WETGEVING :
In tal van Europese landen is de handel in wilde exotische fauna, bestemd voor de markt van de gezelschapsdieren, de laatste jaren zorgwekkend toegenomen. De bevlieging voor deze ongebruikelijke dieren wordt gevoed door de modefenomenen verbonden met de filmwereld (Jurassic Park, Nemo, enz.).
Zo heeft België tussen 1996 en 2002 grote aantallen van door CITES (1) beschermde soorten ingevoerd: bijna 150.000 reptielen (waarvan meer dan de helft uit groene leguanen en kameleons bestaat), meer dan 900.000 vogels (vnl. exotische zangvogels, parkieten en papegaaien), 13.000 keizerschorpioenen en 470 tarantula's (spinnen). Dit gaat uiteraard ten koste van de biodiversiteit.
Als het grote publiek zich gemakkelijk laat verleiden door deze zeldzame en originele dieren, dan gebeurt dat vaak uit onwetendheid. Veel kopers weten niet dat de handel in bepaalde soorten gereglementeerd is en bepaalde risico's met zich kunnen meebrengen, zowel ecologische risico's (een bedreiging voor de wilde populaties door een te grote afvangst, verdrijving van endemische soorten,) als gezondheidsrisico's (overdracht van ziekten, ontsnapping van gevaarlijke of giftige soorten,). Bovendien is in gevangenschap de mortaliteit onder deze dieren soms hoog omdat ze vaak zeer specifieke eisen aan hun leefomgeving stellen (dieet, temperatuur, luchtvochtigheid, lichtintensiteit).
Verantwoordelijke handelaars zouden hun klanten moeten informeren over de biologische kenmerken en de nodige zorgen van de soorten die ze kopen. Dat is spijtig genoeg niet altijd het geval, zeker niet wanneer jonge slangen en hagedissen op enkele minuten tijd op markten en tentoonstellingen verkocht worden.
Een internet site (www.eu-wildlifetrade.org) in de 11 officiële talen van de Europese Unie, gelanceerd in 2003, bundelt alle informatie over de Europese wetgeving betreffende de handel in wilde soorten en levert heldere uitleg die haar toepassing moet vergemakkelijken. Ook de wettelijke verplichtingen i.v.m. de noodzakelijke vergunningen, het houden en het merken van dieren voor handel komen er aan bod.
Alhoewel in gevangenschap geboren dieren meer en meer worden gebruikt om deze handel te verdedigen, blijft het onttrekken uit de natuur (wat vaak rendabeler is) voor veel soorten de belangrijkste bron van bevoorrading. Tussen 1996 en 2002 was 40% van de reptielen die onder de CITES-wetgeving vallen en in België ingevoerd werden, rechtstreeks uit hun natuurlijke omgeving afkomstig. Voor sommige bevoorradingslanden zoals Madagaskar is zelfs de totaliteit van de Belgische invoer uit de natuur afkomstig.
(1) CITES of de Conventie van Washington controleert en reglementeert de internationale handel in bedreigde soorten, of in soorten die door deze handel in de verdrukking komen. Er bestaat een systeem van toelatingen en certificaten die nodig zijn voor de handel opgelijst in haar bijlagen (I, II of III naargelang de graad ven bescherming die ze nodig hebben).
Het is zeer moeilijk in te schatten hoeveel in het wild gevangen reptielen ingevoerd worden in Europa, zeker niet van de illegale handel. Het invoeren, verhandelen, vervoeren, houden, kweken en verkopen van reptielen is over gans de wereld gereglementeerd en onderworpen aan verschillende wetgevingen en conventies. Zo probeert de overheid deze wildvang en illegale handel te verminderen. Dankzij kwekerijen van groene leguanen in Zuid-Amerika wordt de wildvang ook beperkt.
De internationale wetgeving omvat de "Conventie over internationale handel in bedreigde diersoorten (CITES)" die in 1975 is opgericht. In drie appendices worden de soorten vermeld waarvoor beperkingen gelden. Appendix 1 omvat de bedreigde diersoorten. Appendix 2 bevat de soorten die niet direkt met uitsterven bedreigd worden maar waardoor de commerciële handel bedreigd wordt. Appendix 3 geeft de dieren weer die enkel in bepaalde landen bedreigd zijn. Veel dieren worden hier niet in vermeld en de handel in deze dieren is vrij. Een veterinair gezondheidscertificaat is wel verplicht.
In de Europese Unie gelden sinds 1997 nieuwe regels : het zijn Annexen A tot en met D die corresponderen met het CITES-Verdrag. Bij aanschaf van een dier op de lijst van bijlage B en C bij een handelaar, dient u een kopie van het CITES-formulier (invoervergunning) aan te vragen of het nummer op het aankoopbewijs te vermelden. Wanneer bij een particulier aangekocht wordt, dient deze een overdrachtsverklaring met CITES-nummer mee te geven.
Leguanen staan op de CITES-lijst onderverdeeld onder appendix 2 van B-SITES lijst (CITES, 2005. Mensen die zulke dieren houden of verkopen, moeten kunnen vertellen hoe zij aan die dieren gekomen zijn en dat zij, als de wet dit verplicht, de juiste papieren hebben (een vergunning of een ontheffing)). Als blijkt dat dieren worden gehouden of verkocht terwijl het niet klopt met de wet, wat illegaal is, kunnen de dieren in beslag worden genomen. Ze gaan dan naar bijvoorbeeld een dierentuin of een speciaal opvangcentrum. De rechter kan straf opleggen voor het overtreden van de wet : een boete of gevangenisstraf of allebei.
De Belgische Milieuwetgeving Vlarem I, Bijlage 1 omvat het houden van reptielen en amfibiën vanaf 1 dier tot en met 30 dieren die niet giftig zijn, gevaarlijk of potentieel als gevaarlijk beschouwd worden. Hieronder valt de groene leguaan. Voor deze klasse heeft men een meldingsplicht, d.w.z. dat men vanaf 1 dier de nodige documenten moet invullen : af te halen bij dienst leefmilieu en gezondheid van de stad waar je woont. Of je zendt een aangetekende brief naar de bevoegde dienst van je stad waarin je meldt dat je houder bent van 30 reptielen die niet-giftig of een ander gevaaar kunnen betekenen voor de mens. Dit is verplicht : wanneer je een slang niet aangeeft, kunnen de dieren in beslag genomen worden.
Het identificeren van de dieren kan aan de hand van het inbrengen van een microship. Deze wordt bij de hagedissen ofwel intra-musculair (linker quadriceps) ofwel subcutaan (linker achterbeen) ingebracht.
Omdat de wetgeving vaak verandert, is het aangewezen te informeren bij de bevoegde instanties naar de huidige geldende bepalingen. Voor vragen over de in- en uitvoer kan u altijd terecht bij het minsiterie van landbouw.
|