Inhoud blog
  • ALFABETISCHE PERSONENLIJST (hoofdstukken 5 tot 8)
  • ALGEMENE OPMERKING
  • 8.4. Bijlagen
  • 8.3. Enkele activiteiten bij voorouders, afstammelingen en aanverwanten
  • 8.2 Afstammelingen van Stoffel Martens
    Inhoud blog
  • ALFABETISCHE PERSONENLIJST (hoofdstukken 5 tot 8)
  • ALGEMENE OPMERKING
  • 8.4. Bijlagen
  • 8.3. Enkele activiteiten bij voorouders, afstammelingen en aanverwanten
  • 8.2 Afstammelingen van Stoffel Martens
    Zoeken in blog

    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Vijf eeuwen familie Martens

    24-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3.4. Andere afstammelingen van Jacob Martens

    3.4 Andere afstammelingen van Jacob Martens

    Personen in parenteel van Stoffel MARTENS : generatie IV, kinderen van Jacob

    IV.1 M MARTENS, Jan 1590 Hansbeke 27-09-1646 Hansbeke

    IV.2 V SPEECKAERT, Barbara 16-04-1594 Nevele 03-03-1636 Hansbeke

    IV.3 V RIJCKAERT, Elisabeth 11-10-1640 Hansbeke

    IV.4 M MARTENS, Pieter(hoofdstamlijn) 1602 Hansbeke 07-07-1653 Bellem

    IV.5 V STEYAERT, Anna na 1600 Bellem 14-10-1665 Bellem

    IV.6 M MARTENS, Geeraart 08-1609 Hansbeke 07-10-1678 Bellem

    IV.7 V De MEYERE, Philippa 25-11-167x Bellem

    IV.8 M Van WASSENHOVE, Arendt

    IV.9 V MARTENS, Livina 1611 Hansbeke

    IV.10 M MARTENS, Jacques 1613 Hansbeke voor1-1627 Hansbeke

    IV.11 M MARTENS, Guilliame 1614 Hansbeke

    IV.12 M MARTENS, Christoffel

    IV.13 V Van KERREBROUCK, Suzanne

    IV.14 M ROOTSAERT, Marten

    IV.15 V MARTENS, Joanna

    IV.16 V MARTENS, Sara Hansbeke

    Iv.17

    De oudste zoon Jan werd, zoals zijn vader Jacob, baljuw te Hansbeke. Over Jan en zijn afstammelingen is ruime informatie beschikbaar en langs zijn dochter Sara is hij één van de voorvaders van de families Martens, De Waele, Sutterman, Lamme en Hanssens die verder nog besproken worden. Zijn tweede broer Pieter zet de hoofdstamlijn verder te Bellem.Hij werd er later vervoegd door zijn jongere broer Geeraart, voordien schepen te Hansbeke. Van zus Livina Martens is geweten dat zij slechts 18 was toen zij op 27 october 1629 te Hansbeke trouwde met Arnoldus Van Wassenhove. Na het overlijden van haar moeder en stiefvader heeft zij samen met haar man nog de kasteelhoeve van de heerlijkheid Hansbeke uitgebaat.

    3.4.1. Jan Martens ( ° Hansbeke ? 1590 + Hansbeke 27-09-1646 ) zv Jacob

    Baljuw van de heerlijkheid Hansbeke

    Jan Martens, oudste zoon van Jacob en Livina Claeys, werd omstreeks 1590 geboren. Vlaanderen, dat door de Spaanse troepen grotendeels op de Staatse rebellen was heroverd, werd toen voortdurend geteisterd door moorddadige plundertochten van de vrijbuiters, die vanuit Oostende en Sluis onze streken binnenvielen. Velen waren op de vlucht. Misschien was dit ook het geval voor Jan zijn vader Jacob, die pas voor het eerst in 1601 te Hansbeke vermeld wordt.

    Vanaf de eeuwwisseling, toen de maatregelen tegen de invallen van vijandige plunderbenden succes kenden, was er op het platteland opnieuw enige rust gekomen. Als na het sluiten van het Twaalfjarig Bestand in 1609 de vrijheid van andersdenkenden werd gewaarborgd en de leer der doopsgezinden op publieke of geheime vergaderingen werd gepredikt, was Jan ongeveer 20 jaar oud en was zijn vader Jacob baljuw te Hansbeke. In een artikel in Het Land van Nevele (jg 17, nr 2, 1986) onder de titel “ Jan Martens (1590-1646), Doopsgezinde baljuw te Hansbeke “ formuleert Albert Martens een aantal vragen.

    Werd Jan een aanhanger van de nieuwe leer? Of vertoefde hij in middens van doopsgezinden waar hij de doopsgezinde Jan Speeckaert leerde kennen met wiens zuster hij omstreeks 1615 huwde?

    Barbara Speeckaert, dochter van Jan en Barbara Braus, was op 16 april 1594 te Nevele gedoopt, met doopheffers Philip Van Ooteghem en Suzanna Braus(49). Haar vader, die een landbouwer was met paarden en koeien, woonde te Landegem toen hij stierf in 1606. In onverdeeldheid met zijn broer Pieter bezat hij een behuysde hofstede metten bulcxken en vier partijen land, alle in Drongen gelegen. De moeder van Barbara, die toen met vier minderjarige dochtertjes achterbleef, hertrouwde met Jan Vander Vennet:

    staete van goede toecommende de vier onbejaerde kinderen ende wesen van wilent Jan Speeckaert die hij hadde bij Barbelken Braus … te weten Janneken , Joosijnken , Baerbelken ende Mayken , mits Jan den audsten zone bij zijnen huwelicke sijn selfs man … Pieter Speeckaert vooght van de vaderlicke zijde ende Anthonis De Baets bijstaende vooght over ende vuter name van Joos Ghoetgebuer wonende binnen Ghendt vooght vande moederlicke zijde … (50).

