16/5 Pr Jim Blount: Voorbereiding voor de triomf van het Onbevlekt Hart - Harten van de H. Familie 

Interview met Pr Jim Blount van de Sociëteit van OLVrouw van de Drie-eenheid en exorcist. Vandaag gaan we het hebben om gezinnen voor te bereiden op de Triomf van het Onbevlekt Hart van Maria. We willen in de Toevlucht van de drie Harten van Jezus, Maria en Jozef binnengaan, dit zijn de H. Harten van de H. Familie.

Welkom eerwaarde vader, in uw bediening bereidt u mensen voor. Ik heb uw toespraken gehoord, en u maakt mensen klaar voor de tijd waarin we leven. Dit zijn bijzondere tijden want we bevinden ons in de strijd tussen goed en kwaad. U bent exorcist en u weet dat de strijd van het kwade komt.

We moeten daarom uitgerust zijn met onze Rozenkrans en sacramentaliën. Maar een bijkomende devotie voor deze tijd is de Vlam van Liefde van het Onbevlekt Hart van Maria om Lucifer te verblinden.Ik geloof dat de hel leeg is en dat de demonen op aarde op zoek zijn om Gods volk op allerlei manieren te misleiden en te doen vallen. Daarom is het belangrijk dat we trouw de H. Rozenkrans bidden, en die kan iedereen bidden.

Er zijn ongekende zegeningen voor iedereen en een van de gebeden dat we samen met de rozenkrans bidden, is het eenheidsgebed. Bid dit gebed elke dag. En ik geef de raad dit 's morgens, 's middags en 's avonds te bidden.

Het Eenheidsgebed

Mijn aanbiddelijke Jezus:

Mogen onze voeten samen reizen,
Mogen onze handen zich in eenheid verzamelen,
Mogen onze harten eenstemmig kloppen,
Mogen onze zielen in harmonie zijn,
Mogen onze gedachten één zijn,
Mogen onze oren samen naar de stilte luisteren,
Mogen onze blikken diep tot elkaar doordringen,
Mogen onze lippen samen bidden om genade van de Eeuwige Vader. Amen.

Psalmen 42

* Zoals een hinde smacht naar stromend water, zo smacht mijn ziel naar u, o God. 

* Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God, wanneer mag ik nader komen en Gods gelaat aanschouwen? 

* Tranen zijn mijn brood, bij dag en bij nacht, want heel de dag hoor ik zeggen: ‘Waar is dan je God?’ 

* Weemoed vervult mijn ziel nu ik mij herinner hoe ik meeliep in een dichte stoet en optrok naar het huis van God – een feestende menigte, juichend en lovend. 

* Wat ben je bedroefd, mijn ziel, en onrustig in mij. Vestig je hoop op God, eens zal ik hem weer loven, mijn God die mij ziet en redt. 

* Mijn ziel is bedroefd, daarom denk ik aan u, hier in het land van de Jordaan, bij de Hermon, op de top van de Misar. 

* De roep van vloed naar vloed, de stem van uw waterstromen – al uw golven slaan zwaar over mij heen. 

* Overdag bewijst de HEER mij zijn liefde, ’s nachts klinkt een lied in mij op, een gebed tot de God van mijn leven. 

* Tot God, mijn rots, wil ik zeggen: ‘Waarom vergeet u mij, waarom ga ik gehuld in het zwart, door de vijand geplaagd?’ 

* Mij gaat door merg en been de hoon van mijn belagers, want ze zeggen heel de dag: ‘Waar is dan je God?’ 

* Wat ben je bedroefd, mijn ziel, en onrustig in mij. Vestig je hoop op God, eens zal ik hem weer loven, mijn God die mij ziet en redt. 

H. Augustinus heeft het zo mooi verwoord: U heeft ons voor Uzelf geschapen, o Heer, en rusteloos is ons hart tot het rust vindt in U.

We zijn niet gemaakt voor deze wereld, we zijn gemaakt voor de Hemel. We zullen vreugde en vervulling in het leven vinden als we Hem kennen die de oorsprong van ons wezen is, Hem kennen die ons vrijelijk uit liefde heeft gemaakt en ons verenigen met Hem die onze bestemming is. Ons diepste verlangen is om God te kennen, Hem van aangezicht tot aangezicht te zien. En dat is het werk van Jezus Christus, Hij brengt ons van aangezicht tot aangezicht met God en hij bevredigt onze diepste verlangens op een bijzondere manier door de Heilige Eucharistie, dat uiteraard in Johannes 6 staat.

