Met een vriend kun je lachen kun je praten kun je knuffelen kortom alles
Het beste medicijn In het leven Is een trouwe vriend Doe wat je altijd gedaan hebt En je zult zijn Wat je altijd bent geweest
Er zijn twee soorten vrienden: de eersten kan je kopen, de tweede zijn onbetaalbaar.
Vriendschap is ...... een zonnestraal doorheen het leven
Er schuilt een clowntje in mijn hart Het is iets kleins en heel apart Het zingt, danst en lacht En als je eens verdrietig bent Begin dan niet te wenen Maar kom het dan gerust eens lenen.
Vrienden zijn als sterren Je kan ze niet altijd zien, maar ze zijn er altijd.
Een vriend is iemand... Die er altijd voor je is, Je altijd steunt. Iemand die je door en door kent. Iemand die niet veel taal nodig heeft als je het moeilijk hebt. Iemand die je verstaat als geen ander
Categorieën
vriendschap
Lieve mensen allemaal
Wie verstaat er niet de vriendschapstaal.
Gouden kandelaars en zilveren bestekken hoeven het niet steeds te zijn.
Iemand je vriendschap schenken is al meer dan fijn.
Dat dit hier ook mag bestaan.
Dat we als vrienden door hhet leven mogen gaan.
Vrienden in je leven.
Kunnen je zoveel meer dan al het geld op de wereld geven.
Want vrienden onder elkaar.
Staan steeds daar waar ze kunnen voor elkander klaar.
06-12-2006
Het was afschuwelijk koud, het sneeuwde en het begon donker te worden. Het was ook de laatste avond van het jaar, oudejaarsavond. In die kou en in dat donker liep erop straat een arm, klein meisje, zonder muts en op blote voeten. Ze had wel pantoffels aan gehad toen ze van huis ging, maar dat hielp niet veel: het waren heel grote pantoffels, haar moeder had ze het laatst gedragen, zo groot waren ze, en het meisje had ze bij het oversteken verloren, toen er twee rijtuigen vreselijk hard voorbijvlogen. De ene pantoffel was niet te vinden en met de andere ging er een jongen vandoor: hij zei dat hij hem als wieg kon gebruiken als hij later kinderen kreeg.
Daar liep dat meisje dus op haar blote voetjes, die rood en blauw zagen van de kou. In een oud schort had ze een heleboel zwavelstokjes en één bosje hield ze in haar hand. Niemand had nog iets van haar gekocht, de hele dag niet. Niemand had haar ook maar een stuivertje gegeven. Hongerig en koud liep ze daar en ze zag er zo zielig uit, dat arme stakkertje! De sneeuwvlokken vielen in haar lange, blonde haar, dat zo mooi in haar nek krulde, maar aan dat soort dingen dacht ze echt niet. Uit alle ramen scheen licht naar buiten en het rook ook overal zo lekker naar gebraden gans; het was immers oudejaarsavond en daar dacht ze wel aan.
In een hoekje tussen twee huizen, waarvan het ene een beetje vooruitstak, ging ze in elkaar gedoken zitten. Haar beentjes trok ze onder zich op, maar ze kreeg het nog kouder, en naar huis durfde ze niet, want ze had geen zwavelstokjes verkocht en ook geen stuivertje gekregen. Haar vader zou haar slaan en thuis was het trouwens ook koud. Ze woonden vlak onder het dak en daar blies de wind doorheen, ook al waren de ergste kieren met stro en oude lappen dichtgestopt. Ze had bijna geen gevoel meer in haar handjes van de kou. O, wat zou een zwavelstokje lekker warm zijn! Zouze er ééntje uit het bosje durven trekken en het tegen de muur afstrijken om haar handen te warmen? Ze trok er één uit. Ritsss, wat vlamde dat, wat brandde dat! Het gaf een warm, helder vlammetje, net een kaarsje, toen ze haar handen erom heen hield. Een wonderlijk licht gaf het. Het meisje dacht dat ze voor een grote, ijzeren kachel zat met glimmende koperen ballen en een koperen trommel. Het vuur brandde zo heerlijk, het was zo lekker warm. Maar wat was dat? Het meisje strekte haar voetjes al uit om die ook te warmen- toen ging de vlam uit, de kachel verdween- en zij zat met een stompje van het afgebrande zwavelstokje in haar hand.
