20/8 Verschijning van de Heilige Aartsengel Michaël in Sievernich (met dank aan Lief)
Boven ons in de lucht zweeft een grote gouden lichtbol en rechts daarvan een kleine gouden lichtbol. Het prachtige licht schijnt op ons neer en de grote gouden lichtbol opent zich. Heilige Aartsengel Michaël komt naar ons toe vanuit deze grote gouden lichtbol. Hij is gekleed in een rode mantel en draagt een gouden vorstenkroon op zijn hoofd. In zijn rechterhand draagt hij zijn zwaard. Zijn zwaard rijkt naar de hemel. In zijn linkerhand draagt hij zijn schild. Op zijn schild staat de lelietak die ik altijd beschreven heb en daaronder staat: “Quis ut Deus!”
M.: “U bent heerlijk om te aanschouwen en ik groet u, H. Aartsengel Michaël!”
Heilige Aartsengel Michaël zegt:
Quis ut Deus! Moge God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest jullie zegenen. Amen. Ik kom tot jullie in vriendschap! Ik ben de Heilige Aartsengel Michaël. Ik ben de Strijder van het Kostbaar Bloed.
Lieve vrienden, kom in september naar mij toe met jullie vlaggen en vernieuw jullie vriendschap met mij. Bid voor de vrede! Want dit is heel belangrijk. Blijf trouw aan mijn Heer, wees standvastig en moedig in Geloof! Blijf in de leer van de Kerk! De grote afval is bezig in de wereld. Maar word niet moedeloos! De Hemel opent zich voor jullie en schenkt jullie genaden. Vanaf de troon van God, onze Heer, kom ik naar jullie!
Nu zie ik de Heilige Schrift boven zijn zwaard en deze gaat open. Ik zie de bijbeltekst Johannes 4:1- 30:
Zodra de Heer echter vernam, dat de farizeën gehoord hadden, hoe Jezus meer leerlingen won en doopte dan Johannes, (hoewel Jezus zelf niet doopte, maar zijn leerlingen), verliet Hij Judea, en vertrok Hij weer naar Galilea. En daar Hij door Samaria moest reizen, kwam Hij zo in een stad van Samaria, Sikar geheten, nabij het veld, dat Jakob aan zijn zoon Josef geschonken had. Daar bevond zich ook de bron van Jakob. Jezus, vermoeid van de reis, zette Zich neer bij de bron.
Het liep tegen het zesde uur. Een vrouw uit Samaria kwam water putten. Jezus zei haar: Geef Mij te drinken. Want zijn leerlingen waren naar de stad gegaan, om levensmiddelen te kopen. De samaritaanse vrouw zei Hem: Hoe, U, een Jood, vraagt te drinken aan mij, een samaritaanse vrouw? (Joden namelijk hebben geen omgang met Samaritanen.) Jezus gaf haar ten antwoord: Zo u de gave Gods verstond, en wie het is, die u zegt: "Geef Mij te drinken", dan zou U het Hem hebben gevraagd, en Hij zou u levend water hebben gegeven.
Ze zei Hem: Heer, U hebt niet eens een emmer, en de put is diep; waar haalt U dan het levend water vandaan? Bent U soms groter dan onze vader Jakob, die ons de put heeft geschonken, en die er zelf uit dronk met zijn zonen en zijn vee? Jezus antwoordde haar: Wie van dit water drinkt, krijgt weer dorst. Maar wie drinkt van het water, dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen; integendeel, het water, dat Ik hem zal geven, zal een bron in hem worden van water, dat opborrelt ten eeuwig leven.
De vrouw zei Hem: Heer, geef me dat water, opdat ik geen dorst meer krijg, en niet meer hier hoef komen putten. Hij sprak tot haar: Ga uw man roepen, en kom hier terug. De vrouw antwoordde: Ik heb geen man. Jezus zei haar: Dat zegt u wèl: "Ik heb geen man". Want vijf mannen hebt u gehad, en deze die u nu hebt, is niet uw man; dat hebt u naar waarheid gezegd. De vrouw zei Hem: Heer, ik zie, dat U een profeet zijt. Onze vaderen aanbaden God op deze berg, en u allen beweert, dat in Jerusalem de plaats is gelegen, waar men Hem aanbidden moet.
Jezus sprak tot haar: Geloof Mij, vrouw; er komt een uur, waarin u noch op deze berg noch te Jerusalem de Vader zult aanbidden. U aanbidt wat u niet kent; wij aanbidden wat we kennen; want het Heil komt uit de Joden. Maar toch, er komt een uur, en het is er reeds, waarin de ware aanbidders de Vader in geest en waarheid zullen aanbidden. Want de Vader verlangt zulke aanbidders; God is een geest, en wie Hem aanbidden, moeten in geest en waarheid aanbidden.
De vrouw zei Hem: ik weet, dat de Messias komt, (die Christus genoemd wordt); wanneer Die komt, dan zal Hij ons alles verkondigen. Jezus zei haar: Dat ben Ik, die met u spreekt. Op dat ogenblik kwamen Zijn leerlingen terug, en ze verwonderden zich, dat Hij met een vrouw aan het spreken was. Maar niemand zei: Wat wenst U, of wat bespreekt U met haar? De vrouw liet nu haar waterkruik staan, ging naar de stad, en zei tot de mensen: Komt eens zien naar een man, die mij alles gezegd heeft wat ik gedaan heb; Hij is misschien wel de Christus! En men ging de stad uit, en kwam naar Hem toe.
