Inhoud blog
  • ALFABETISCHE PERSONENLIJST (hoofdstukken 5 tot 8)
  • ALGEMENE OPMERKING
  • 8.4. Bijlagen
  • 8.3. Enkele activiteiten bij voorouders, afstammelingen en aanverwanten
  • 8.2 Afstammelingen van Stoffel Martens
    Inhoud blog
  • ALFABETISCHE PERSONENLIJST (hoofdstukken 5 tot 8)
  • ALGEMENE OPMERKING
  • 8.4. Bijlagen
  • 8.3. Enkele activiteiten bij voorouders, afstammelingen en aanverwanten
  • 8.2 Afstammelingen van Stoffel Martens
    Zoeken in blog

    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Vijf eeuwen familie Martens

    25-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3.6. Andere afstammelingen van Pieter Martens (1602-1653)

    3.6 Andere afstammelingen van Pieter Martens(1602-1653) en hun verwante generatiegenoten

    3.6.1. Vijntjen Martens (° Bellem 19-03-1625 + Landegem 27-08-1666) dv Pieter

    De oudste dochter van Pieter Martens en Tanneken Steyaert is op 28-04-1649, toen ze 24 jaar was, gehuwd met Petrus of Pieter Claeys, zoon van Joris, die zich als chirurgijn vestigde te Landegem .

    Uit dit huwelijk werden 6 kinderen geboren te Landegem: Pieter, Guilliame, Herreman, Antonne, Tanneken en Petronella Claeys.

    Vijntjen was slechts 41 jaar oud toen zij overleed te Landegem, en zij liet 6 minderjarige kinderen na. Ze werd in de kerk begraven, nabij het altaar van de H. Maagd Maria.

    3.6.2. Janneken Martens (° Bellem 15-03-1633 + Ingelmunster na 8-06-1673) dv Pieter

    Janneken werd geboren te Bellem op 15 maart 1633 en er gedoopt op 20 maart 1633.

    Ze was pas 17 jaar oud toen ze een onwettig dochterje Maria baarde.Deze gebeurtenis heeft wellicht enige opschudding verwekt, vermits het kindje niet te Bellem gedoopt wordt, maar in de kerk van de H. Maagd Maria op de Blandijnberg te Gent.Bij de doopplechtigheid blijken geen naaste bloedverwanten aanwezig te zijn. Toch was de natuurlijke vader blijkbaar gekend. In een doopakte, ingeschreven in het parochieregister van Bellem, wordt immers Boudewijn Heytens als vader van het kind vermeld. Het meisje Maria stierf te Bellem op 3 october 1651, ongeveer 16 maand oud.

    De prille liefde was niet onstandvastig vermits op 14 mei 1652 te Bellem, voor pastoor Jan Elincx , de ondertrouw plaats had tussen Janneken en dezelfde Boudewijn Heytens . Dit was 2 jaar na de geboorte van Maria. Toen zij op 19 augustus 1652 huwden was Janneken ongeveer negentien en een half jaar oud. Haar vader Pieter overleed een jaar later.

    Hun dochter Livina werd wellicht te Bellem geboren.

    Omstreeks 1660 gingen de gehuwden zich in Ingelmunster vestigen, waar zij nog 5 kinderen kregen : Maria Catherina, Joos, Petrus, Jan en Jan.

    Personen in parenteel van Boudewijn HEYTENS

    I.1 M HEYTENS, Boudewijn 08-06-1673 Ingelmunster

    I.2 V MARTENS, Janneken 15-03-1633 Bellem na8-6-1673 Ingelmunster

    II.1 V HEYTENS, Maria 20-05-1650 Gent H.Maria 03-10-1651 Bellem

    II.2 V HEYTENS, Maria Catharin 04-08-1661 Ingelmunster

    II.3 M HEYTENS, Joos 07-11-1667 Ingelmunster

    II.4 V Vanden BUSSCHE, Joanna 20-03-1665 Zwevezele 12-03-1730 Zwevezele

    II.5 M HEYTENS, Petrus 08-12-1670 Ingelmunster

    II.6 M HEYTENS, Jan 07-03-1673 Ingelmunster 23-09-1729 Ingelmunster

    II.7 V MERVEILLE, Joanna 28-06-1743 Ingelmunster

    II.9 V HEYTENS, Livina Bellem 11-03-1729 Ingelmunster

    II.8 M LOBBESTALL, Nicolaas

    II.10 M KINT, Jacob

    II.11 M HEYTENS, Jan Ingelmunster Ingelmunster

    De naam Heytens duikt ook nog op te Bellem op 24-11-1672, wanneer Olivier Heytens (was dit een broer van Boudewijn?) verkozen wordt tot één van de vijf notabel. Dit is kort voor Guilliame Martens, broer van Janneken, er schepenen wordt. Olivier Heytens werd ook de stiefvader van Jan Martens, zoon van Pieter en jongere broer van Janneken, toen die op 22 mei 1670 hertrouwde met Susanna De Roose, dochter van Adriana Van Kerrebroeck.

    Van de oudste dochter Livina is geweten dat zij op 18-09-1674, een jaar na het overlijden van haar moeder Janneken Martens, een eerste maal huwde met Nicolaas Lobestall. Haar tweede huwelijk met Jacob Kint, ook te Ingelmunster, had plaats op 27-04-1682. Zoon Joos is op 10-07-1694 te Zwevezele gehuwd met Joanna Vanden Bussche(°Zwevezele 20-03-1665 +Zwevezele 12-03-1730), dochter van Livinus en Joanna De Weert. Zoon Jan huwde te Ingelmunster op 12-01-1708, 35 jaar oud, met Joanna Merveille. Hij overleed te Ingelmunster toen hij 56 jaar oud was.