    Haar oudere broer Jan Speeckaert was gehuwd met Pierijnken Van Renterghem. Ze waren doopsgezind en woonden te Nevele op het Goed ten Heule, een behuysde hofstede mette mote ende meerschelken gelegen in de hoossche straete, dat met bijhorende landerijen een oppervlakte had van 14 bunder. Het goed behoorde in 1460 aan Margriete van Bruesele, weduwe van Gijzelbrecht van Roeselare, en kwam nadien in het bezit van Van Renterghem, en uiteindelijk van Pierijnken Van Renterghem, vrouw van Jan Speeckaert. Op 12 juli 1609 werd Jan Speeckaert bij zijn beleidenis als nieuw lid van de Hervormde Kerk te Aardenburg ingeschreven. Zijn vrouw werd er op 30 maart 1614 eveneens op de lijst van de Hervormden opgetekend.

    Landbouwer en eigenaar

    Na zijn huwelijk vestigde Jan Martens zich op een behuysde hofstede tegenover het kerkhof te Hansbeke.De oppervlakte ervan, met een aanpalend stuk land, bedroeg een ghemet so daerontrent. Zijn vader Jacob had dit erf tevoren gekocht van Tanneken Bollick, weduwe van Robberecht Van Caeneghem. Hij had het woonhuis volledig vernieuwd en ook een nieuwe schuur gebouwd.

    Het ging Jan blijkbaar van meetaf aan voor de wind, want reeds op 1 december 1615, korte tijd na zijn huwelijk, kocht hij deze verbouwde hofstede van zijn vader voor 91 ponden grooten.

    Op dezelfde dag verkocht het echtpaar Philip Bert en Pierintken Bruneels hem een ongehuysde hofstede met noch twee partijkens van lande bachten den hove commende tot up het straetken, mitsgaeders een sticxken landt ligghende over dander sijde van het selve straetken, nevens het eeckstick. Deze partijen hadden

    een gezamenlijke oppervlakte van ongeveer een bunder. Ze lagen langs het laeckstraetjen, de veldweg lopend van Doorenbus naar het Goed ter Elst( bedrijf dat in de 20e eeuw achtereenvolgens door Emiel, Marcel en Arlette Martens werd uitgebaat). De koopsom bedroeg veertich ponden grooten vlaems ende eenen dobbelen ducaet voor ‘tvercoopers huysvrauwe.

    Den eersten decembre 1615 compareerde voor Jaecques Martens bailliu , Jaecques Van Vinct ende Gherof Vander Straeten schepenen in de prochie van Hansbeke , Philip Bert ende met hem bij sijne consente ende auctorisatie Pieintken Bruneels sijne wettelicke huysvrauwe … de welcke kenden ende verclaersden wel ende deuchdelick vercocht thebben so sijlieden doen bij desen an Jan Martens fs Jaecques een ongehuysde hofstede …(51).

    Na het overlijden van zijn vader kocht Jan Martens op 16 januari 1619 andermaal een onbehuysde hofstede , groot ontrent twee hondert vijftich roeden van Gillis De Backer , officier en tavernier te Hansbeke. Dit erf lag eveneens tegenover het kerkhof op de oostzijde van sheerenstraete en paalde ten zuiden aan zijn eigen goed en ten noorden aan de hofstede van Jan Rutsaert. De ghecostumeerde kerckgheboden dienaangaande waren nog bij den bailliu Jaecques Martens voorgaende bailliu gedaen (52).

    Enkele maanden later, op 1 december 1619, betaalde Jan Martens opnieuw 25 ponden grooten vlaems vrij suvers gelt aan Daniel Van Speybrouck als koopsom van 3 partijen land, eerst een partije van lande ligghende in de prochie van Hansbeke ghenompt den neystacker groot ontrent twee gemeten LXII roeden palend ten westen aan de koper, item noch een partijken van lande ghenompt het cleyn hulstackerken ten oosten palend aan de koper en ten noorden aan het goet van Exaerde en item ten lesten een partijken van lande groot drij vijfventwintich roeden ligghende inden cautere ghenompt den meulenackere, op de noordkant van het meulendrefken tussen de Doornbosstraat en de heerlijke molen in de sheerenstraete(53).

    Nog op 18 maart 1620 kocht hij van zijn intussen met Joos Van Renterghem hertrouwde moeder een partij land van 300 roeden groot, gelegen in de wijk Zande, voor een bedrag van 22 ponden grooten vlaems(54).

    Toen na het verstrijken van het Twaalfjarig Bestand in 1621 Spaanse troepen te Hansbeke verbleven, werden bij Jan twee spaengaerden ingekwartierd. Ook anden alferijn (?) van het kasteel moest hij een hesp van negen en een half pond geven en eenen caerpe van 20 ponden . Bovendien leverde hij 34 ponden brood ome de soldaten te onderhouden.

    Nadien kwamen een sekeren troep duytsche soldaten op zijn erf, de welcke aldaer ghebleven sijn eenen nacht ende hebben hem verbrant, die te troepe in sijn hof ghevallen sijn , ongheforriert den nomber van 130 haudt . Aan dezelfde troep werden seven broden, elck van 14 ponden een hespe van 16 ponden ende twee sticken botere geleverd. Later hield hij nog bij forrierringhe vier soldaten en ten leste drij soldaten die haerlieden selve forrierden (55).

    De naam van Jan Martens komt ook voor op het renteboekje van de armendis te Hansbeke, anno 1624-1629: Ontfaen van Jan Martens bij coope van Daniel Van Speybroeck met consorten,gelt jaerlicx xiii d p gaende vuyt een stick landts genaempt den eystacker west dhoirs van Exaerde.

