De Messias, die verheven werd, zou de volken reinigen door zijn lijden, en daarna opnieuw verheven worden:
Jesaja 52:13-15: Mijn dienaar zal slagen, hij zal groots zijn, hoog verheven in aanzien. Zoals hij velen deed huiveren – zo gruwelijk, zo onmenselijk was zijn aanblik, zijn uiterlijk had niets meer van een mens –, zo zal hij veel volken opschrikken, en koningen zullen sprakeloos staan. En zij aan wie niets was verteld, zullen zien, zij die niets hadden gehoord, zullen begrijpen.
In Filippenzen vertelt de apostel Paulus ons dat de Zoon van God zijn missie hier op aarde begon toen hij in de hemel in heerlijkheid werd verheven. Als Zoon van God was Hij hoog en verheven, maar toen Hij mens werd, werd de heerlijkheid die Hij met Zijn Vader deelde, verborgen en niet gezien door de mensen die Hij hier op aarde ontmoette. Behalve de drie mannen die Jezus van gedaante zagen veranderen, hadden de mensen in zijn tijd geen idee van zijn majesteit en goddelijke natuur. In hun ogen was hij een gewoon mens, die net als zij liep, praatte, at en dronk. Wat maakte deze man zo bijzonder?
De apostel Paulus herinnert ons eraan dat God vóór de grondlegging van de wereld reeds gepland had dat zijn Zoon zou komen en vele zonen in heerlijkheid zou brengen. Het is altijd Gods verlangen geweest dat wij het leven met Hem zouden delen in warme, liefdevolle verbondenheid. Om dit te kunnen verwezenlijken, moest de Zoon van God één van ons worden, voor ons sterven en weer opstaan uit de dood. Zo bracht Hij de verzoende mensheid met zich mee toen Hij terugkeerde naar de Vader.
En dit prachtige plan dat God in gang zette lang voordat wij bestonden, bracht een prijs met zich mee die de Zoon van God koos te betalen: zijn lijden en dood. Omdat God ons met een eeuwige liefde liefheeft en de eeuwigheid met ons wil delen, nam het Woord van God een menselijke gedaante aan en liet Zich kruisigen. Zo onderwierp Hij Zich aan de wil van zondige mensen.
Filippenzen 2:5-7: Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. En als mens verschenen, heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis.
Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader.
De nederige Messias zou door de mensheid worden afgewezen:
Jesaja 53:1-3: Wie kan geloven wat wij hebben gehoord? Aan wie is de macht van de HEER geopenbaard? Als een loot schoot hij op onder Gods ogen, als een wortel die uitloopt in dorre grond. Onopvallend was zijn uiterlijk, hij miste iedere schoonheid, zijn aanblik kon ons niet bekoren. Hij werd veracht, door mensen gemeden, hij was een man die het lijden kende en met ziekte vertrouwd was, een man die zijn gelaat voor ons verborg, veracht, door ons verguisd en geminacht.
Er was geen enkele reden voor een mens om Jezus te waarderen op basis van de menselijke manier waarop mensen worden gewaardeerd. Marcus nam in zijn evangelie een bijzonder denigrerende vraag op. Toen de aanwezigen in de synagoge Jezus’ afstamming met die van zijn moeder in verband brachten, vroegen ze: Hij is toch die timmerman, de zoon van Maria en de broer van Jakobus en Joses en Judas en Simon? En wonen zijn zusters niet hier bij ons?’ En ze namen aanstoot aan hem. - Marcus 6:3
Dit was een opvallend denigrerende opmerking in die cultuur, aangezien mannen doorgaans werden geïdentificeerd met de naam van hun vader.
Volgens de sociale conventies van zijn tijd en de religieuze tradities van zijn geloof, ging Jezus altijd om met de ‘verkeerde’ mensen. Hij bracht tijd door met prostituees, belastinginners en andere zondaars. Hij zag eruit als een doorsnee persoon. Er was niets bijzonders wat hem tot een charismatische leider maakte. De meeste machthebbers en autoriteitsmensen konden alleen maar kritiek op hem hebben. Hij gedroeg zich veel te vrij als het ging om de tradities van zijn geloof. En zijn beweringen over zijn goddelijke afkomst leverden hem het etiket ketter op. En toen hij geconfronteerd werd met de moeilijkste, meest veeleisende situatie in zijn leven — zijn arrestatie en zijn kruisiging — lieten zelfs zijn volgelingen hem in de steek en sloegen op de vlucht.
De Messias zou worden verworpen, gekweld en gekruisigd:
Jesaja 53:4-6: Maar hij was het die onze ziekten droeg, die ons lijden op zich nam. Wij echter zagen hem als een verstoteling, door God geslagen en vernederd. Om onze zonden werd hij doorboord, om onze wandaden gebroken. Voor ons welzijn werd hij getuchtigd, zijn striemen brachten ons genezing. Wij dwaalden rond als schapen, ieder zocht zijn eigen weg; maar de wandaden van ons allen liet de HEER op hem neerkomen.
