Jezus beveelt ons de Heilige Geest te ontvangen
Matteüs 3:11: Ik doop jullie met water ten teken van jullie nieuwe leven, maar na mij komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om zijn sandalen voor hem te dragen. Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur;
Lucas 12:12: want de heilige Geest zal jullie op dat moment ingeven wat je moet zeggen.’
Johannes 7:37-39: Op de laatste dag, het hoogtepunt van het feest, stond Jezus in de tempel, en hij riep: ‘Laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken! “Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft,” zo zegt de Schrift.’ Hiermee doelde hij op de Geest die zij die in hem geloofden zouden ontvangen; de Geest was er namelijk nog niet, want Jezus was nog niet tot Gods majesteit verheven.
Om de Heilige Geest te ontvangen, moet men geloof hebben in Jezus Christus, openlijk Zijn goddelijkheid belijden en geloven in Zijn opstanding. Door op Christus te vertrouwen, bekeren we ons van de zonde en leven we niet langer onder veroordeling, waardoor we onze Hemelse Vader kunnen vragen ons Zijn Geest te schenken. De Bijbel stelt dat degenen die in Jezus geloven, de Heilige Geest reeds hebben ontvangen.
Het Doopsel met de Heilige Geest in het Katholicisme verwijst naar een ervaring van een versterkt besef van de aanwezigheid en kracht van de Heilige Geest. Het wordt niet als een sacrament beschouwd, maar men gelooft dat het verband houdt met de sacramenten en vaak plaatsvindt wanneer mensen bidden voor een nieuwe uitstorting van de Heilige Geest in hun leven. Deze ervaring is fundamenteel voor de Katholieke vernieuwing van de uitstorting van de Heilige Geest en staat voor veel Katholieken symbool voor een belangrijke persoonlijke en religieuze ontmoeting.
Het Doopsel met de Heilige Geest is een ervaring van een versterkt besef van de aanwezigheid en kracht van de Heilige Geest. Het is de "soevereine handeling van God, die gewoonlijk plaatsvindt wanneer iemand met een houding van overgave en volgzaamheid bidt om een nieuwe uitstorting van de Heilige Geest in zijn of haar leven". Het Doopsel in de Heilige Geest "maakt de Heilige Geest los die reeds in ons aanwezig is, door de genaden die we in het sacrament van het Doopsel hebben ontvangen nieuw leven in te blazen."
De apostel Paulus leerde duidelijk dat we de Heilige Geest ontvangen op het moment dat we Jezus Christus als onze Redder aannemen.
1 Korintiërs 12:13 verklaart: Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden, wij zijn allen van één Geest doordrenkt, of we nu Joden of Grieken zijn, of we nu slaven of vrije mensen zijn.
Romeinen 8:9 vertelt ons dat als iemand de Heilige Geest niet bezit, hij of zij niet bij Christus hoort: Maar u leeft niet zo. U laat u leiden door de Geest, want de Geest van God woont in u. Iemand die zich niet laat leiden door de Geest van Christus behoort Christus ook niet toe.
Efeziërs 1:13-14 leert ons dat de Heilige Geest het zegel van de verlossing is voor allen die geloven: In hem hebt ook u de boodschap van de waarheid gehoord, het evangelie van uw redding, in hem bent u, door uw geloof, gemerkt met het stempel van de heilige Geest die ons beloofd is als voorschot op onze erfenis, opdat allen die hij zich heeft verworven verlost zullen worden, tot eer van Gods grootheid.
Johannes 14:15-17: Als je mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden. Dan zal ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn: de Geest van de waarheid. De wereld kan hem niet ontvangen, want ze ziet hem niet en kent hem niet. Jullie kennen hem wel, want hij woont in jullie en zal in jullie blijven.
Johannes 14:2: In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou ik anders gezegd hebben dat ik een plaats voor jullie gereed zal maken?
Zegeningen en vrede in Jezus, Maria en Jozef,
John Martinez
|