4.4 Andere afstammelingen van Jan Martens en hun generatiegenoten
Naast de hoofdstamlijn met Judocus Martens zijn er van de Bellemse burgemeester Jan Martens ook nog afstammelingen van zijn zonen Guilliame en Jacobus.
Petrus(1684-1720) is ongehuwd overleden te Bellem toen hij 35 jaar oud was. Zijn overlijden op 10 augustus 1720 situeert zich een maand voor de dood van zijn schoonzuster Petronilla Lamme, de eerste vrouw van zijn broer Judocus.
Van Joannes(1689-1690) werd geen overlijdensakte teruggevonden, maar hij stierf wellicht tussen 26 november 1689 en 15 februari 1690, periode waarin in het parochiaal overlijdensregister van Bellem geen enkel afsterven wordt vermeld, wat zeer onwaarschijnlijk is en vermoedelijk te wijten aan de nalatigheid van de pastoor of onderpastoor. In ieder geval zal voornoemde Joannes wel binnen het jaar gestorven zijn vermits op 15 februari 1690 te Bellem een zesde zoon van Joannes Martens en Joanna Maenhout geboren wordt, die opnieuw Joannes wordt genoemd. Deze tweede Joannes stierf op 16-jarige leeftijd.
Guilliame en Jacobus Martens kregen meerdere afstammelingen.
Uit het tweede huwelijk met Joanna De Vlighere werd de oudste dochter Joanna Catharina Theresia geboren op 10 augustus 1696 en onmiddellijk na de geboorte gedoopt door de vroedvrouw Gerarda Willems.Joanna overleed 1 maand na de geboorte.
Beide zonen, Francies en Carolus, kregen afstammelingen.
4.4.1 Guilliame Martens (1682-1753) zv Jan
Het oudste kind van Joannes Martens en Joanna Maenhout, genoemd naar de voornaam van zijn grootvader, werd reeds op 15 september 1682 te Bellem geboren, 6 maanden na het huwelijk van zijn ouders. Guilliame Martens, zijn grootvader aan vaderszijde was peter en Maria De Pestele, zijn grootmoeder langs moederszijde, was meter.
Guilliame Martens was 40 toen hij op 30 juni 1723 te Kanegem trouwde met Joanna Francisca DHuyvetter, dochter van Frans en van Joanna De Roo. Zij was de 36-jarige weduwe van Franciscus Van Overbeke en had reeds 4 kinderen uit dit eerste huwelijk, allen geboren te Kanegem: Catharina Theresia(°23-02-1714), Joannes(°24-02-1715), Joanna Francisca(°01-01-1718) en Godeliva(°29-03-1721). Zij was bovendien in verwachting van een vijfde kindje dat op 16 januari 1724 te Kanegem postuum werd geboren. Wellicht was dit de reden waarom het huwelijk reeds binnen de twee maanden plaats greep na het overlijden van Franciscus Van Overbeke te Kanegem op 4 mei 1723.
Het blijft een open vraag hoe het komt dat een 40-jarige rijke boerezoon uit Bellem trouwt met een weduwe met 4 kinderen en in verwachting van een vijfde. Hoe hebben zij elkaar leren kennen in een tijd dat de afstand tussen Bellem en Kanegem nog meestal te voet werd afgelegd? Het echtpaar woonde gedurende enkele jaren te Kanegem waar nog twee dochters, Anna en Brigitta, werden geboren. Nadien vestigde Guilliame zich te Hansbeke waar zijn vrouw in 1744 op 58-jarige leeftijd stierf. Guilliame stierf er in 1753 op 73-jarige leeftijd.
Voor haar twintigste verjaardag huwde zijn jongste dochter Brigitta op 21 februari 1748 met de 23-jarige Petrus DHuyvetter, zoon van Lieven. De gehuwden vestigden zich te Hansbeke en nauwelijks een maand later baarde zij er op 24 maart 1748 een zoon Guillelmus. Er zouden nog 11 kinderen volgen, waarvan er 8 jong stierven. Ging het om inteelt? Dit blijkt nochtans niet uit de huwelijksakte.
De oudste dochter Anna Martens huwde op 23 februari 1751 met Judocus De Rycke uit Nevele, zoon van Joannes en Marie Van Doorne. Zij vestigden zich te Nevele, waar in het parochiaal geboorteregisters 2 kinderen met de naam Petrus werden ingeschreven. De oudste stierf kort na de geboorte.
Toen Guilliame Martens in 1753 overleed had hij slechts 1 kleinkind in leven,Baldinus DHuyvetter. Korte tijd later zou Petrus De Rycke geboren worden te Nevele en er zouden nog één zoontje en twee dochtertjes overleven te Hansbeke, bij de familie DHuyvetter.
