(OSV News) — Dit is de volledige tekst van de homilie die Paus Leo XIV hield op het St-Pietersplein tijdens de mis ter gelegenheid van de inauguratie van het Petrusambt op 18 mei 2025.
Beste broeders kardinalen,
Broeders bisschoppen en priesters,
Eerwaarde autoriteiten en leden van het Corps Diplomatique,
Broeders en zusters,
Ik groet u allen met een hart vol dankbaarheid aan het begin van het ambt dat mij is toevertrouwd. De H. Augustinus schreef: "Heer, Gij hebt ons voor Uzelf geschapen, en ons hart is rusteloos totdat het rust vindt in U" (Belijdenissen, I: 1,1).
In deze dagen hebben we intense emoties ervaren. De dood van paus Franciscus vervulde ons hart met verdriet. In die moeilijke uren voelden we ons als de menigte die volgens het Evangelie "als schapen zonder herder" was (Mat. 9:36). Toch ontvingen we op Paaszondag zijn laatste zegen en beleefden we, in het licht van de verrijzenis, de dagen die volgden in de zekerheid dat de Heer zijn volk nooit in de steek laat, maar hen verzamelt wanneer zij verstrooid zijn en hen beschermt “zoals een herder zijn kudde beschermt” (Jer. 31:10).
In deze geest van geloof kwam het College van Kardinalen bijeen voor het conclaaf. Vanuit verschillende achtergronden en ervaringen legden we ons verlangen in Gods handen om de nieuwe opvolger van Petrus, de bisschop van Rome, te kiezen, een herder die in staat is het rijke erfgoed van het christelijk geloof te bewaren en tegelijkertijd naar de toekomst kijkt, om de vragen, zorgen en uitdagingen van de wereld van vandaag het hoofd te bieden. Vergezeld door uw gebeden konden we de werking van de Heilige Geest voelen, die ons in harmonie kon brengen, als muziekinstrumenten, zodat onze harten konden trillen in één melodie. Ik ben uitverkoren, zonder enige verdienste van mijzelf, en nu, met vrees en beven, kom ik tot u als een broeder, die de dienaar van uw geloof en uw vreugde wil zijn, die met u meewandelt op het pad van Gods liefde, want Hij wil dat wij allen verenigd zijn in één familie. Liefde en eenheid: dat zijn de twee dimensies van de missie die Jezus aan Petrus heeft toevertrouwd.
We zien dit in het Evangelie van vandaag, dat ons meeneemt naar het Meer van Galilea, waar Jezus de missie begon die Hij van de Vader had ontvangen: een "visser" van de mensheid te zijn om die uit de wateren van het kwaad en de dood te halen. Wandelend langs de oever had Hij Petrus en de andere eerste discipelen geroepen om, net als Hij, "vissers van mensen" te zijn. Nu, na de verrijzenis, is het aan hen om deze missie voort te zetten, hun netten steeds opnieuw uit te werpen, de hoop van het Evangelie in de "wateren" van de wereld te brengen, de zeeën van het leven te bevaren, zodat allen Gods omhelzing mogen ervaren. Hoe kan Petrus deze taak volbrengen? Het Evangelie vertelt ons dat dit alleen mogelijk is omdat zijn eigen leven aangeraakt werd door de oneindige en onvoorwaardelijke liefde van God, zelfs in het uur van zijn falen en verloochening. Daarom gebruikt Jezus, wanneer hij Petrus aanspreekt, het Griekse werkwoord agapáo, wat verwijst naar de liefde die God voor ons heeft, naar het zich zonder voorbehoud en zonder berekening aanbieden van zichzelf. Terwijl het werkwoord dat Petrus in zijn antwoord gebruikt, de liefde van vriendschap beschrijft die we voor elkaar hebben.
Wanneer Jezus Petrus dus vraagt: "Simon, zoon van Johannes, heb je Mij meer lief dan dezen?" (Joh. 21:16), verwijst hij naar de liefde van de Vader. Het is alsof Jezus tegen hem zegt: "Alleen als je deze liefde van God, die nooit faalt, hebt gekend en ervaren, zul je mijn lammeren kunnen weiden. Alleen in de liefde van God de Vader zul je je broeders en zusters met diezelfde 'meer' kunnen liefhebben, dat wil zeggen, door je leven te geven voor je broeders en zusters."
