Met een vriend kun je lachen kun je praten kun je knuffelen kortom alles
Het beste medicijn In het leven Is een trouwe vriend Doe wat je altijd gedaan hebt En je zult zijn Wat je altijd bent geweest
Er zijn twee soorten vrienden: de eersten kan je kopen, de tweede zijn onbetaalbaar.
Vriendschap is ...... een zonnestraal doorheen het leven
Er schuilt een clowntje in mijn hart Het is iets kleins en heel apart Het zingt, danst en lacht En als je eens verdrietig bent Begin dan niet te wenen Maar kom het dan gerust eens lenen.
Vrienden zijn als sterren Je kan ze niet altijd zien, maar ze zijn er altijd.
Een vriend is iemand... Die er altijd voor je is, Je altijd steunt. Iemand die je door en door kent. Iemand die niet veel taal nodig heeft als je het moeilijk hebt. Iemand die je verstaat als geen ander
Categorieën
vriendschap
Lieve mensen allemaal
Wie verstaat er niet de vriendschapstaal.
Gouden kandelaars en zilveren bestekken hoeven het niet steeds te zijn.
Iemand je vriendschap schenken is al meer dan fijn.
Dat dit hier ook mag bestaan.
Dat we als vrienden door hhet leven mogen gaan.
Vrienden in je leven.
Kunnen je zoveel meer dan al het geld op de wereld geven.
Want vrienden onder elkaar.
Staan steeds daar waar ze kunnen voor elkander klaar.
07-01-2007
tranen
Zou je vechten tegen tranen? als ze eerlijk zijn en oprecht. Is het dan niet raar dat je er tegen vecht?
Vechten tegen ons gevoel, dat is vaak de mens zijn doel.
Mischien daarom zijn de meeste van ons zo koel, omdat ze vechten tegen hun gevoel.
Het kost niet zoveel iemand een glimlach te schenken, Of je hand op te steken voor een vriendelijke groet. Zoiets kan opeens de zon laten schijnen, in het hart van de mens die je zomaar ontmoet.
Het kost niet zoveel een hand uit te steken, om de ander een beetje behulpzaam te zijn. Een dankbare blik is vaak beloning, als was de moeite voor u slechts klein.
Het kost niet zoveel om je hart wat te openen, Voor de mens om je heen in zijn vreugd en verdriet. Wees blij dat je zowat kan doen voor die ander, of is die ander je medemens niet?
Het kost maar weinig, je arm om een schouder. Of alleen maar een zachte druk van een hand. Het is vaak voor de ander of hij heel even in een klein paradijs is beland.
Het kost zo weinig om een ander te geven. Iets wat je zelf ook zo heel graag ontvangt. Liefde, alleen door dat weg te schenken, Geef je iets waar ieder mens naar verlangt !!!
en voor later leker slapen en morgen heel gezond op
Ik wens jullie allemaal een heel
Posetief Nieuwjaar 2007
Laten we er een feest van maken
Nieuwjaars gedicht
Nieuwjaar...wat mogen we verwachten? Een jaar vol vreugde,vrede en vrienschap,dat heeft ieder in gedachten. Wensen die mogen uitkomen. Beleven van onvervulde dromen. Geen macht,rijkdom of weelde dat alles overheerst. Gewoon gelukkig zijn met elkander,geven en delen... dat raakt een mens het eerst. Zie elkaar gewoon graag,geef genegenheid en liefde, aan eenieder die je lief is, Begin ermee vandaag,en het wordt zeker en vast een schitterend, sprankelend en boeiend 2007
Dat ene kleine lichtje aanwezig in men hart dat lichtje van hoop en vriendschap geef ik door aan jou zodat het schitteren kan in het hart van ieder mens dat is voor jou men kerstwens
Hele fijne feestdagen gewenst en een gelukkig en gezond 2007!
Laten we in deze dagen ook extra denken aan diegenen die zich eenzaam zullen voelen, of ziek zijn, of pijn hebben of op een andere manier niet gelukkig zijn.
Kerstfeest is het feest van de vrede.
Wij gedenken de geboorte van het kindje Jezus, dat op aarde kwam om ons die boodschap te brengen!
Laat 2007 een jaar worden waarin deze boodschap verweven zit!
Heel veel geluk en gezondheid gewenst voor het nieuwe jaar!
