwaad zich op de mens werpt en hem in bezit neemt.
Geconfronteerd met de aanvallen van de natuur, die agressiever en verrassender zijn, lijdt en zal de mensheid blijven lijden. De zon verschijnt in een stadium van grote activiteit dat voor de aarde niet onopgemerkt zal blijven, waardoor het klimaat uit de hand loopt. We moeten waakzaam blijven in het licht van aardbevingen met een grote omvang en in het licht van agressievere ziekten waarmee we binnenkort te maken zullen krijgen.
Broeders en zusters, laten wij bekeerde mensen zijn, wier geloof hen standvastig houdt en aanleiding geeft tot het goede te doen.
Amen.
|