3.7 Bijlagen
Bijlage 3.1 Verdwenen kasteel te Hansbeke
Kroniekschrijvers citeren enkele malen het aloude kasteel van Hansbeke, zelfs verwijzend naar de wijk Rho in de tweede helft van de XIe eeuw. Het heerlijke kasteel van Hansbeke werd in 1381 door opstandige Gentenaren, aangevoerd door Gijsbrecht de Grutere en Raes Van de Voorde, belegerd, geplunderd en in brand gestoken. In 1452, tijdens de opstand van de Gentenaren tegen Philip de Goede, werd het andermaal door de stedelingen aangevallen, ingenomen en platgebrand.
In 1575, tijdens de jeugdjaren van Jacob Martens, beschreven de tauxateurs vanden thienden penninck in het desbetreffend penningkohier het kasteel als een steenhuys staende op een bewaelde moete, groot metten walle rontomme 100 roeden(RAG, fds Oud Nevele, nr 1182). Op de topografische kaart van 1615 schetste de Gentse cartograaf Jacques Horenbault het omwalde kasteel, met het aanpalend neerhof en de tegenovergelegen taveerne Hove, langs de straete loopende van Hansbeke kercke naer de Brugsche vaert, ongeveer halfweg tussen de kerk en de vaart. In 1641 beschreef Anthoni Sanderus in zijn boek Flandria Illustrata het kasteel als een pronk hetwelk na den kant van de Leie, niet verre van den oorsprong der tweetakkige Kale welke haar water in die rivier ontlast, gebouwd was.
In het oud archief van de prochie Hansbeke worden aanduidingen betreffende de ligging van dit verdwenen kasteel gevonden. In het ferieboek, bijgehouden van 1589 tot 1604, werd aangetekend dat de wethouders van Hansbeke, met de toenmalige baljuw Jacob Martens, op 18 september 1602 en 18 december daaropvolgend ten casteele vergaderden(1).
Op 24 augustus 1629 werden ten versoucke vanden bailliu Jan Martens enkele meubelen ende catheylen gheventariseert, die bevonden syn up het casteel vanden heere van Hansbeke, toebehorende Lieven van Kerrebroeck,voormalige baljuw, o.a. een rebbancken staende inghemetst in het torreken anden watersteen(2).
Op 29 januari 1631 werd allerhande gerief, toebehorende aan dezelfde Lieven van Kerrebroeck, door de baljuw Jan Martens verkocht, o.a. een houten trisorken, staende up het casteel, en een schipken ligghende ghesoncken inden wal, an het casteel(3).
Een nadere plaatsaanduiding van het kasteel wordt gegeven in het ferieboek 1633-1640, waarin wordt vermeld dat de vierschaar op 23 maart 1639 vergaderde ten huyse van Gheraert vande Putte, tavernier thove aen het casteel. Hieruit blijkt dat het kasteel in de onmiddellijke nabijheid stond van het wethuis, herberg Tenhove, welbekend als de landelijke afspanning aan de huidige Philomenakapel. Een aanwijzing in het lantboeck van 1700 is hieromtrent overduidelijk. De omschrijving van de hofstede, gelegen aan de Grote Beke onder perceel nummer 196 van de wijk Kercke ende Voorde, omvat : (Pieter van de Veire pachter vanden Baron dEckelsbecq, den heere van Hansbeke) het neerhof ende daer het vervallen casteel op staet, oost de (strate commende vande Leye naer de kercke
) (4).
In de tweede helft van de XVIIe eeuw geraakte het kasteel in verval. Philip Albert de Guernoval, baron van Ekelsbeke en toenmalig heer van Hansbeke, had zijn residentie in de Burgstraat te Gent. De familie de Guernoval verbleef tijdelijk op het kasteel te Hansbeke, alleszins nog in de jaren 1658-1660. Daar overleed op 19 september 1658 Dominus Julianus Livinus de Guernoval. Hij werd in het kerkkoor voor het hoofdaltaar begraven(Rijksarchief Beveren,RAB,parochieregisters Hansbeke, nr 1, p 204). Op 28 december van hetzelfde jaar zag Philip Albert, zoontje van Alexander de Guernoval en Maria Lefebre, er het levenslicht(RAB,nr 2, p 54).
Philip Albert de Guernoval bezat ook een kasteel in Ekelsbeke. Op zondag 4 juli 1660 verhuisden Geert Martens, zoon van baljuw Jacob Martens, samen met zijn toekomstig familielid Christoffel De Muynck, vader van baljuw Pieter De Muynck, en met Pieter Bekaert met hun wagens en paarden de bage (huisraad, klederen e.a.) van de kasteelheer van Gent naar Ekelsbeke. Mogelijk bleef ook het kasteel van Hansbeke vanaf toen onbewoond.