Als er één ding is waar mensen om bekend staan, dan is het wel dat ze koppig vasthouden aan hun eigen wil. Vanaf het begin hebben mensen geprobeerd hun eigen weg te gaan, net als schapen die weigeren te blijven waar ze horen. We kunnen God ten onrechte de schuld geven van de kruisiging van Jezus Christus, maar in werkelijkheid zijn het mensen die zijn gewelddadige dood hebben gepland, die hebben veroorzaakt door onrecht en politieke manipulatie, en die hebben uitgevoerd door de leugens van religieuze leiders en de handen van Romeinse soldaten. Jezus weet als geen ander wat het betekent om verraden te worden door een vriend, om gekweld, geteisterd en bespot te worden door degenen die Hem zouden moeten respecteren.
En het allergrootste wonder is dat God dit allemaal heeft toegelaten. Op dat moment van de grootste nood, toen zijn menselijk vlees de aanwezigheid van zijn Vader niet kon waarnemen, riep Jezus de eerste strofe van Psalm 22 uit: “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?” Als we naar het einde van de psalm kijken, zien we dat Jezus nog steeds hoop had, want hij kende zijn hemelse Vader goed. Hij wist dat zijn Vader altijd trouw zou blijven, in tegenstelling tot de mensen die hem hadden verraden. Ja, Hij is onze Verbondsgod, die nooit zijn trouw aan ons breekt. Verenigd met zijn Vader in de Geest, ontdekken we dat Jezus niet verlaten werd, maar dat het:
2 Korintiërs 5:19: God is die door Christus de wereld met zich heeft verzoend: hij heeft de wereld haar overtredingen niet aangerekend. En ons heeft hij de verkondiging van de verzoening toevertrouwd.
Ook al ervoer Jezus een tijdlang de volle last van de menselijke zonde en de gevolgen daarvan, toch zou de Vader niet toestaan dat Hij voor altijd in deze plaats van lijden en verdriet zou blijven.
De onschuldige, nederige Messias zal zwijgen in het licht van onrecht
Jesaja 53:7-9: Hij werd mishandeld, maar verzette zich niet en deed zijn mond niet open. Als een schaap dat naar de slacht wordt geleid, als een ooi die stil is bij haar scheerders deed hij zijn mond niet open. Door een onrechtvaardig vonnis werd hij weggenomen. Wie van zijn tijdgenoten heeft er oog voor gehad? Hij werd verbannen uit het land der levenden,om de zonden van mijn volk werd hij geslagen. Hij kreeg een graf bij misdadigers, zijn laatste rustplaats was bij de rijken; toch had hij nooit enig onrecht begaan, nooit bedrieglijke taal gesproken.
Als het Lam Gods dat de zonde van de wereld wegnam, reageerde Jezus niet zoals ieder ander mens in deze tijd van lijden en dood zou hebben gereageerd. Wanneer we bedenken wie Jezus is, volledig God en volledig mens, staan we versteld van zijn vermogen om zoveel lijden te ondergaan zonder te reageren, wraak te nemen of zichzelf zelfs maar te redden.
Het is inderdaad opmerkelijk dat Jezus aan het kruis bleef hangen, terwijl Hij over de onmetelijke, onbeperkte krachten van de Hemel beschikte. Op dat moment van lijden en dood dacht hij helemaal niet aan zichzelf. Hij dacht alleen aan jou, aan mij en aan alle andere mensen die ooit geleefd hebben en gestorven zijn. Wat hij op dat moment deed, deed hij voor het welzijn van anderen, niet voor zijn eigen welzijn als mens.
En zij die Hem kruisigden, en zelfs de meesten van hen die vol droefheid naar Hem keken toen Hij aan het kruis hing, hadden geen idee wat er gaande was. Hij had geprobeerd zijn discipelen en anderen te waarschuwen voor wat er ging gebeuren. Hij probeerde uit te leggen waarom het moest gebeuren en hoe het allemaal zou aflopen. Maar de waarheid was gewoonweg te veel. Hun visie werd vertroebeld door de ambitie van een menselijk koninkrijk dat de Romeinse regering omver zou werpen en een einde zou maken aan het directe menselijke lijden.
Verborgen in die mens die aan het kruis hing, zat de Zoon van God. Hij kwam om de mensheid te redden van het kwaad, de zonde en de dood. Ze hadden geen idee wat Hij deed. Zelfs toen de rijke Jozef van Arimatea de dode Jezus in zijn rotsgraf legde, hadden ze nog steeds geen idee van de betekenis van wat er gebeurde. Maar dat maakte niet uit: God zou toch afmaken wat Hij begonnen was. Jezus Christus stierf, maar dat was niet het einde.