Ze stak er nog één aan. Het brandde, het gaf licht en waar het schijnsel op de muur viel, werd die doorzichtig, net als een sluier. Ze keek zo de kamer in, waar de tafel gedekt was met een spierwit tafelkleed, met het fijnste porselein. De gebraden gans, gevuld met pruimen en appeltjes, stond heerlijk te dampen. En wat het allerheerlijkst was, de gans sprong van de schaal en waggelde met een vork en mes in zijn rug over de grond. Hij kwam recht op het arme meisje af: toen ging het zwavelstokje uit en was alleen de dichte, koude muur er nog.
Ze stak er nog één aan. Toen zat ze onder de mooiste kerstboom, noggroter en nog rijker versierd dan de boom die ze door de glazen deur bij de rijke koopman had gezien, vorig jaar met Kerstmis. Er brandden wel duizend kaarsjes aan de groene takken, en gekleurde prentjes, zoals je die in etalages ziet, keken haar aan. Het meisje strekte haar beide handen uit toen ging het zwavelstokje uit, de vele kerstkaarsjes gingen de lucht in en veranderden in sterren zag ze. Entje viel er en liet een lange streep van vuur achter aan de hemel.
Nu gaat er iemand dood, zei het meisje. Want haar oude grootmoeder, de enige die lief voor haar was geweest, maar die nu dood was, had gezegd: als er een ster valt, gaat er een zieltje naar God.
Ze streek weer een zwavelstokje af tegen de muur, het gaf licht en in het schijnsel stond haar oma, heel duidelijk, heel stralend, heel vriendelijk en lief.
Oma riep het meisje, O neem me mee! Ik weet dat je weg bent, als het zwavelstokje uitgaat. Weg, net als de warme kachel, de gebraden gans en die prachtige, grote kerstboom. Haastig streek ze de rest van de zwavelstokjes uit het bosje af, want ze wilde oma vast houden. De zwavelstokjes gaven zoveel licht dat het klaarlichte dag leek. Oma had er nog nooit zo mooi en zo groot uitgezien. Ze nam het kleine meisje op haar arm en ze vlogen, stralend en blij, heel, heel hoog. Er was geen kou, geen honger, geen angst- ze waren bij God.
Maar in het hoekje bij het huis zat in de koude wintermorgen het kleine meisje met de rode wangen-dood, doodgevroren op de laatste avond van het oude jaar. Het werd nieuwjaarsochtend en de kleine dode zat daar met haar zwavelstokjes, waarvan één bosje bijna was opgebrand. Ze heeft zich willen warmen, zeiden ze. Niemand wist wat voor moois ze had gezien, hoe stralend ze met oma de vreugde van het nieuwe jaar was ingegaan.
Sinterklaas is weer in aantocht Wat zou hij nu weer voor ons hebben uitgezocht Zwarte Piet is er ook weer bij Die is nog bezig met zijn jachtpartij Voor ons allemaal een kadootje in onze schoen deze tijd is voor hun het productieseizoen Alle kinderen weer reuze blij Sint en Piet weer terug met een grote wortelpartij Weer terug in Spanje het mooi land helemaal uitgeput en opgebrand Nou Sint en Piet tot volgend jaar Kom dan weer terug, ik heb geen bezwaar
Vriendschap is soms moeilijk uit te leggen tja ... das echt iets moois, en niet in enkele woorden hier neer te zetten Vriendschap komt vanuit je hart dan deel je samen die vreugde maar ook de smart het kan soms zijn dat je alletwee ineens hetzelfde wil zeggen dat soort momenten......... die blik dan..... ik kan 't niet mooier aan jullie uitleggen Vriendschap is ook de warmte en liefde samen delen voor die mooie en liefdevolle dingen JA, ik bedoel, dat ook jou hartje dan vrolijker en mooier gaat zingen Vriendschap........... het zit vaak in een heel klein hoekje stilletjes te wachten maar geloof me....... 't is iets waar wij ALLEMAAL stilletjes op hopen en naar smachten
Ook op deze pakjesavond is er een cadeau voor jou Sint geeft jou het allerbeste voor je moed, beleid en trouw jij geeft altijd aan een ander je geeft alles wat je kunt daarom is dit kleine pakje jou ook vreselijk gegund.