    3.6.3 Pieter Martens ( Bellem 31-03-1636+Bellem 01-08-1677) zv Pieter

    Pieter, zoon van Pieter en Tanneken Steyaert, werd geboren te Bellem op 31 maart 1636 en er gedoopt op 6 april. Op 26 september 1662 huwt hij er met Sara De Suttere, dochter van de schipper Arnaut en Magdalena De Wispelaere. Hun vier kinderen werden er ook geboren.

    Personen in parenteel van Pieter MARTENS

    I.1 M MARTENS, Pieter 31-03-1636 Bellem 01-08-1677 Bellem

    I.2 V De SUTTERE, Sara 29-10-1634 Bellem 16-07-1710 Bellem

    II.1 M MARTENS, Arnoldus 22-07-1663 Bellem 15-03-1720 Bellem

    II.2 V Du PREZ, Catharina 1672 21-03-1740 Bellem

    III.2 V MARTENS, Christina 1705 1757

    III.1 M WILLE, Pieter

    III.4 V MARTENS, Catharina 1708 1773

    III.3 M LICOENS, Jan

    II.3 V MARTENS, Anna 24-08-1665 Bellem 07-10-1717 Bellem

    II.5 V MARTENS, Adriana 23-03-1669 Bellem 04-11-1758 Bellem

    II.4 M CLAEYS, Joannes 14-04-1664 Bellem 13-10-1719 Bellem

    II.6 M MARTENS, Jan 1672 1758

    II.7 V MATTHYS, Joanna

    III.6 V MARTENS, Joanna 1706 1780

    III.5 M BULTINCK, Jan

    Negen maanden na het overlijden van Pieter op 1 augustus 1677, pas 41 jaar oud, hertrouwde zijn weduwe Sara op 7 mei 1678 te Bellem met Judocus De Meyere en kreeg op 4 februari 1680 , op 45-jarige leeftijd, nog een zoon Franciscus-Dominicus De Meyere.Haar vier kinderen uit het eerste huwelijk met Pieter Martens waren toen nog minderjarig.

    De oudste zoon Arnoldus trouwde te Bellem op 25 december 1695 en kreeg twee dochters: Christina die huwde met Pieter Wille en Catharina die huwde met Jan Licoens. De oudste dochter Anna bleef wellicht ongehuwd. Adriana huwde te Bellem op 27 juli 1692 met Joannes Claeys, zoon van Joannes en Magdalena Vrindt. De jongste zoon Jan huwde te Bellem op 12 mei 1704 met Joanna Matthijs, dochter van Nicolaas en Joanna Van Speybrouck. Hun dochter Joanna huwde met Jan Bultinck.

    3.6.4. Jan Martens ( ° Bellem 04-04-1644 + Ursel 10-01-1709 ) zv Pieter

    Jan, de jongste zoon van Pieter en Tanneken Steyaert, is duidelijk een achterkomertje, 8 jaar jonger dan zijn broer Pieter die hem is voorafgegaan. Hij werd gedoopt op 10 april door pastoor Francies Desmaret. Zijn peter en meter waren Jan Hertman en Sara Rootsaert.

    Hij is slechts 5 wanneer zijn oudste zus Vijntjen trouwt en verhuist naar Landegem. Hij is slechts 6 jaar oud wanneer zijn 17-jarige zus Janneken bevalt en tussen zijn achtste en negende verjaardag sterft zijn vader, neemt zijn broer Guilliame het ouderlijk bedrijf over en trouwt deze met Janneken Steyaert. Hij is 18 jaar wanneer zijn broer Pieter trouwt met Sara De Suttere en hij is 21 wanneer zijn moeder sterft op 14 october 1965.


    Op 12 februari 1668 trouwde hij te Bellem met Adrianneken Spiessens, maar dit huwelijk was van zeer korte duur. Op 11 januari 1670 beviel Adrianneken van een tweeling: Guilliame en Carolus. Guilliame stierf de dag na de geboorte en twee dagen later stierven zowel Carolus als de 22-jarige Adriana Spiessens.

    Reeds op 22 mei 1670, na een ondertrouw op 15 mei en slechts 4 maanden na het overlijden van zijn eerste vrouw, hertrouwde de 26-jarige weduwnaar Jan te Bellem met de 22-jarige Suzanne De Rooze. De volgende jaren werden 4 kinderen ingeschreven in de parochieregisters van Bellem: Joannes, Joanna, Anna en Francies. Op 19 november 1679, een maand na de geboorte van Francies, overleed zijn tweede vrouw Suzanne, slechts 32 jaar oud.

    Uit zijn derde huwelijk met Elisabeth Peirs (of Geers), werden nog 3 kinderen geboren: de 12 dagen na zijn geboorte overleden Jan, Joos en Jan die nadien trouwde met Anna Maria Martens.