Sinterklaas zat alweer lang en breed in Spanje en Jetje had gisteren het allerlaatste speculaasje uit de koektrommel gegeten. Iedereen weet wat dat betekent: Kerstmis stond weer voor de deur. Toen ze s avonds zaten te eten, vroeg Jetjes moeder: "Wat doen we met de feestdagen?"
"Lekker eten natuurlijk," zei Jetjes vader.
"Dat doen we toch elk jaar. Lekker eten en een lekkere fles wijn erbij."
"En we nemen een grote kerstboom," zei Jetje. "De grootste die er is. En we hangen er gekleurde ballen in en de trekpop die ik gezaagd heb. En een heleboel kransjes. En we nemen ook een stalletje met Jozef en Maria."
"We zijn toch niet katholiek?" zei haar moeder.
"Dat heeft er niets mee te maken," zei Jetje. "Iedereen mag een kerststalletje hebben."
"Als je maar weet dat ik geen kerstgroep ga kopen," zei Jetjes moeder. "Die zijn vreselijk duur. Maak zelf maar een kerstgroep van klei. Per slot van rekening heb je boetseren op school."
"Dat is een goed idee," zei Jetjes vader. "Dan maak ik er een kerststalletje bij, van boomschors."
"Maar wat doen we verder?" vroeg Jetjes moeder.
"Niks," antwoordde haar vader. "We eten lekker, we lezen een boek en we doen af en toe een spelletje. En s ochtends na het kerstontbijt maken we een flinke wandeling om weer honger te krijgen."
"Ik vind het maar niks," zei haar moeder.
"Wat wil jij dan?" vroeg haar vader.
"Iemand uitnodigen die geen gezelschap heeft en eenzaam is," zei haar moeder.
"Waarom juist op Kerstmis?"
"Daarom," zei haar moeder. "Jullie willen een kerstboom en lekker eten. En ik wil iemand uitnodigen die eenzaam is."
Jetje liep er een paar dagen over na te denken. Eigenlijk had haar moeder groot gelijk. Met Kerstmis moest je eenzame en hongerige mensen uitnodigen, dat hoorde zo. Ze kende er trouwens wel een paar.
Maar eerst wilde ze een kerstgroepje maken. Haar vader timmerde een prachtige stal. De achterkant had hij gevlochten van net en daarbij had hij zich in zijn vinger gesneden. Het dak was van boomschors en naast het lege kribbetje had Jetje een schemerlamp uit haar poppenhuis gezet. Dat was voor de gezelligheid. Met de beeldjes van klei werd het niks. Ze kon alleen maar van die stomme prutspoppetjes maken. Maar gelukkig moest de kledingzaak van Blokker een paar oude etalagepoppen kwijt. Die waren op de stoep gelegd, bij het grootvuil. Jetje nam ze mee en maakte er een prachtige kerstgroep van. Jozef zat op de fiets van haar moeder, haar pop Bertje was het kerstkindje. Dat zat in het zitje aan het stuur, en Maria zat achter op de bagagedrager. Maria had de blauwe badjas van haar vader aan.
De kerstgroep nam wel een beetje veel plaats in, daar in de voorkamer. Maar gelukkig was de kerststal van haar vader aan de kleine kant. Die paste op de schoorsteenmantel.
Kerstmis brak aan. Ze aten een lekker kerstontbijt en maakten een flinke wandeling. Toen gingen ze gezellig bij de kerstgroep zitten en zongen een paar liedjes. En daarna werd het tijd om tafel te dekken voor het kerstdiner. "Zet er maar een bord bij," zei Jetjes moeder, "want ik heb mevrouw van Zevenhuizen uitgenodigd. Die zit altijd zo alleen op haar flatje."
"Zet er nog maar een bord bij," zei Jetjes vader. "Ik heb meneer Bolk uitgenodigd. Zijn vrouw is pas overleden en zijn kinderen wonen allemaal in Australië."
"Dat is heel lief van je," zei Jetjes moeder.
