LUC DRAPPIER is geboren te Gent op 5 november 1943.
Studeerde Grafische Technieken
Volgde cursussen Tekenen, Schilderen en Sierkunsten aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Gent
Na zijn studies werd hij ontwerper van gedrukte en geweven etiketten. Later ontwierp hij drukwerken, gelegenheidsdrukwerk, fotocartonnages en fotoalbums voor zijn eigen bedrijf.
Vanaf 1980 organiseert hij eigen tentoonstellingen van vooral grote aquarellen.
Veertien internationale prijzen vielen hem te beurt.
Gedurende 15 jaar leidde hij het aquarelatelier van de Latemse teken- en schilderschool (nu Latems Creatief)
Hij was gedurende 20 jaar een vaste waarde als stageleider tijdens de Rencontres Internationals de l' Aquarelle (Aquarella) in Hirson in Frankrijk.
Sinds 12 jaar heeft hij zijn atelier in Oosterzele. Zijn werk is sterk geëvolueerd. Van zijn figuratieve aquarellen via zijn fictieve landschappen en bossen heeft Luc de laatste jaren een totaal eigen stijl ontwikkelt.
De pure figuratie heeft plaats gemaakt voor creatie. De restanten van herinneringen die hij met een eigen taal, een eigen code op doek brengt zijn louter poëtische impressies gedragen door sterk licht. Zijn nieuw project heet Luxity. Lux, latijn voor licht, waarvan zijn voornaam is afgeleid, vormt de basisgedachte voor de fictieve, utopische stad. Zij heeft geen contact met de vaste grond en drijft, gestuwd door de stromingen en de getijden, naar steeds nieuwe horizonten. Op die manier ontstaat onophoudelijk nieuwe inspiratie. Het niet realiseerbare, het onvoldane in het leven, ligt vaak aan de basis van het werk van Luc. Niet de realisatie is het doel maar de weg ernaar en ook al is het doel onbereikbaar de eeuwige zoektocht is boeiend genoeg en geeft zin aan de utopie.
23-10-2005 om 00:00 geschreven door Luc
HET BEGIN
Alles begon op zeer jeugdige leeftijd met tekenen. Een potlood en wat papier waren mijn grootste bezit. Als 16-jarige zwierf ik soms dagen door de Ardennen. Gewapend met een plankje met 30 velletjes papier. In een groen knapzakje bewaarde ik wat mondvoorraad, meestal brood en kaas. De nachtelijke sterrenhemel was vaak het plafond van mijn slaapplaats.