Eerste hemel - Het firmament, de atmosfeer van de aarde: Dat is de directe hemel, waar de vogels van de hemel, de arenden van de hemel vliegen en de wolken worden gevormd. Het is onze atmosfeer die de aarde omringt.
Genesis 2:19; 7:3: Toen boetseerde Jahwe God uit de aarde alle dieren op het land en alle vogels van de lucht, en bracht die bij de mens, om te zien hoe hij ze noemen zou: zoals de mens ze zou noemen, zo zouden ze heten. - ook van de vogels in de lucht zeven paar, telkens een mannetje en een wijfje. Zo zult gij hun soort in stand houden op de gehele aarde.
Psalm 8:9: de vogelen des hemels, de vissen der zee: wat de banen der zeeën doorkruist.
Klaagliederen 4:19: Onze vervolgers kwamen sneller dan arenden uit de lucht. Ze joegen ons na in de bergen, belaagden ons in de woestijn.
Genesis 1:8: Het uitspansel noemde God hemel. Het werd avond en het werd ochtend; dat was de tweede dag.
Genesis 1:20: God sprak: `Het water moet wemelen van dieren, en boven het land moeten de vogels vliegen langs het hemelgewelf.'
Tweede hemel - De ruimte of het heelal, de sterrenhemel: Deuteronomium 17:3: andere goden gaat vereren en zich neerbuigt voor de zon, de maan of een ander hemellichaam
Jeremia 8:2: Men spreidt ze uit onder de zon, de maan en de sterren.
Matteüs 24:29: Aanstonds na de verschrikkingen van die dagen zal de zon verduisteren en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen van de hemel vallen en de hemelse heerscharen in verwarring geraken.
De tweede hemel is de sterrenhemel, waar onze atmosfeer eindigt. De tweede hemel is de uitgestrekte ruimte van het fysieke universum. Het is de hemel waarin de zon, maan en sterren zich in een vaste baan bevinden en waar planeten, sterrenstelsels en andere hemellichamen zich bevinden.
Jesaja 40:26: Heft uw ogen omhoog en ziet: wie heeft dat alles geschapen? Hij, die hun legerscharen in vollen getale uitrukken doet en ze alle bij name roept; zo groot is zijn macht, zo geweldig zijn kracht, dat er niet een ontbreekt.
Job 38:31-38: Kun jij de Pleiaden intomen of Orion uit zijn ketenen bevrijden? Kun jij de Hyaden op tijd naar buiten brengen, de Grote en de Kleine Beer mennen? Ken jij de wetten van de hemellichamen en leg jij die hier beneden vast? Als jij een bevel schreeuwt naar de wolken, stroomt dan de regen weldadig over je heen? Als jij de bliksem beveelt om te gaan, zegt die dan: 'Hier ben ik, Heer?' Wie heeft de ibis zo wijs gemaakt, wie de haan zo verstandig? Wie heeft het vermogen wolken af te tellen en de hemelkruiken leeg te storten, zodat het stof aaneenkleeft tot stevige kluiten aarde?
Deuteronomium 4:19: En als gij uw ogen naar de hemel heft en daar de zon, de maan, de sterren of een ander hemellichaam ziet, laat u dan niet verleiden om u voor hen neer te buigen en hen te vereren. Jahwe uw God heeft hen toebedeeld aan de andere volken onder de hemel.
Job 26:7-9: en dan spant Hij de noorderhemel uit boven de diepte, en Hij laat de aarde drijven op het niets; dan perst Hij het water in wolken en toch scheurt de nevel daaronder niet; dan verduistert Hij de volle maan en hangt er zijn wolken voor;
Psalm 8:4: Als uw hemel ik zie - uwer vingeren werk, maan en sterren die Gij daar stelde,
Derde memel - Paradijs: Dit is waar God en de heilige engelen en geesten van rechtvaardige mensen wonen. De derde hemel is de locatie van Gods troon, Paradijs 2 Kor 13:2-4: Ik ken een mens in Christus, die veertien jaar geleden, in het lichaam of buiten het lichaam, ik weet het niet, God weet het... die mens werd weggerukt naar de derde hemel. Van die mens weet ik dat hij het lichaam ontmoette of zonder het lichaam, ik weet het niet, God weet het, dat hij weggerukt werd naar het paradijs en onze woorden vernam, die geen mens mag uitspreken.