Petrus wordt zo de taak toevertrouwd om "meer lief te hebben" en zijn leven te geven voor de kudde. De bediening van Petrus onderscheidt zich juist door deze zelfopofferende liefde, omdat de Kerk van Rome voorzit in de naastenliefde en haar ware gezag de naastenliefde van Christus is. Het gaat er nooit om anderen met geweld, religieuze propaganda of macht te veroveren. In plaats daarvan gaat het altijd en alleen om liefhebben zoals Jezus deed.
De apostel Petrus zelf zegt ons dat Jezus "de steen is die door u, de bouwers, werd verworpen en die de hoeksteen is geworden" (Handelingen 4:11). Bovendien, als de rots Christus is, moet Petrus de kudde hoeden zonder ooit toe te geven aan de verleiding om een autocraat te zijn, heersend over degenen die aan hem zijn toevertrouwd (vgl. 1 Petrus 5:3). Integendeel, hij is geroepen om het geloof van zijn broeders en zusters te dienen en met hen mee te lopen, want wij zijn allen “levende stenen” (1 Petr. 2,5), geroepen door ons doopsel om Gods huis te bouwen in broederlijke verbondenheid, in de harmonie van de Geest, in het samenleven van verscheidenheid. In de woorden van de H. Augustinus: “De Kerk bestaat uit allen die in harmonie leven met hun broeders en zusters en die hun naaste liefhebben” (Serm 359,9).
Broeders en zusters, ik zou graag willen dat ons eerste grote verlangen een verenigde Kerk is, een teken van eenheid en gemeenschap, die een zuurdesem wordt voor een verzoende wereld. In onze tijd zien we nog steeds te veel verdeeldheid, te veel wonden veroorzaakt door haat, geweld, vooroordelen, de angst voor verschil, en een economisch paradigma dat de hulpbronnen van de aarde uitbuit en de allerarmsten marginaliseert. Van onze kant willen wij een klein zuurdesem van eenheid, gemeenschap en broederschap in de wereld zijn. Wij willen met nederigheid en vreugde tegen de wereld zeggen: Kijk naar Christus! Kom dichter bij Hem! Verwelkom zijn woord dat verlicht en troost! Luister naar zijn aanbod van liefde en word zijn ene familie: in de ene Christus zijn wij één. Dit is de weg die we samen moeten volgen, onderling, maar ook met onze zusterkerken, met hen die andere religieuze paden bewandelen, met hen die God zoeken, met alle vrouwen en mannen van goede wil, om een nieuwe wereld te bouwen waar vrede heerst!
Dit is de missionaire geest die ons moet bezielen; ons niet opsluiten in kleine groepen, noch ons verheven voelen boven de wereld. We zijn geroepen om Gods liefde aan iedereen aan te bieden, om die eenheid te bereiken die verschillen niet uitschakelt, maar waarde hecht aan de persoonlijke geschiedenis van ieder mens en aan de sociale en religieuze cultuur van elk volk.
Broeders en zusters, dit is het uur van de liefde! De kern van het Evangelie is de liefde van God die ons tot broeders en zusters maakt. Met mijn voorganger Leo XIII kunnen we ons vandaag de dag afvragen: Als dit criterium "in de wereld zou gelden, zou dan niet elk conflict ophouden en de vrede terugkeren?" (Rerum Novarum, 21).
Laten we met het licht en de kracht van de Heilige Geest een Kerk bouwen die gegrondvest is op Gods liefde, een teken van eenheid, een missionaire Kerk die haar armen opent voor de wereld, het woord verkondigt, zich door de geschiedenis "onrustig" laat maken en een zuurdesem van harmonie voor de mensheid wordt.
Laten we samen, als één volk, als broeders en zusters, naar God toe wandelen en elkaar liefhebben.
|