    Personen in parenteel van Jan MARTENS

    I.1 M MARTENS, Jan 04-04-1644 Bellem 10-01-1709 Ursel

    I.2 V SPIESSENS, Adriana 30-10-1647 Bellem 14-01-1670 Bellem

    II.1 M MARTENS, Guilliame 11-01-1670 Bellem 12-01-1670 Bellem

    II.2 M MARTENS, Carolus 11-01-1670 Bellem 14-01-1670 Bellem

    I.3 V De ROOSE, Suzanne 10-10-1647 Bellem 19-11-1679 Bellem

    II.3 M MARTENS, Joannes 01-07-1671 Bellem 22-11-1675 Bellem

    II.4 V MARTENS, Joanna 22-11-1672 Bellem 17-10-1676 Bellem

    II.5 V MARTENS, Adriana 1673

    II.6 V MARTENS, Anna 16-10-1677 Bellem

    II.7 M MARTENS, Francies 07-10-1679 Bellem 30-11-1716 Bellem

    I.4 V PEIRS, Elisabeth

    II.8 M MARTENS, Jan 16-02-1682 Bellem 28-02-1682 Bellem

    II.9 M MARTENS, Joos 27-05-1683 Bellem

    II.10 M MARTENS, Jan 12-09-1685 Bellem

    II.11 V MARTENS, Anna Maria

    Onder de titel ‘Jan Martens (1644-1709) Boomkweker en waard in Haltebij te Bellem ‘ schetst Albert Martens in ‘Land van de Woestijne‘ de levensgeschiedenis van de jongste zoon van Pieter en Tanneken Steyaert.

    Eerste huwelijk

    Bij het overlijden van zijn moeder op 14 october 1665 erfde de 21-jarige en ongehuwde Jan Martens in het ouderlijke sterfhuis twee partijen zaailand den boelpaepen, 586 roeden, en het kersselaerken, 286 roeden groot, gelegen te Bellem op de noordzijde van de vaart, alsook (in onverdeeldheid met de weduwe en de kinderen van Jan Steyaert fs Guilliame) de helft van twee partijen bos, respectievelijk over d’ helft 328 en 112 roeden groot, gelegen in den kerckenbosch te Bellem. Deze partijen land en bos werden gebruikt door zijn oudste broer Guilliame, die in de nazomer van 1653 met Janneken Steyaert gehuwd was en een hofstede langs de westkant van de Leystraete bewoonde.

    Enkele jaren later, op zondag 22 en 29 januari 1668 en op de feestdag van O.-L.-Vrouw Lichtmis, wordt Jan geroepen in de kerk van Bellem. Hij was 24 jaar en trouwde er op 12 februari met de 20-jarige Adriana Spiessens, geboren te Bellem op 30 october 1647, dochter van Adriaan en Joanna Lootens. Pastoor Arnold De Vos zegende het huwelijk in. Catharina Lootens en Guilliame Martens waren getuigen.

    Jan en Adriana vestigden zich te Bellem op de hofstede langs de westkant van de Leystraete, die door zijn broer Guilliame ontruimd werd. Dit erf metten bulck bachten huyse had een oppervlakte van 608 roeden. Het paalde ten zuiden aan de hofstede van Joos Steyaert en behoorde toe aan Jan Rootsaert, baljuw van de heerlijkheid van Bellem en Schuurvelde.

    Volgens de index van het landboek(129) gebruikte hij vanaf kerstavond 1668 6 gemeten en 120 roeden grond (ca 2 ha 50 a), te weten de vernoemde pachthoeve en de akkers en bossen die hij in het sterfhuis van zijn moeder Janneken Steyaert geërfd had. Een bescheiden start voor een zoon uit een welgesteld landbouwersgezin.

    Adrianneken baarde te Bellem op 10 januari 1670 een mannelijke tweeling die wegens geringe levenskansen onmiddellijk na de geboorte door de vroedvrouw gedoopt werd. Pastoor De Vos kerstende de tweelingbroertjes ’s anderdaags in de kerk onder de namen Guillielmus (peter Guilliame Martens, meter Livina De Valcke) en Carolus(doopouders Carel Rootsaert en Anna Blomme). Guilliame stierf op zijn derde levensdag, Carel twee dagen later op 14 januari. Dezelfde dag overleed Adrianneken in het kraambed, pas 22 jaar oud.

    De in het sterfhuis opgemaakte staat van goed, daterend van 30-05-1671, vertoonde een batig saldo ten bedrage van 27.14.08 ponden groten, waarvan de helft aan de weduwnaar en de andere helft aan de apparente (verwante) hoirs van de overleden vrouw toekwam(130).

    Tweede huwelijk

    Reeds enkele maanden na het overlijden van zijn vrouw hertrouwde Jan Martens op 22 mei 1670 te Bellem met Suzanna De Roose. Ze waren vrijgesteld van de derde roep , na de twee eerste roepen die op 15 en 18 mei plaatsvonden .De 23-jarige Susanna was de enige dochter van Charles De Roose en Adriana Van Kerrebrouck. Pastoor De Vos zegende het huwelijk in. Guilliame Maertens, broer van Jan, en de moeder van de bruid waren getuigen.

    Het tweede huwelijk wijzigde de aanvankelijke toekomstplannen van Jan. Zijn schoonmoeder Adriana Van Kerrebrouck fa Pieter was een eerste maal gehuwd geweest met Jan De Sutter, kerkmeester te Bellem in 1643. Misschien betreft het de gezworen landmeter die omstreeks 1640 het landboek van Bellem samenstelde. Bij het overlijden van Jan De Sutter bleven de matrimoniale eigendommen in onverdeeldheid tussen zijn weduwe Adriana en zijn kinderen Guilliame en Marie De Sutter. Deze onroerende goederen lagen te Bellem op de noordzijde van de vaart, namelijk:

    - een partije landts ghenaempt het gaverken,groot in eifven ontrent twee hondert vijftich roen.

