16/4 Ik zag een lijst van Christelijke namen - Great Miracles Avenue
Een vrouw die een glimp van het Boek des Levens zag en in haar visioen kreeg ze 144.000 namen van mensen die zullen worden opgenomen naar de Hemel met Onze Heer Jezus Christus. Het trieste aan dit hele verhaal is dat deze specifieke zuster haar naam niet kon vinden op de lijst. Ik weet dat veel mensen zich afvragen waarom zo’n namen aan iemand worden getoond, en ik bedoel iemand die haar naam niet eens op de lijst heeft staan van mensen die naar de Hemel zullen worden opgenomen.
Dit is wat ik wil dat jij en ik te weten komen uit de openbaring die aan deze zuster is gegeven. Het is behoorlijk schokkend en dit is een waarschuwing voor vooraanstaande Christenen. Kijk naar het aantal mensen op de wereld en het zijn er maar 144.000 die tot nu toe hun naam in het Boek des levens hebben staan. Dit staat in de Bijbel en het is slechts een bevestiging die aan onze zuster werd gegeven.
Deze vrouw: Ik heb verschillende ervaringen die zijn vastgelegd in mijn dagboek. Zoals God mij opdraagt, zal ik ze blijven delen. Dagen geleden voelde ik deze sterke drang om deze specifieke ervaring te delen. Ik ben er echt van overtuigd dat God het aantal mensen wil openbaren die Hij zal opnemen wanneer Hij terugkeert. Het is een schokkend tafereel om deze aantallen te zien, maar ik bid dat God ons helpt om erbij te zijn. Ik had deze ervaring op 2 april 2025. ’s Nacht viel ik niet in slaap zoals ik normaal doe.
Het voelde alsof iets me uit mijn lichaam haalde. Het was echt. Het voelde alsof ik omhoog zweefde. Ik zag het dak of de lucht niet. Ik voelde me gewoon alsof ik ergens heen werd getrokken, veel verder dan elke plaats die ik kende. Toen ik mijn ogen opendeed, wist ik dat ik niet meer op aarde was. Er was overal licht, maar het was niet zoals zonlicht. Het scheen niet in één richting en wierp geen schaduwen. Het was zacht, en het deed geen pijn aan mijn ogen. Er was geen angst in mij, geen verwarring. Ik hoorde geen stemmen, en zag geen mensen, alleen het licht.
Terwijl ik verder liep kwam ik bij een rivier, niet breed maar helderder dan welk water dan ook dat ik ooit heb gezien. Het stroomde zachtjes, bijna geluidloos, maar het voelde niet als gewoon water. Het kwam ergens verderop vandaan en ik wist gewoon in mijn geest dat het stroomde vanuit de troon van God. Niemand had me dat verteld, maar dat hoefde me niet verteld te worden. Toen hoorde ik iets, niet luid maar gestaag. Een geluid dat aanvoelde alsof het geen begin en geen einde had. Ik keek omhoog en zag wezens die ik nog nooit eerder had gezien. Ze hadden meer dan twee vleugels. Hun vormen waren moeilijk te beschrijven, maar ze waren niet eng. Ze waren prachtig op een manier die woorden niet kunnen uitleggen.
Ze vlogen in een langzame cirkel. Ze rustten niet, ze werden niet moe. Hun stemmen klonken als één woord, steeds maar weer: Heilig. Elke keer dat ze het zeiden, klonk het niet herhaald. Het klonk fris, alsof ze iets nieuws over God zagen, elke keer dat ze keken. En elke keer dat ze Heilig zeiden, was er iets diep in mij dat het met hen eens was. En ook al zongen ze niet voor me, hun lofprijzing maakte me op de juiste manier kleiner voelen. Het herinnerde me eraan dat God groter is dan alles wat ik me ooit had kunnen voorstellen.
En Hij is het echt allemaal waard. Als ik stond bij de rivier, mijn ogen werden getrokken naar iets ver voor me. Toen ik dichterbij kwam, kon ik het duidelijker zien. Het leek op een paleis, maar niet zoals die op aarde gebouwd waren. Er waren geen stenen, geen hout. Ik kon niet zien waar het van gemaakt was, maar het zag er levend uit. Het was niet versierd met juwelen of houtsnijwerk, maar het had een schoonheid zo diep dat het me deed stilstaan. Toen ik de ingang naderde, merkte ik iemand naast me op. Hij was niet komen aanlopen. Hij was gewoon een engel geworden. Hij zei niets, maar zijn
aanwezigheid kalmeerde me. Hij keek me niet aan als een vreemde. Hij keek me aan als iemand die al die tijd op me had gewacht. Het was alsof hij mijn naam reeds kende. Zijn gezicht was anders dan alles wat ik ooit had gezien. Het gloeide niet van vuur. Het schitterde niet van kracht. Het was gewoon zuiver. Alsof er nooit woede overheen was gegaan. Alsof er nooit een leugen overheen was gegaan. Er waren geen sporen van tijd. Geen tekenen van verdriet, alleen kalme kracht. Zijn ogen droegen tegelijkertijd vrede en waarheid.