De preciese ligging van het in 1700 reeds vervallen kasteel kan aan de hand van de caerte figuratieve van Hansbeke, opgemaakt door landmeter Joos Meysman, worden achterhaald. Op de bijgevoegde kaart, waarop het neerhof van het kasteel staat afgebeeld, bemerkt men op het perceel I/196 van het Ie beloop Kercke en Voorde een gesloten omwalling die een bijna vierkante terreinoppervlakte van 35m x 35m omsluit. Hoewel de ruïnes op deze kaart niet meer worden geschetst, spreekt het vanzelf dat het bouwvallig slot binnen deze ommeloop stond.Het toegangsbruggetje lag over de oostwal. Het kasteel verhief zich blijkbaar boven op een heuveltje, vermits een aanpalende partij zaailand de motte (een kunstmatige verhevenheid van de bodem) werd genoemd. Ten westen van het kasteel lag de casteelmeersch. Van de ommeloop is thans nog de zuidwal overgebleven. De ruïnes werden in de jaren 1766-1767 verwijderd. Met het afbraakmateriaal werd mogelijk het huis naast de heerlijke molen gebouwd.
Bijlage 3.2 Openbare verkoping door erfgenamen van Jacob Martens en Livina Claeys
Een openbare verkoping op het kasteelgoed te Hansbeke, anno 1638
(in Het Land van Nevele, jg. 23, nr 1, pp 77-81, 1992)
Op 12 en 13 januari 1638 werd van weghen Joos Van Renterghem , hauder bleven ten sterfhuyse van syne huysvrauwe, ende de ghemeene hoirs ten voorseyde sterfhuyse een openbare verkoping gehouden van diversche meubele goedynghe, te wetene peerden, coyen, huyscatheyl en diversche andere cattheylighe goedynghe(41). De venditie vond plaats op het kasteelgoed in aanwezigheid van Baudewijn De Meyere, bailliu, Jan Van Hulle, burchmeestere, Pieter Anthonis, Jan Willems ende Heinderick De Cuyper schepenen vande prochie van Hansbeke. Als de koopsom van een lot kleiner was dan acht schellynghen grooten vlaemsch moest contant betaald worden. Als de koopprijs van een lot groter was dan 8 schellingen mocht de betaling naar believen binnen de twee eerstvolgende maanden geschieden. De koper diende echter onmiddellijk na de toewijzing, tenzij hij toch contant betaalde, zijn borg op te geven.
Verkoopsvoorwaarden
De volgende verkoopsvoorwaarden waren van toepassing:
De koper moest een solvabele inwoner van Hansbeke zijn, zoniet werd het lot op kosten van de koper opnieuw opgeroepen. Als de nieuwe koopsom onder de eerste bleef moest hij bovendien het verschil bijpassen. De bijdrage van de kopers in de kosten van de veiling, of het zogenaamde wijngeld, bedroeg twaelf grooten van elk pond grooten ende alsoo naer advenant van alle sommen die meerder ofte minder bevonden werden (hetzij 1 schelling per 20 schelling of 5% van de koopsom).
Loten
Wegens het groot aantal loten, namelijk 216, nam de veiling twee opeenvolgende (namid)dagen in beslag. Men kan zich allicht de rumoerige drukte op de hofstede voorstellen toen de talrijke koop- en kijklustigen de oproeper van het ene lot naar het andere volgden, in de verschillende kamers van de woning, in de stallen, in het wagenhuis , in de schuur en op het erf. De noemenswaardige loten worden hier ter illustratie vermeld, en volgens hun aard gegroepeerd. De aangegeven koopsom, in ponden schellingen deniers groten, maken het mogelijk de waarde van de kopen onderling te vergelijken. Voor sommige gelijkwaardige loten, zoals de 30 kopen vlas e.a., wordt de kleinste en grootste biedprijs vernoemd.