    - Een partije landts ghenaempt den cockaelaere, groot ontrent 200 roen, noort de heirstraete.

    - Een behuysde hofstede metten huyse boomen ende andere catheylen daer mede gaende, groot over eirfve met ’t bilckxken van oosten daeran ghelegen tsaemen ontrent drij hondert roeden … abouterende suyt ende west de straete.

    Deze behuisde hofstede was van oudts een herberghe, genaempt Haltebij, palende ten westen aan de Kloosterstraat en ten zuiden aan de Zwagerhullestraat. In een document van 1765 is er sprake van de herberghe vanaudts ghenaempt het Meuleken als nu gheseyt den Altebij. Dit zouden 17e eeuwse plaatsnamen kunnen zijn. Halt betekent een pleisterplaats, Halte is een stopplaats. De afspanning met uithangbord Halte bij werd mogelijks mettertijd in één adem Haltebij genoemd. Haltebij lag aan de driesprong van de weg lopende van de vaart te Bellem naar Ursel en Zomergem-Rho, een kruispunt waarlangs nogal wat beweging was van en naar de kaai aan de Brugse vaart.

    Adriana Van Kerrebrouck, die vermoedelijk met haar eerste man Haltebij bewoonde, hertrouwde met Charles De Roose fs Anthonis, weduwnaar van Ardijnken Vrient (131). Korte tijd na de geboorte van het vernoemde Susanneken overleed de tweede man van Adriana. Hij was vrijlaet van Ursel en bezat volgens de staat van goed (132) gronden te Ursel, Oostwinkel en Zomergem. Het weeskind Susanneken erfde in het sterfhuis van haar vader een part ende deel in een hofstede ende lant tot Ronsel, mitsgaders haer part in een partije lants t’ Oostwynkele en de herberghe ghenaempt Hemerijck (te Zomergem).

    Adriana Van Kerrebrouck trouwde voor de derde maal, met Olivier Heytens fs Jan. Deze pachtte van de baron van Bellem sinds 1655 de wind- en rosmolen die op de zuidkant van de Brugse vaart stond. Hij verzekerde ook de veerdienst. Hij was kerkmeester in 1658, een ghegoede ingesetene en werd in 1672 als notabele van Bellem verkozen. Krachtens een autorisatie, hem verleend door de schepenen van Ursel op 20 mei 1660, gaf Olivier Heytens het erfdeel van zijn stiefdochtertje Suzanneken in de hofstede met bijhorend land te Ronsele en in het land te Oostwinkel in lening aan Guilliame De Wilde voor de somme van vierensestich ponden grooten vlaems. Met dit geld loste hij aan een zekere Coppens een rente af van achtenveertich ponden grooten vlaems caepitaels ter ontlastynge vande herberghe genaempt Hemelrycken, ende de resterende sesthien ponden grooten werden naderhand aan Jan Martens overhandigd(133).

    Olivier Heytens liet voor eigen rekening aan de herberg Haltebij verbeteringswerken uitvoeren en legde op de bilck ten oosten van de hofstede een nieuwe planterij aan(134). Vermoedelijk gebeurden deze aanpassingen in het vooruitzicht van het huwelijk van zijn stiefdochter Susanna De Roose.

    Volgens de index van het Bellemse landboek verliet Jan Martens in ieder geval de hofstede op de westkant van de Leystraete (die na hem door Pieter Van Kerrebrouck betrokken werd) en vestigde zich na zijn huwelijk in Haltebij, tevoren gepacht door Pieter Pattyn(135). Tegelijkertijd nam Jan ook den gaver en den cockelare van Pattyn in pacht over. Tenslotte aanvaarde hij op kerstavond 1676 van Joos Van Speybrouck een partije landts ghenaempt het braemstick competerende den armen van Bellem , groot 428 roeden. Hij was in hetzelfde jaar armenmeester te Bellem, toen zijn broer Guilliame er schepenen was.

    Als waard in Haltebij gebruikte hij gedurende jaren een areaal van 2547 roeden (ca 3 ha 80 a), geprijsd op 2107 roeden of aan een gemiddelde kwaliteitscoëfficient van 0.83 namelijk:

    - de behuisde hofstede Haltebij

    - de planterij aan de oostzijde van de hofstede

    - de partijen zaailand het gaverken en den cockelare, alle voorgaande in pacht van zijn schoonouders

    - de partij zaailand het braemstick in pacht van de armendis van Bellem

    - de partijen zaailand den baspaepen en het kersselaerken en

    - de twee partijen bos, gelegen in den kerckenbosch, zijn ouderlijk erfdeel.

    Uit het tweede huwelijk werden minstens vijf kinderen geboren, waarvan er drie zeer jong stierven. Een dochtertje Adriana werd in 1673 blijkbaar op een andere parochie geboren en gedoopt. Mogelijk vluchtte het gezin tijdens de Hollandse oorlog (1672-1682) tijdelijk naar een veiliger oord.