De Heilige Aartsengel Michaël zegt: Jullie noemen jezelf het Christelijke avondland, maar het geloof vermindert. De harten van de mensen moeten opnieuw ontvlamd worden! De harten van de mensen moeten weer aangewakkerd worden! Jullie denken dat het geloof dreigt uit te doven, maar de Heer laat dat niet toe. Jezus, jullie Koning van Barmhartigheid, en de Moeder Gods, de Onbevlekte, stichten oasen van Hemelse zegen en begeleiden jullie. De harten van de Priesters worden aangeraakt om de harten van de mensen te ontvlammen , om zo de volmaakte liefde van de Heer in zich te dragen en door te geven.
De Heer doorziet jullie zielen. Denk hieraan! En Hij geeft de genaden aan hen die hun hart geopend hebben. Kijk in de Heilige Schrift. Dit is het Woord van God, dat levend is!
De Heer liet de volken in jullie land komen. Hij heeft dit toegelaten. Jullie kinderen zijn niet langer gewenst! Een volk dat zich van de Heer afwendt, respecteert het leven niet en daarom zijn mensen geneigd in dwaling te vallen. Ik ben bij jullie en kom naar jullie om jullie te beschermen. De Heer zond mij naar jullie
M.: “U bent liefelijk, maar ook sterk en moedig, geliefde Heilige Aartsengel Michaël!”
Nu gaat de kleine lichtbol naast de H. Aartsengel Michaël open en de Heilige Maagd van Orléans komt uit dit licht tevoorschijn. Deze keer draagt ze een gouden harnas.
Op haar gouden harnas zie ik ook de leliebloem die ik altijd heb beschreven. Ze staat afgebeeld op haar borstplaat. De H. Jeanne d'Arc draagt een rok over haar harnas. Deze rok heeft een lichtbeige kleur en is versierd met blauwe Franse lelies.
De Heilige Jeanne d'Arc zegt:
In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
Ik ben blij om bij jullie te zijn, geliefde kinderen van de Heer! In september zal ik samen met de Priester, met de Heilige Aartsengel Michaël, mijn beelden zegenen zodat ze in de wereld gebracht kunnen worden. Want ik heb jullie gezegd dat waar ik vereerd word, het geloof zal bloeien, omdat ik voor jullie strijd en bid bij de troon van God. De zegen van de Priester is zo oneindig kostbaar en zijn roeping zo heilig! Daarom vertrapt de tegenstander hen. Priesterroepingen komen uit het hart, uit het Allerheiligste Hart van onze Heer! Onthoud dat altijd. Daarom strijd ik voor hen!
Bid voor vrede. Het land Polen dreigt verloren te gaan. Ik verlang ernaar daar te zijn. Ik wil de harten van de Poolse zielen winnen. Ik wil de liefde van God in de wereld brengen, omdat ik die zelf beleefd heb, met heel mijn hart.
Daarom vraag ik jullie en nodig ik jullie uit om de Heer te beminnen met heel je hart, met heel je geopende hart! De Heer laat toe in de tijd van beproeving, maar het kwaad zal niet overwinnen! Alles moet gezuiverd worden, opdat de liefde van God ten volle in jullie harten kan ontvlammen: van hart tot hart over de wereld, dat is wat God wil!
Ik vermaan jullie: Bid om vrede!
Vandaag neem ik jullie intenties mee voor de troon van de Heer. Let niet op de bedrieger. Want alles wat hij doet is dwaling en ellende. Hij ontneemt de mens alle waardigheid en wil uit afgunst de waardigheid van het kindschap Gods vernietigen. Blijft in God, beminden van de Heer!
De Heilige Jeanne d'Arc kijkt naar de Heilige Aartsengel Michaël. Hij zegt: Ga daarom in vrede en vergeet niet te bidden voor vrede! Het hangt van jullie af, lieve kinderen van God, of de oorlog zich zal uitbreiden. Bid en de Heer zal alles verzachten! Hernieuw jullie vriendschap met mij. Moge God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest jullie zegenen. Amen.
Binnenkort zet ik mijn voet in Kufstein. In Oostenrijk is veel gebeden en God schenkt deze genade aan dit land. Moge God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest jullie zegenen! Amen.
Quis en Deus!
De Heilige Aartsengel Michaël wenst dit gebed van ons en kijkt naar ons:
Sancte Michael Archangele, defende nos in proelio, contra nequitiam et insidias diaboli esto praesidium. Imperet illi Deus, supplices deprecamur:
Tuque, Princeps militiae caelestis, Satanam aliosque spiritus malignos, qui ad perditionem animarum pervagantur in mundo, devina virtute infernum detrude. Amen.
De Heilige Aartsengel Michaël verdwijnt na een tijdje in het licht, en zo ook de H. Jeanne d'Arc.
|