16/7 Verschijning van de H. Aartsengel Michaël in Sievernich
Een grote gouden lichtbol zweeft in de lucht boven ons, vergezeld van een kleinere gouden lichtbol. De grote gouden lichtbol gaat open en de H. Aartsengel Michaël, gekleed als een Romeinse soldaat in de kleuren wit en goud, komt naar ons toe. Een prachtig licht schijnt om hem heen en we baden er allemaal in. De H. Aartsengel Michaël draagt de prinselijke kroon en aan de voorkant van de kroon is een prachtige robijn bevestigd. Zijn zwaard wijst nu naar de Hemel. Op dit zwaard staat ‘Quis ut Deus’ geschreven. Aan de greep van het zwaard zie ik een gouden koord en twee gouden kwastjes eraan vastgemaakt.
De H. Aartsengel Michaël zegt:
Lieve vrienden, bid voor vrede. Quis ut Deus! Ik ben de H. Aartsengel Michaël. Ik ben de Strijder van het Kostbaar Bloed. Blijf standvastig in je geloof! Je begrijpt nog steeds niet hoe belangrijk het is om om vrede te vragen. Val op je knieën en bid voor vrede! Je verwerpt de wetten van God en daarom heeft Satan zo’n grote macht in de wereld.
Jullie, mensen die bezield zijn en een ziel hebben, hebben de voortreffelijke genade van de Vader ontvangen: jullie hebben Zijn wetten ontvangen. De mens is het enige wezen dat Gods wetten mocht ontvangen. Jullie zijn dus kinderen van de Eeuwige Vader, kinderen van God.
De Vader houdt zoveel van jullie. De Koning van Barmhartigheid, de Heer, houdt zoveel van jullie en dit is geen nieuwe lering. Je kunt erover lezen in de Catechismus van de Katholieke Kerk. (zie bijlage) Verwerp deze wetten van de Vader niet! Wijs deze vaderlijke instructie niet af!
Jullie situatie is ernstig, lieve kinderen van God! Jullie mogen jezelf kinderen van God noemen! De Heer, de Koning van Barmhartigheid, is de voleinding van de Wet. Ik dring er bij jullie op aan: onderhoud Zijn Geboden!
Nu zie ik de Vulgaat (H. Schrift) boven het zwaard van de H. Aartsengel Michaël in de lucht met de Bijbeltekst:
Matteüs 28:16-20: De elf leerlingen gingen naar Galilea, naar de berg die Jezus hun had genoemd, en toen ze hem zagen bewezen ze hem eer, al twijfelden enkelen nog. Jezus kwam op hen toe en zei: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’
De kleinere gouden lichtbol gaat open en de H. Jeanne d'Arc komt tevoorschijn uit een prachtig licht. Ze is gekleed in een nobel harnas, draagt een rode lelie in haar handen en zegt ons:
Beste vrienden, het is belangrijk dat het Woord van de Heer naar de mensen wordt gebracht, naar jullie samenleving! Het is jullie missie, en de missie van de Kerk tot het einde, om het Woord van de Heer te verkondigen. Blijf in God! Hou je aan de Geboden van de Heer, de Vaderlijke instructie! Het gebod van God geldt voor de hele Kerk tot de laatste tijd en voor alle volkeren.
Blijf in de Heer, ook al wordt de Kerk geschokt door de verleider, in deze tijd van moeilijkheden. Blijf trouw aan de Kerk, want zij geeft de Heer in de Heilige Sacramenten! De Heer leeft in de Sacramenten van de Heilige Kerk. Zelfs als mensen afdwalen, dan zorgt de Heer nog voor Zijn schapen.
Offer, bekeer jullie, bid, vast, bied het Heilig Misoffer aan voor vrede! De vrede is in groot gevaar, val daarom op je knieën en bid! Begrijp dat de tijden waarin jullie leven ernstig zijn. Wij bidden voor jullie verzoeken bij Gods Troon.
Nu kijkt de H. Jeanne d'Arc naar de H. Aartsengel Michaël. De H. Aartsengel Michaël kijkt ons aan en zegt: “Quis ut Deus”. Dan zegent hij ons:
“Moge God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest jullie zegenen.”
De H. Aartsengel Michaël verdwijnt in het licht. En zo ook voor de H. Jeanne d'Arc.
Opmerking over de Catechismus van de Katholieke Kerk:
Een trouwe bidster stuurde mij via WhatsApp de passage uit de Catechismus van de Katholieke Kerk die overeenkwam met de woorden van de H. Michaël. We vinden de prachtige instructie onder Artikel 12 “De Morele Wet”, paperbackeditie, pagina 506:
“Van alle bezielde wezens kan alleen de mens er prat op gaan dat hij het waard is geweest een wet van God te ontvangen. Als een rationeel levend wezen dat in staat is om te begrijpen en onderscheid te maken, moet hij zijn gedrag reguleren in overeenstemming met zijn vrijheid en rede, in onderwerping aan Degene die alles aan hem heeft overgedragen (Tertullianus, Marc. 2, 4, 5).
|