Personen in parenteel van Guillaume MARTENS
I.1 M MARTENS, Guillaume 15-09-1682 Bellem 18-11-1753 Hansbeke
I.2 V D'HUYVETTER, Joanna F. 1687 01-11-1744 Hansbeke
II.2 V MARTENS, Anna Maria Agnes04-03-1725 Canegem 01-03-1774 Nevele
II.1 M De RYCKE, Petrus Judocus 10-03-1725 Nevele 15-01-1785 Nevele
III.1 M De RYCKE, Petrus F. 05-03-1752 Nevele 1752 Nevele
III.2 M De RYCKE, Petrus F. 04-04-1755 Nevele
II.4 V MARTENS, Brigitta Jacoba 21-06-1728 Canegem 21-02-1784 Hansbeke
II.3 M D'HUYVETTER, Petrus 1725 02-11-1792 Hansbeke
III.3 M D'HUYVETTER, Guillelmus 24-03-1748 Hansbeke
III.4 V D'HUYVETTER, Joanna B. 08-06-1750 Hansbeke 12-07-1750 Hansbeke
III.5 M D'HUYVETTER, Livinus 16-12-1751 Hansbeke 28-01-1752 Hansbeke
III.6 M D'HUYVETTER, Balduinus 02-02-1753 Hansbeke 24-10-1782 Hansbeke
III.7 V D'HUYVETTER, Catharina 15-09-1755 Hansbeke 18-02-1760 Hansbeke
III.8 V D'HUYVETTER, Joanna F. 25-02-1758 Hansbeke
III.9 V D'HUYVETTER, Maria 29-01-1760 Hansbeke 08-02-1760 Hansbeke
III.10 V D'HUYVETTER, Livina C. 07-07-1761 Hansbeke 08-10-1762 Hansbeke
III.11 M D'HUYVETTER, Jan Bapt. 19-07-1763 Hansbeke 24-10-1763 Hansbeke
III.12 V D'HUYVETTER, Livina C. 31-12-1764 Hansbeke 21-02-1765 Hansbeke
III.13 M D'HUYVETTER, Petrus F. 05-10-1766 Hansbeke
III.14 V D'HUYVETTER, Joannes 19-05-1769 Hansbeke 30-05-1769 Hansbeke
4.4.2 Jacobus Martens (1687-1767) zv Jan
Jacobus was 43 jaar oud wanneer hij op 9 november 1687 huwde met de 20-jarige Joanna Ledeganck, jongere zus van Maria Ledeganck, tweede echtgenote van zijn inmiddels overleden broer Judocus. Het echtpaar vestigde zich aanvankelijk te Ursel en later te Bellem. Zij kregen 10 kinderen. De oudste zoon Benedictus Martens vestigde zich te Ursel, waar zijn zoon Jan geboren werd. Jan huwde met Ferdinanda Ornelis uit Aalter en heeft zich daar later ook gevestigd. Angelus zette er de stam Martens verder met zijn kinderen Elisa, August en Theophiel.
Omstreeks 1905 zijn de nog ongehuwde August en Theopfiel Martens uitgeweken naar Amerika.Na zijn dochter Elisa Martens, die huwde met Jules Boute, verdween de naam Martens uit deze familietak, althans in Vlaanderen. In de XXe eeuw dragen de afstammelingen van deze tak de volgende namen: Cottignie, Heeckhout, De Reviere en Boute en wonen zij te Kortrijk, Oostrozebeke en Aalter(zie XXe eeuw).
Personen in parenteel van Jacobus MARTENS
I.1 M MARTENS, Jacobus 07-12-1687 Bellem 02-06-1767 Bellem
I.2 V LEDEGANCK, Joanna 18-11-1709 Ursel 07-10-1788 Bellem
II.1 M MARTENS, Benedictus 28-09-1743 Ursel 09-02-1812 Ursel
II.2 V D'HONDT, Suzanna Carolina Ursel 10-04-1796 Ursel
III.1 M MARTENS, Jan Francies 04-11-1790 Ursel 10-10-1846 Aalter
III.2 V ORNELIS, Ferdinanda 04-03-1801 Aalter 19-12-1875 Aalter
IV.1 M MARTENS, Angelus 23-04-1837 Ursel 29-10-1912 Aalter
IV.2 V SAEY, Sophia 06-07-1837 Knesselare 25-01-1916 Assenede
V.2 V MARTENS, Elisa Maria 08-03-1873 Aalter 16-08-1938 Aalter
V.1 M BOUTE, Jules 05-08-1858 Aalter 12-04-1934 Aalter
VI.2 V BOUTE, Helena Celesta 13-03-1893 Aalter 05-12-1939 Oostroz.
