25/7 H. Birgitta van Zweden Jezus toonde haar hoe een ziel wordt geoordeeld - Christian Way
Het visioen van Jezus en Maria aan de H. Birgitta van Zweden biedt ons een buitengewoon inzicht in wat er met de ziel gebeurt na de dood en het oordeelsproces dat het voor God ondergaat. De H. Birgitta vertelt een zeer gedetailleerd visioen van het oordeel van een ziel. Stel je voor, dierbaren, een bevende ziel als een trillend hart die vóór de troon van God komt met een demon naderbij en die de ziel opeist als zijn prooi.
Hier is de prooi. De demon zegt tegen de Opperrechter. Jouw engel en ik volgden die ziel van begin tot eind. Jouw engel om hem te bewaren. Ik om hem kwaad te doen. En we waren er allebei op de ziel aan het jagen als jagers, maar uiteindelijk viel hij in mijn handen. Ik ben net zo gretig en gewelddadig om hem te bezitten als een stortvloed die naar beneden raast en wordt door niets anders tegengehouden.
Jouw gerechtigheid, de rechtvaardige rechter die God zelf is, vraagt de demon waarom hij in zijn handen viel en de demon antwoordt: Omdat zijn zonden talrijker waren dan zijn goede werken. De rechter vraagt de demon vervolgens om de zonden van de ziel te tonen en de demon presenteert een boek vol zonden, genaamd ongehoorzaamheid.
In dit boek gaat het over de 7 hoofdzonden:
1 Hoogmoed (hovaardigheid, ijdelheid)
2 Hebzucht (gierigheid)
3 Lust (onkuisheid, wellust)
4 Jaloezie (nijd, afgunst)
5 Onmatigheid (gulzigheid, vraatzucht)
6 Woede (toorn, wraak, gramschap)
7 Gemakzucht (traagheid)
Elk hoofstuk is verdeeld in drie kolommen die de specifieke zonden in detail beschrijven die door de zondaar werden gepleegd.
Hoofdstuk 1: Hoogmoed toont hoe de ziel glorieerde in haar spirituele leven, zichzelf beter achtend dan anderen
1e kolom: bevat spirituele trots in zijn geweten waarvoor de ziel glorieerde in zijn leven, zichzelf beter achtend dan anderen. De ziel pochte ook over zijn intelligentie en een geweten dat meer kennis had dan anderen
2e kolom: toont dat het pochte over de goederen die de ziel kreeg en de kleding van de dienaren en andere dingen
3e kolom: onthult dat de ziel trots was op fysieke schoonheid en edele afkomst en zijn werken. Er zijn veel dingen in deze drie kolommen zoals je weet.
Hoofdstuk 2: onmatigheid openbaart hoe de ziel meer verlangde dan nodig was en alleen dacht aan het verheerlijken van haar naam en afstamming
1e kolom: is spiritueel omdat ze dacht dat haar zonden niet zo ernstig waren als verteld en het koninkrijk van God onwaardig verlangde
2e kolom: toont hoe de ziel meer verlangde dan nodig was in de wereld en alleen dacht aan het verheerlijken van haar naam en afstamming
3e kolom: beschrijft hoe de ziel wereldse eer verlangde en boven anderen wilde staan, zoals je weet
Hoofdstuk 3: Jaloezie openbaart hoe de ziel in het geheim jaloers was op degenen die meer hadden dan zijzelf en anderen kwaad deed met haar advies en woorden
1e kolom: is die van de geest dat in het geheim jaloers was op degenen die meer hadden en het beter deden dan zijzelf
2e kolom: toont hoe de ziel uit afgunst de dingen bezat van degenen die minder hadden dan zijzelf en meer nodig hadden 3e kolom: beschrijft hoe de ziel uit afgunst in het geheim anderen kwaad deed met zijn advies en in het openbaar met woorden en daden
Hoofdstuk 4: Hebzucht beschrijft hoe de ziel haar kennis en goederen niet met anderen wilde delen, alleen denkend aan haar eigen belangen en winst.
1e kolom: is de hebzucht van de geest, want het wilde niet communiceren wat het wist, zodat anderen geen troost en winst zouden ontvangen.
2e kolom: zegt dat het niet wilde dat het in staat was om de dissonanten te verzoenen en het niet kon troosten van de gekwelden.
3e kolom: is de hebzucht van haar goederen, want als het een graan moest geven voor uw naam, was het erdoor gekweld en bezwaard.