Huisraad
eenen cuypseetele 0.2.0
twee stoelen 0.3.6
een poffet (aanrecht) ende eenen stoel 0.2.9
eenen stoel ende een bijle 0.2.8
een taefele 0.5.0 0.1.7
eenen seetele 0.1.4
een coeffere 0.4.6 1.2.6
een gaerderoppe 2.0.0
eenen mataelenen candelaere 0.1.1 0.3.0
een bedde 1.17. 3.0.0
een bedde met eenen hooftpulme 2.0.0 3.7.6
een lijs ( zitbank ) 0.16.0
een haude coetse 0.3.0
een renneken 0.0.11
een heerenbecken 1.1.0
Keukengerij
eene boterteele ende wat taillioeren 0.0.11
noch taillioeren ende een scherfmes (hakmes) 0.0.12
eenen ketele 0.10.2 0.7.0
een waefelijser met een hanckijser 0.6.2
eenen potceetele met een schijve 0.9.3
eenen haeckere 0.2.4 0.3.6
een cleen haeckerke 0.1.9 0.2.10
een cleen ketelken 0.2.7
een stomijne (vergiet) ende eene sije (zift) 0.4.6
een hantkeetele 0.10.4
eenen mataelenen podt 1.3.0
een ijseren pot 0.0.6
een boterteele ende een sautvadt 0.2.6
herden (aarden) teellen 0.0.10
een hantdwaele (handdoek) 0.2.8
Tinnen gerief
een teenen pot 0.4.0
een teenen teelle 0.3.2
twee teenen schotels 0.3.6
teenewerck 0.3.7 0.7.1
Kledij
eenen caernaetenen lijfrock 0.5.5
een vriese ofte baey 0.15.0
eenen ghensgrauwen baey 1.12.1
eenen roo lijfrock 0.15.0
eene mareyten schuerte 0.3.0
eenen blauwen ceufele 0.3.8
noch eenen ceuvele 0.6.3
eenen swarten hoet 0.0.7
een lijfveken 0.7.10
een swarte voorschot 0.1.0
diversche craeghen 0.2.3 0.3.6
twee hemden 0.10.4
een hemde , een flauwijne en een craeghe 0.5.4
een lobbe (kanten manchet) 0.2.5
Beddegoed
een schoon laecken 0.5.9 0.7.0
eenighe nachtdoeken 0.1.0 0.1.6
een flauwijne 0.3.7
twee flauwijnen 0.4.7
twee flauwijnen en een hemde 0.4.3
twee hoorkussens 1.7.6
twee cussens en een saerge 0.6.8
Alaam
een veurcke met eenen meshaeck 0.2.2
een taerweseefde ende spillebert 0.0.8
een repe 0.11.0
een hippeseefde (gaatjeszeef) ende themsen (teems) 0.0.7
een spinnewiel 0.0.10 0.3.0
een wascuype 0.7.0
een naeymande ende eenen stoel 0.2.0
een keerne (karn) 0.2.4
een heckele (hekel) 0.2.1 0.3.9
twee haspen (haspels) 0.0.14
eenen corf met eenich haudt ijsere 0.0.9
een troch ende eenen baenst (biezenmand) 0.1.3
een troch 0.11.0
een traille docke (traliekooi) 0.2.8 0.12.6
wat tuynstaeken ende een qauden (slechte) wan 0.0.14
een cofferken met eenen kieckenkorf 0.5.0
een lijsaetcuype met aud ende prondelynghe 0.1.8
een botercuype 0.2.9
een pyckhaeck 0.1.2
een tonneken 0.2.6
een boorley 0.3.6
een plouch 0.14.6
een haude plouch met andere haute 0.14.0
een haute plouch ende wat ander haut 0.3.5
een heechde 0.2.0
een leere 0.7.2
een coorenmuecken (korenmaat) 0.3.6
Dieren
een bruyn ruynpeerdt 10.12.0
een swarte coebeeste 5.11.0
een roo coebeeste 4.5.0
een grijsde veerse 4.15.0
een swart calf 1.14.2
een swijn 2.15.0
een grijsde coe 7.1.0
een grijsde coebeeste 5.10.0
een swarte coebeeste 5.0.0
een grijsde calf 1.6.8
een grijsde calf 0.13.4
Voertuigen
eene waeghewijtte (wagenhuif) 0.4.6
eenen hauden waeghen 1.10.0
een waeghencas (wagenbak) 0.17.0
eenen achterwaeghene 2.14.2
eenen voorwaeghene 1.15.10
eenen waeghenswynghele 0.2.10
eenen cas 0.3 0.5.0
Hout
L (vijftig) rijshaut (takken en twijgen) 0.8.6 0.10.0
drij hauten pertsen (staken) 0.6.0
wat haut wesende wulghenblocken 0.2.0
wat prondelynghe (afval) van haut 0.2.6
wat fasceel haut (dik knuppelhout) 0.2.2 0.2.8
wat hautbondynghe (bundelhout) 0.2.0
noch wat haudt wesende een haude gotte (goot) ende eenen block 0.4.0
noch blocken 0.3.3 0.4.6
Gewassen
vier banden vlas 0.4.6
L herrewet stro 0.5.6 0.9.0
1c (honderd) havere 0.13.2 0.13.8
eenen leghbondynck hoy 1.4.0 1.8.0
L havere 0.8.0 0.11.7
wat vlas 0.3.9 0.7.2
De totale opbrengst van de openbare verkoping bedroeg circa 130 ponden groten vlaams. Dit bedrag vertegenwoordigde nagenoeg de waarde van 13 paarden (10 ponden) of 26 koeien(5 ponden).