VI.1 M COTTIGNIE, Julien 10-04-1891 Oostrozebeke
VII.1 M COTTIGNIE, Noël 23-12-1923 Oostroz.
VII.2 V SEVENOO, Anita 30-03-1932 Roeselare
VIII.1 M COTTIGNIE, Kristian 10-11-1956 Kortrijk
VIII.2 V COTTIGNIE, Lieve 20-02-1959 Kortrijk
VIII.3 M COTTIGNIE, Jan 10-11-1962 Kortrijk
VII.3 M COTTIGNIE, Jos 27-03-1926 Oostrozebeke
VII.4 V HEECKHOUT, Rosa 15-01-1928 Oostrozebeke
VIII.4 M COTTIGNIE, Patrick 17-01-1960 Kortrijk
VIII.5 M COTTIGNIE, Luc 19-04-1961 Kortrijk
VII.6 V COTTIGNIE, Rolanda 10-12-1929 Oostrozebeke
VII.5 M HEECKHOUT, Frans 11-08-1930 Oostrozebeke
VIII.6 M HEECKHOUT, Frank 07-09-1962 Kortrijk
VIII.7 V HEECKHOUT, Koen 20-05-1964 Kortrijk
VI.3 M BOUTE, René 07-10-1894 Aalter 12-10-1894 Aalter
VI.4 V BOUTE, Martha Margareta 03-11-1897 Aalter 27-07-1899 Aalter
VI.6 V BOUTE, Maria 11-06-1900 Aalter
VI.5 M De REVIERE, René 10-06-1892 Aalter
VII.7 M De REVIERE, Jules Emile 18-11-1939 Aalter
VI.7 V BOUTE, Angelique 21-11-1902 Aalter 18-03-1903 Aalter
VI.8 M BOUTE, Emiel 29-08-1906 Aalter
V.3 M MARTENS, August 14-08-1876 Aalter U.S.A.
V.4 M MARTENS, Theofiel 21-01-1879 Aalter U.S.A.
4.4.3 Francies Martens(1702-1740) zv Jan
De oudste zoon van Jan en Joanna De Vligere huwde op 16 januari 1730 te Bellem met Petronilla Van Maldeghem, dochter van Jan en Maria Steyaert. Zij bleven te Bellem wonen en kregen er 4 kinderen: Carel-Frans, Ignatius, Jacobus en Joanna-Maria. Francies was amper 38 jaar oud toen hij stierf. Zijn weduwe Joanna, met 4 kinderen beneden 10 jaar, hertrouwde te Bellem op 2 januari 1742 met Martinus Van Hulle, waarmee zij nog een zoon en een dochter kreeg.
Personen in parenteel van Francies MARTENS
I.1 M MARTENS, Francies 23-01-1702 Bellem 16-09-1740 Bellem
I.2 V Van MALDEGHEM, Petronilla 10-08-1704 Bellem 16-03-1785 Bellem
II.1 M MARTENS, Carel-Frans 25-11-1731 Bellem 21-12-1790 Gent
II.2 M MARTENS, Ignatius 1733 Bellem
II.3 V WILLEMS, Suzanna
III.1 M MARTENS, Pieter 1759 1801
II.4 V DIERICKX, Maria Catharina
III.2 M MARTENS, Albert 1786 1848
III.3 V VERMEIRE, Joanna St Joris-ten-Distel
III.5 V MARTENS, Jacoba 1793 1845
III.4 M De WAEGENAERE, Francies
III.7 V MARTENS, Sophia 1801
III.6 M STOFFERIS, Pieter
II.5 M MARTENS, Jacobus 1736 Bellem
II.7 V MARTENS, Joanna-Maria 1739 Bellem
II.6 M BEYENS, Pieter
De oudste zonen Carel-Frans en Ignatius zullen zeer verschillende wegen bewandelen: Carel-Francies wordt prior van het Augustijnenklooster te Gent en Ignatius wordt herbergier te Bellem, belandt gedurende 10 jaar in de gevangenis en sticht een tweede gezin waarvan de kinderen een generatie jonger zijn dan de kinderen uit zijn eerste gezin.
Ignatius Martens(1733-na 1801) herbergier
Van Ignatius Martens, tweede zoon van Francies en Petronilla Van Maldeghem, was slechts 7 jaar oud toen zijn vader Frans overleed. Uit zijn eerste huwelijk met Suzanna Willems had hij een zoon Pieter. Ignatius was herbergier in een seer schoon huys ende erve wesende gepriviligeerde herberghe genaemt de herdt geleghen binnen de prochie van Bellem teghen de vaert recht over de brugghe(53). In 1766 had Ignatius de herberg De Hert gekocht van Rosa-Petronella De Waele, weduwe van Jan Duprez.
