22/6 Visioenen van A.K. Emmerich van de Grote verdrukking - Penance Podcast
Profetieën van de zalige Anna Katarina Emmerich over de eindtijd. Anna Catharina Emmerich (1774-1824) was een Duitse mystica, geboren in een arm gezin. Ze leed aan chronische ziekten en raakte na een ongeval bedlegerig. In haar laatste jaren ontving ze visioenen over het leven van Jezus Christus, de H. Maagd Maria, het hiernamaals en toekomstige gebeurtenissen, waaronder de Berlijnse Muur en Vaticanum II. Haar visioenen leidden tot ontdekkingen zoals de ruïnes van Ur in Chaldea door Reynolds en het huis van de Maagd Maria in Efeze, evenals ondergrondse gangen onder de Tempel van Jeruzalem in 1981, die ze beschreef terwijl ze de Onbevlekte Ontvangenis overpeinsde – een dogma dat 30 jaar na haar dood werd afgekondigd.
1. De Vernietigers
Dit gedeelte beschrijft visioenen van krachten die de Kerk van binnenuit en van buitenaf ondermijnen:
Het Mysterie van de Ongerechtigheid (1.1): Emmerich zag een kwaadaardige kracht die mensen manipuleerde om het ware geloof te verlaten, en die in de Eindtijd steeds heviger werd.
De Verwoesting van de Kerk (1.2): Een verzwakte Kerk die intern werd aangevallen door geestelijken en leken die haar doctrinaire en spirituele fundamenten ondermijnden.
De Verduistering van de Kerk (1.3): De waarheid verduisterd door verwarring en afvalligheid.
De Kerk van de Afvalligen (1.4) en de Valse Kerk (1.5): Een valse kerk die de ware nabootst en doctrinaire dwalingen en valse oecumene promoot (1.8).
De Gemeenschap van de Onheiligen (1.6): Ontheiliging van de Eucharistie (1.9) door onzorgvuldig bestuur en verlies van eerbied.
De verraden paus (1.7): Een paus die verraad ondergaat, zelfs van zijn volgelingen, en die isolatie en tegenstand moet doorstaan.
De verwaarloosde zegen (1.10): Verlies van waardering voor zegeningen en sacramenten.
Het priesterlijk celibaat (1.11): Aanvallen op het priesterlijk celibaat als onderdeel van de crisis in de kerk.
Profane en gewijde taal (1.12): Vervanging van sacrale liturgische taal door seculiere taal, wat de spiritualiteit verzwakt.
De anarchie van de kerk (1.13): Interne chaos door ongehoorzaamheid en gebrek aan eenheid.
"Jezus! Jezus! Jezus!" (1.14): Een oproep om Jezus' naam aan te roepen als spirituele toevlucht.
Hedonisme en het kruis (1.15): Een maatschappij gedomineerd door genot, die het verlossende lijden van het kruis afwijst.
2. De Grote Verdrukking
Emmerich beschrijft een periode van immense beproevingen voor de mensheid en de Kerk:
Het Schisma van de Kerk (2.1): Een interne verdeeldheid die de gelovigen scheidt van afvalligen, gekenmerkt door doctrinaire en morele conflicten.
De Rozenkrans, Wapen van de Eschatologische Strijd (2.2): De Rozenkrans als een belangrijk spiritueel instrument om de Eindtijd te doorstaan.
De Opname van de Kerk (2.3): Een symbolische visie van de Kerk die gezuiverd wordt om de Grote Verdrukking te overleven.
De Storm (2.4): Een metafoor voor wereldwijde conflicten en chaos.
Wenen (2.5) en Parijs (2.6): Steden die tijdens de crisis met sociale en spirituele omwentelingen te maken krijgen.
De Universele Crisis (2.7): Een wereldwijde ineenstorting die de Kerk en de samenleving treft, gekenmerkt door oorlogen, rampen en afvalligheid.
Spanje (2.8) en Ierland (2.9): Landen die een belangrijke rol spelen in spiritueel verzet of gebeurtenissen in de Eindtijd.
De Natuur Dodelijk Gewond (2.10): Milieuverwoesting als gevolg van menselijke zonde.
Vijftig of Zestig Jaar Voor 2000 (2.11): Sommige gebeurtenissen spelen zich af rond 1940-1950, hoewel haar visioenen vaak symbolisch zijn en niet strikt chronologisch.
3. De Schemeringglorie van de Kerk
Dit gedeelte biedt hoop en beschrijft de zuivering en vernieuwing van de Kerk:
De Heropbouw van de Kerk (3.1): Na de verdrukking wordt de Kerk hersteld in zuiverheid en heiligheid.
De Geestelijke Oorlog (3.2): Een strijd aangevoerd door hemelse machten tegen het kwaad.
De Twee Steden (3.3): Een strijd tussen de "Stad van God" en de "Stad van de Wereld".
Maria, Beschermvrouwe van de Kerk (3.4): De centrale rol van de Maagd Maria in het leiden en beschermen van de Kerk.
De Slag van Sint-Michaël (3.5): De aartsengel Michaël leidt de strijd tegen kwade machten.
De Sterke Vrouw (3.6): Een figuur die Maria of de Kerk vertegenwoordigt, standvastig en overwinnend.
De Zuivering (3.7): Een geestelijke reiniging voor de mensheid en de Kerk.
Het Bruidshuis (3.8): De vernieuwde Kerk als Christus' bruid, voorbereid op Zijn wederkomst.
De Vernieuwing van de Kerk (3.9): Een terugkeer naar doctrinaire en liturgische zuiverheid.
De Toekomstige Paus (3.10): Een sterke leider die de restauratie van de Kerk leidt.
Het Boek van de Zeven Zegels (3.11): Een apocalyptisch visioen verbonden met de laatste gebeurtenissen.
De Terugkeer naar Christelijke Eenheid (3.12): Verzoening van verdeelde christenen.
De Vredestijd (3.13): Een periode van harmonie en geestelijke vernieuwing na de verdrukking.
Het Nieuwe Pinksteren (3.14): Een nieuwe uitstorting van de Heilige Geest die het geloof nieuw leven inblaast.
De Geestelijke Kerk (3.15): Een Kerk gericht op het geestelijke, niet op het materiële.
De twaalf toekomstige apostelen (3.16): Nieuwe leiders die de vernieuwde Kerk leiden.
Zij die de Advent verwerpen (3.17): Personen die zich verzetten tegen de vernieuwing en volharden in dwaling.
Visie op het Eiland der Profetieën (3.18): Een symbolische plaats waar profetieën bewaard en vervuld worden.
|