Er waren 80 kopers die één of meer loten kochten. Onder hen bevonden zich de 5 zonen Martens evenals de schoonzonen Marten Rootsaert en Arent Van Wassenhove. Gezamelijk kochten zij ongeveer een kwart van de opgeroepen loten, waaronder het paard en nog vier banden vlas. Arendt Van Wassenhove kocht een bedde met eenen hooftpulme en een wascuype, teenewerck en verder vier banden vlas en een zwijn.
Volgens het ghebruyckboek van Hansbeke dd. ca. 1640 pachtten Gheeraert Martens en Arent Van Wassenhove, gehuwd met Vijntjen Martens, toen samen het kasteelgoed met bijhorende partijen land, meers en bos.
Bijlage 3.3 Hansbeekse herbergen in aanverwante families tijdens de XVIIe eeuw
Herbergen in de verwante families Martens, Vande Putte, Braet, Mijnsberghe en De Vliegher
Herbergen tegenover de kerk
De herbergier Frans Vande Putte overleed te Hansbeke op 25 mei 1678, 52 jaar oud. Zijn weduwe Susanna Martens heeft de herberg tegenover de kerk toen verder opengehouden tot zij stierf op 21 november 1684, op 60-jarige leeftijd. Haar 27-jarige zoon Philip Vande Putte bleef nadien nog enige tijd uitbater van de herberg maar op kerstavond 1687 kwamen Jan Cocquet en zijn vrouw Anna De Blieck, die voordien reeds de zuidelijke herberg uitbaatten, de noordelijke herberg bewonen en uitbaten. Hiermee kwam een einde aan de betrokkenheid van de stam Martens bij deze herbergen. Zij was begonnen voor 1615 met Jacques Martens, nadien met diens zoon Jan, later met de kleinkinderen Jacques en Susanna Martens, tot in 1687 met de achterkleinzoon Philip Vande Putte.
In een declaratie betreffende de herbergtelling van 8 april 1683, dus het jaar voor Susanna stierf, vroegen de wethouders van Hansbeke de sluiting van de noordelijke herberg, eigendom van de Gentse brouwer Vander Stricht . In tegenstelling tot dit verzoek werd echter de aanpalende herberg, eigendom van de Hansbeekse brouwer Guilliame Mijnsberghe, gesloten. In 1687 was de herberg eigendom geworden van de Gentenaar Louis Van Hecke, één der erfgenamen van Philip Vander Stricht.
Voordien was hier evenwel een andere band met de stam Martens ontstaan. Op 22 juni 1670 was de 18-jarige Joanna Vande Putte, dochter van Frans en Susanna Martens, te Hansbeke gehuwd met de 30-jarige Nicolaus Mijnsberghe, zoon van brouwer Guilliame die tevens eigenaar was van de zuidelijke herberg, na deze in 1660 te hebben verworven van de uitbater Jacques Martens. Nicolaus werd eveneens brouwer.
Herberg In het Land van Nevele
Uit het eerste huwelijk van Nicolaus Mijnsberghe werden 5 kinderen geboren. De oudste dochter Maria Mijnsberghe (kleindochter van Susanna Martens en Frans Vande Putte) huwt met Arnold Van Vooren. Dit echtpaar heeft dan weer een dochter Joanna Van Vooren (°Hansbeke 04-04-1695 +Hansbeke 02-04-1756) die op 25-04-1724 huwt met Jan De Vliegher (°1690 + Hansbeke 07-02-1754), uitbater van de herberg In het Land van Nevele. Deze herberg stond tegenover De Koning van Spanje aan de vaart langs de westkant van de leustraete.
Uit het huwelijk van Joanna Van Vooren met Jan De Vliegher werden 4 kinderen geboren te Hansbeke: Coleta (°26-02-1725 +04-11-1727), Carel-Adriaen-Jan-Baptist(°30-07-1731 en gehuwd met Pieternella De Wever), Joanna-Catharina(°25-06-1734 + 12-03-1735) en Jan-Marten(° 28-02-1737 + 13-06-1758).
Deze herberg aan de veerverbinding over de Brugse vaart, tussen Hansbeke en Zomergem, mede uitgebaat door de achterkleindochter van Susanna Martens werd reeds vernoemd in 1621(87). Het veer behoorde van ouds toe aan de baron van Nevele. De veerman woonde nabij de vaart op een erfveken, genomen uit de oostberm van de leystraete. Volgens de schriftelijke verklaring van de wethouders van Hansbeke, daterend van 23 september 1719 werd toen in het veerhuisje herberg gehouden. Een herbergnaam werd niet vernoemd.
