Enkele weken geleden heb ik u medegedeeld dat u nog iets tegoed had in verband met de Japanse bezetter.Ik heb nu de tekst teruggevonden die ik toen wou uittypen.
Voor de Tweede Wereldoorlog was Sandakan de hoofdstad van de Britse compagnie van Noord-Borneo. Het was de thuishaven van de grootste concentratie van miljonairs ter wereld. Deze rijken beheerden de bosbouw op het eiland en de exploitatie van rubber, palmolie en andere producten. De komst van de Japanners in 1941 veranderde het leven van deze rijke handelaars radicaal. Van de ongeveer 2700 Britten en Australiërs die in de kampen werden opgesloten, overleefden er slechts zes. De andere stierven tijdens de drie Japanse dodenmarsen. Tijdens deze marsen moesten de gevangen 250 km per dag afleggen om hen "te verplaatsen" naar een ander dorp. De meeste gevangenen stierven door de ontberingen en wie het helse ritme niet meer aankon, werd neergeschoten. Voor wie toch overleefde, hadden de bezetters een bijkomende en fatale beproeving in petto : het transport op hun rug van rijstzakken van 25 kg naar de bergen. Er zijn dan ook zeer veel Nederlandsers, Engelsen en Australiërs die Borneo en Thailand (begraafplaats River Kwai) bezoeken op zoek naar het graf van hun grootvader of vader.
|