De locatie van deze Hemel wordt getoond in de Bijbel Jes 14:13, in de opstand van Satan.
Jesaja 14:13: Gij hebt bij jezelf gedacht: Ik klim naar de Hemel, hoog boven Gods sterren plaats ik mijn troon; zetelen zal ik op de berg waar de goden samenkomen, op de hoogste toppen van de Safon. De derde hemel ligt voorbij de ruimte en de sterren, waar geen mens ooit met een telescoop heeft gezien. Deze Hemel is de woonplaats van God, waar Paulus naartoe werd gebracht en wiens wonderen hij mocht aanschouwen - deze plaats waar God woont (2 Kor 12:2-4).
Satan werd uit de Derde Hemel geworpen na zijn opstand tegen God.
Lucas 10:18: Hij zei tot hen: 'Ik zag de satan als een bliksemstraal uit de hemel vallen. Hij en zijn gevallen engelen bevinden zich nu in de Tweede Hemel, in de hyperspace, de vierde dimensie, gevangen tussen tijd en eeuwigheid. Hij is de Prins van de kracht van de lucht.
Efeziërs 2:2: waarin gij eertijds hebt geleefd volgens de god van deze wereld, de heerser over het machtsgebied van de lucht, de geest die nog altijd aan het werk is onder de weerspannigen... Bijbels gezien zijn er 4 dimensies.
Efeziërs 3:18: Moogt gij in staat zijn met alle heiligen te vatten, wat de breedte en lengte en diepte is, breedte als referentie naar de 4e dimensie. In de toekomst zullen Satan en zijn gevallen engelen vanuit de Tweede Hemel op aarde worden geworpen, naar de dimensie van de tijd (Open 12). Daar zullen hij en zijn volgelingen worden geoordeeld.
Openbaring 12: En er verscheen een groot teken aan de hemel: een vrouw, bekleed met de zon, de maan onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren. Zij was zwanger en kreet in haar weeën en barensnood. Toen verscheen aan de hemel een ander teken: een grote, vuurrode draak. Hij had zeven koppen en tien horens, en op elke kop een diadeem. En zijn staart vaagde een derde deel van de sterren des hemels weg en wierp ze op de aarde. En de draak stond vóór de vrouw die zou baren, om zodra zij gebaard had, haar kind te verslinden. En zij baarde een kind, een zoon, die alle volken zal weiden met een ijzeren staf. En haar kind werd ijlings weggevoerd naar God en zijn troon.
En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats heeft van godswege bereid, om daar gespijzigd te worden twaalfhonderdenzestig dagen. Toen brak er in de hemel een oorlog uit. Michaël en zijn engelen moesten oorlogen tegen de draak. Ook de draak streed en zijn engelen. Maar zij hielden geen stand en hun plaats werd in de hemel niet meer gevonden. En de grote draak werd neergeworpen, de oude slang, die Duivel en Satan heet, die de hele wereld verleidt; neergeworpen werd hij op de aarde en zijn engelen met hem. En ik hoorde een stem in de hemel roepen:
Nu is gekomen het heil en de macht en het koningschap van onze God en de heerschappij van zijn Gezalfde, want de aanklager van onze broeders is neergeworpen, die hen aanklaagde bij onze God, dag en nacht. Zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, want zij hebben hun leven geminacht ten dode toe. Daarom juicht, hemelen, en gij die daar woont. Wee u, aarde en zee: de Duivel is ziedend van woede bij u neergekomen, want hij weet dat zijn dagen geteld zijn.”
En zodra de draak zich op aarde zag neergeworpen, begon hij de vrouw die het mannelijk kind had gebaard, te vervolgen. Maar aan de vrouw werden de twee vleugels van de grote adelaar gegeven, om naar de woestijn te vliegen, naar de plaats voor haar bestemd, waar zij buiten het bereik van de slang wordt gespijzigd een tijd en twee tijden en een halve tijd. Toen spuwde de slang uit zijn muil de vrouw water na, een stroom gelijk, opdat die stroom haar zou meesleuren.
Maar de aarde kwam de vrouw te hulp; zij opende haar mond en verzwolg de stroom die de draak uit zijn muil had gespuwd. Toen, om zijn woede op de vrouw te koelen, ging de draak heen, om de overige van haar kinderen te beoorlogen, hen namelijk die de geboden van God en het getuigenis van Jezus trouw bewaren. En hij bleef staan op het strand van de zee.
|