Het teken van het brood - Johannes 6

Daarna ging Jezus naar de overkant van het Meer van Galilea (ook wel het Meer van Tiberias genoemd). Een grote menigte mensen volgde hem, omdat ze gezien hadden welke wondertekenen hij bij zieken deed. Jezus ging de berg op, en ging daar met zijn leerlingen zitten. Het was kort voor het Joodse pesachfeest.

Toen Jezus om zich heen keek en zag dat die menigte naar hem toe kwam, vroeg hij aan Filippus: ‘Waar kunnen we brood kopen om deze mensen te eten te geven?’ Hij vroeg dat om Filippus op de proef te stellen, want zelf wist hij al wat hij zou gaan doen. Filippus antwoordde: ‘Zelfs tweehonderd denarie zou niet voldoende zijn om iedereen een klein stukje brood te geven.’ 

Een van de leerlingen, Andreas, de broer van Simon Petrus, zei: ‘Er is hier wel een jongen met vijf gerstebroden en twee vissen – maar wat hebben we daaraan voor zo veel mensen?’ Jezus zei: ‘Laat iedereen gaan zitten.’ Er was daar veel gras, en ze gingen zitten; er waren ongeveer vijfduizend mannen. Jezus nam de broden, sprak het dankgebed uit en verdeelde het brood onder de mensen die er zaten.

Hij gaf hun ook vis, zo veel als ze wilden. Toen iedereen volop gegeten had zei hij tegen zijn leerlingen: ‘Verzamel nu de overgebleven stukken brood, zodat er niets verloren gaat.’ Dat deden ze en ze vulden twaalf manden met wat overgebleven was van de vijf gerstebroden die men had gegeten. Toen de mensen het wonderteken dat hij gedaan had zagen, zeiden ze: ‘Hij moet wel de profeet zijn die in de wereld zou komen.’ Jezus begreep dat ze hem wilden dwingen om mee te gaan en hem dan tot koning zouden uitroepen. Daarom trok hij zich terug op de berg, alleen.

Bij het vallen van de avond daalden zijn leerlingen af naar het meer; ze stapten in een boot en zetten koers naar de overkant, naar Kafarnaüm. Het was al donker geworden, en Jezus was nog niet naar hen toe gekomen. Er stak een hevige wind op en het meer werd onstuimig. Toen ze vijfentwintig of dertig stadie geroeid hadden, zagen ze plotseling Jezus over het meer lopen; hij was dicht bij de boot en ze werden bang. Maar hij zei: ‘Ik ben het, wees niet bang.’ Ze wilden hem aan boord nemen, maar meteen kwam de boot aan land op de plaats waar ze naartoe wilden.

De volgende dag stond de menigte weer aan de oever van het meer. Ze hadden gezien dat er maar één boot was en dat Jezus niet aan boord was gegaan, maar dat zijn leerlingen alleen vertrokken waren. Nu legden er andere boten uit Tiberias aan, dicht bij de plek waar ze het brood gegeten hadden nadat de Heer het dankgebed had uitgesproken. Toen de mensen zagen dat Jezus en zijn leerlingen er niet waren, stapten ze in die boten en voeren ze naar Kafarnaüm om hem te zoeken.

Ze vonden hem aan de overkant van het meer en vroegen: ‘Rabbi, wanneer bent u hier gekomen?’ Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: u zoekt me niet omdat u tekenen hebt gezien, maar omdat u brood gegeten hebt en verzadigd bent. U moet geen moeite doen voor voedsel dat vergaat, maar voor voedsel dat niet vergaat en eeuwig leven geeft; de Mensenzoon zal het u geven, want de Vader, God zelf, heeft hem die volmacht gegeven.’ Ze vroegen: ‘Wat moeten we doen? Hoe doen we wat God wil?’ ‘Dit moet u voor God doen: geloven in hem die hij gezonden heeft,’ antwoordde Jezus.

Toen vroegen ze: ‘Welk wonderteken kunt u dan verrichten? Als we iets zien zullen we in u geloven. Wat kunt u doen? Onze voorouders hebben immers manna in de woestijn gegeten, zoals geschreven staat: “Brood uit de hemel heeft hij hun te eten gegeven.”’ Maar Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: niet Mozes heeft u het brood uit de hemel gegeven, maar mijn Vader; hij geeft u het ware brood uit de hemel. Het brood van God is het brood dat neerdaalt uit de hemel en dat leven geeft aan de wereld.’ ‘Geef ons altijd dat brood, Heer!’ zeiden ze toen. ‘Ik ben het brood dat leven geeft,’ zei Jezus.