Ignatius werd voor een periode van 10 jaar gecolloqueert in het correctiehuys binnen de stadt Ghendt wegens aantastelijkheden tegenover een deurwaarder op 2 juni 1772. Dit verklaart wellicht waarom vanaf januari 1773 ene Pieter Claeys tavernier werd in De Hert.
Nadien volgt zijn tweede huwelijk met Maria Dierickx en krijgt hij nog twee dochters Jacoba(1793-1845) en Sophia(°1801) en een zoon Albert Martens(1786-1848) die zou huwen met Joanna Vermeire uit Sint Joris-ten-Distel. Deze drie kinderen zijn een generatie jonger dan zijn oudste zoon Pieter die op de leeftijd van 42 jaar overleed, in hetzelfde jaar dat zijn jongste half-zus geboren werd.
Herberg De Hert werd gebouwd aan de brug over de Brugse vaart en wordt in De Geschiedenis van Bellem vermeld met Pieter Van Kerrebrouck als waard in 1669. Deze herberg bestaat nog in 2006 onder dezelfde naam. In 1686 werd zij samen met een hofstede door Olivier Heytens en Adriaeneken Van Kerrebrouck verkocht aan Marten Duprez voor 950 gulden.
Carel-Frans Martens(1731-1790) pater augustijn en prior
Carel-Frans werd geboren te Bellem op een hofstede ten noorden van de Brugse vaart, als oudste zoon van Frans en Petronilla Van Maldeghem. Zijn grootvader Jan Martens was burgemeester van Bellem(zie ook Stam Martens,Jg 3, nr 2, pp 3-8).
Carel-Frans was slechts 9 jaar oud wanneer zijn vader overleed. Uit de Staet ende Inventaris in baeten ende commeren bleven ende bevonden ten sterfhuyse, gepresenteerd op 31 december 1740 aan bailliu, burchmeestere ende schepenen van de hertoghdomme, ambachte, prochie ende heerelickhede van Ursel, oppervooghden der weesen blijkt dat het gezin zeer welstellend was en meerdere eigendommen bezat, gelegen in Zomergem, Hansbeke, Nevele, Bellem en Aalter(57).
Wellicht was Carel-Frans bijzonder begaafd, kreeg hij de gelegenheid tot verdere studies en voelde zich tot kloosterling en priester geroepen. Nadat hij zijn humaniorastudies had beeindigd, trad hij in october 1752 op 20-jarige leeftijd in het Augustijnenklooster te Gent. In een octroy van 16 october 1753(58) wordt vermeld dat hij alsnoch minderjaerigh, naer voorgaende studie, door eenen christelijken iver gedreven zijnde, sigh met consent ende voorwete van zijn familieleden hadde begeven in het clooster der eerwaerde P.P. Augustijnen binnen de stadt van Ghendt, met een oprechte goede intentie ende voordacht vanden prieserlijken staet ende religie der selven P.P. Augustijnen aldaer t anveirden, tot soo verre dat hij binnen corte dagen staet om geprofest te worden.
Deze professie had plaats in het Augustijnenklooster te Gent op 23 october 1753, hetzij na één jaar noviciaat. De door Carel-Frans eigenhandig geschreven en ondertekende professie-akte is bewaard gebleven in het oud professieboek van het Gents Augustijnenklooster(56). Ze luidt als volgt:
In nomini domini nostri Jesu Christi Benedicti.Amen.
Anno nativitatis ejusdem millesime septingentesimo quinquagesimo tertio die 23 octobris.
Ego frater Carolus Franciscus Martens, filius legitimus Francisci Martens et Petronillae Van Meldeghem, parochiae Bellem, facio professionem, et promitte obedientiam Deo omnipotenti, et Beatae Mariae semper Virgini, et Beato Patri Augustino, et tibi Reverendo admodum Patri, fratri Petro Verkinder hujus conventus Gandavensis Priori, nomine ac vice Reverendissimi Patris Magistri Francisci Xaverii Vasquez, totius ordinis fractrum Eremetarum Sancti Patris Augustini Prioris Generalis, et successorum ejus Canonice intrantium, et vivere sine Propio, et in Castitate secundum hanc Regulam ejusdem Sancti Patris Nostri Augustini usque ad mortem.
Nec vi, nec metu, sed sponte hanc professionem feci.
Frater Carolus Franciscus Martens
Vertaling:
In de naam van onze gezegende Heer Jezus Kristus, Amen
De 23e october van het jaar 1753 na J.C.