    Op 28 april 1627 verscheen Jan voor de schepenen ende mannen van leene vande heerlichede ende leenhove vande prochie van Hansbeke om een akte te verlijden betreffende de aankoop van een partijken landts ghenompt de doorenhaghe, groot ontrent een ghemet, danof een deelken gheleghen is in sheerenstraete an het landt van Christoffel Martens, ligghende op de westzijde van de kercke vande voornompde prochie. Hij had deze partij, die een leen was ghehouden vanden leenhove van Hansbeke, gekocht van Marten Clays fs. Adriaen voor de somme van achttien ponden, seven schellynghen, neghen grooten, metgaders drij muekens taerwe ende bij den coopere te saeyen een mueken lijsaet, ende drij schellynghen vier grooten voor svercoopers huysvrauwe(56).

    Leenman, schepen en ruzie met Spaanse soldaat

    Jan Martens legde in de wetsvergadering van 24 october 1619 de eed af als leenman van het leenhof van Hansbeke (57).

    Gezagsdragers waren blijkbaar toen ook het voorwerp van kritiek en verwijten. Adrian De Witte had in beschonken toestand op zondag 29 november 1620 enige beschuldigingen geuit aan het adres van Jan Martens en Jan Salaert, die dit niet voor lief namen. De drinkebroer werd gedagvaard voor de vierschaar van 2 december daaropvolgend, waar hij in hun tegenwoordigheid verklaarde dat hetselve geschiet is door dronckenschap ende dat hem hetselve hertelick leet is en hij van hen niet en weet te seghen dan deucht ende heere (58).

    Na de wetsvernieuwing van begin 1623 zetelde Jan Martens als schepen bij Gherolf Lamme, Pieter Van Eyste, Gillis Van Hove, Jan Van Wassenhove, Gherof Maenhout en Jan Van Hulle fs. Gabereel, burgemeester, in de schepenbank te Hansbeke (59).

    Ruzie met Spaanse soldaat

    Jan was stipt aanwezig op de dynghedaghen van de wethouders (60) tot hijzelf, samen met Cornelis Bayens, op 20 augustus 1625 voor de vierschaar werd gedagvaard. Beiden droegen de soldaten van de Spaanse troepen blijkbaar niet in hun hart. Kwam dit omdat zij doopsgezind waren of omdat de militairen, zowel vriend als vijand, bij de bevolking onpopulair waren? Immers, op 5 augustus voordien hadden ze up den herwech tusschen de prochie van Hansbeke ende de prochie van Landegem een hierschen soldaet die was volghende sijne compagnie afgeranseld. Volgens de akte van beschuldiging hadden zij hem seer compasselick gheslaghen met stocken, metgaders afghenommen sijnen mantel muschet rapiere ende sijne borse met gelt, twelcke sij met haerlieden gedraeghen hebben. Ze verklaarden, wellicht als verzachtende omstandigheden, dat ze den hierschen soldaet een lesje hadden geleerd, omdat hij tevoren ghesmeten hadde sekeren aermen man, en hij in het gevecht gheabandoneerd heeft sijnen mantel muschet ende rapiere. Ze bekenden nochtans dat den soldaet theurlicke versoucke ghegeven heeft zijn gelt, dat hij over hem hadde en dat zij zijn achtergelaten attributen hadden meegenomen. Ze drukten hierover hun spijt uit en verzochten omme gratie voor recht. Toch werden ze in de wetsvergadering op 4 september 1625 door de vierschaar, die vooraf gheleerde advocaeten, postilerende inde Raedt van Vlaenderen hadden geconsulteerd, veroordeeld elck in een boete van vier ponden grooten sheeschers proffyte metgaders in elck 20 schellyngen grooten tot proffyte van onse lieve vrouwe vande prochie(61).

    Heeft Jan Martens als gevolg van deze veroordeling ontslag genomen als schepen van de heerlijkheid of werd hij wegens dit vergrijp voor zijn diensten bedankt? In elk geval is hij niet meer aanwezig op de daaropvolgende vergaderingen van de wethouders.

    Baljuw , curator en procureur

    In het laatste trimester van 1627 bleef Lieven Van Kerrebrouck, baljuw van de heerlijkheid van Hansbeke, meerdere malen op de dynghedaghen afwezig. Hij werd toen door de officier Gillis De Backer als vivi bailliu vervangen. Hij was opnieuw tegenwoordig op de wetsvergaderingen die in het volgende trimester plaatsvonden. Maar uiteindelijk zetelde hij voor de laatste maal op 12 april 1628. Werd hij zwaar ziek? Werd hij van zijn taak ontlast of uit zijn ambt gezet? In hetzelfde jaar werden geen dynghedaghen meer gehouden, in ieder geval niet meer genotuleerd in het ferieboek.

    Nog voor het jaareinde werd hij door Jan Martens opgevolgd:

    heden desen IIIIn january XVIc neghenentwintich sijn ghecompareert voor Jan Martens als ghecommitteert wesende tot bedienen vande bailluaige vande prochie van Hansbeke met datter toebehoort …(62) . Deze legde op de dynghedach van 16 october 1630, bij een vernieuwing van de wet,( andermaal) de eed af, samen met schepenen en andere gezagsdragers:

    up heden date alsvooren den XVIn october 1630 hebben eed ghedaen Jan Martens bailliu Jan Van Hulle Gherolf Standaert Jan Van Wassenhove Pieter Van Vinckt Pieter Anthonis ende Lieven Vanden Bossche, metgaeders Marten Van Buere ontfanger Marten Van Maldeghem en Mr Pieter Rootsaert, metgaders Pieter Van Maldeghem ende Adrian Vande Walle Jacques Van Vinckt(63) en zat stipt de schepenbank voor die vanaf 7 februari 1629(Wettelycken dindach ordinaire den VIIn february XVIc negenentwintich present Jan Martens bailliu inde plaetse ghecommen sijnde vande voorgaende bailliu Lieven Van Kerrebrouck) opnieuw regelmatig vergaderde(64).

