Waarom zou je mus willen blijven,als je voor eeuwig een vlinder kan zijn. Waarom een beekje met kabbelend water, als je kunt sprankelen als een fontein. Waarom zou je je ergens verschuilen, als je kunt dansen tot diep in de nacht. Waarom zou je alleen willen blijven,als je toch weet dat ik op je wacht.