‘Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben. Maar ik heb u al gezegd dat u niet gelooft, ook al hebt u me gezien. Iedereen die de Vader mij geeft zal bij mij komen, en wie bij mij komt zal ik niet wegsturen, want ik ben niet uit de hemel neergedaald om te doen wat ik wil, maar om te doen wat hij wil die mij gezonden heeft. 

Dit is de wil van hem die mij gezonden heeft: dat ik niemand van wie hij mij gegeven heeft verloren laat gaan, maar dat ik hen allen laat opstaan op de laatste dag. Dit wil mijn Vader: dat iedereen die de Zoon ziet en in hem gelooft, eeuwig leven heeft, en dat ik hen op de laatste dag uit de dood zal opwekken.’

De Joden begonnen te protesteren omdat hij zei dat hij het brood was dat uit de hemel was neergedaald. ‘Dat is toch Jezus, de zoon van Jozef? We weten toch wie zijn vader en moeder zijn? Hoe kan hij dan zeggen dat hij uit de hemel is neergedaald?’ Jezus zei: ‘Ik hoor u bezwaren maken. Toch kan niemand bij mij komen, tenzij de Vader die mij gezonden heeft hem bij me brengt, en ik zal hem op de laatste dag tot leven wekken. Het staat geschreven in de Profeten: “Zij zullen allemaal door God onderricht worden.”

Iedereen die naar de Vader luistert en van hem leert komt bij mij. Niet dat iemand ooit de Vader gezien heeft – alleen hij die van God komt, heeft hem gezien. Waarachtig, ik verzeker u: wie gelooft, heeft eeuwig leven. Ik ben het brood dat leven geeft. Uw voorouders hebben in de woestijn manna gegeten en toch zijn zij gestorven. Maar dit is het brood dat uit de hemel is neergedaald; wie dit eet sterft niet. Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald; wanneer iemand dit brood eet zal hij eeuwig leven. En het brood dat ik zal geven voor het leven van de wereld, is mijn lichaam.’

Nu begonnen de Joden heftig met elkaar te discussiëren: ‘Hoe kan die man ons zijn lichaam te eten geven!’ Daarop zei Jezus: ‘Waarachtig, ik verzeker u: als u het lichaam van de Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, hebt u geen leven in u.Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en hem zal ik op de laatste dag uit de dood opwekken. Mijn lichaam is het ware voedsel en mijn bloed is de ware drank. Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt, blijft in mij en ik blijf in hem. 

De levende Vader heeft mij gezonden, en ik leef door de Vader; zo zal wie mij eet, leven door mij. Dit is het brood dat uit de hemel is neergedaald. Het is niet het brood dat uw voorouders aten; zij zijn gestorven, maar wie dit brood eet zal eeuwig leven.’ Dit alles zei hij in de synagoge van Kafarnaüm toen hij daar onderricht gaf.

Veel leerlingen die het gehoord hadden zeiden: ‘Dit zijn harde woorden, wie kan daarnaar luisteren?’ Jezus wist wel dat zijn leerlingen protesteerden en zei tegen hen: ‘Ergeren jullie je hieraan? Maar als jullie nu de Mensenzoon zouden zien opstijgen naar waar hij eerst was? De Geest maakt levend, het lichaam dient tot niets. Wat ik gezegd heb is geest en leven. Maar sommigen van jullie geloven niet.’ Jezus wist namelijk vanaf het begin wie er niet geloofden en wie hem zou uitleveren. 

‘Daarom heb ik jullie gezegd,’ zei hij, ‘dat iemand alleen bij mij kan komen als het hem door de Vader gegeven is.’ Toen trokken veel leerlingen zich terug en gingen niet verder met hem mee. Jezus vroeg nu aan de twaalf: ‘Willen jullie soms ook weggaan?’ Simon Petrus gaf antwoord: ‘Naar wie zouden we moeten gaan, Heer? U spreekt woorden die eeuwig leven geven, en wij geloven en weten dat u de heilige van God bent.’ Jezus zei: ‘Ikzelf heb jullie alle twaalf uitgekozen, en toch is een van jullie een duivel.’ Hiermee doelde hij op Judas, de zoon van Simon Iskariot, want hij, een van de twaalf, zou hem uitleveren. 

