18/3 De grond in Medjugorje is gezegend - Valentina Papagna
Tijdens de nacht, terwijl ik hevige fysieke pijn leed, probeerde ik de Apostolische Geloofsbelijdenis te bidden, maar het enige wat ik deed, was de eerste regel herhalen: Ik geloof in God de Almachtige Vader.
Te midden van dit lijden kwam de Engel.
Hij zei: Kom met Mij mee. Ik zal je meenemen om een groep engelen te ontmoeten.
Opeens bevonden we ons tussen een groot aantal Hemelse engelen, van verschillende lengtes, allemaal gekleed in het wit en met golvend blond haar. Sommigen leken jonger, anderen waren ouder. Ze straalden allemaal heiligheid uit. Ze wachtten op ons.
De engelen zeiden: Valentina, vandaag ontvang je genaden van onze Heer Jezus. Hij heeft ons als groep gestuurd om met je te praten. Wij zijn de boodschappers van God en Hij heeft ons gestuurd om je een boodschap van goed nieuws te brengen.
We willen je vertellen dat er nu veel wonderen gebeuren in de wereld en dat de Heilige Moeder en Heer Jezus ze laten gebeuren. Ze gebeuren in Medjugorje. De grond in Medjugorje is gezegend – het is heilige grond gezegend door onze Heer Jezus en Heilige Moeder, Koningin van de Vrede, die daar al vele jaren verschijnt. De grond is heilig.
Terra Sancta! riepen ze uit en bleven herhalen: Terra Sancta! Terra Sancta!
De engelen vervolgden: Nu proberen veel mensen wat van de aarde mee naar huis te nemen, en sommigen nemen het zelfs in grote hoeveelheden mee. Ze geloven dat er veel wonderen zullen gebeuren door de aarde van Medjugorje als ze het mee naar huis nemen.
Ik zei tegen de engelen: Ik geloof dat er binnenkort geen aarde meer zal zijn!
Ze lachten zachtjes en zeiden: Er is daar genoeg!
In een visioen lieten ze mij zien hoe sommige mensen rugzakken vol aarde meenamen. De Engelen zeiden: Ze zijn een beetje hebberig. Dat hoeft niet. Een kleine hoeveelheid is genoeg.
Toen onthulden de engelen nog iets anders. Ze zeiden: Op veel plaatsen in de wereld zullen waterbronnen uit de grond springen, die ook genezend zullen zijn voor de zieken. Ze kunnen het water drinken of zichzelf ermee zegenen.
Terwijl mijn engel en ik met de groep engelen aan het praten waren, verscheen er plotseling een prachtig klein kindje. Hij zag eruit alsof hij vier of vijf jaar oud was en had donker haar. Hij kwam recht voor mij staan.
Hij keek naar mij en zei: Ik heb zo'n honger. Kun je mij iets te eten geven?
Zodra Hij deze woorden uitsprak, verschenen er stukjes chocolade in individuele verpakkingen in mijn hand. Er waren nogal wat stukken. Ik pakte ze één voor één uit en begon ze in Zijn mondje te stoppen, en Hij at ze één voor één op.
De engelen keken naar mij en naar de kleine peuter en zeiden glimlachend: Hij is Divino Jesu! Divino Jesu!
Ze wisten meteen dat het Kindje Jezus onze Heer was en begonnen Hem te prijzen en te verheerlijken: het Goddelijke Kind Jezus.
Ik dacht: ‘Er zijn hier engelen, dus waarom zou Onze Heer Jezus dan komen en mij om eten vragen?’
Toen zei de Kleine Heer Jezus: Maar Ik heb nog steeds honger en wil meer van jullie.
Toen begreep ik dat Hij niet hongerde naar voedsel, maar naar zielen. Onze Heer Jezus hongert naar gebeden en dorst naar zielen om ze te redden.
De engelen zeiden: Wij zijn je engelen voor vandaag en wij lopen met je mee om je te beschermen. Vandaag heb ik de bescherming van al deze engelen verdiend.
Terwijl ik met de engelen sprak, voelde het alsof ik ze kende, een echte vertrouwdheid.
Daarna zei ik tegen hen: “Ik moet nu gaan.”
Ze vroegen: Maar weet je de weg terug?
Ik antwoordde: "Ik denk dat ik mijn weg wel zal vinden." Ik zei dit terwijl ik vlakbij een prachtig weelderig groen bos zag, met een weg erdoorheen. Ik dacht bij mezelf dat ik gewoon die weg af zou gaan en uiteindelijk de uitgang zou vinden.
De engelen keken elkaar aan, glimlachend en lachend, en zeiden: Nee, je zult de weg niet weten. Wij zijn degenen die je zullen leiden en je terug zullen brengen.
Ik zei: "Dank jullie wel, beschermengelen." Ze brachten mij terug naar huis.
|