    Wellicht beviel het Jan Martens goed als waard (en boomkweker) in Haltebij want hij wou de herberg, de planterij en de bijhorende partijen zaailand kopen. Het echtpaar verkocht de herberg Hemerijcken met de schuere ende ander catheylen metten gront aan Pieter Van Hobstaele voor de som van 100 ponden groten, evenals een seker ghedeelte vande partije bosch den Valantsbosch voor thien guldens(136). Met deze geldsom kocht Jan Martens op 26 september 1676 van Olivier Heytens (stiefvader van Susanna) en Adriana Van Kerrebrouck (zijn tweede schoonmoeder) de twee delen van vier in de partijen land het gaverken en den cockelare en in de behuisde hofstede Haltebij met het bilcxken van oosten eran gheleghen en datte mette helft vande catheylen op ende an voornoemde partijen staende, midtsgaders mette verbeterynge ende melioraties aende huysynge ghedaen alsmede de nieuwe planterije op den grondt vande selve hofstede. De globale koopsom bedroeg 95 ponden 6 schellingen 8 deniers groten vlaams. De wederhelft van deze eigendommen behoorde nog steeds in onverdeeldheid toe aan Adriana’s halfzuster Marie De Sutter fa Jan(gehuwd met Adriaan Van Houcke) en aan de twee wezen van de reeds overleden halfbroer Guilliame De Sutter fs Jan, verwekt bij Clara De Jans (137). De erfenisse (registratie) van deze koop ten overstaan van de wethouders van Bellem en Schuurvelde vond slechts plaats op 16-12-1680 (137).

    De pogingen om uit onverdeeldheid te treden gingen verder. Op 17 januari 1678 kocht Jan Martens van Adriaan Van Houcke en zijn vrouw Marie De Sutter eveneens hun deurgaende vierde part ende deel van dezelfde eigendommen voor de som van acht en twintich ponden grooten vlaems suyver gelt. De onderhandse verkoop vond plaats in Haltebij waar thien schellynghen ten ghelaeghe door het gezelschap verteerd werden. De aanwezige personen, benevens de kopers en verkopers, waren: Olivier Heytens, Jaecques Steyaert, Guilliame Goethals, Marten Rootsaert en Jan Titgadt. De koopsom moest rechtstreeks betaald worden aan de weduwe van Chaerel De Langhe te Gent, lastgever van de verkopers. Deze beloofden af te draeghen alsulcke aenspraecke ofte pretentien die Jacques Van Sevecotte beweerde te hebben op het verkochte erfdeel(138).

    Jan Martens beschikte echter niet over gereed geld om deze koopsom te vereffenen. Hij leende op 15 april 1678 van Joffrauwe Catharina De Beer fa Guilliame (zuster van Balduinus De Beer, pastoor te Bellem), ghestede begijntken in ’t cleen begijnhoff der stede Ghendt, de som van twee en dertich ponden grooten vlaemsch in goeden ghevalueerden gelde aan een rente van twee ponden grooten vlaemsch tsjaers losselijck den pennynck XVIne(aan 6.25%). Den baspaepen (abouterende suyt den leybaerme), die hij van zijn ouders gedeeld had , diende als onderpand (139). Ook van zijn zuster Janneken Martens, weduwe van Boudewijn Heytens te Ingelmunster en wellicht verwant aan zijn stiefvader Olivier Heytens, ontving hij 16 ponden groten in leen (140).

    Maar Jan Martens werd door het noodlot achtervolgd. Op 19 november 1679, ongeveer een maand na de geboorte van haar vijfde kindje Francies, stierf zijn tweede vrouw Susanneken De Roose. Ze was amper 32 jaar oud en liet twee wezen achter: het 6-jarige Adrianeken en het pasgeboren Francheysken. De staat van goed, overgebracht op 16 december 1680 door de weduwnaar (benevens de voogden van de wezen, met name Olivier Heytens als stiefvader van de overledene en Guilliame Martens, oudere broer van Jan) aan baljuw, burgemeester en schepenen van de baronie van Bellem als

    oppervoogden, geeft een momentaan overzicht van de onroerende en roerende goederen, baten, lasten en schulden van het sterfhuis(141).

    Een eerste post pro memorie vermeld dat de goederen ende gronden van erfven die Susanna De Roose van haar vader geërfd had (haar deel in een hofstede en land te Ronsele, in een partij land te Oostwinkel, in de herberg Hemerijcken en in een partij bos den Valantsbosch) tijdens haar huwelijk verkocht werden, en dat haar twee wezen voor hun remplacement dienaangaande van hun vader gezamenlijk een bedrag van 21.14.9 ponden groten te goed hadden.

    De gronden van erfven bij de overledene metten hauder tsaemen gheduerende hun houwelijck ghecocht ende gheconquesteert behelsden de drij delen van viere van de herberg Haltebij met het bilckxen van oosten daeran gheleghen, van de partij land het gaverken en van de partij land den cockelare. Het vierde deel van dit vastgoed behoorde nog steeds toe aan de wezen van Guilliame De Sutter.

    Blijkbaar waren er geen liquide geldmiddelen om de onkosten van het sterfhuis te vereffenen. Jan Martens (geautoriseerd enerzijds als vader over zijn twee minderjarige wezen en anderzijds als voogd over de wezen van Guilliame De Sutter) had op 6 december 1680, nog voor het verlijden van de staat van goed, ten zijnen huize de partij land het gaverken voor 33 ponden groten onderhands verkocht aan Guilliame Van Speybrouck. Deze verklaarde te denomeren (noemen) voor sijnen commandt (koopman) den persoon van Meester Pieter Lodevicus Billeman, advocaat inde Raede van Vlaenderen. Drie vierden van de koopsom, hetzij 24 ponden en 15 schellingen (het laatste vierde kwam toe aan de wezen van Guilliame De Sutter) werden bij de baten van het sterfhuis opgeteld(142). De akker werd vanaf kerstavond 1680 door de koper aan Adriaan Maenhout verpacht(143).