Het is absoluut Bijbels. In het H. Sacrament zal OLVrouw mij naar Jezus brengen. zodat Jezus mij naar God kan brengen. We willen naar de mis want we willen bidden met honger voor God en één ding heb ik opgemerkt. Wanneer ik de H. Rozenkrans bid, begin ik naar God te hongeren en God lief te hebben met de liefde van Maria, dat is het gevoel van OLVrouw, de meest perfecte mens die ooit heeft geleefd. Jezus was een Goddelijk wezen, maar Maria was een mens zoals wij.

Ik honger naar Jezus met de honger van Maria en bemin de Heer Jezus lmet de liefde van Maria, zodat de rozenkrans mij naar de vervulling van mijn diepste verlangens leidt. Er is iets aan de rozenkrans dat bijna onfeilbaar is, als je de Heilige Rozenkrans van onze heilige Moeder bidt en zegt: leid mij alstublieft naar de waarheid. De Maagd zal ons bij de hand nemen en ons leiden naar een ontmoeting met God door Zijn Zoon Jezus Christus.

Ze zal het doen omdat de genaden van God beschikbaar zijn voor iedereen. Toen Jezus stierf was Maria aanwezig op Golgotha ​​terwijl Zijn Bloed voor haar uit stroomde, Ze zal winnen voor iedereen die luistert. Ze zal ons naar een ontmoeting met God zelf leiden. We zullen Vreugde gaan proeven, niet alleen in de Hemel. We zullen hier beginnen vreugde te proeven. De vrede en de vreugde van de Heer stromen door ons heen. Hoe gezegend zijn we en deze zegen is voor iedereen. God houdt van de noveen van overgave Pr. Dolindo Ruotolo. 

Noveen van overgave aan Gods Wil

Pr Dolindo Ruotolo (1882-1970) 

1e dag: Waarom brengen jullie jezelf in verwarring door je zorgen te maken? Laat de zorg voor je zaken aan Mij over en alles zal vredig zijn. Ik zeg je in waarheid dat elke daad van ware, onvoorwaardelijke, volledige overgave aan Mij het effect teweegbrengt dat je wenst en alle moeilijke situaties oplost. 

10 x Jezus, ik geef mezelf aan U over, zorg voor alles! 

2e dag: Je overgeven aan Mij betekent dat je je geen zorgen maakt, niet van streek bent en niet de hoop verliest. Het betekent niet dat je Mij een bezorgd gebed aanbiedt en Mij vraagt je te volgen en je zorgen in gebed te veranderen. Een totale overgave betekent: maak je geen zorgen, wees niet nerveus, denk niet na over de gevolgen van wat dan ook.

Wees niet zoals kinderen die hun moeder vragen om in hun behoeften te voorzien, en vervolgens zelfs proberen erin te voorzien, zodat kinderlijke inspanningen hun moeder in de weg zitten. Overgave betekent rustig de ogen van de ziel sluiten, je afwenden van gedachten van beproeving en jezelf aan Mijn zorg toevertrouwen, zodat alleen Ik handel. Zeg: ‘Zorg er maar voor.’ 

10 x Jezus, ik geef mezelf aan U over, zorg voor alles! 

3e dag: Hoeveel dingen doe Ik niet als de ziel, in geestelijke en materiële nood, zich tot Mij richt, naar Mij kijkt en zegt: ‘Zorg jij er maar voor’ dan haar ogen sluit en uitrust. Als je pijn hebt, bid je dat Ik handel, maar dan zoals jij het wilt. Je wilt dat Ik Mij aanpas aan jouw ideeën. Jullie zijn als zieke mensen die de dokter vertellen hoe hij het moet genezen. Bid daarom zoals Ik je in het Onze Vader heb geleerd: “Geheiligd zij Uw Naam”, wil zeggen: wees verheerlijkt in mijn nood.

“Uw Koninkrijk kome”, wil zeggen: laat alles wat in de mens en in de wereld is in overeenstemming zijn met Uw Koninkrijk. “Uw wil geschiede op aarde zoals in de Hemel”, wil zeggen, in onze nood, besluit zoals U dat nodig acht voor ons tijdelijke en eeuwige leven. Als je werkelijk tegen Mij zegt: “Uw wil geschiede”, wil dit zeggen: ‘Zorg er maar voor’. Ik zal met al Mijn almacht tussenkomen en de moeilijkste situaties oplossen. 