De Messias zou sterven, maar niet tevergeefs:
Jesaja 53:10-12: Maar de HEER wilde hem breken, hij maakte hem ziek. Hij offerde zijn leven voor hun schuld, om zijn nageslacht te zien en lang te leven. En door zijn toedoen slaagde wat de HEER wilde. Na het lijden dat hij moest doorstaan, zag hij het licht en werd met kennis verzadigd. Mijn rechtvaardige dienaar verschaft velen recht, hij neemt hun wandaden op zich. Daarom ken ik hem een plaats toe onder velen en zal hij met machtigen delen in de buit, omdat hij zijn leven prijsgaf aan de dood en zich tot de zondaars liet rekenen. Hij droeg echter de schuld van velen en nam het voor zondaars op.
Jezus, de Messias, werd in een graf gelegd nadat hij zijn leven had gegeven voor alle mensen die ooit geleefd hebben, die nu leven of die zullen leven. Hij nam alles op zich wat de mens aan woede, boosheid, haat en mishandeling kon uiten. Hij liet zich martelen en kruisigen, zonder dat hij op enigerlei wijze een poging deed om zichzelf te bevrijden. Hij volbracht met succes de taak waarvoor hij gezonden was: ons leven leiden en onze dood sterven, zodat wij bevrijd konden worden van het kwaad, de zonde en de dood.
Jezus heeft de mens rechtvaardig voor God gemaakt door in ons menselijk vlees het vermogen te smeden om in een juiste relatie met God en met elkaar te leven. Jezus nam ons menselijk gezicht en keerde het terug naar onze Vader, en keerde onze wil terug naar gehoorzaamheid aan de wil van God en zijn wegen. Dankzij alles wat Jezus heeft gedaan, heeft God de mensheid met Zichzelf verzoend.
En nu worden wij allemaal opgeroepen om met God verzoend te worden door bekering en geloof. Op Paaszondag vieren we de opstanding van Jezus, wanneer Hij uit de dood opstaat. Het goede nieuws is dat God in de Messias heeft volbracht wat Hij begonnen was. Want Jezus Christus, de Zoon van God en de Zoon des mensen, is Heer over allen. En in Hem zijn allen in een juiste relatie met God in de Geest opgenomen.
Toen we vandaag met onze boodschap begonnen, zagen we dat Jezus het einde van het verhaal al wist voordat Hij begon. Wanneer je naar het verhaal van je leven kijkt, besef dan dat God zowel het begin als het einde ervan kent. En God weet alles over jou en alles wat je nu doormaakt. Als je worstelt met moeilijkheden, ontberingen of verdriet - Jezus begrijpt hoe dat is en beleeft deze dingen op dit moment met je in de Geest. Er is niets dat Hij niet met je kan delen, want Hij heeft Zich met je verenigd in Zijn leven hier op aarde, Zijn lijden en Zijn dood.
Zijn er dingen in je leven waar je je voor schaamt? Zijn er dingen waar je je hele leven reeds mee worstelt, maar die je nooit onder controle krijgt? Jezus begrijpt hoe wij als mensen in elkaar zitten en hoe het is om je door anderen te schamen en ongemakkelijk te voelen. Deze menselijke ervaringen die wij meemaken, begrijpt hij en heeft hij zelf ervaren. Hij werd op dezelfde manier bekoord als wij, maar zonder te zondigen. Dat is het mooie van wat Jezus ons biedt: zijn werkelijke aanwezigheid in ons en met ons door zijn Geest, op een manier die een waarlijk delen is in ons leven, ons lijden en onze pijn. Hij biedt ons zijn kracht, zijn wijsheid, zijn geloof en alles wat wij nodig hebben voor het leven en voor godsvrucht. Wat een troost voor ons!
Laten wij nadenken over alles wat Jezus Christus ons biedt, en dat we uitgenodigd worden om de Eucharistie te nuttigen, als Zijn Lichaam en Zijn Bloed dat Hij nog steeds op onbloedige wijze voor ons opoffert.
Denk eens even na over alles wat Jezus voor jou heeft gedaan en wat het Hem kost om dat te doen. Jezus vertelde zijn discipelen dat als we Hem willen volgen, we ons leven moeten afleggen en ons eigen kruis moeten opnemen, wat dat ook mag zijn. Wat ben jij bereid los te laten, zodat je Jezus beter kunt volgen? Welk specifiek kruis heeft Jezus jou gevraagd te dragen? Laten we even stilstaan in stil gebed, terwijl je je ertoe verbindt om los te laten wat Hij je vraagt los te laten en het kruis op te nemen dat Hij je heeft gevraagd te dragen.
2 Korintiërs 13:14: De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de eenheid met de heilige Geest zij met u allen.
Amen.
|