    Jan Martens, die als baljuw de belangen van de heer van de heerlijkheid van Hansbeke moest vrijwaren, werd reeds bij het begin van zijn ambtstermijn ambtshalve met een ondankbare opdracht opgezadeld. Een eerste maal nog in 1628, en een tweede maal op 24 october 1629, legde hij in wettelicken ghebannen vierschaere, over en vuten naeme vanden heere deser prochie van Hansbeke beslag op de onroerende goederen van zijn voorganger Lieven Van Kerrebrouck, omme daer anne te verhaelen alsulcke schade ende intresten die de heer op zijn voormalige baljuw en ontvanger wist te pretenderen , ter causen van sekere upgaende boomen ende troncken als den voornoemden Kerrebrouck van den voornoemden heer ghecapt ende vercocht heef(65). Wellicht stierf Lieven Van Kerrebrouck omstreeks deze tijd of korte tijd later. Zijn onroerende en roerende goederen werden bij aucthorisatie van mijn edele heeren vanden Raede van Vlaenderen openbaar verkocht teneinde de lopende schulden te vereffenen. De veiling vond plaats op drie opeenvolgende zitdagen van de vierschaar(66). Jan Martens fungeerde er causa officii als executeur van het vonnis. Op de laatste verkoopdag, 29 januari 1631, hernieuwde hij andermaal uit naam van de heer de beslaglegging op de goederen van de voormalige baljuw. Het baart wel enige verwondering dat Jan Martens slechts gedurende een eerste ambtstermijn van drie jaren baljuw bleef. Was zijn doopsgezindheid een onoverkomelijke hinderpaal voor het verderzetten van zijn mandaat? Of had hijzelf een grondige beweegreden om te verzaken aan het baljuwsambt?

    Op 25 juni 1631 zat hij zijn laatste wetsvergadering voor. Tijdens de volgende dynghedach, die op 1 october 1631 plaatsvond, kwam hij bevestigen dat hij Laurens De Rave, die door de ontvanger werd opgeroepen, nog persoonlijk had gedagvaard . Zijn opzegging kende blijkbaar geen vlot verloop want het ganse daaropvolgende jaar trad de officier Martijn Le Fevere als rechtstreekse vertegenwoordiger van de heer op. Het was pas op de wetsvergadering van 1 juni 1633 dat Baudewijn De Meyere als nieuwe baljuw zetende (67).

    Jan Martens werd intussen aangesteld als curator ten vaguen sterfhuyse van Lieven Van Kerrebrouck. In deze functie was hij, samen met de erfgenamen van Willem Van Kerrebrouck, eiser in een geding tegen Marten Van Maldeghem. Hij werd anderzijds als curator gedagvaard in het proces dat door mher Hubert Albert de Guernoval rudder baron van Eeckelsbeke heere van Hansbeke etca en andere schuldeisers van Lieven Van Kerrebrouck in de Raad van Vlaanderen was aanhangig gemaakt en ruim twee jaar aansleepte(68).

    Als leenman bleef hij deel uitmaken van het leenhof van Hansbeke. Hij trad ook op als procureur of zogenaamde pleitbezorger in geschillen. Aldus verdedigde hij voor de vierschaar de belangen van Gillis Lievens tegenover Pieter Temmerman. Ook als prijser of schatter vervulde hij zekere opdrachten.

    Nalatenschappen

    Barbara Speeckaert, eerste echtgenote van Jan, overleed op 3 maart 1636:

    1636, 3 martij obiit Barbara uxor Joannis Martens(69)

    Voor Jan volgde een moeilijke tijd. Hij bleef achter met negen minderjarige kinderen, vier jongens en vijf meisjes: Jacques, Hansken, Stoffel, Pierken, Janneken, Tanneken, Saerken, Sanneken en Fransijnken. De oudste was ongeveer 19 jaar, de jongste wees amper 4 jaar. Christoffel Martens, oom van de weeskinderen, en Gherof Lamme werden respectievelijk als paternele en als maternele voogden aangesteld en beëdigd:

    25.06.1636, heden date ende presentie alsvooren heeft Christoffels Martens als hoom ende voocht vande vaderlijcke sijde gedaen den behoorlicken eedt vande weesen van Jan Martens gheprocureert bij Barbara Speeckaert ter saligher memorie, ende Gherolf Lamma over de moederlijcke sijde(70).

    Petronilla Lamme, achterkleindochter van Gheert Lamme, trad een eeuw later in het huwelijk met Judocus Martens (1686-1725).

    Volgens de staet ende verclaers van goede toebehorende aan de wezen, werden de cattheylighe goedynghe van desen sterfhuyse, mitsgaedres de schulden van baeten, beter bevonden dan de schulden van commere ende lasten:

    Dit naervolghende is den staet ende verclaers van goede toebehoorende Jacqueq Hansken Stoffel Pierken Janneken Tanneken Saerken Sanneken en Fransijnken Martens, alle kinderen van Jan Martens gheprochereert bij Barbara Speckaert filia Jans, den welcken staet ende verclaers van goede bij desen doen ende overbrynghen Crystoffels Martens als voocht over de vaederlijke zijde ende Gherof Lamme als voocht over de moederlijke zijde(71).

    Jan Martens beloofde zijn kinderen te onderhouden zoo van ate dranck cledene ende gheredene tot aan hun huwelijk ofte andere heerlijcke staete. Hij zou naderhand ieder kind het bedrag van acht pond grooten vlaems ter hand stellen. De jongens mochten leren lesen ende schriven omme hemlieden te manne commende te behelpen . Alle de cattheylen van huyse schuere ende stallen my tsgaeders alle de catteylen van boome bleven in onverdeeldheid.

    De staat van goed vermeldt het conkest goet of de eigendommen bij desens weesens vaeder ende moeder in huwelicke wesende tsaemen gheconquesteert of verworven :

    een behuysde hoofstede ligghende thansbeke an de kercke, 387 roeden

    een partijken cauter inden meulen acke , 78 roeden

    een haude hofstede, 527 roeden

    een styck landt ghenaemt het sande bulxken, 319 roeden

    een partije ghenaemt den cleenen heystacker, 136 roeden

    een sticken met eenen grooten punt ghenaemt de colliere, oost het lackstraeken,

    108 roeden

    een stickken landt ghenaemt het ecksticke, west het lackstaeken, 182 roeden

    een partije ghenaemt de doorenhaeghe , 261 roeden .

