25/8 Verschijning van de Koning van Barmhartigheid in Sievernich (met dank aan Lief)
Boven ons in de lucht zweeft een grote gouden lichtbol, vergezeld door twee kleinere lichtbollen. Een wonderlijk licht komt op ons neer. De grote gouden lichtbol gaat open en de Koning van Barmhartigheid komt naar ons. Op zijn hoofd draagt hij de gouden koningskroon. Zijn ogen zijn blauw en zijn haar is kort en zwartbruin gekruld. De hemelse Koning draagt het gewaad en de mantel van Zijn Kostbaar Bloed. In Zijn rechterhand houdt Hij Zijn grote gouden scepter en in Zijn linkerhand de Heilige Schrift, de Vulgaat.
Op Zijn kleed zie ik de lelietak die ik zo vaak beschreven heb. De twee andere lichtbollen gaan open en er komen twee engelen uit tevoorschijn. Ze zijn gekleed in een stralend wit gewaad, heel eenvoudig en zonder naden. Knielend spreiden ze nu de mantel van het kindje Jezus over ons uit. Onder deze koninklijke mantel zijn we als een tent beschut.
De Koning van Barmhartigheid spreekt tot ons: “In de naam van de Vader en van de Zoon - dat ben Ik - en van de Heilige Geest - Amen. Jullie zijn sindsdien niet langer (Eigen opmerking: De betekenis van het woord sinds toen. Het begint iets eerder en gaat verder. Hier betekent het sinds Jezus' verlossende dood aan het kruis) Mijn vrienden, jullie zijn Mijn familie. Toch mag Ik jullie vrienden noemen. Onze verwantschap is in het geloof. Ik heb jullie verlost door Mijn kostbaar bloed aan het kruis. Ik heb jullie aan het kruis vrijgekocht, daarom zijn wij nu één familie.
M.: Dus allen die tot het katholieke geloof behoren, die het liefhebben en in praktijk brengen? De Koning van Barmhartigheid zegt: “Ja!”
Nu verschijnt er een hostie op Zijn borst en de Koning van Barmhartigheid zegt: “Ik ben het Brood des Levens, zo heb Ik gezegd en zo zeg Ik jullie vandaag. Wie dit brood eet en Mijn bloed drinkt, verkrijgt het eeuwige leven! De mensen konden het moeilijk begrijpen en dat is vandaag niet anders. Toch is dit de waarheid. Dit is de weg naar Mij in de hemel. Wanneer Ik jullie dus zeg om te leven in de sacramenten van Mijn Heilige Kerk, dan ben Ik Zelf levend in de sacramenten!
Slechts weinigen kunnen dit begrijpen, maar het is de waarheid. Wie Mij vindt, die zal Ik overvloedig rijke gaven schenken! Verwijder alle afgoden uit jullie leven: Open jullie hart en laat jullie hart gevuld worden met Mijn liefde. Dit is jullie redding!”
De Heilige Schrift (de Vulgaat) gaat open in de hand van de hemelse Koning en ik herken de lezingen en het Evangelie van vandaag. Ik zie de lezingen als rollen naast de Heilige Schrift. In de geopende Heilige Schrift herken ik het Evangelie van de dag. De Heilige Schrift wordt nu door de knielende engelen voor de goddelijke Koning gehouden.
1e lezing uit het boek Jozua, Joz 24, 1 - 2a. 15 - 17.18b: “In die dagen verzamelde Jozua alle stammen van Israël te Sichem; hij riep de oudsten van Israël bijeen, de stamhoofden, de rechters en de opzichters, en zij stonden voor God. Jozua zei tegen het hele volk: “Als het u niet behaagt de HEER te dienen, beslis dan vandaag nog wie u zult dienen: de goden die uw vaderen aan gene zijde van de rivier gediend hebben, of de goden van de Amorieten, in wier land u woont. Maar ik en mijn huis willen de Heer dienen.
Het volk antwoordde: “Het zij verre van ons, dat wij de Heer zouden verlaten en andere goden zouden dienen. Want het was de Heer, onze God, die ons en onze vaderen uit de slavernij in Egypte heeft gehaald en die alle grote wonderen voor onze ogen heeft verricht. Hij heeft ons beschermd op de hele weg die we hebben afgelegd en onder alle volken door wiens gebied we zijn getrokken. Ook wij willen de Heer dienen, want hij is onze God.”
Lezing uit de brief van de apostel Paulus aan de Efeziërs, Ef. 5, 21 - 32: Weest elkander onderdanig uit ontzag voor Christus. Vrouwen, weest onderdanig aan uw man als aan de Heer. Want de man is het hoofd van de vrouw, zoals Christus het hoofd is van de kerk. Hij is ook de verlosser van zijn lichaam, maar zoals de kerk onderdanig is aan Christus, zo moet ook de vrouw haar man in alles onderdanig zijn. Mannen, hebt uw vrouw lief, zoals Christus de kerk heeft liefgehad: Hij heeft zich voor haar overgeleverd om haar te heiligen, haar reinigend door het waterbad met het woord.