Ik, broeder Carolus Franciscus Martens, wettige zoon van Franciscus Martens en Petronella Van Maldeghem, van de parochie van Bellem, leg mijn professie af, en beloof gehoorzaamheid aan de almachtige God, en aan O.L. Vrouw altijd Maagd, en aan de Heilige Vader Augustinus, en aan U, Zeereerwaarde Vader, broeder Petrus Verkinder, prior van dit Gents convent, in de naam en in de plaats van de Eerwaarde Pater Vader overste Magister Franciscus Xaverius Vasquez, Algemeen Overste van gans de congregatie der paters eremijten van de Heilige Vader Augustinus, en van zijn opvolgers die rechterlijk zullen verkozen worden, en beloof te leven zonder persoonlijk (bezit) en in zuiverheid volgens deze regel van onze zelfde Heilige Vader Augustinus, tot aan mijn dood.
Noch onder druk, noch onder vrees, maar spontaan leg ik deze professie af.
Broeder Carolus Franciscus Martens
Professie van Frater Carolus-Franciscus Martens als Augustijn in 1753
Overgenomen uit Land van de Woestijne Jg 9 (1986), nr 1, p 26
De akte wordt eveneens ondertekend door Phle Page, notaris publicq tot Ghendt residerende die in een randschrift woordelijk verklaarde:
Bij ende present te sijn gheweest als wanneer pater Carolus Franciscus Martens heeft ghedaen sijne professie ende dat uyt sijnen eyghen vrijen ende liberen wille, soo mij ghebleken heeft, actum den 23 octobre 1753.
Petronilla Van Maldeghem en haar tweede man Marten Van Hulle hadden met de eerwaerden Pater Prior ende Religeusen toen een overeenkomst gesloten nopende de cloosterlijke Dotte ende studie met de voordere accessoire oncosten(54). Deze schenking bedroeg twee hondert ponden grooten courant.
Aangezien Carel-Frans volgens het slot van de staet van goede, opgemaakt bij het overlijden van zijn vader, slechts recht had over vaderlijke mobilaire weese pennyngen ten bedrage van circa 75 ponden, waren zijn moeder en stiefvader bereid de ontbrekende geldsom voor te schieten, onder voorwaarde hiervoor jaarlijks een interest in rekening te mogen brengen van circa 5 ponden courant.
Carel-Frans had eveneens gevraagd zijn leven lang te mogen genieten van eene lijfrente van acht ponden grooten courant gelt sjaers, uyt consideratie, dat hij met het aenveirden den voorseyden religeusen staet, alle sijne gevallen vaderlijke ende toecommende te vallen moederlijke goederen verliet ende afgonck aen ende in proffijte van sijne broeders ende susters.
Vermits de verschuldigde intrest en de lijfrente, samen circa 13 ponden, niet volledig konden worden opgebracht met de pachten van de eigendommen die aan Carel-Frans bij het overlijden van zijn vader waren overgegaan, beloofden Pieternella Van Maldeghem en Marten Van Hulle ook dit tekort bij te tellen. Bij het overlijden van Pieternella Van Maldeghem zouden deze jaarlijkse afrekeningen vanzelfsprekend in mindering gebracht worden op het moederlijk aandeel van Carel-Frans.
Op 20 december 1755 werd Carel-Frans priester gewijd. Gedurende een zekere periode, vermoedelijk tussen 1773 en 1781, was hij prefekt van het kollege der Augustijnen te Gent. In het archief van het bisdom te Gent, fonds Augustijnen, nr 35(55), berust nog van hem als prefekt van het kollege een verzoekschrift aan de bisschop van Gent, om de betaling te bekomen van 14 stuivers per jaar voor studenten die op het kollege met een beurs van het Seminarie studeerden. Dit document is niet gedateerd, maar zou alleszins verzonden zijn na de opheffing van de Jesuietenorde op 21 juni 1773 door paus Clemens IV, toen ook in onze streken de Jesuietenkolleges verdwenen. Vermoedelijk dateert het verzoekschrift van omstreeks 1777.
Pater Carel-Frans Martens werd op 4 mei 1781 in het provinciaal kapittel te Gent gekozen tot prior van het Gents klooster.
Wegens de keizerlijke decreten van Jozef II werd op 18 juni 1782 in het augustijnenklooster te Brussel opnieuw een kapittel gehouden waarop ook Carel-Frans Martens, prior te Gent, aanwezig was. In het Augustijnenklooster van Mechelen, Provincialia nr 5(59), waarin de acta van de provinciale kapittels van 1739 tot 1793 werden gekopieerd, wordt Pater Martens immers op bladzijde 303 onder de aanwezigen vermeld: Adm. R.P. Carolus Martens, Prior Gandensis. Deze vermelding houdt meteen de bevestiging in dat Carel-Frans Martens in het vorig kapittel van 4 mei 1781 inderdaad als prior werd benoemd. De notulen hiervan bevinden zich in het archief van het augustijnenklooster te St Truiden(60).
