|
 Als ik soms alleen ben en ik aan jou denk, ontsnapt spontaan een gulle lach, ik denk dan aan momenten, waarin we samen mogen zijn, waarin we rollen van het lachen, of huilen van verdriet. Het maakt niet uit, het zijn juist die momenten, waarop ik zo geniet. Waarin we heel dicht samen zijn, tevreden met dat moment, niet eens verlangen naar wat meer. Of als ik weer eens druk ben en jij praat rustig op me in, zodat ik weer mezelf word, weer denken kan voor zolang het duurt, ademhaal en lief kan hebben. Ik ben met jouw vriendschap reuze blij en door het groeien naar elkaar, hoor je er steeds meer bij.
|