    Jan Martens hertrouwde met Elisabeth Rijckaert, dochter van Arent, vermoedelijk afkomstig van Ursel. Op 2 mei 1639 baarde zij een dochtertje Livina(72). Elisabeth overleed reeds een jaar later, op 11 october 1640:

    1640, 11 october obiit Elisabeth ux. Joannes Martens(73).

    Volgens de staat van goed (74)… Dit navolgende es den staet van goede toebehoorende Vijnken de dochter van Jan Martens die hij hadde bij Helysabet, de dochter van Arten Rijckart , van al sulx als de voornoemde weese verstorven es bij toverlijden van haere voornoemde moedere, overbrocht bij Gillis Rijckaert ende Christoffel Martens vochden vande voornoemde weese …) erfde het weesmeisje langs moederszijde diverse partijen land uit de nalatenschap van haar grootvader Arent Rijckaert. Deze landerijen lagen op Ursel, in onverdeeldheid met haar tante Tanneken Rijckaert:

    een stick lants daerment heet den hulle, noort vanden muelen van Ursele, commende ten alfven met eenen aeck tot up een straetken,

    palende noort het hegelstraetken, suyt de hullestraete die loopt achter de

    stede van Joachim Begijn, groot ontrent de twee gemeten ;

    een partije cauterlant up vleckackerken, groot ontrent een haut gemet;

    een partije lants up den steelantput, 125 roeden;

    een partije maymersch gelegen in herysbroek genaemt den crieckelaersbilck, noort de vieckemstraete, 250 roeden

    ten lesten noch een alf gemet mersch oock in herysbroek .

    Omdat de catheylen beter bevonden sijn dan de commeren ofte last vande sterfhuyse beloofde Jan Martens zijn kind als sij sal commen ten eenygen staete tsij geestelick of weireltlick ofte bij getijdige haude twaalf ponden groten te geven. Ze zou ook haar moeders beste mareyten rock ende eene caernatenen lijfrock krijgen, die door haar tante Tanneken Rijckaert bewaard werden en waarvan de waarde door Gerof Lammens op vier ponden geschat was.

    Opvallend is dat de doopsgezinde vader beloofde des weesens vrienden van haer smoeders wege te volgen in bruyksten ende kerckgangen gelick of de selve hare moeder noch in leven war.

    Zijn laatste jaren als weduwnaar

    Volgens het jaerboek ofte gebruyckboek van Hansbeke, daterend van omstreeks 1640, woonde Jan op zijn eigen hofstede langs de oostzijde van sheerenstraete tegenover het kerkhof. Hij gebruikte vier akkers en twee meersen uit het Goet van Exaerde, die hij van de barones van Pamele pachtte, en zijn eigen verworven landerijen met een gezamenlijke oppervlakte van 8 gemeten en 250 roeden (75).

    Vanaf 1640 werd Jan Martens, benevens andere nalatige katholieken of vermeende ketters, door de parochiegeestelijkheid in het oog gehouden. De pastoor, Francies Diericx, aanzag Jan Vervinct maar vooral de ex-baljuw als een geloofsverdachte van wie gezegd werd dat hij zich verheugde in de overwinningen van de vijand. Uit dekanale visitatieverslagen, gericht aan de bisschop van Gent, blijkt dat hij vermoed werd dat hij predikant of minister kon worden indien de tijden zouden veranderen:

    Joannem Vervinct habebat pastor pro suspecto in fida sed magis Joannem Martins ex-baillivum, qui dicitur gaudere in victoriis inimicorum, et putatur posse fieri praedicans seu ministe, si tempora mutarentur …(76) en (77).

    Voordien, op het einde van 1638, bracht Gillis De Backer, officier, Jan Martens voor de vierschaar wegens een niet nader omschreven eis waarvan hij nadien afzag (78).Ook Jacques Van Vynckt trok aan het kortste eind in een geschil met de oud-baljuw, die zich voor de vierschaar liet bijstaan door de pleitbezorger Mattheeus Vermeerle (79).

    Geraakte Jan Martens in geldnood nadat zijn oudste dochters kort na elkaar in 1640 huwden en hij hen wellicht de weespenningen moest uitkeren? Joos Begijn, griffier en ontvanger van de heer, liet hem immers voor de vierschaar dagvaarden wegens nalatige heerlijke renten (80). Ook Gheert Vande Putte (vader van zijn latere schoonzoon Frans Vande Putte) bekloeg zich voor de schepenbank(81). Op 23 september 1643, twee maanden nadat zijn dochter Suzanna gehuwd was met Frans Vande Putte, ontving Jan Martens weliswaar uit de handen van Jaques De Bliecq, ontvanger van Hansbeke, een vergoeding van 6.17.11 grooten 6 deniers voor sijn resterende vacatien van ghepresen thebben dese prochie van Hansbeke(82). Maar een jaar later op 18 juli 1644 leende hij van Jan Toebast fs. Jan, inwoonende poorter der stede van Gendt, een bedrag van 64 ponden groten aan een jaarlijkse rente van 4 ponden. Zijn hofstede tegenover de kerk met aanpalende partijen land groot ontrent twee gemeten en de partije van lande, ghenaempt den doorenbusch wesende eene aude hofstede , groot een half bunder golden hierbij als onderpanden (83).

    Korte tijd nadat hij zijn zoon Jan op 21-jarige leeftijd naar het graf droeg:

    1646, aprilis 30 Joannes Mertens adultus cemit(84)

    stierf Jan Martens te Hansbeke op 27 september 1646:

    1646, septembris 27 Joannes Mertens adult cemit(85).