Hij heeft de kerk tot zich gevoerd als een heerlijke bruid, zonder vlek of rimpel of fout, heilig en onbesmet. Zo moeten ook de mannen hun vrouwen liefhebben, zoals ze hun eigen lichaam liefhebben. Wie zijn vrouw bemint, bemint zichzelf. Niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat; integendeel, hij voedt en koestert het. En zo doet Christus met de kerk, omdat wij ledematen zijn van zijn lichaam. Daarom zal de man vader en moeder verlaten om zich te hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één vlees zijn. Dit geheim heeft een diepe zin. Ik voor mij betrek het op Christus en de kerk.
Uit het Heilige Evangelie volgens Johannes, Joh. 6, 60 - 69: Toen zij dit hoorden, zeiden velen van zijn leerlingen: “Deze taal stuit iemand tegen de borst. Wie kan daar naar luisteren?” Maar Jezus, die uit zichzelf wist dat zijn leerlingen daarover morden, vroeg hun: “Neemt gij daar aanstoot aan? Als gij dan de Mensenzoon ziet opstijgen naar waar Hij vroeger was ...? Het is de geest die levend maakt, het vlees is van geen nut. De woorden die Ik tot u gesproken heb, zijn geest en leven.
Maar er zijn er onder u, die geen geloof hebben.” – Jezus wist inderdaad van het begin af aan wie het waren die niet geloofden en wie Hem zouden overleveren –. Hij voegde er aan toe: “Daarom heb Ik u gezegd, dat niemand tot Mij kan komen, als het hem niet door de Vader gegeven is.” Tengevolge hiervan trokken velen van zijn leerlingen zich terug en verlieten zijn gezelschap. Waarop Jezus aan de twaalf vroeg: “Wilt ook gij soms weggaan?” Simon Petrus antwoordde Hem: “Heer, naar wie zouden wij gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven en wij geloven en weten dat Gij de Heilige Gods zijt.”
De Koning van Barmhartigheid zegt: “Kijk, mensen konden Mijn woorden niet bevatten, maar hoe belangrijk zijn ze. Mijn woord geldt eeuwig. Hoezeer verheug Ik Mij over de kinderen die hier bijeen zijn en Ik zegen hen: In de naam van de Vader en van de Zoon - dat ben Ik - en van de Heilige Geest. Amen. Wat er ook mag gebeuren, blijf standvastig in geloof en kom tot Mij zoals deze kinderen hier tot Mij komen! Ik kijk in jullie harten en zal jullie rijkelijk begiftigen.
Kijk, Ik kom ook tot jullie als een kind. Bidt vooral voor de vrede, bidt om eerherstel voor alle overtredingen tegen God bij de Eeuwige Vader! Hoezeer verheug Ik Mij over de gebeden van kinderen! Weest ook jullie eerlijk en eenvoudig in jullie harten. Verheug jullie in alles wat de Eeuwige Vader jullie geeft. Kijk niet naar de verdorven harten, bidt voor hen, wees barmhartig! Maar blijft zelf vervuld van geloof. Ik hou van jullie met heel mijn hart!”
Er volgt een persoonlijke mededeling.
Dan brengt de Koning van Barmhartigheid Zijn scepter naar Zijn hart, dat verschijnt op de hostie die Hij op Zijn borst draagt. Zijn gouden scepter vult zich als een aspergillus met Zijn Kostbaar Bloed. De Heer zegent en besprenkelt ons met Zijn Kostbaar Bloed, alle zieken en lijdenden en allen die aan Hem denken: “In de naam van de Vader en van de Zoon - dat ben Ik - en van de Heilige Geest. Amen.
Bid vurig om eerherstel bij de Eeuwige Vader. Als de mensen zich niet bekeren, zal de oorlog uitbreiden.
Daarom: bid vurig! Het is jullie toekomst en die van jullie kinderen waarvoor jullie bidden. Bewaar vrede in jullie hart, bidt dan voor jullie naaste en voor de landen waarin het kwaad zich heeft geopenbaard. Het kwaad openbaart zich in oorlog. Jullie gebed bereikt de hemel en Ik hoor jullie. Onthoud dit altijd! Val op je knieën en bid!
Jullie zijn geborgen onder Mijn beschermende mantel. Dit is de mantel van Mijn Kostbaar Bloed. Zoek je toevlucht in Mijn Heilig Hart! Ik kijk naar jullie alle dagen. Wees gezegend door de Heilige Schrift en de Catechismus van Mijn Heilige Kerk!”
De hemelse Koning vraagt ons te bidden: “O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden...”
We voldoen aan de wens van de hemelse Koning en bidden het gebed samen. Dan zegt de Koning van Barmhartigheid: “Dagelijks offer Ik Mij op de altaren van Mijn Kerk! Overweeg dit goed. Offer het Heilig Misoffer op voor de vrede. Amen.”
De Heer strekt Zijn rechterhand naar mij uit als teken van Zijn nabijheid, voor al wie Hem liefhebben, en wenst de verering van Zijn voeten bij het beeld van het Kind Jezus van Praag.
De Koning van Barmhartigheid zegt: “Adieu!”
M.: “Vaarwel, Heer!
De Koning van Barmhartigheid gaat terug in het licht en verdwijnt, zo doen ook de twee engelen.
|