Naast hem zijn maakte dat ik rein wilde zijn. Het maakte dat ik nooit meer wilde zondigen. Ik kon voelen dat hij dingen had gezien die ik nog niet had gezien, dingen die te heilig zijn voor de aarde. En toch stond hij naast me als een broeder, niet als een rechter. Hij ging naar het paleis en ik volgde. Het paleis ging niet open met een deur of een geluid. Het leidde ons gewoon naar binnen. Zeven engelen stonden in een wijde cirkel rond wat leek op een standaard of altaar in het midden van de zaal. Op die standaard zag ik een enorm boek. Ze keken niet naar mij. Ze keken naar het Boek.
Elke engel droeg een wit gewaad, maar over hun borsten waren sjerpen van diepgouden kleur Niet glanzend, maar vol stille kracht. Op de sjerpen stonden markeringen die ik niet kon lezen, maar ik voelde dat ze oud waren, misschien namen of rangen of plichten. Toen ik naar voren stapte, werd het boek duidelijker. Het rustte op de standaard. De kaft was anders dan elk boek dat ik ooit had gezien. Het was niet stijf. Het was alsof de kaft was gemaakt van iets organisch, iets levends dat zijn vorm behield.
Ik durfde het Boek niet aan te raken. Het Boek zag er niet oud uit, ook al wist ik dat het er reeds veel langer was dan wat ik ook kon begrijpe. Het zag er niet versleten uit, zoals iets dat door velen was geopend en gelezen. Het zag er nieuw en fris uit. Ik kon niet te dicht bij het Boek komen. Het was goed beschermd. Ik realiseerde me iets verbazingwekkends. De pagina's erin waren niet gevuld met inkt of geschreven zoals we op aarde schrijven.
De namen, elke naam was geschreven in licht. Elke naam die ik zag gloeide. Het was niet alleen licht zoals wij dat kennen. Terwijl ik naar de pagina's keek, merkte ik nog iets op. De namen waren niet zomaar willekeurig opgeschreven. Elke naam had zijn plaats en elke regel was genummerd. Ik kon de pagina's zien omslaan. En toen de pagina's voor me begonnen te bewegen, zag ik nog iets. De namen gingen niet zomaar voor altijd door. Er was een nummer, een laatste nummer 144.000 op de allerlaatste pagina.
Terwijl ik daar in stilte stond, sprak de engel aan mijn zijde eindelijk. Hij liet me weten dat dit de namen zijn die geschreven staan in het Boek des levens. Dit zijn degenen die zijn uitgekozen voor de grote opname. Ik keek opnieuw naar het Boek, nu gesloten, en herinnerde me het nummer 144.000. Dit waren degenen die waren geteld, degenen die in de opname zouden worden opgenomen. De engel had de waarheid reeds gesproken, maar iets in mij verlangde wanhopig naar het antwoord om mijn naam te zien tussen de 144.000. Ik kon de gedachte niet verdragen dat mijn naam er niet bij was.
Maar ik mocht niet in de buurt van het Boek komen Ik kon niet controleren of mijn naam erin stond. In het visioen had ik een sterk gevoel dat mijn naam er niet bij hoorde. Ik weet niet waarom, maar dat is wat ik nu nog steeds voel. Ik heb erover gebeden Toen vervaagde het plotseling allemaal: het licht, de engelen, het Boek. Alles verdween in een oogwenk Als het einde van een droom die wegglijdt voordat je het kunt bevatten Ik werd wakker met een schok, happend naar adem.
Mijn hart klopte alsof ik net had gelopen. Aan elke Christen die mijn verhaal hoort, smeek ik je te luisteren: De hemellichamen en engelen maken zich klaar voor een grote schudding die over de wereld komt. Dit zal in onze tijd gebeuren. Ik weet het en ik geloof het zeker. Leef niet in lauwheid en ga er niet van uit dat je plaats gegarandeerd is omdat je ooit geloofde of ooit gered bent. Dit is een wandel die dagelijks met je hart moet worden beleefd. Het betekent een volledige overgave aan God.
We zijn niet alleen geroepen om te geloven, we zijn geroepen om te overwinnen, om te volharden om Christus in gehoorzaamheid te volgen, zelfs als het moeilijk is, zelfs als het ons iets kost. Er zijn velen die sterk beginnen, maar halverwege stoppen. Sommigen vallen en keren terug naar het wereldse. Anderen worden moe en verliezen hun focus. Maar ik zeg je, na wat ik heb gezien, is het het niet waard. Niets in dit leven is het waard om je naam in dat Boek te verliezen.
Noot Claudia: Dit is vanuit het perspectief van een Protestant geschreven. Maar hier gaat het over de eerstelingen uit het Mariale leger. Dit werd uitgelegd aan Lorena. De eerstelingen zijn degenen die tegen de Antichrist moeten strijden en anderen moeten helpen. Dit zijn degenen die uiteindelijk allen omkomen in de Verdrukking en daarna in de Hemel worden opgenomen. Deze eerstelingen worden opgenomen in de Waarschuwing om hun missie te krijgen in de Hemel, en worden uitgestuurd om hun missie te beginnen. Er zijn natuurlijk veel meer mensen die in de Hemel komen dan deze 144.000 en er zijn ook meerder opnames. Jezus had het over 2 grote opnames aan het einde van de Verdrukking van 3.5 jaar.
|