Op een tussenkapittel te Edingen op 12 mei 1784 werd Carel-Frans Martens, die toen nog prior te Gent was, eveneens aangeduid als vierde definitor van de Vlaamse-Belgische Augustijnenprovincie (toen wegens de keizerlijke decreten van Jozef II consultator genoemd) ter vervanging van de overleden definitor Pater Petrus Zeeus uit Diest. In het bestuur van de provincie werd de provinciaal geholpen door vier definitoren, die uiteraard in het provinciaal bestuur een voorname functie bekleedden. In het register van het Mechels klooster op bladzijde 311 werd hieromtrent vermeld:
Ante omnia, praemissis praemittendis, servatisque servandis, loco Adm. R.P. Petri Zeeus defuncti a praelaudatis tribus P.P. Consultatoribus in quartum Consultatorem per secreta scrutinia, tribus, id est omnium votis, electus est Adm. R.P. Carolus Martens Prior Gandensis, quem absentum Adm. R.P. Visitator Generalis per litteras confirmativ.
Vertaling:
Vooraf, voor alle andere punten van de dagorde, met in achtneming van alle voorschriften werd, in plaats van de overleden Z.E. pater Petrus Zeeus, door voornoemde drie consultatoren, d.i. met alle stemmen, tot vierde Consultator gekozen Z. E. pater Carel Martens, prior van het Gentse klooster. De afwezige werd door Z.E. pater Algemene Visitator schriftelijk op de hoogte gesteld.
Had Pater Martens in zijn functie als prior teveel van zijn krachten gevergd? Had het hem totaal ontredderd dat zijn jongere broer Ignatius, herbergier in een seer schoon huys ende erve wesende gepriviligeerde herberghe genaemt den herdt geleghen binnen de prochie van Bellem teghen de vaert recht over de brugghe voor een periode van 10 jaar werd gecolloqueert in het correctiehuys binnen de stadt Ghendt? Carel-Frans Martens werd immers in 1784 ziek. Hij plaatste nog als prior zijn handtekening onder een pachtbrief van het Gents Augustijnenklooster, gedateerd op 9 mei 1784, d.i. dus 3 dagen voor het kapittel van Edingen op 12 mei 1784 waar hij niet aanwezig was.
Ten tijde van het tussenkapittel was hij mogelijks nog gezond vermits men hem de taak van definitor, naast zijn prioraat te Gent, toevertrouwde. Zijn afwezigheid te Edingen kan wel een eerste aanduiding zijn van zijn gezondheidsproblemen. Pachtbrieven van 31-7-1784, 20-8-1784, 14-10-1784 en 20-1-1785 werden niet meer door hem ondertekend maar door de afgevaardigde Frater Jacobus Vollaert en andere, terwijl een pachtbrief van 24-2-1786 door Frater Petrus van Rossen als waarnemend prior werd genaamtekend(61). Prior Martens moet derhalve omstreeks 12 mei 1784, en zeker voor 31 juni 1784, zwaar ziek geworden zijn zodat hij zijn functie van prior niet meer kon vervullen.
Zijn ziekte was echter niet van lichamelijke maar wel van geestelijke aard, zoals blijkt uit een Catalogus Nominem R.R. Patrum Augustinianorum Conventus Gandensis opgesteld op 13 juni 1786 door Frater Petrus van Rossen, waarnemend prior, waarin hij samen met de overige paters van het Gentse klooster wordt vermeld: R.P. Carolus Martens, aetatis 56, natus in parochia de Bellem, impos mentis(E.P. Carolus Martens, 56 jaar, geboren in de parochie Bellem, geestesziek)(62).
Pater Martens was dan ook vanzelfsprekend wegens zijn ziekte afwezig op het kapittel te Leuven op 20 juni 1786, waar hij als prior en definitor had moeten deelnemen. De akte van het kapittel, gekopieerd in het register van Mechelen(63), vermeld op bladzijde 324: Carolus Martens, Prior Gandensis, ob infirmitatem absens(Carel Martens, prior te Gent, wegens ziekte afwezig). Op dit kapittel werd de waarnemende prior, Pater Petrus van Rossen, geboortig van Vrasene, als zijn opvolger aangeduid.
De laatste levensjaren van Carel-Frans Martens zullen wellicht moeilijk geweest zijn. Hij stierf in het Augustijnenklooster te Gent op 21 december 1790, 59 jaar oud. In het bewaard gebleven overlijdensregister van het klooster werd geschreven:
Anno 1790, die 21 Decembris, obiit R.R. Carolus Martens, ex Bellem, collegii quondam praefectus, et conventus hujus prior, aetatis suae anno 59, religiosae vitae 38, sacerdotii 35(64).
Vertaling:
In het jaar 1790, 21 december, overleed E.P. Carolus Martens, uit Bellem, eertijds prefect van het college en prior van dit convent, 59 jaar oud, 38 jaar kloosterling, 35 jaar priester.