Er zijn schepen vol cadeautjes vast wel duizend op een rij en er zijn miljoenen mensen maar de liefste dat ben jij!
Jij kiest altijd de cadeautjes voor het hele huisgezin daarom nu dit kleine pakje daar zit iets persoonlijks in
Altijd ben je aan het zwoegen klus na klus wordt steeds geklaard en dat is na al dat werken best een mooi cadeautje waard heel veel kusjes én dit pakje van de goede, beste Sint die jou dus van alle mensen echt de állerleukste vindt
Je weet dat Sint geen dichter is dat heeft hij nooit geleerd hij heeft dit versje helemaal voor jou gekopieerd bij alle pakjes die je krijgt kom je dit versje tegen dus richt je aandacht helemaal op wat je hebt gekregen
Als je dol bent op geheimen hier een goede tip van mij: maak dit pakje zo niet open en je hebt er ééntje bij
Het was voor Sint te groot om in te pakken en daarom is het in dit huis verstopt ga zoeken volgens deze kleine schatkaart en nu maar hopen dat de route klopt
Er zijn te weinig woorden om te zeggen waarom dit pakje in je schoentje ligt laat staan om er een versje mee te maken dus deze keer maar even geen gedicht
Ik had een groot cadeau voor ogen toch zette ik de aanschaf stop ik heb gewikt - ik heb gewogen maar nee - er rijmde echt niets op en daarom zit er in dit pakje alleen nog maar iets kleins van mij het is misschien niet wat je hoopte maar hier wist ik een versje bij
Pakjes
Pakjes in hele kleine bakjes Van Sint en Piet Die zijn er nog niet Welke Pieten kunnen dat nou zijn? Kijk een met een fles wijn!!
Sinterklaas
Sinterklaas komt elk jaar langs met een speculaas. Hij heeft een kado en dat is een gans Hij heeft ook een Teletubbie en dat is Po
Hij komt
Sinterklaas en zijn Pieten staan te springen Hij heeft allemaal dingen. Zijn Pieten zijn bang voor spinnen, ze hebben allemaal zwarte kinnen. Die kinderen zijn blij dat ze komen. Ze hebben versierde bomen Ze zingen hoog en laag, Sint hoort het graag.
De pietenclub
De Pietenclub is weer aan de gang Ze komen, ja ze komen PANG! In Spanje zaten ze aan de wijn. Nou zijn ze Sinterklaas kwijt, dat is niet fijn. Nu hopen dat ze elkaar vinden, want anders kan Sinterklaas het wel schudden!!
Sint Nicolaas
Ja de Sint is erg goed, Want hij weet wat jij hebben moet. Echt waar hoor, ik lieg niet. En dit is het eind nog niet. Het is snoep en een bal voor de voet. Ik zei toch die Sint is erg goed! Doe het pakje open en je gelooft je ogen niet.
Sint en Piet!
Sint en Piet zijn aangekomen en hebben voor jou ook wat meegenomen. Het is niet groot en het is niet klein, ik hoop dat je er blij mee zal zijn.
Zwarte Piet, zwarte Piet,
jij brengt kadootjes, ook al heb je een dak van riet. Jij brengt kadootjes, keer op keer, zoals groene stoombootjes, ook met slecht weer. Sinterklaas, Sinterklaas. Jij bent anders als de paashaas Met Sint-Maarten krijg je soms een mandarijntje Oh ja, geef je mij nog een seinje wanneer je weer in ons landje bent? Want jij bent toch die man die iedereen kent???