Jetje wilde ook wat zeggen, maar op dat moment werd er gebeld. Voor de deur stonden twee bejaarden uit het tehuis schuin aan de overkant. "Kom maar binnen," riep Jetje stralend. "Mams, een verrassing. Kijk eens wie daar zijn!" Jetjes moeder kwam naar de deur. "Welkom..." wilde ze zeggen, maar er werd opnieuw gebeld. Voor de deur stonden een Turkse meneer en mevrouw in prachtige feestkleren. Hun vier kinderen zagen er ook prachtig uit. Ze waren allemaal vol verwachting. Daarnaast stond meneer Schepeling, de knorrige vrijgezel uit de Groenestraat. En daarnaast stond de nachtwaker, die s nachts altijd de wacht hield in hun buurt. "Verrassing!" riep Jetje nog eens. "Allemaal eenzame mensen voor jou, mams."
"Heel lief van je, Jetje," zei haar vader. "Heel lief dat je zo goed aan je moeder gedacht hebt."
"Wat een verrassing, Jetje!" zei haar moeder. Maar ze fluisterde haar man in het oor: "Ik heb maar twee konijntjes in de pan zitten. Wat moeten we nou?"
"Ik haal wel wat bij de Chinees," zei Jetjes vader. "Het is maar één keer per jaar Kerstmis."
Bij de Chinees kreeg hij extra korting, omdat hij zoveel kocht. Hij nam meteen ook maar een kratje bier mee. Thuis moest een gedeelte van het gezelschap op de grond zitten, met het bord op schoot. En wegens plaatsgebrek moest de kerstgroep tijdelijk in de voortuin worden gezet, waar hij veel bekijks trok. Toen gingen ze eten.
Het werd vreselijk gezellig. De Turkse meneer maakte muziek op een soort uitgerekte gitaar. Meneer Schepeling gaf raadsels op en mevrouw van Zevenhuizen maakte schaduwbeelden op de muur. "Een mens zou waarachtig vergeten dat het Kerstmis was," zei een van de bejaarden opgewekt. Begeleid door de Turkse meneer zongen ze met zn allen De herdertjes lagen bij nachte...
Daarna deden de dames de vaat, terwijl de heren een kaartje legden. En Jet je mocht opblijven tot ze niet meer uit haar ogen kon kijken van de slaap. Eindelijk moesten de gasten weer naar huis toe. Toen ze vertrokken waren, werden Jozef en Maria gauw weer binnengehaald. Want het kan s nachts al flink koud zijn in december.
Het was afschuwelijk koud, het sneeuwde en het begon donker te worden. Het was ook de laatste avond van het jaar, oudejaarsavond. In die kou en in dat donker liep erop straat een arm, klein meisje, zonder muts en op blote voeten. Ze had wel pantoffels aan gehad toen ze van huis ging, maar dat hielp niet veel: het waren heel grote pantoffels, haar moeder had ze het laatst gedragen, zo groot waren ze, en het meisje had ze bij het oversteken verloren, toen er twee rijtuigen vreselijk hard voorbijvlogen. De ene pantoffel was niet te vinden en met de andere ging er een jongen vandoor: hij zei dat hij hem als wieg kon gebruiken als hij later kinderen kreeg.
Daar liep dat meisje dus op haar blote voetjes, die rood en blauw zagen van de kou. In een oud schort had ze een heleboel zwavelstokjes en één bosje hield ze in haar hand. Niemand had nog iets van haar gekocht, de hele dag niet. Niemand had haar ook maar een stuivertje gegeven. Hongerig en koud liep ze daar en ze zag er zo zielig uit, dat arme stakkertje! De sneeuwvlokken vielen in haar lange, blonde haar, dat zo mooi in haar nek krulde, maar aan dat soort dingen dacht ze echt niet. Uit alle ramen scheen licht naar buiten en het rook ook overal zo lekker naar gebraden gans; het was immers oudejaarsavond en daar dacht ze wel aan.