Deze gegevens worden ook vermeld in A. Keelhoff Geschiedenis van het klooster der Eerw. Paters Eremijten Augustijnen te Gent, 1864, bladzijde 267(65):
1790. 21 december, P. Carolus Franciscus Martens, geboren te Bellem: in het jaer 1781 werd hij Prioor te Gent en eenige maanden nadien Directeur van het kollegie. 59-38-35.
Deze laatste tekst is blijkbaar foutief wat betreft de periode waarin Pater Martens prefekt was aan het Gentse Augustijnenklooster.
4.4.4 Carolus (1704-1770) zv Jan
Carolus huwde te Bellem op 27 october 1733 met Maria Steyaert, dochter van Jacobus en Joanna Steyaert. Hun 9 kinderen werden te Bellem geboren.
Hun dochter Maria Catharina huwt te Bellem met Pieter Van Vynckt, dit is wellicht de Pieter Van Vynckt die omstreeks 1751 en 1764 burgemeester was te Ursel voor tGentsche Vrije. Maria en Pieter hebben op hun beurt een zoon Carolus die huwt met Carolina Martens uit Hansbeke, dochter van Jacob Martens en Livina Maenhout(zie verder afstammelingen van Jan Martens en Maria Francisca De Brauwer). Carolina is slechts 36 jaar wanneer zij sterft. Van haar 8 kinderen waren er nog slechts 5 in leven, minder dan 11 jaar oud. Haar man Carolus hertrouwde met Theresia Lippens uit Ursel. Theresia en Carolus kregen een zoon Serafien die zal huwen met de 42 jaar jongere Maria Martens, dochter van Petrus-Francies uit de hoofdstamlijn(zie verder afstammelingen in XIXe en XXe eeuw).
Personen in parenteel van Carolus MARTENS
I.1 M MARTENS, Carolus 01-12-1704 Bellem 19-06-1770 Bellem
I.2 V STEYAERT, Maria Anna 10-03-1710 Bellem 23-12-1795 Bellem
II.2 V MARTENS, Joanna 1736 1794
II.1 M Van HECKE, Marten
II.3 M MARTENS, Jan Carel 1744 1826
II.4 V De VOS, Joanna
III.2 V MARTENS, Agnes 1786 1863
III.1 M De BAETS, Jozef
II.6 V MARTENS, Maria Catharina 1747
II.5 M Van VYNCKT, Pieter F.
III.3 M Van VYNCKT, Carolus F.23-10-1776 Bellem 29-05-1863 Bellem
III.4 V MARTENS, Carolina 30-06-1781 Hansbeke 07-07-1817 Bellem
IV.1 V Van VYNCKT, Regina 11-12-1806 Bellem
IV.2 V Van VYNCKT, Maria Ther.27-01-1808 Bellem 16-10-1884 Hansbeke
IV.3 V Van VYNCKT, Amelia 24-04-1809 Bellem 13-07-1816 Bellem
IV.4 V Van VYNCKT, Rosalia 23-02-1811 Bellem 24-10-1875 Hansbeke
IV.5 M Van VYNCKT, C.L. 08-06-1813 Bellem 06-04-1894 Hansbeke
IV.6 M Van VYNCKT, Petrus 12-09-1814 Bellem 05-12-1814 Bellem
IV.7 M Van VYNCKT, xxx 21-11-1815 Bellem 21-11-1815 Bellem
IV.8 V Van VYNCKT, Eugenie 04-07-1817 Bellem 22-07-1817 Bellem
III.5 V LIPPENS, Theresia 1785 Ursel 11-08-1865 Bellem
IV.9 V Van VYNCKT, xxx 16-07-1821 Bellem 16-07-1821 Bellem
IV.10 M Van VYNCKT, Serafien 14-09-1822 Bellem 05-03-1890 Hansbeke
IV.11 V MARTENS, Maria P.P. 29-04-1864 Hansbeke 05-12-1950 Hansbeke
IV.12 M Van VYNCKT, Edwardus 24-04-1824 Bellem 02-06-1890 Bellem
IV.13 V Van VYNCKT, Maria Paul04-08-1827 Bellem 28-08-1915 Bellem
II.8 V MARTENS, Jacoba 1749 1843
II.7 M Van PAEMEL, Jan Frans
De afstammelingen van Carolus Martens zijn te Bellem en Hansbeke te zoeken onder de namen Van Hecke, Van Vynckt, Van Paemel en De Baets.