    De ghemeene deelsaeme baete waaronder meubelen ende huyscatheylen mitsgaeders bedden, cleeren, lijnen ende wollen, een koe in de stal, wat graen op den solder, de prijs van de boomen op den gront (achter de afspanning), de prijs van solle (ploegen), saet, overschieten (overspreiden met aarde) ende seeuwen (bedekken met aarde) met vette op de akkers, als het haut onder jonck ende oudt en het tegoed van vertering in de herberg volgens de calckboomen werden gezamenlijk geschat op 94.7.9. ponden groten.

    De schulden, comeren ende lasten, ondermeer de van Janneken Martens en van Cathelijne De Beer geleende kapitalen, de achterstallige renten, de nog te vereffenen leveringen van wijn (Jan Van Zeele), tonnen bier (Jan Rootsaert, baljuw), winkelwaren (in de Alfmaene te Gent), tarwe en busschen (hakhout) (Jan Rootsaert), klederen (Pieter De Zutter), dienstloon aan de dochter van Olivier Heytens, achterstallige pachten (o.a. van het braemstick aan de armmeester van de parochie) en accijnzen, reste van diversche ommestellijngeboecken (omslagbelasting), en de begrafeniskosten overtroffen de baten met 3.9.7 ponden groten. De helft van dit negatief saldo was ten laste van de twee wezen.

    Rekening houdend met dit nadelig saldo van 1.14.9/6 ponden groten, en het remplachement van hun moeders vercocht sijde haudende goet binnen houwelick ghedaen ten bedrage van 21.14.9/6 ponden groten, beliepen de moederlicke weese ende catheylicke penningen uiteindelijk de ronde som van 20 ponden groten. Hun vader moest hen dit bedrag bij hun selfs wordynge (meerderjarigheid) uitkeren.

    Jan Martens beloofde eveneens sijn twee kynderen te houden ende onderhouden, soo sieck als ghesont, soo van haete (eten) ende dranck, mitsgaders deselven te cleeden ende gereeden, redelick ende taemelick naer haerlieden staet, alsook deselven te doen leeren lesen ende schrijven ende instrueren int roomsch catholick apostolick gheloove. Als recompense behield hij de opheve (opbrengst) van des selfs weesegoederen tot hun selfs worden tsij geestelicke ofte weereldlicke staete.

    In een laatste pro-memorie-post tenslotte was ook nog sprake enerzijds van achterstallige binnencosten (dorpslasten) van de jaren 1676, 1677, 1678 en 1679 o.a. ingevolge het logement van Hollandse troepen, terwijl het sterfhuis anderzijds nog vergoed moest worden voor houdenisse (inkwartiering) van hollanders tijdens de Hollandse oorlog.

    Derde huwelijk

    Op 6 mei 1680, minder dan 6 maanden na het overlijden van zijn tweede vrouw, trouwt Jan Martens voor de derde keer te Bellem, met Elisabeth Peirs uit Oostwinkel, dochter van Jan en Laurijntjen Van Buere. Ze kregen nog drie zoontjes, alle te Bellem geboren: Jan (°16-02-1682), die na een tiental dagen overleed, Joos (°27-05-1683) en Jan (°12-09-1685).

    Het ging Jan Martens niet meer voor de wind. De aankoop van het laatste vierde part ende deel in de herberg Haltebij , nog in bezit van de wezen van Guilliame De Sutter, lag niet meer in zijn mogelijkheden. Zijn hartewens werd niet vervuld. Hij verzeilde integendeel herhaalde malen in geldnood (144). Op 2 november 1683 leende hij 16 ponden groten van de Bellemse baljuw Jan Rootsaert. Op 27 november 1684 verkocht hij aan Adriaan Vande Walle fs Adriaan den blooten grondt…, mits de rolynge ofte struycken den cooper voorgaendelick van den vercooper heeft ghecocht, … van den kersselaere voor 9 ponden groten. Drie ponden en tien schellingen waren door de koper reeds tevoren aan Pieter Van Maldeghem te Hansbeke betaald ter ontlasting van de verkoper (145).

    Jan Martens werd naderhand vermaand het bedrag van 20 ponden groten, dat hij aan zijn twee kinderen uit zijn tweede huwelijk verschuldigd was als hun moederlicke weese ende catheylicke penningen, te verzekeren. Bij gebrek aan personelen seker en met akkoord van de voogden Guilliame Martens en Olivier Heytens, stelde hij op 23 januari 1688 de helft van zijn drie delen van de vier van de behuisde en door hem bewoonde hofstede Haltebij als reelen seker (borg) (146).

    Op 30 juli van hetzelfde jaar leende hij andermaal 56 ponden groten van d’eerweerdighe vrauw priorinne van het clooster van Ste Jooris op Sandt binnen der stede van Gendt aan een jaarlijkse rente van drij pondt thien schellynghen grooten (aan 6.25%). Als onderpand dienden opnieuw de helft van de drie delen van vier van de behuisde hofstede, evenals den baspaepen en de helft van de twee partijen bos aan den kerckenbosch. Het bij begijntje De Beer ontleende kapitaal van 32 ponden groten, bezet op den baspaepen, werd vooreerst afgelost zodat slechts 24 ponden groten werden ter hand gesteld (147).

