De zon geeft Reninge een gouden gloed die ook het kerkhof een ander aanzien geeft, of elke dode nog ongemerkt verder leeft en zwijgzaam voortschrijdt in een stille stoet
Bij het graf van Jenny knielt haar vader neer; hij zegt de zinnen die hij heeft opgespaard, voor zijn enige dochter heeft bewaard - hij spreekt niet meer tot Onze Lieve Heer
Dan, plotseling, ziet hij Jenny's gezicht, een waanbeeld dat hem doet verstijven: ze lijkt hem zo echt in het voorjaarslicht
en hij snapt niet waarom ze niet kon blijven Het boek van haar leven ging onverwacht dicht, hem rest slechts het nawoord om te schrijven.
|