Van Sint en Piet
Sint en Piet zijn weer in het land gekomen Ze hebben veel kado's meegenomen. Sint had een idee. Ik geef een zee aan de wegwijspiet en een touw aan de stuntpiet. En dit kado is voor jou...
Zwarte Piet
Je ziet hem niet Hij komt meestal 's nachts Dan gaat hij op jacht. Met een cadeau in zijn hand reist hij door het hele land. Natuurlijk ook met Sinterklaas en een zak vol speculaas Daar smult de Piet van. Als dat maar kan!! Hij eet alles op, maar Sint zegt: "Stop!" Neem nou maar een rolletje drop
BEER
Jij wilt graag een aardig vriendje waar je leuk mee spelen kan die steeds lief is - nooit ondeugend en ook lacht zo nu en dan
Hij moet zacht zijn om te aaien en word jij naar bed gebracht dan zit hij straks op je kussen en houdt trouw bij jou de wacht
Vriendschap Het lijkt zo heel normaal maar eigenlijk is het heel speciaal. Het is iets zeldzaam, iets speciaals. Het is dat wat ik in jou gevonden heb!
Als ik soms alleen ben en ik aan jou denk, ontsnapt spontaan een gulle lach, ik denk dan aan momenten, waarin we samen mogen zijn, waarin we rollen van het lachen, of huilen van verdriet. Het maakt niet uit, het zijn juist die momenten, waarop ik zo geniet. Waarin we heel dicht samen zijn, tevreden met dat moment, niet eens verlangen naar wat meer. Of als ik weer eens druk ben en jij praat rustig op me in, zodat ik weer mezelf word, weer denken kan voor zolang het duurt, ademhaal en lief kan hebben. Ik ben met jouw vriendschap reuze blij en door het groeien naar elkaar, hoor je er steeds meer bij.
In een plastic rubber bootje, vaar je naar jouw horizon, over de golven, van de grote, woeste, grauwe oceaan, je valt haast uit je bootje, voelt je net een drenkeling vertwijfelt, of je echt verder moet gaan. Maar dan opeens een eiland, zomaar vanuit het niets, een strohalm om uit te rusten, van het verdrinken en de zorgen, je mag ze vergeten, als ze meegaan met de wind, je moet wel om te overleven, een nieuwe dag begint. Je vaart weer rustig verder en de golven lijken minder, minder hoog en minder grauw, want diep in je hart weet je, ergens houdt een mens van jou.
Ik mag wezen wie ik ben, soms het zonnetje, of de sneeuw, soms een donderwolk met veel kabaal, ik mag wezen wie ik ben en soms ben ik het fijn allemaal. Ik mag wezen wie ik ben, dat vindt denk ik iedereen, maar waarom voel ik me dan juist, soms bij mezelf zo verdomd alleen. Ik mag wezen wie ik ben, ik mag boos zijn of juist blij, het mag van iedereen, maar...... mag het ook van mij?
Ben jij mijn echte vriend? Kan ik je bellen in de nacht? Of ben jij zo iemand, die wel zegt ik help je, maar in werkelijkheid nooit wacht?
Ben jij mijn echte vriend? Die als ik honger heb of nood, mij eten geeft. Of ben je zo een die 't wel weer zegt, maar geeft geen kruimel brood?
Ben jij mijn echte vriend? Die ook naar mij goed luistert en niet alleen maar horen wil, wat is het leuk, wat ben je lief, maar ook harde woorden fluistert.
Ben jij mijn echte vriend? Die als ik niet veel puf heb, me op mijn sodemieter geef en zo mijzelf weer doet vinden en zegt doe af die stomme oogklep.
Aan deze eisen voldoet mijn vriend, hij zal mij steunen in mijn strijd en wat ik doe, of wie ik ben, hoe ik zeg in welke taal. Die echte vriend raak ik nooit kwijt.
Wat fijn om jou hier te mogen begroeten
Laat is achter in mijn gasteboek.
Dan kan ik ook eens langs komen op jou blog
Laat deze brandende kaars van vurige vriendschap brandend houden ! Met de beschermengelen die waken over liefde licht en kracht ! De vriendschapskaars die eeuwig brand !