    Door verkoop van den gaver in 1680 en van het kersselaerken in 1685, daalde het aantal roeden die Jan Martens bewerkte navenant. Op kerstavond 1689, toen zijn oudste dochter 17 was en zijn jongste zoon 6 jaar, zegde hij de pacht op van het braemstick, dat door Marten Van Hoecke werd overgenomen. De twee partijen bos en den baspaepen verpachtte hij vanaf kerstavond 1688 respectievelijk 1690 aan Guilliame Steyaert fs Joos(148). Mogelijk wilde hij door de inkrimping van de door hem gebruikte akkers tijd vrijmaken voor zijn handelszaak en daarbij enerzijds een pachtsom uitsparen en anderzijds enig pachtgeld opstrijken. Maar het bracht geen zoden aan de dijk.

    Om de geleende kapitalen en de achterstallige intresten aan het clooster van Ste Jooris op Sandt tot Gendt te kunnen (terug)betalen, verkocht hij aan Guilliame Steyaert fs Joos per onderhands contract van 19 januari 1693 zijn helft van de twee partijen bos(ghelegen aen den kerckenbosch in de gaeverwijck) en de partij den baspaepen voor 73.7.8 ponden groten en een laeckenen justacor(aansluitende jas). Maar zijn broer Guilliame Martens, die intussen tot burgemeester van Bellem benoemd was, kreeg hiervan kennis via de zondagsche kerckgeboden (afroeping op zondag in de kerk van zekere rechterlijke handelingen, in het bijzonder van de verkoop van vernaderbare goederen). Hij maakte bij naerhede (recht van naaste bloedverwanten van de verkoper om in de plaats van de koper te treden) bezwaren tegen deze verkoop en vorderde de transactie aan dezelfde voorwaarden (149).

    Enkele jaren later had Jan Martens opnieuw zware schulden bij Frans Rootsaert fs Jan, brouwer, ingevolge levering van bier in de jaren 1697 en 1698. Bovendien eiste Jan Rootsaert, baljuw, de terugbetaling van het in 1683 geleende kapitaal en vereffening van de achterstallige croosen. Noodgedwongen werden de drie delen van de vier in de herberg het meuleken ofte Haltebij metten geheelen bogaert ende een partije van lande ghelegen achter den huyse op 16 augustus 1698 aan baljuw Rootsaert verkocht. Deze was intussen ook eigenaar geworden van het resterende vierde deel van Haltebij. De koopsom bedroeg 68.11.8 ponden groten, drie stenen

    vlas en een alfve tonne goet leverbaer bier. Dit afgemeten bedrag omvatte precies de te vereffenen schulden, te weten 20 ponden groten hetzij de weespenningen uit te keren aan de wezen Adriana en Frans Martens, kinderen van Susanna De Roose, en de 48.11.8 ponden groten per onderrekenynghe ende moderatie (vonnis) hetzij:

    16.0.0 voor levering van bier in 1697 door Frans Rootsaert

    4.6.8 voor levering van bier in 1698 door Frans Rootsaert

    1.5.0 over caemer huere

    16.0.0 aflossing van het geleende kapitaal aan Jan Rootsaert

    9.0.0 achterstallige intresten van de lening

    2.0.0 over boete ende costen par moderatie over scoopers deel er inde vercooper ghecondemneert is(150)

    ------

    48.11.8 ponden groten

    Volgens de index van het landboek gebruikte Jaecques Goethals den cockelare vanaf kerstavond 1698. Vermoedelijk werd ook deze partij zaailand verkocht.

    Omstreeks de eeuwwisseling bezat Jan Martens geen enkel onroerend goed meer. Tegen kerstavond 1703 verliet de 59-jarige Jan Haltebij, de afspanning die hij niet had kunnen verwerven en die door Jan Loete werd betrokken.Tegelijkertijd aanvaardde hij van Heynderick Van Hecke 60 roeden vuyt een hofstede ende landt, noort de straete (151).

    Op 27 september 1708 was Jan Martens, samen met Judoca De Vriendt, nog getuige bij het huwelijk van zijn zoon Joos met Anna Maria Martens.

    Vermoedelijk overleed hij enkele maanden later in tragische omstandigheden. Ene Jan Martens, op terugweg van Eeklo naar Bellem, stierf te Ursel op 10 januari 1709 ten gevolge van de koude. Hij werd op 13 januari op het kerkhof van Bellem begraven. De overlijdensakte in het parochiaal register van Bellem (152) luidt als volgt : die january 1709 frigore suffocatus est in Ursele Joannes Martens, rediens ex Eeckeloo in Bellem, aetatis suae anno quasi 70, et sepultus est hic in Caementerio 13 eiusdem. Deze overlijdensakte met bijna 70 jaar als ouderdom, maar Jan Martens was toen in feite nog geen 64 jaar oud. Een dergelijke foutieve opgave van de leeftijd van een afgestorvene kwam toen wel meer voor.

    Samenvatting

    Het blokdiagram van het areaal van gronden die Jan Martens in de loop der jaren gebruikte, is als het ware een levensboek. De opgaande treden van dit histogram schetsen de rooskleurige beginjaren van zijn levenskurve. De afgaande treden geven een schrijnend beeld weer van zijn noodlottige teloorgang als waard in Haltebij.

    Jan Martens was van goede afkomst, de jongste zoon uit een welstellend landbouwersgezin. In het ouderlijk sterfhuis erfde hij twee partijen zaailand en de helft van twee partijen bos. Hij startte veelbelovend, weliswaar op een bescheiden manier, als jonge boer op een hofstede langs de westkant van de Leistraat. Maar het noodlot sloeg onmiddellijk toe. Samen met haar pasgeboren tweelingzoontjes bezweek zijn eerste vrouw in het kraambed.