Het Land van Nevele stond op de oostzijde en De Koning van
Spanje op de westzijde van de pontweg.
Het lapje grond met het woonhuyseken werd vermoedelijk omstreeks die tijd door de baron van Nevele in cheynspacht gegeven aan Jan De Vliegher , die het veir met de schuyte op de oostsijde van de caye ten poste vande vaert tHansbeke bediende. De baron van Nevele verlengde op 24 mei 1748 de cheynpacht van Jan De Vliegher van het erfveken en het veir met de schuyte( die toen reeds 24 jaar getrouwd was met Joanna Van Vooren ) voor een voorderen termijn van 29 voordere jaeren aan een jaarlijkse pachtsom van een pont grooten courant. De veerman brak het oude huisje af en bouwde op de cijnsgrond een nieuw steenen woonhuys bestaende in twee caemers, kelder, vautte, stal, vertrek ende andere commoditeyten. Om de bouwkosten te vereffenen leende hij van Pieter De Munyck zv Christoffel 40 ponden grooten courant aan een jaarlijkse rente van één pond en 15 schellingen grooten(aan 4.375%).
In Hansbeke lagen enkele kleine enclaves die behoorden tot het Land van Nevele (cfr R. Van den Abeele) en de benaming van de herberg was zeker het gevolg van het feit dat de baron van Nevele dat perceel in eigendom had. Het Land van Nevele was trouwens één van de belangrijkste heerlijkheden in de Oudburg van Gent, waartoe 4 dorpen volledig en 5 andere dorpen gedeeltelijk behoorden.
Volgens de staat van goed opgemaakt in het sterfhuis van Jan De Vliegher (88) werd de keuken als gelagzaal gebruikt.In de herbergkamer stonden 6 tafels, 20 stoelen, 2 banken, 2 lantaarns, 12 kandelaars (met verlichting), een schapraai, een glazen kast, 2 rekken, een bierboom, 26 stenen kannen, 18 bierpotten en ander keukengerei.In de kelder stond een bierstelling met 2 tonnen goed bier en er lagen 36 flessen wijn. De weduwe Joanna Van Vooren sterft 2 jaar later, op 60-jarige leeftijd. Haar enige overlevende zoon Carel De Vliegher is slechts 15 jaar oud.
Joanna Vandeputte, dochter van Susanna Martens en grootmoeder van Joanna Van Vooren, overlijdt in 1681, slechts 29 jaar oud, na de geboorte van haar vijfde kind en enige zoon Guilliame Mijnsberghe, die later zijn vader zal opvolgen als brouwer.Guilliame Mijnsberghe blijft achter met 5 kinderen beneden 10 jaar. Twee jaar later, op 10-07-1683 hertrouwt hij te Hansbeke met de 28-jarige Maria Rijckaert uit Waarschoot. Uit dit tweede huwelijk van Nicolaus worden tussen 1684 en 1698 nog 7 kinderen geboren. Nicolaus Mijnsberghe overlijdt op 2 december 1700. Zijn kleindochter Joanna Van Vooren, de latere uitbaatster van In het Land van Nevele ,was toen bijna 5 jaar oud .
Herberg In Mechelen
Frans Vande Putte(°Hansbeke 14-10-1647 + Hansbeke 06-09-1693), zoon van Frans en Susanna Martens wordt eigenaar en uitbater van een hofstede en herberg In Mechelen . In de herbergtelling van 1571 te Hansbeke komen 4 namen voor: thove, mechelen, de swaene en de fleyte en in 1587 komt daar nog tmoriaenshooft bij. Mechelen was gelegen op het oosteinde van de veltstraete(nu Warandestraat,op het nu onbebouwd hoekperceel tegenover café De Reisduif dat tijdens het laatste kwart van de XXe eeuw berucht wordt, mede door een liedje van Johan Verminnen die toen in die buurt woonde . Ze was aanvankelijk eigendom van jonkvrouw Johanna de Lansang die het goed in 1581 verpachtte aan een zekere Bultinck.
Het erf met bijhorend land had een oppervlakte van 700 roeden. Die herberg wordt in 1573 met naam geciteerd: hoe dicwijls dat hij thansbeke geslapen heeft daer mechelen uytsteect(89). Ze wordt niet meer vermeld in de telling van 1683.
Volgens Herbergen en herbergiers te Hansbeke verwees de herbergnaam naar de stad Mechelen waar, tot aan de annexatie van ons land bij Frankrijk, een hoger gerechtshof zetelde, de Grote Raad of het parlement van Mechelen. In de herberg Mechelen vonden aan het einde van de 16e eeuw enkele wetsvergaderingen plaats. Mogelijk is deze herberg het aloude wethuis van de heerlijkheid van Hansbeke geweest.