In een hoekje tussen twee huizen, waarvan het ene een beetje vooruitstak, ging ze in elkaar gedoken zitten. Haar beentjes trok ze onder zich op, maar ze kreeg het nog kouder, en naar huis durfde ze niet, want ze had geen zwavelstokjes verkocht en ook geen stuivertje gekregen. Haar vader zou haar slaan en thuis was het trouwens ook koud. Ze woonden vlak onder het dak en daar blies de wind doorheen, ook al waren de ergste kieren met stro en oude lappen dichtgestopt. Ze had bijna geen gevoel meer in haar handjes van de kou. O, wat zou een zwavelstokje lekker warm zijn! Zouze er ééntje uit het bosje durven trekken en het tegen de muur afstrijken om haar handen te warmen? Ze trok er één uit. Ritsss, wat vlamde dat, wat brandde dat! Het gaf een warm, helder vlammetje, net een kaarsje, toen ze haar handen erom heen hield. Een wonderlijk licht gaf het. Het meisje dacht dat ze voor een grote, ijzeren kachel zat met glimmende koperen ballen en een koperen trommel. Het vuur brandde zo heerlijk, het was zo lekker warm. Maar wat was dat? Het meisje strekte haar voetjes al uit om die ook te warmen- toen ging de vlam uit, de kachel verdween- en zij zat met een stompje van het afgebrande zwavelstokje in haar hand.
Ze stak er nog één aan. Het brandde, het gaf licht en waar het schijnsel op de muur viel, werd die doorzichtig, net als een sluier. Ze keek zo de kamer in, waar de tafel gedekt was met een spierwit tafelkleed, met het fijnste porselein. De gebraden gans, gevuld met pruimen en appeltjes, stond heerlijk te dampen. En wat het allerheerlijkst was, de gans sprong van de schaal en waggelde met een vork en mes in zijn rug over de grond. Hij kwam recht op het arme meisje af: toen ging het zwavelstokje uit en was alleen de dichte, koude muur er nog.
Ze stak er nog één aan. Toen zat ze onder de mooiste kerstboom, noggroter en nog rijker versierd dan de boom die ze door de glazen deur bij de rijke koopman had gezien, vorig jaar met Kerstmis. Er brandden wel duizend kaarsjes aan de groene takken, en gekleurde prentjes, zoals je die in etalages ziet, keken haar aan. Het meisje strekte haar beide handen uit toen ging het zwavelstokje uit, de vele kerstkaarsjes gingen de lucht in en veranderden in sterren zag ze. Entje viel er en liet een lange streep van vuur achter aan de hemel.
Nu gaat er iemand dood, zei het meisje. Want haar oude grootmoeder, de enige die lief voor haar was geweest, maar die nu dood was, had gezegd: als er een ster valt, gaat er een zieltje naar God.
Ze streek weer een zwavelstokje af tegen de muur, het gaf licht en in het schijnsel stond haar oma, heel duidelijk, heel stralend, heel vriendelijk en lief.
Oma riep het meisje, O neem me mee! Ik weet dat je weg bent, als het zwavelstokje uitgaat. Weg, net als de warme kachel, de gebraden gans en die prachtige, grote kerstboom. Haastig streek ze de rest van de zwavelstokjes uit het bosje af, want ze wilde oma vast houden. De zwavelstokjes gaven zoveel licht dat het klaarlichte dag leek. Oma had er nog nooit zo mooi en zo groot uitgezien. Ze nam het kleine meisje op haar arm en ze vlogen, stralend en blij, heel, heel hoog. Er was geen kou, geen honger, geen angst- ze waren bij God.
Maar in het hoekje bij het huis zat in de koude wintermorgen het kleine meisje met de rode wangen-dood, doodgevroren op de laatste avond van het oude jaar. Het werd nieuwjaarsochtend en de kleine dode zat daar met haar zwavelstokjes, waarvan één bosje bijna was opgebrand. Ze heeft zich willen warmen, zeiden ze. Niemand wist wat voor moois ze had gezien, hoe stralend ze met oma de vreugde van het nieuwe jaar was ingegaan.
Sinterklaas is weer in aantocht Wat zou hij nu weer voor ons hebben uitgezocht Zwarte Piet is er ook weer bij Die is nog bezig met zijn jachtpartij Voor ons allemaal een kadootje in onze schoen deze tijd is voor hun het productieseizoen Alle kinderen weer reuze blij Sint en Piet weer terug met een grote wortelpartij Weer terug in Spanje het mooi land helemaal uitgeput en opgebrand Nou Sint en Piet tot volgend jaar Kom dan weer terug, ik heb geen bezwaar
Wat fijn om jou hier te mogen begroeten
Laat is achter in mijn gasteboek.
Dan kan ik ook eens langs komen op jou blog
Laat deze brandende kaars van vurige vriendschap brandend houden ! Met de beschermengelen die waken over liefde licht en kracht ! De vriendschapskaars die eeuwig brand !