7/5 De Opname is op handen - Great Miracles Avenue Pastor Emmanuel A. uit noord Nigeria: Jezus openbaarde mij een gebeurtenis die op het punt staat te gebeuren vóór de opname. In dit visioen stond ik op een straathoek in wat leek op een Amerikaanse stad. Er voelde echter iets mis. De straten waren ongewoon leeg en er hing een zware lucht. Ik zag een klein groepje mensen over de stoep lopen en nerveus over hun schouders kijken. Ze droegen Bijbels dicht tegen hun lichaam gedrukt en probeerden ze te verbergen. Ik volgde hen omdat ik wist dat ze naar een kerkdienst gingen. Ze sloegen ze een steegje in en gingen via de achterdeur naar binnen van wat ooit een kleine supermarkt was geweest. Binnen waren ongeveer 30 mensen verzameld.
Er waren geen banken, geen kruisen aan de muur, alleen klapstoelen in een cirkel. Een oudere man stond op en opende zijn Bijbel. "Broeders en zusters," fluisterde hij. "We moeten vanavond snel zijn. Laten we bidden en het woord bestuderen zolang het nog kan. Net toen ze hun hoofd bogen, klonk er een luide klap. De deur vloog open en mannen in donkere uniformen stormden naar binnen. "Deze bijeenkomst is illegaal," riepen ze. "Iedereen tegen de muur." De gelovigen keken bang, maar niet verbaasd. Alsof ze dit moment hadden verwacht. Sommigen begonnen hardop te bidden, terwijl anderen elkaars handen vastpakten.
Een jonge vrouw stond op "We lezen alleen maar de Bijbel," zei ze kalm. Een man in uniform sloeg haar in het gezicht en zei “Jullie religie is gevaarlijk verklaard voor de samenleving!“ Hij grijnsde: “Alle kerken moeten gesloten worden. Jullie pastors zijn criminelen die zich verstoppen voor de gerechtigheid.“ Ik keek met afgrijzen toe hoe ze de groep begonnen te scheiden en sommigen handboeien omdeden terwijl ze foto's van anderen maakten. Een ouder echtpaar werd ruw op de grond geduwd toen ze weigerden hun geloof te ontkennen. Het tafereel was pijnlijk bekend voor mij, niet zo heel anders dan wat we meemaken in delen van Nigeria.
Maar het zien gebeuren in Amerika, een plaats waarvan ik me altijd had voorgesteld dat Christenen er veilig waren, schokte me diep. Plotseling veranderde het tafereel. Ik stond nu in een buurt met kleine huizen. Ik kon naar binnen kijken in een huis waar een gezin die in een kelder bijeen was gekomen en heel zachtjes hymnes zong. De vader, van wie ik op de een of andere manier wist dat hij hun pastor was, las voor uit Openbaring bij het licht van een kaars. Zonder waarschuwing brak hun deur open.
Mannen liepen de trap af en er werden wapens getrokken. De moeder duwde haar kinderen achter zich terwijl de vader opstond om ze te confronteren. Het tafereel veranderde weer en ik zag Christenen op talloze plaatsen, sommigen verstopten zich in bossen, anderen kwamen bijeen in verlaten gebouwen. Sommigen moesten door de straten gemarcheren terwijl de menigte hen uitlachte. Anderen verloren hun huis, hun job, hun vrijheid, allemaal omdat ze weigerden Christus te ontkennen.
Ik zag een vrouw die werd ontslagen van haar job in het ziekenhuis omdat er een halsketting met kruisje in haar kluisje werd gevonden. Ik zag hoe een leraar uit zijn klaslokaal werd gesleurd omdat hij Jezus noemde tegen een getraumatiseerde leerling. Ik zag een jong stel dat werd geweigerd in winkels omdat ze werden geïdentificeerd als gelovigen. Wat me het meest trof, was niet alleen de vervolging, maar hoe gewoon al het andere leek. Het leven ging door rond deze gebeurtenissen. Mensen winkelden, werkten en speelden terwijl gelovigen werden opgejaagd. Nieuwsprogramma's vermeldden nauwelijks wat er gebeurde, alsof het verdwijnen van het Christendom uit het openbare leven niet het vermelden waard was.
Toen gebeurde het midden in dit donkerste moment. Ik stond in een veld waar een kleine groep gelovigen zich met groot risico had verzameld om samen te bidden onder de open hemel. Het ene moment waren ze er nog, hun gezichten opgeheven in tranen in gebed en het volgende moment waren ze weg. Hun Bijbels vielen op de grond. Over de hele wereld gebeurde hetzelfde. De gelovigen verdwenen gewoon midden in een zin, terwijl ze zich verstopten, terwijl ze werden gearresteerd en elkaar troostten.
Ik zag gelovigen naar de gevangenis worden gebracht, verdwenen en hun bewakers achterlatend met lege handboeien Ik zag auto's plotseling crashen zonder bestuurders. Ziekenhuispatiënten verdwenen uit hun bedden. Kinderen verdwenen uit schuilplaatsen en lieten ongelovige ouders achter die hen hadden beschermd ondanks dat ze hun geloof niet deelden. De wereld barstte uit in chaos. Degenen die waren achter gebleven liepen door de straten en riepen om vermiste geliefden. Verwarring en angst vervingen het normale ritme van het leven. Boven dit alles hoorde ik het geluid van een trompet.
Geen aards geluid, maar iets dat leek te komen van voorbij de hemel zelf. Het was prachtig en verschrikkelijk tegelijk. Het vulde me met zowel vreugde als ontzag. Toen leek de hemel zelf open te scheuren. Licht en helderder dan alles wat ik ooit had gezien, maar toch op de een of andere manier niet verblindend. Ik ving een glimp op van wat de opstanding van Jezus Christus leek te zijn. Hij strekte Zijn armen uit om Zijn volk te ontvangen.
De gelovigen die waren verdwenen, werden opgenomen, hun gezichten straalden van vreugde toen ze opstegen naar dat glorierijke licht. Alle tranen, al het lijden van de momenten daarvoor werden vergeten in dit triomfantelijke moment van hereniging met hun Redder. Ik wilde mij bij hen voegen en strekte mijn handen uit. Maar op dat moment werd ik wakker.
|