Frans ondertrouwde te Bellem op 23 juni 1672 en trouwde enkele dagen later met Elisabeth Maenhaet(°1642), dochter van Christoffel. Uit dit huwelijk werden 4 kinderen geboren, waaronder opnieuw een zoon Frans, genoemd naar zijn vader en grootvader.De 40-jarige Elisabeth overleed op 28 december 1682 (90) en Frans bleef achter met 4 kinderen tussen 1 en 8 jaar oud.
Vijf maanden later, op 5 juni 1683, hertrouwde hij te Bellem met Catharina De Crets (°1658). Samen kregen zij een dochter Pieternelle(°Hansbeke 13-07-1685) maar Catherine De Crets stierf op 30 april 1688, pas 30 jaar oud.
Frans Vande Putte huwde een derde maal met Janneken De Baets dv Carel.
Frans overleed op 6 september 1693 op de hofstede Mechelen. Uit de staat van goed, opgemaakt in het sterfhuis anno 1693, blijkt echter niet dat er in de hofstede toen nog een herberg gehouden werd (91).
In de herberg (op) Reibroeck
De herberg op het gehuchte van Reybroeck, op een passaige van Ghendt naer Tielt ende dommeligghende prochien, en waar ooc die van Deynse Nevele Audenaerde ende ander hunne passaige namen, naer Brugghe ende ander steden ende dorpen, bestond reeds van allen audden tijden. Ze bevond zich aan het begin, en aan de noordkant, van de Carmhoeckstraete voorbij de viersprong, op een quartier vande kercke ende casteel(perceel III/97 op de figuratieve kaart van 1700, nu Karmenhoekstraat 1).
Gheraert Braet, echtgenoot van Janneken Tuytschaver en later schoonvader van Francisca Martens, was enige tijd herbergier in wethuis thove, maar nog voor 1635 betrok hij de herberg op de wijk Reibroek. Op 9 juni 1636 kocht hij die herberg van Daneel Wittewrongel. Volgens het verkoopcontract paalde de herberg ten zuiden aan heerenstraete en mocht de verkoper op zijn aanpalend erf geen nieuwe herberg stellen ofte doen stellen. Na het overlijden van Gheraert Braet op 27 februari 1639 hertrouwt Janneken Tuytschaver met Marten Claeys en Marten baatte de herberg uit.
Na het overlijden van Janneken op 22 november 1656 erft haar dochter Elisabeth Braet de herberg. Deze was gehuwd met Gheraert Yserman, die er ook een brouwerij startte. Na het overlijden van Gerard Yserman op 8 juni 1690 en van zijn vrouw Elisabeth Braet op 12 december 1694, ging de herberg over op hun zoon Jacob die er met zijn vrouw Cathelijne Deloof woonde toen de herberg in 1698 uitbrandde.Nadien zal Jan Yserman,oudere broer van Jacob en gehuwd met Joanne Arents, de zaak verder zetten. Hun dochter Isabella Yserman, zal de zaak op haar beurt verder zetten, maar op 31 juli 1721 wordt de herberg eigendom van de schuldeiser Joos Drieghe te Gent.
Bijlage 3.4 Afstammelingen van Stoffel Martens in XVIIe eeuw
Personen in parenteel van Stoffel MARTENS
I.1 M MARTENS, Stoffel circa 1494 na 1554
II.1 M MARTENS, Jan circa 1575 Merendree
III.1 M MARTENS, Jacob omstr 1560 Merendree ged09-1618 Hansbeke
III.2 V CLAEYS, Livina omstr 1563 25-12-1637 Hansbeke
IV.1 M MARTENS, Jan 1590 Hansbeke 27-09-1646 Hansbeke