    3.4.2 Afstammelingen van Jan Martens

    Gezinsfiche

    Martens Jan             1x                 Speeckaert Barbara

    fs Jacob en Livina Claeys                           fa Jan en Barbara Braus

    ° 1590                                                              ° Nevele 16-04-1594

    + Hansbeke 27-09-1646                                + Hansbeke 03-03-1636

    Kinderen

    1. Joanna                      x                                 Vande Walle Adriaan

                                                                              fs Gheeraert

                                 x Hansbeke 29-07-1640

    + Hansbeke 18-08-1664

    2. Jaecques                   x                                 Coppens Joanna

    ° Hansbeke 1618

                                 x Hansbeke 03-04-1652

    + Hansbeke 24-02-1678                                   + Hansbeke 13-11-1692

    3. Anna                          x                                Beernaert Anthone

                                                                               fs Cornelis

    4. Sara               1x                                            Van Vincq Joannes

    ° Hansbeke 1617                                              fs Jacques en Mayken Serweytens

                             x Hansbeke 21-04-1640

                                                                               + Hansbeke 05-02-1646

                              2x                                             Sutterman Joos

                                                                                fs Jan en Cathelijne Vanderstraeten

                            x Hansbeke 30-04-1647

    + Hansbeke 02-10-1692                                    + Hansbeke 08-12-1680

    5. Suzanna         x                                              Vande Putte Frans

    ° Hansbeke 1624                                                 fs Gheeraert

                             x Hansbeke 16-07-1643

    + Hansbeke 21-11-1684

    6. Jan

    ° Hansbeke 09-03-1625

    + Hansbeke 30-04-1646

    7. Christoffel

    ° Hansbeke 21-09-1628

    + Hansbeke 14-01-1655

    8. Pieter

    9. Francisca              x                     Braet Jacques

    ° Hansbeke 10-08-1631

                        x Hansbeke 01-06-1656

    + Hansbeke 17-02-1691                  + Hansbeke 05-08-1684


    Martens Jan
                 2x             Ryckaert Elisabeth

                                                                     fa Arent

    + Hansbeke 11-10-1640

    Kinderen                2x

    10. Livina                x                             Vande Putte Petrus

    ° Hansbeke 02-05-1639

                        x Hansbeke 04-06-1675

    De personen in het parenteel van Jan Martens zijn weergegeven bij de afstammelingen van Stoffel Martens (bijlage 3.4). Via zijn dochter Sara en de familie Sutterman wordt Jan Martens naast zijn broer Pieter, die naar Bellem verhuisde, eveneens een voorvader van Carel Martens (1766-1837) in de hoofdstamlijn.

    Van de kinderen van de Hansbeekse baljuw Jan, en dus van de kleinkinderen van baljuw Jacob, is heel wat informatie beschikbaar. Terwijl de hoofdstamlijn doorgaat te Bellem, met Guilliame Martens, zoon van Pieter en kleinzoon van Jacob, die er burgemeester wordt, verlopen de levensverhalen van de te Hansbeke geboren en gebleven afstammelingen toch wel heel anders. De hier beschreven familieleden Martens (Sara, Jacques, Suzanna, Francisca en Janneken) zijn de Hansbeekse neef en nichten van de Bellemse Guilliame. Met uitzondering van de afstammelingen van Sara spelen zij en hun kinderen spelen geen rol meer in het bestuur van de heerlijkheid Hansbeke. Meerderen onder hen zijn direct betrokken bij het uitbaten van herbergen.

    Door haar huwelijk met Joos Sutterman legde Sara de basis van een aantal betekenisvolle afstammelingen. Haar kleinzoon Petrus Sutterman werd burgemeester en trouwde met Livina Lamme, waarvan de zuster Petronilla zou huwen in de hoofdstamlijn Martens. Door haar huwelijk met Carel Martens zal de kleindochter van Petrus, Marie Rose Sutterman, opnieuw de band leggen met de hoofdstamlijn Martens. Hierdoor is Jan Martens eveneens een voorvader van Petrus-Francies Martens in de hoofdstamlijn.

    Gheeraert Martens, jongere broer van Jan, zal als schepen nog een zekere politieke rol spelen.

    Sara Martens (° Hansbeke 1617 + Hansbeke 02-10-1692) dv Jan

    Sara was slechts 2 jaar oud toen haar vader Jan de eed aflegde van leenman van het leenhof van Hansbeke. Zij was 6 wanneer hij schepen werd en zijn burgemeesterambt situeerde zich tussen haar 12 en 14 jaar. Ze was slechts 19 wanneer haar 42-jarige moeder overleed, na 9 kinderen te hebben op de wereld gebracht. Na het tweede huwelijk van haar vader met Elisabeth Rijckaert en na de geboorte van een halfzusje Livina op 5 mei 1639 trad zij op 21 april 1640 te Hansbeke in het huwelijk met Joannes Van Vincq.

    Personen in parenteel van Jan Van VYNCKT

    ´

    I.1 M Van VYNCKT, Jan

    II.1 M Van VYNCKT, Jacques

    II.2 V SERWEYTENS, Mayken 31-12-1640 Hansbeke

    III.1 M Van VINCQ, Jan

    III.2 V MARTENS, Sara 1617 02-10-1692 Hansbeke

    Haar schoonvader Jacques Van Vynckt en schoonmoeder Mayken Serweytens, dochter van Gillis en Lippynken Lootens, woonden op een hofstede palend ten noorden en ten westen aan de straete (vermoedelijk de huidige Karmenhoekstraat) en bewerkte ongeveer 10 gemeten land waaronder de catteschoot langs de oostkant van het catschootstraetjen. Hij was waeghenmaeker, burgemeester in 1621-22, kerkmeester in 1623 en armmeester in 1626. Van 1626 tot 1632 was Jacques Van Vynckt bovendien lid van de schepenbank van Bellem en Schuurvelde, als vertegenwoordiger van de Bellemse enclave in Hansbeke. Wanneer zijn vrouw Mayken overleed op 2 december 1640, 8 maanden na het huwelijk van zoon Jan, waren er 8 kinderen.