10 x Jezus, ik geef mezelf aan U over, zorg voor alles! 

4e dag: Zie je het kwaad groeien in plaats van te verzwakken? Maak je geen zorgen, sluit je ogen en zeg vol geloof: “Uw wil geschiede, zorg ervoor.” Ik zeg je dat Ik ervoor zal zorgen, en dat Ik zal ingrijpen, net als een dokter, en dat Ik wonderen zal verrichten wanneer ze nodig zijn.

Zie je dat de ziekte steeds erger wordt? Wees niet boos, maar sluit je ogen en zeg: ‘Zorg er maar voor.’ Ik zeg je dat Ik ervoor zal zorgen, en dat er geen krachtiger medicijn is dan Mijn liefdevolle tussenkomst. Bij Mijn Liefde, Ik beloof je dit. 

10 x Jezus, ik geef mezelf aan U over, zorg voor alles! 

5e dag: En als Ik je op een ander pad moet leiden dan het pad dat je ziet, zal Ik je voorbereiden. Ik zal je in Mijn armen dragen. Ik zal je, als kinderen die in de armen van hun moeder in slaap zijn gevallen, aan de andere oever van de rivier brengen. Wat je verontrust en enorm veel pijn doet, zijn je verstand, je gedachten en zorgen, en je verlangen ten allen koste om te gaan met wat je kwelt. 

10 x Jezus, ik geef mezelf aan U over, zorg voor alles!

6e dag: Je bent slapeloos; je wilt alles beoordelen, alles beheersen en overal voor zorgen en je geeft je over aan menselijke kracht, of erger nog, aan mensen zelf, vertrouwend op hun tussenkomst. Dit hindert Mijn woorden en Mijn opvattingen.

Wat wens ik dat je je aan Mij overgeeft, om je te helpen en wat doet het Mij pijn als Ik je zo opgewonden zie! Satan probeert je te verontrusten, je uit Mijn bescherming halen en je in de greep van menselijk initiatief te werpen. Vertrouw daarom alleen op Mij, steun op Mij, geef je in alles aan Mij over.

10 x Jezus, ik geef mezelf aan U over, zorg voor alles! 

7e dag: Ik verricht wonderen naarmate van jullie volledige overgave aan Mij en naarmate jullie niet aan jezelf denken. Ik zaai een schat aan genade als je in de diepste ellende verkeert. Geen enkele denker heeft ooit wonderen verricht, zelfs niet onder de Heiligen. Iedereen die zich aan God overgeeft, doet Goddelijke werken.

Denk er niet meer over na, want je geest is scherp en het is voor jullie heel moeilijk om het kwaad te zien, op Mij te vertrouwen en niet aan jezelf te denken. Doe dit voor al je behoeften, doe dit en je zal voortdurend grote stille wonderen zien. Ik zal voor de dingen zorgen, Ik beloof je dit.

10 x Jezus, ik geef mezelf aan U over, zorg voor alles! 

8e dag: Sluit je ogen en laat je meeslepen door stroom van Mijn genade. Sluit je ogen en denk niet aan het heden, zodat je de toekomst uit het oog verliest. Rust in Mij, geloof in Mijn goedheid, en Ik beloof je door Mijn liefde dat als je zegt: 'Zorg er maar voor.' Ik voor alles zal zorgen. Ik zal je troosten, bevrijden en begeleiden. 

10 x Jezus, ik geef mezelf aan U over, zorg voor alles! 

9e dag: Bid altijd in de bereidheid om je over te geven, en daaruit zal je grote vrede en grote beloningen ontvangen, zelfs als Ik je de genade van offer, van berouw en van liefde verleen. Wat doet lijden er dan toe? Lijkt het je onmogelijk? Sluit je ogen en zeg met heel je ziel: “Jezus, zorg ervoor.”

Wees niet bang, Ik zal voor de dingen zorgen en jij zult Mijn Naam zegenen door jezelf te vernederen. Duizend gebeden kunnen niet gelijk zijn aan één enkele daad van overgave, onthoud dit goed. Er is geen noveen effectiever dan deze: Jezus, ik geef mezelf aan U over, zorg voor alles! 

10 x Jezus, ik geef mezelf aan U over, zorg voor alles!

Moeder, ik ben de uwe, nu en voor altijd. Door u en met u wil ik altijd volledig bij Jezus horen.