IV.2 V SPEECKAERT, Barbara 16-04-1594 Nevele 03-03-1636 Hansbeke
V.2 V MARTENS, Sara 1617 02-10-1692 Hansbeke
V.1 M SUTTERMAN, Joos 21-09-1596 Hansbeke 08-12-1680 Hansbeke
VI.1 M SUTTERMAN, Petrus 24-04-1650 Hansbeke
VI.2 V MAENHOUDT, Livina 05-12-1658 Hansbeke 26-03-1717 Hansbeke
VII.1 M SUTTERMAN, Petrus 23-05-1687 Hansbeke 15-04-1773 Hansbeke
VII.2 V LAMME, Livina 19-04-1689 Hansbeke 12-06-1719 Hansbeke
VII.3 V De SMET, Joanna 1699 17-07-1741 Hansbeke
V.3 M Van VINCQ, Jan
V.4 M MARTENS, Jacques 1618 24-02-1678 Hansbeke
V.5 V COPPENS, Joanna 13-11-1692 Hansbeke
VI.3 V MARTENS, Joanna 08-06-1657 Hansbeke 09-06-1657 Hansbeke
VI.4 M MARTENS, Joannes 10-06-1659 Hansbeke
VI.5 M MARTENS, Jacob 09-07-1664 Hansbeke 11-03-1736
VI.6 V Van RENTERGHEM, Elisabeth 13-01-1694
VI.7 V De WITTE, Elisabeth 16-11-1709
VI.8 M MARTENS, Mattheus 21-09-1667 Hansbeke 10-05-1703 Hansbeke
VI.9 V SCHATTEMAN, Catharina 1660 11-12-1694 Hansbeke
VII.5 V MARTENS, Joanna
VI.10 V STANDAERT, Joanna 10-05-1703 Hansbeke
VII.6 M MARTENS, Joannes
VII.7 M MARTENS, Carolus
VII.8 V MARTENS, Anne Marie
V.7 V MARTENS, Susanna 1624 21-11-1684 Hansbeke
V.6 M VANDE PUTTE, Frans 08-04-1625 Hansbeke 25-05-1678 Hansbeke
VI.11 M VANDE PUTTE, Gheraert 18-04-1644 Hansbeke
VI.12 M VANDE PUTTE, Frans 14-10-1647 Hansbeke 06-09-1693 Hansbeke
VI.13 V MAENHAUT, Elisabeth 1642 28-12-1682 Hansbeke
VII.9 V VANDE PUTTE, Susanne 1674 Hansbeke
VII.10 V VANDE PUTTE, Maria 29-09-1675 Hansbeke
VII.11 M VANDE PUTTE, Frans 01-10-1677 Hansbeke
VII.12 M VANDE PUTTE, Jan 21-03-1681 Hansbeke
VI.14 V De CRETS, Catherina 1658 30-04-1688
VII.13 V VANDE PUTTE, Pietern. 13-07-1685 Hansbeke
VI.15 V De BAETS, Janneken
VI.16 V VANDE PUTTE, Livina 29-11-1649 Hansbeke
VI.18 V VANDE PUTTE, Joanna 28-11-1651 Hansbeke 1681 Hansbeke
VI.17 M MIJNSBERGHE, Nicolaus 1640 02-12-1700 Hansbeke
VII.15 V MIJNSBERGHE, Maria 14-05-1672 Hansbeke
VII.14 M Van VOOREN, Arnold
XIII.23 V Van VOOREN, Joanna 04-04-1695 Hansbeke 02-04-1756 Hansbeke
XIII.22 M De VLIEGHER, Jan 1690 07-02-1754 Hansbeke
VII.16 V MIJNSBERGHE, Joanna 14-05-1672 Hansbeke
VII.17 V MIJNSBERGHE, Petronil.13-01-1676 Hansbeke
VII.18 M MIJNSBERGHE, Anna-Isab08-03-1678 Hansbeke
VII.19 M MIJNSBERGHE, Guilliame25-01-1681 Hansbeke
VI.19 V VANDE PUTTE, Judoca 23-08-1654 Hansbeke
VI.20 M VANDE PUTTE, Philip 17-11-1657 Hansbeke
VI.21 M VANDE PUTTE, Jan 31-12-1660 Hansbeke
VI.22 V VANDE PUTTE, Maria 12-05-1665 Hansbeke
V.9 V MARTENS, Francisca 10-08-1631 Hansbeke 17-02-1691 Hansbeke
V.8 M BRAET, Jaecques 1636 05-08-1684
IV.3 V RIJCKAERT, Elisabeth 11-10-1640 Hansbeke
V.11 V MARTENS, Livina 02-05-1639 Hansbeke
V.10 M VANDE PUTTE, Petrus
IV.4 M MARTENS, Pieter 1602 Hansbeke 07-07-1653 Bellem
IV.5 V STEYAERT, Anna na 1600 Bellem 14-10-1665 Bellem
V.13 V MARTENS, Vijntjen 19-03-1625 Bellem 27-08-1666 Landegem
V.12 M CLAEYS, Joris
V.14 M CLAEYS, Pieter
VI.23 M CLAEYS, Pieter Landegem
VI.24 M CLAEYS, Guilliame Landegem
VI.25 M CLAEYS, Herreman Landegem