    Jan Van Vincq moet zeer jong overleden zijn vermits zijn 30-jarige weduwe Sara reeds op 30 april 1647 hertrouwde met Joos Sutterman, zoon van Jan en Cathelijne Vanderstraten. Haar tweede echtgenoot was 21 jaar ouder dan Sara en slechts 6 jaar jonger dan haar vader. Voor Joos Sutterman was het reeds zijn derde huwelijk. Joos zetelde eveneens in de schepenbank van Bellem en Schuurvelde als vertegenwoordiger van de enclave in Hansbeke en wel gedurende de periodes 1643-55 en 1662-63.

    Personen in parenteel van Jan SUTTERMAN

    I.1 M SUTTERMAN, Jan

    I.2 V VANDERSTRATEN, Cathelijne

    II.1 M SUTTERMAN, Joos 21-09-1596 Hansbeke 08-12-1680 Hansbeke

    II.2 V MARTENS, Sara 1617 02-10-1692 Hansbeke

    III.1 M SUTTERMAN, Petrus 24-04-1650 Hansbeke

    III.2 V MAENHOUDT, Livina 05-12-1658 Hansbeke 26-03-1717 Hansbeke

    IV.1 M SUTTERMAN, Petrus 23-05-1687 Hansbeke 15-04-1773 Hansbeke

    IV.2 V LAMME, Livina 19-04-1689 Hansbeke 12-06-1719 Hansbeke

    Joos was een eerste maal gehuwd met Lievijne De Pestele, dochter van Andryes. Bij het overlijden van zijn eerste vrouw te Hansbeke op 14 september 1640 bleef hij achter met 8 wezen. Hij hertrouwde maar ook zijn tweede vrouw overleed vroegtijdig te Hansbeke op 19 december 1645. Hij was 51 jaar toen hij voor de derde maal huwde met de 30-jarige weduwe Sara Martens, dochter van de oud-baljuw Jan en Barbara Speeckaert. Uit dit huwelijk werden nog 8 kinderen geboren. Het echtpaar woonde op een hofstede ten noorden van de Reibroekstraat met 22 gemeten land en meersen. Joos Sutterman was te Hansbeke armmeester in 1625 en schepen in de jaren 1641-46 en 1654-59. Hij was 84 jaar oud toen hij overleed.

    Twee zonen van Sara ‘s kleinzoon Petrus, uit zijn huwelijk met Livina Maenhoudt, komen nog verder aan bod : Jan Baptiste Sutterman, echtgenoot van Marie Maenhoudt, en Boudewijn Sutterman, echtgenoot van Joanna De Pauw. Zij zorgen voor een nieuwe verbinding met de familie Martens en ook met de familie Hanssens.

    Jacques Martens (°Hansbeke 1618 + Hansbeke 24-02-1678) zv Jan

    Bij het overlijden van zijn vader Jan op 27 september 1646 erfden zijn kinderen ondermeer de samengevoegde hofstede met twee herbergen tegenover de kerk van Hansbeke. Op deze lokatie zou in de XIXe eeuw het gemeentehuis komen, op de bovenverdieping van het café Onder de Toren. Het zuidelijk gedeelte (228 roeden groot) kwam na mangeling en transacties in het bezit van de nog ongehuwde 28-jarige zoon Jacques. Het noordelijk deel werd eigendom van diens 22-jarige zus Susanna, gehuwd met Frans Vande Putte. Beide herbergen werden afzonderlijk uitgebaat. Op de caerte figurative van Hansbeke, anno 1700, vindt men deze opdeling in twee percelen terug onder de nummers I/34 en I/32 van het eerste beloop Kercke en Voorde. Volgens de herbergentelling van 1683 stonden op deze aan elkaar palende erven, rechtover ende ande kercke, twee herberghen d’eene teghen d’andere. Ze werden reeds sinds decennia open gehouden.

    Zeker vanaf 3 april 1652, toen Jacques trouwde met Joanna Coppens, woonde hij in de zuidelijke herberg tegenover de kerk. Zij kregen er 4 kinderen waarvan de eerste dochter Joanna reeds na één dag stierf. Van de oudste zoon Joannes is enkel de geboortedatum (10-06-1659) bekend.

    Personen in parenteel van Jacques MARTENS

    I.1 M MARTENS, Jacques 1618 24-02-1678 Hansbeke

    I.2 V COPPENS, Joanna 13-11-1692 Hansbeke

    II.1 V MARTENS, Joanna 08-06-1657 Hansbeke 09-06-1657 Hansbeke

    II.2 M MARTENS, Joannes 10-06-1659 Hansbeke

    II.3 M MARTENS, Jacob 09-07-1664 Hansbeke 11-03-1736

    II.4 V Van RENTERGHEM, Elisabeth 13-01-1694

    II.5 V De WITTE, Elisabeth 16-11-1709

    III.1 M MARTENS, Pieter 11-10-1700 Hansbeke

    III.2 V VANDE PUTTE, Maria 29-09-1675 Hansbeke

    II.6 M MARTENS, Mattheus 21-09-1667 Hansbeke 10-05-1703 Hansbeke

    II.7 V SCHATTEMAN, Catharina 1660 11-12-1694 Hansbeke

    III.3 V MARTENS, Joanna

    II.8 V STANDAERT, Joanna 10-05-1703 Hansbeke

    III.4 M MARTENS, Joannes

    III.5 M MARTENS, Carolus

    III.6 V MARTENS, Anne Marie

    Meldenswaardig is dat op 7 februari 1722 Pieter Martens, kleinzoon van Jacques, huwde met Maria Vande Putte, kleindochter van Susanna Martens, de zus van Jacques.


    De zaken gingen klaarblijkelijk niet goed. Begin 1660 was Jacques Martens aan de Hansbeekse brouwer Guilliame Mijnsberghe, zoon van Nicolaes, tachtentich ponden grooten vlaems verschuldigd voor deuchdelick geleenden gelde ende leverynghe van bier. Hij ondertekende dienaangaande op 14 januari 1660 een schuldbekentenis voor 80 ponden aan een jaarlijkse interest van 6.25%, waarbij zijn behuysde hofstede (herberg), gheleghen binnen hansbecque ande kercke, west de straete, noord Frans Vande Putte gehypothekeert werd. Guilliame Mijnsberghe kocht en aanvaarde naderhand de hofstede ter vereffening van het hem verschuldigd kapitaal en verschenen intresten.

