En een jongeling zeide: "Spreek tot ons over vriendschap".
En hij antwoordde zeggende: "Uw vriend is een antwoord op uw verlangen.
Hij is uw akker die gij met liefde bezaait en vol dankzegging oogst.
Hij is uw tafel en haardvuur, want ge komt tot hem met uw honger en bij hem zoekt gij rust.
Wanneer uw vriend u zijn geest ontsluit, vreest ge niet het "neen" in uw eigen geest, noch onthoudt ge hem het "ja"
En wanneer hij zwijgt, blijft uw hart luisteren naar zijn hart, want zonder woorden worden in vriendschap alle gedachten, alle velangens, alle verwachtingen geboren en gedeeld
vol ontvraagde vreugde
Wanneer gij afscheid neemt van uw vriend, treurt gij niet, want wat gij het diepst in hem bemint kan klaarder voor u zijn bij zijn afwezigheid, zoals een berbeklimmer de berg duidelijker ziet vanuit de vlakte
En laat uw vriendschap geen andere bedoeling hebben dan een verdieping van de geest, want de liefde die iets anders zoekt dan de openbaring van haar eigen mysterie, is geen liefde maar een net dat uitgeworpen wordt;
en alleen het waardeloze wordt gevangen
En laat het beste voor uw vriend zijn,
zo hij de ebbe van het getij moet ervaren
doe hem ook de vloed kennen, want wat is uw vriend dat ge hem enkel zoeken zoudt om de tijd te doden?
zoek hem steeds om de tijd te leven, want hij moet uw tekort vullen maar niet uw ledigheid
En laat er een lach zijn in de zoetheid der vriendschap en een samen beleven van genoegens
|