VI.26 M CLAEYS, Antonne Landegem
VI.27 V CLAEYS, Tanneken Landegem
VI.28 V CLAEYS, Petronella Landegem
V.15 M MARTENS, Guilliame 31-05-1628 Bellem 24-02-1709 Bellem
V.16 V STEYAERT, Joanna 20-03-1631 Bellem 26-08-1702 Bellem
VI.29 M MARTENS, Guilliame 26-10-1655 Bellem 09-12-1655 Bellem
VI.30 M MARTENS, Joannes 03-12-1656 Bellem 18-11-1729 Bellem
VI.31 V MAENHOUT, Joanna 25-11-1657 Hansbeke 17-10-1691 Bellem
VII.20 M MARTENS, Guillaume 15-09-1682 Bellem 18-11-1753 Hansbeke
VII.21 V D'HUYVETTER, Joanna F. 1687 01-11-1744 Hansbeke
VII.22 M MARTENS, Petrus 17-11-1684 Bellem 10-08-1720 Bellem
VII.23 M MARTENS, Judocus 09-11-1686 Bellem 25-05-1725 Hansbeke
VII.24 V LAMME, Petronilla 1694 Hansbeke 27-09-1720 Hansbeke
VII.28 M MARTENS, Joannes 09-02-1689 Bellem v15-2-1690 Bellem
VII.29 V MARTENS, Joannes 15-02-1690 Bellem 26-09-1706 Bellem
VI.32 V De VLIGERE, Joanna 01-04-1663 Zomergem 01-02-1729 Bellem
VII.30 V MARTENS, Joanna C.T. 10-08-1696 Bellem 13-09-1696 Bellem
VII.31 M MARTENS, Francies 23-01-1702 Bellem 16-09-1740 Bellem
VII.32 V Van MALDEGHEM, Petron.10-08-1704 Bellem 16-03-1785 Bellem
VII.33 M MARTENS, Carolus 01-12-1704 Bellem 19-06-1770 Bellem
VII.34 V STEYAERT, Maria Anna 10-03-1710 Bellem 23-12-1795 Bellem
VII.35 V STEYAERT, Marie Anna
VI.34 V MARTENS, Anna 05-08-1659 Bellem 07-07-1679 Bellem
VI.33 M Van SPEYBROECK, Petrus 05-03-1649 Bellem
VII.36 M Van SPEYBROECK, Judoc.01-07-1679 Bellem
VII.37 V Van HULLE, Gerarda
VI.35 M MARTENS, Petrus 04-06-1661 Bellem na 1724 Bellem
V.18 V MARTENS, Janneken 15-03-1633 Bellem na8-6-1673 Ingelmun
V.17 M HEYTENS, Boudewijn 08-06-1673 Ingelmun
VI.36 V HEYTENS, Maria 20-05-1650 Gent H. Ma 03-10-1651 Bellem
VI.37 V HEYTENS, Maria Cathar. 04-08-1661 Ingelmunster
VI.38 M HEYTENS, Joos 07-11-1667 Ingelmunster
VI.39 V Vanden BUSSCHE, Joanna 20-03-1665 Zwevezele 12-03-1730 Zwevezele
VI.40 M HEYTENS, Petrus 08-12-1670 Ingelmunster
VI.41 M HEYTENS, Jan 07-03-1673 Ingelmunst 23-09-1729 Ingelmun
VI.42 V MERVEILLE, Joanna 28-06-1743 Ingelmun
VI.44 V HEYTENS, Livina Bellem 11-03-1729 Ingelmun
VI.43 M LOBBESTALL, Nicolaas
VI.45 M KINT, Jacob
VI.46 M HEYTENS, Jan Ingelmunster Ingelmun
V.19 M MARTENS, Pieter 31-03-1636 Bellem 01-08-1677 Bellem
V.20 V De SUTTERE, Sara 29-10-1634 Bellem 16-07-1710 Bellem
VI.47 M MARTENS, Arnoldus 22-07-1663 Bellem 15-03-1720 Bellem
VI.48 V Du PREZ, Catharina 1672 21-03-1740 Bellem
VII.39 V MARTENS, Christina 1705 1757
VII.38 M WILLE, Pieter
VII.41 V MARTENS, Catharina 1708 1773
VII.40 M LICOENS, Jan
VI.49 V MARTENS, Anna 24-08-1665 Bellem 07-10-1717 Bellem
VI.51 V MARTENS, Adriana 23-03-1669 Bellem 04-11-1758 Bellem
VI.50 M CLAEYS, Joannes 14-04-1664 Bellem 13-10-1719 Bellem
VI.52 M MARTENS, Jan 1672 1758
VI.53 V MATTHYS, Joanna
VII.43 V MARTENS, Joanna 1706 1780
VII.42 M BULTINCK, Jan
V.21 M MARTENS, Jan 04-04-1644 Bellem 10-01-1709 Ursel
V.22 V SPIESSENS, Adriana 30-10-1647 Bellem 14-01-1670 Bellem
VI.54 M MARTENS, Guill
|