4.4.5 Generatie VII in parenteel van Stoffel Martens
Generatiegenoten van Judocus Martens (betachterkleinkinderen van Jacob)
In de databank van de stam Martens is informatie beschikbaar betreffende 43 personen in generatie VII uit het parenteel van Stoffel, geboren te Bellem en te Hansbeke. Het betreft personen van dezelfde generatie als Judocus Martens en zijn echtgenotes Petronilla Lamme en Maria Ledeganck. Het zijn 19 achterkleinkinderen en aangetrouwden van Jan Martens en Barbara Speeckaert en 24 achterkleinkinderen van Pieter Martens en Anna Steyaert. Meerdere hiervan worden besproken in het overzicht van de XVIIIe eeuw.
De naam Martens komt nog 16 maal voor op deze lijst. Te Hansbeke loopt de lijn Sutterman verder , evenals deze van de herbergiers en brouwers Vande Putte en Mijnsberghe waarvan voorouders huwden met dochters Martens.Te Bellem zijn er vooral de 6 kinderen van Joannes Martens en Joanna Maenhout.In deze generatie maakt de hoofdstamlijn Martens, met Judocus, de binding met de familie Lamme en terug de overstap van Bellem naar Hansbeke. Voor deze beperkte groepen zijn de geboortejaren begrepen tussen 1672 en 1722 en zijn de overlijdens te situeren tussen 1690 en 1785.
VII.1 M SUTTERMAN, Petrus 23-05-1687 Hansbeke 15-04-1773 Hansbeke
VII.2 V LAMME, Livina 19-04-1689 Hansbeke 12-06-1719 Hansbeke
VII.3 V De SMET, Joanna 1699 17-07-1741 Hansbeke
VII.4 V DANNEELS, Joanna 21-08-1722 Hansbeke 18-07-1769 Hansbeke
VII.5 V MARTENS, Joanna
VII.6 M MARTENS, Joannes
VII.7 M MARTENS, Carolus
VII.8 V MARTENS, Anne Marie
VII.9 V VANDE PUTTE, Susanne 1674 Hansbeke
VII.10 V VANDE PUTTE, Maria 29-09-1675 Hansbeke
VII.11 M VANDE PUTTE, Frans 01-10-1677 Hansbeke
VII.12 M VANDE PUTTE, Jan 21-03-1681 Hansbeke
VII.13 V VANDE PUTTE, Pieternel13-07-1685 Hansbeke
VII.14 M Van VOOREN, Arnold
VII.15 V MIJNSBERGHE, Maria 14-05-1672 Hansbeke
VII.16 V MIJNSBERGHE, Joanna 14-05-1672 Hansbeke
VII.17 V MIJNSBERGHE, Petronill13-01-1676 Hansbeke
VII.18 M MIJNSBERGHE, Anna-Isab08-03-1678 Hansbeke
VII.19 M MIJNSBERGHE, Guilliame25-01-1681 Hansbeke
VII.20 M MARTENS, Guillaume 15-09-1682 Bellem 18-11-1753 Hansbeke
VII.21 V D'HUYVETTER, Joanna F. 1687 01-11-1744 Hansbeke
VII.22 M MARTENS, Petrus 17-11-1684 Bellem 10-08-1720 Bellem
VII.23 M MARTENS, Judocus 09-11-1686 Bellem 25-05-1725 Hansbeke
VII.24 V LAMME, Petronilla 1694 Hansbeke 27-09-1720 Hansbeke
VII.25 V LEDEGANCK, Maria 31-07-1700 Ursel 16-11-1761 Ursel
VII.26 M MARTENS, Jacobus 07-12-1687 Bellem 02-06-1767 Bellem
VII.27 V LEDEGANCK, Joanna 18-11-1709 Ursel 07-10-1788 Bellem
VII.28 M MARTENS, Joannes 09-02-1689 Bellem v15-2-1690 Bellem
VII.29 V MARTENS, Joannes 15-02-1690 Bellem 26-09-1706 Bellem
VII.30 V MARTENS, Joanna C.T. 10-08-1696 Bellem 13-09-1696 Bellem
VII.31 M MARTENS, Francies 23-01-1702 Bellem 16-09-1740 Bellem
VII.32 V Van MALDEGHEM, Petron.10-08-1704 Bellem 16-03-1785 Bellem
VII.33 M MARTENS, Carolus 01-12-1704 Bellem 19-06-1770 Bellem
VII.34 V STEYAERT, Maria Anna 10-03-1710 Bellem 23-12-1795 Bellem
VII.35 V STEYAERT, Marie Anna
VII.36 M Van SPEYBROECK, Judoc.01-07-1679 Bellem
VII.37 V Van HULLE, Gerarda
VII.38 M WILLE, Pieter
VII.39 V MARTENS, Christina 1705 1757
VII.40 M LICOENS, Jan
VII.41 V MARTENS, Catharina 1708 1773
VII.42 M BULTINCK, Jan
VII.43 V MARTENS, Joanna 1706 1780
|