Hoofdstuk 5: Gemakzucht openbaart hoe de ziel lui was in Goede Werken, spirituele gedachten en gebed
1e kolom: beschrijft luiheid in werken in het goede dat gedaan moet worden ter ere van God
2e kolom: betreft luiheid in gedachten toen de goede geest berouw in het hart bracht leek het te ver weg
3e kolom: betreft luiheid in de mond die in gebed is en spreken over dingen die nuttig zijn voor anderen of ter ere van God
Hoofdstuk 6: Woede toont hoe de ziel boos was op anderen en hen met haar woede kwaad deed
1e kolom: beschrijft hoe de ziel boos was op anderen voor alles wat niet van haar nut was
2e kolom: toont hoe de ziel anderen met haar woede kwaad deed
3e kolom: beschrijft hoe de ziel uiteindelijk anderen verstoorde
Hoofdstuk 7: Lust laat zien hoe de ziel zich overgaf aan vleselijke genoegens en wereldse verlangens
1e kolom: beschrijft hoe de ziel haar zaad onterecht en wanordelijk verspreidde
2e kolom: laat zien hoe de ziel wellustig was in haar spraak en anderen tot zonde aanzette
3e kolom: beschrijft hoe de ziel haar lichaam te delicaat voedde door veel weelderige gerechten te bereiden
Dierbare gelovigen, in dit vreselijke visioen zien we de ziel veroordeeld door haar zonden, maar laten we niet wanhopen, want er is hoop. Wanneer de demon de ziel probeert op te eisen, komt de de H. Maagd Maria, Moeder van Barmhartigheid, tussenbeide. Ze nadert de troon van de Goddelijke Rechter en zegt: Mijn zoon, ik wil met deze demon over gerechtigheid praten. Jezus met oneindige barmhartigheid laat Zijn Moeder spreken. Maria vraagt de demon: Vertel me wat kan uitwissen wat er in je boek staat geschreven?
En de demon antwoordt: Niets kan het uitwissen, behalve Liefde van God: Goddelijke Liefde is het die over alle zonde zegeviert. Maria blijft de demon ondervragen en vraagt of er ooit een zondaar zo slecht is geweest, die zich niet kan bekeren terwijl hij leeft. De demon geeft toe dat er geen zondaar is die zich niet kan bekeren als hij dat wil. Dit laat ons zien dat de deur van de Gods Barmhartigheid altijd openstaat voor degenen die oprecht berouw tonen.
De H. Maagd Maria, Moeder van Barmhartigheid, openbaart aan de aanwezigen dat de ziel aan het einde van zijn leven zich bekeerd heeft en haar voorspraak aanroept: U bent de Moeder van Barmhartigheid en heb medelijden met mij, ellendige. De ziel erkende zijn zonden en vroeg om vergeving. De demon is gefrustreerd over deze getuigenis: Ik wist het niet, maar als het zo is moet je het expliciet bewijzen Maria antwoordt dat zelfs als hij deze gedachten niet kende de liefde van God zo krachtig is dat het elke zonde die in het boek van de demon is geschreven annuleert.
Dan vraagt de Goddelijke Rechter de demon om in zijn boek te kijken en te zien of alles nog is geschreven of dat er iets is gewist. De demon ziet met verbazing dat veel dingen zijn gewist en dat er alleen nog maar kleine onbeduidende zaken overblijven. Hierna vraagt de rechter de goede engel, die aanwezig is, waar zijn de goede werken van deze ziel. De engel antwoordt: Heer alles is in Uw voorkennis, kennis van heden verleden en toekomst. We weten en zien alles in U en U in ons.
De engel presenteert een boek met de goede werken van de ziel inclusief doopsel, onthouding, gebed, goede werken, hoop, geloof en de Barmhartigheid en Liefde van God de Rechter. Na alles te hebben gehoord zegt Hij tegen de demon: Ik zal u vertellen de boeken zijn geopend en gelezen maar vertel me, duivel, hoewel Ik alles weet volgens gerechtigheid moet deze ziel naar de Hemel gaan of niet? De demon antwoordt: In U is gerechtigheid dus als iemand sterft zonder doodzonde en Goddelijke liefde had is hij waardig de Hemel binnen te gaan.
Jezus antwoordt: Omdat Ik nu je verstand heb geopend en je het licht van Waarheid en Gerechtigheid heb laten zien. Vertel degenen die luisteren wat Ik wil, wat de gerechtigheid voor deze ziel zou moeten zijn. De demon antwoordt dat de ziel gezuiverd moet worden en dat geen enkele vlek ongezuiverd in het vuur zal blijven. Maria vraagt dan welk middel gebruikt moet worden om zo'n lange tijd van pijn te verkorten. Jezus antwoordt dat er drie middelen zijn: teruggeven wat onrechtvaardig is afgenomen, overvloedige aalmoezen geven en het offeren van het Lichaam van Christus op het altaar.
Dit visioen van de H. Birgitta leert ons dat we ondanks onze zonden altijd Barmhartigheid kunnen vinden door berouw en de voorspraak van de H. Maagd Maria. Zij is onze voorspreekster die voor ons pleit bij de Troon van God. Terwijl we nadenken over deze Openbaringen, laten we God vragen om de genade om ons leven te onderzoeken, onze zonden te erkennen en Zijn vergeving te zoeken. Laten we bidden tot de H. Maagd Maria om voor ons te pleiten, zodat we bevrijd kunnen worden van onze zonden en het eeuwige leven in de Hemel kunnen bereiken.
Denk aan de woorden van Jezus in het Evangelie. Gezegend zijn de barmhartigen, want zij zullen Barmhartigheid verkrijgen. Laten we deze woorden beleven in ons dagelijks leven en barmhartigheid tonen aan anderen en Gods Barmhartigheid zoeken in de biecht door oprecht berouw. Tot slot, beste broeders en zusters, laten we onze zielen toevertrouwen aan de Barmhartigheid van God en de bescherming van de H. Maagd Maria. Mogen zij ons begeleiden op onze spirituele reis en ons leiden naar het eeuwige heil.
|