    Jacques Martens heeft dus blijkbaar op korte tijd zijn erfenis kwijtgespeelt aan brouwer Guilliame Mijnsberghe, waarvan de zoon Nicolaus trouwens in 1670 als 18-jarige trouwt met Joanna Vande Putte, 18-jarige dochter van de ernaast wonende Susanna Martens, zus van Jaecques. Jacques overleed te Hansbeke op 24 februari 1678, 60 jaar oud. Zijn weduwe Joanna bleef achter met 3 minderjarige kinderen: Joannes(19 jaar), Jacob(14 jaar)en Mattheus(11 jaar).

    Op kerstavond 1682 werd de zuidelijke herberg ontruimd door Joanna Coppens, weduwe van Jacques Martens, om plaats te maken voor Jan Cocquyt en Anna De Blieck, die de herberg pachtten van Guilliame Mijnsberghe. Joanna zal overlijden op 13 november 1692, na het eerste huwelijk van haar zonen Jacob en Mattheus. Beide zullen trouwens in 1694, minder dan 30 jaar oud, hun eerste echtgenote verliezen. Het jaar 1694 moet trouwens een rampjaar geweest zijn, zoals blijkt uit het aantal sterfgevallen in andere parochieregisters. Was het een epidemie en/of de oorlogsomstandigheden? De vorige jaren 1692 en 1693 kenden oogstmislukkingen en hongersnood. Het is ook de tijd van rampzalige invallen van de troepen van Lodewijk XIV in Vlaanderen. Gent is in die tijd driemaal belegerd en tweemaal door de Fransen bezet geweest voor enkele jaren. Het omliggende platteland heeft er fel van te lijden gehad, tot totale verwoesting toe.

    Zoon Jacques Martens(1664-1736) was 20 jaar toen hij op 1 juni 1684 huwde met Elisabeth Van Renterghem. Zij overleed op 13 januari 1694. Op 21 februari 1694, dus één maand later, hertrouwde Jacques met Elisabeth De Witte, waarmee hij 4 kinderen kreeg. Zijn tweede vrouw overleed in 1709, 43 jaar oud.

    De jongste zoon van Jacques Martens, Mattheus(1667-1703), trouwde op 30 april 1686 te Zomergem, slechts 18 jaar oud, met Catharina Schatteman, dochter van Jan. Samen krijgen zij 6 kinderen te Hansbeke, maar Catharina overleed 8 jaar na haar huwelijk, 34 jaar oud. Slechts 2 maanden later, op 6 februari 1695, hertrouwt de 28-jarige weduwnaar met 6 kleine kinderen te Bellem met Joanna Standaert, dochter van Carel Standaert, waarmee hij nog 4 kinderen krijgt. Mattheus is slechts 36 jaar oud wanneer hij overlijdt. De naam van Mattheus Martens fs Jacobus is terug te vinden in staten van goed van de baronie Nevele: na het overlijden van zijn eerste vrouw Catharina Schatteman waarmee hij ondermeer een achtjarige dochter Joanna had ( Nevele 403 blz 218), en ook na zijn overlijden, als echtgenoot van Joanna Standaert en vader van haar drie kinderen Joannes, Carolus en Anne Marie (Nevele 404 blz 214 en b. 435 en b 432 nr 517).

    In “ Mensen van vlees en bloed “ brengt Albert Martens een verhaal uit 1688, waarbij Jacob en Mattheus Martens betrokken zijn, kort voor hun eerste huwelijk.

    Nachtrumoer aan het kerkhof (1688)

    Christoffel Nieulant zv Carel, 30 jaar oud, ging op zondag 29 februari 1688 naer den noene ontrent de herberghe genaempt Hove, bewoond door Jaecques Lefebure, officier van Hansbeke. Hij speelde er mette bolle, samen met Pieter Andries zv Jan en de nog ongehuwde broers Jacques en Mattheus Martens. Naer dat sij eenighe tijt hadden ghespeelt mette bolle dronk het viertal eenighe potten bier in het huys van Jaecques Lefebure.

    Ontrent den neghen uren in den avont kwam Guilliame Coussens zv Heindrick, 19 jaar oud, geboren te Tielt, dienstknecht van Christoffel Nieulant, in de herberghe op zoek naer sijnnen meester. Nieulant bleef nog ontrent een ure inde selve herberghe en ging vervolgens met sijnnen knecht naer huys. Als sij ontrent een quarthier ure hadden thuys gheweest kwam Mattheus Martens, die dronken was , op de deure ofte venster cloppen bij Stoffel Nielandt. Wie clop’t vroeg Stoffel van achter de gesloten deur. Ick bent, doe open antwoordde Martens. Nieulant gaf geen gevolg aan het verzoek en zei: Wij sijn gaen slaepen.

    De rustverstoorder bleef echter lawaaierig aandringen opdat iemand hem tot aan zijn huis zou vergezellen tot datter ten lesten imant ghecommen is met een licht inde handt, gheaccompagneert met noch vijf à ses persoonen waaronder Jaecques Martens . Deze seyde jeghens synnen broeder: ‘Comt met mij, ick sal u naer huys leeden’, hem treckende op soo een maniere dat Mattheus Martens ter aerde is ghevallen. Uit nieuwsgierigheid was Christoffel Nieulant boven op sijnnen solder ghegaen en had ghesien uyt sijnne venster ende ghehoort dat Jaecques Martens sijnnen broeder was vast haudende bij sijn haer ende sijnen aerme. Zij sukkelden tot op het kerkhof waar tussen bee



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 03/09-09/09 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007

    Archief per week
  • 03/09-09/09 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!