    Zijn tweede huwelijk wijzigde zijn toekomstvisie. Hij werd boomkweker en waard in de herberg Haltebij, die deels aan zijn schoonmoeder toebehoorde. Zijn levenswens was eigenaar te worden van de gerenomeerde afspanning. Te dien einde werd het vaderlijke erfdeel van zijn vrouw te gelde gemaakt en werd geld geleend voor de aankoop. Maar het noodlot achtervolgde hem. Ook zijn tweede vrouw stierf voortijdig, korte tijd na het kraambed van haar vijfde kind.

    Jan trouwde voor de derde maal maar was niet voor het geluk geboren. Hij kwam de tegenspoed niet te boven. Integendeel, tijdens zijn derde huwelijk verslechterde zijn financiële situatie voortdurend zodat opnieuw geld geleend werd. Vervolgens moest onroerend goed verkocht worden om de schuldenlast af te wentelen. De redenen hiervan zijn niet zo duidelijk: oorlogsomstandigheden, tegenslagen, ziekte, wanbeheer, dronkenschap…? Uiteindelijk werd ook Haltebij, waarom het allemaal begonnen was, aan één van de schuldeisers verkocht (Charles en Maximiliaan Rootsaert erfden Haltebij van hun ouders Jan Rootsaert fs Marten en Anna Blomme fa Joris). Op 23 september 1710 verkochten ze de herberg (153). Pieter Vande Putte was er tapper vanaf 28 mei 1708 (154). In 1765 verpachtte Abraham Vervynckt de herberg voor 7.10.0 ponden groten per jaar. Pieter De Cuyper kocht de afspanning voor 300 ponden groten van Joannes Steyaert en consoorten (155). De brouwer, die het bier levert, deed ook toen vaak betere zaken dan de biertapper.

    3.6.5 Generatie V in parenteel van Stoffel Martens – kleinkinderen van Jacob

    Generatiegenoten van Guilliame

    V.1 M SUTTERMAN, Joos 21-09-1596 Hansbeke 08-12-1680 Hansbeke

    V.2 V MARTENS, Sara 1617 02-10-1692 Hansbeke

    V.3 M Van VINCQ, Jan

    V.4 M MARTENS, Jacques 1618 24-02-1678 Hansbeke

    V.5 V COPPENS, Joanna 13-11-1692 Hansbeke

    V.6 M VANDE PUTTE, Frans 08-04-1625 Hansbeke 25-05-1678 Hansbeke

    V.7 V MARTENS, Susanna 1624 21-11-1684 Hansbeke

    V.8 M BRAET, Jaecques 1636 05-08-1684

    V.9 V MARTENS, Francisca 10-08-1631 Hansbeke 17-02-1691 Hansbeke

    V.10 M VANDE PUTTE, Petrus

    V.11 V MARTENS, Livina 02-05-1639 Hansbeke

    V.12 M CLAEYS, Joris

    V.13 V MARTENS, Vijntjen 19-03-1625 Bellem 27-08-1666 Landegem

    V.14 M CLAEYS, Pieter

    V.15 M MARTENS, Guilliame(hoofdst)31-05-1628 Bellem 24-02-1709 Bellem

    V.16 V STEYAERT, Joanna 20-03-1631 Bellem 26-08-1702 Bellem

    V.17 M HEYTENS, Boudewijn 08-06-1673 Ingelmunster

    V.18 V MARTENS, Janneken 15-03-1633 Bellem na8-6-1673 Ingelmunster

    V.19 M MARTENS, Pieter 31-03-1636 Bellem 01-08-1677 Bellem

    V.20 V De SUTTERE, Sara 29-10-1634 Bellem 16-07-1710 Bellem

    V.21 M MARTENS, Jan 04-04-1644 Bellem 10-01-1709 Ursel

    V.22 V SPIESSENS, Adriana 30-10-1647 Bellem 14-01-1670 Bellem

    V.23 V De ROOSE, Suzanne 10-10-1647 Bellem 19-11-1679 Bellem

    V.24 V PEIRS, Elisabeth

    V.25 M MAENHOUDT, Baudewijn 09-01-1695 Hansbeke

    V.26 V MARTENS, Clausijntjen 20-02-1660 Hansbeke

    De eerste groep van 12 personen zijn de kinderen en aangetrouwde kinderen van de Hansbeekse baljuw Jan Martens die vooral langs zijn dochter Sara en de familie Sutterman later een rol zal spelen in de ontwikkeling van de stam Martens. De tweede groep van 12 personen zijn de kinderen en aangetrouwde kinderen van de naar Bellem uitgeweken Pieter Martens, die de hoofdstamlijn zal vormen. Tenslotte is er nog Clausijntjen Martens, dochter van Geeraart, die trouwde te Hansbeke met Baudewijn Maenhoudt.

    Terwijl de hoofdstamlijn zich in generatie V te Bellem uitbouwt langs het echtpaar Guilliame Martens en Joanna Steyaert, komt de vertakking Heytens tot stand te Ingelmunster en worden in de Hansbeekse stamlijn bindingen gelegd met de families Sutterman, Van Vincq, Coppens, Vande Putte en Maenhoudt. Met de familie Claeys komt een verbinding tot stand te Landegem.

    De gekende geboortedata van generatie V, inclusief partners, zijn gespreid tussen 1596 en 1647. De data van overlijden situeren zich tussen 1660, met het vroegtijdig overlijden van Clausijntjen, en 1710 met de dood van Sara De Suttere, één jaar na het overlijden van haar schoonbroer Guilliame.


    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 03/09-09/09 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007

    Archief per week
  • 03/09-09/09 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!