25/6 Verschijning van de Koning van Barmhartigheid in Sievernich
Ik zie een grote gouden lichtbol boven ons aan de hemel zweven. Rechts van de grote gouden lichtbol zweven drie kleinere lichtbollen en links van de grote gouden lichtbol zweven vier kleinere lichtbollen. De grote gouden lichtbol gaat open en een wonderbaarlijk licht komt op ons neer.
Het genadevolle Jezuskind, de Koning van Barmhartigheid, komt tevoorschijn uit dit licht. Hij draagt de grote gouden koningskroon. Deze is bezet met rode stenen. Ik zie zijn zwartbruine korte krullende haar en zijn grote blauwe ogen.
De Koning van Barmhartigheid draagt de mantel en het gewaad van Zijn Kostbaar Bloed. In Zijn rechterhand draagt Hij een grote gouden scepter en in Zijn linkerhand de wereldbol. Nu gaan de andere kleinere lichtbollen open en daaruit komen in totaal zeven engelen, gekleed in een zeer stralend maar eenvoudig, effen gewaad zonder naden.
De heilige engelen prijzen en verheerlijken de Heer met eerbied en vreugde en spreiden de mantel van het Kostbaar Bloed over ons uit. We zijn allemaal geborgen onder deze tent van de Koning van Barmhartigheid. De mantel van de Koning van Barmhartigheid wordt een beschermende tent voor ons allen. De hemelse Koning zegt:
In de naam van de Vader en van de Zoon - dat ben Ik - en van de Heilige Geest. Amen.
De Koning van Barmhartigheid zegent ons en komt dicht bij ons. De Heilige Engelen blijven Zijn mantel over ons heen houden. De Koning van Barmhartigheid zegt:
Mijn lieve vrienden, vandaag ben Ik naar jullie gekomen en Ik zeg jullie: Wij zijn niet enkel vrienden, ik wil jullie uitnodigen om tot Mijn familie te behoren! Ik ben jullie Heiland! Draag de waardigheid van het christendom, dat is Mijn Liefde, in jullie harten. Jullie christenen zijn één familie en jullie horen bij Mij. Ik ben jullie Heer, denk daar altijd aan! Ik ben vandaag naar jullie toegekomen opdat jullie, die Mijn familie zijn, voor vrede bidden. Smeek de vrede af! Ik vermaan jullie!
M.: “Heer, U draagt de wereldbol in Uw hand!”
Dan zegt de hemelse Koning:
Keer terug en hebt moed! Verzoen je met Mij. Ik zie in jullie harten en zie dat sommige van jullie harten bevlekt zijn. Bedenk dat Ik van jullie houd, dus verzoen je met Mij.
M.: “ Bedoelt U de heilige biecht? U kijkt in hun harten, maar U ben niet boos op hen. Dat kunnen ze nog doen. Ze moeten het nog leren, Heer. Ze weten veel dingen niet meer. U weet dat veel beter dan ik.”
De Koning van Barmhartigheid komt dicht bij mij en ik ben vol vreugde. We hebben een persoonlijk gesprek. Dan zegt de hemelse Koning:
Bid voor de bekering van de zondaars! Ik wil niet dat ze verloren gaan.
De heilige engelen dragen nu de Heilige Schrift, de Vulgaat, voor de Koning van Barmhartigheid. De Heilige Schrift gaat open en ik zie de bijbelpassage Johannes 6:15-23:
Daar nu Jesus voorzag, dat ze Hem zouden meevoeren, om Hem tot koning uit te roepen, trok Hij Zich heel alleen weer in het gebergte terug. Maar toen het avond werd, daalden zijn leerlingen af naar het meer, gingen de boot in, en hielden koers naar Kafárnaum aan de overkant van het meer. Reeds was de duisternis ingevallen, en nog was Jesus niet bij hen gekomen. De zee was onstuimig, want er woei een hevige wind. Toen ze dan ongeveer vijf en twintig of dertig stadiën hadden afgelegd, zagen ze Jesus over het meer wandelen en nabij het vaartuig komen; ze werden er angstig van.
Maar Hij sprak tot hen: Ik ben het; weest niet bang. Gewillig namen ze Hem nu in hun vaartuig op, en terstond landde de boot aan de kust, waar ze op afgestevend waren. De volgende morgen drong het door tot de schare, die aan de overkant van het meer was gebleven, dat er buiten dit éne geen ander vaartuig was geweest, en dat Jesus niet met zijn leerlingen aan boord was gegaan, maar dat zijn leerlingen alleen waren vertrokken. Intussen kwamen er van Tibérias andere boten dicht bij de plaats, waar men het brood had gegeten, na het dankgebed des Heren.
De Koning van Barmhartigheid zegt:
Besef dat Ik met de gouden scepter tot jullie kom. Dit is de scepter van Mijn barmhartigheid, want Ik ben de Koning van Barmhartigheid en Ik houd zoveel van jullie! Bewandel daarom het pad van genade. Ik neem jullie bij de hand. Ga deze weg met Mij! Dan zijn jullie in Mijn genade, in Mijn liefde.
M.: “U bent heel lief vandaag, Heer!”
De Koning van Barmhartigheid zegt:
Ik ben blij met jullie gebed en het woord van de priester! Vraag hem om Mijn voeten te laten vereren. Dat heb Ik je hier in Sievernich getoond.
M.: “Dat hebt U al eens getoond, Heer, ja!
De hemelse Koning gaat verder:
Respecteer elkaar, jullie christenen die in Mij één familie zijn! En geef de mensen Mijn zegen en Mijn vrede. Let niet op de zonde, let niet op de wereld. Kijk naar Mij!
M.: “Heer, U bent heel mooi om naar te kijken. Heer, ik hou van U met heel mijn hart.”
De genadevolle Koning zegt:
Zo heeft het Mij behaagd, dat je de Heilige Beschermengelen van de mensen ziet. Dat moet je blijven doen en Ik zal je iemand sturen die ze kan vastleggen.
M.: “U bedoelt dat ze vastgelegd moeten worden, geschilderd?"
De Koning van Barmhartigheid kijkt naar ons allen en zegt:
Hoe troostvol zal het voor de mensen zijn om hun beschermengel aan hun zijde te weten in deze tijd van verdrukking. De Heilige Engelbewaarder zal hun hart tot Mij verheffen.
De hemelse Koning neemt Zijn gouden scepter aan Zijn hart en het wordt de aspergil (wijwaterkwast) van Zijn Kostbaar Bloed. Hij besprenkelt ons en allen die aan Hem denken, waar ze ook zijn, wanneer ze hun hart voor Hem openen, Hij zegt:
In de naam van de Vader en van de Zoon - dat ben Ik - en van de Heilige Geest. Amen. Laat de zonde achter je. Begin opnieuw in Mij en alles zal je gegeven worden. Heb geen angst! Ik ben bij jullie! Ik zal jullie leiden en zelfs dragen door deze tijd van verdrukking en Mijn genade zal groot zijn. Amen.
De genadige Koning spreekt tot M.
M.: Had U daar Uw vreugde in? Dat er hier verschillende bezinningsdagen waren? Het is goed dat we uw Heilig Hart hebben kunnen verblijden, Heer. Deo gratias! Vaarwel Heer!
De Koning van Barmhartigheid wenst het volgende gebed:
“O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden, ...”
De Koning van Barmhartigheid gaat terug het licht in en verdwijnt. Dat doen ook de heilige engelen.
|