4.6 Andere afstammelingen van Judocus Martens en generatiegenoten van Joannes
4.6.1 Joanna Martens(1716-1784) begijn dv Judocus
Joanna Martens, dochter van Judocus en Pieternelle Lamme, werd op 31 augustus 1716 te Nevele geboren, vermoedelijk op een hofstedeken in de wijk Veldeken. Ze werd er dezelfde dag gedoopt door pastoor Adriaan Neerinckx. Peter en meter waren Jan Martens, haar grootvader, en Petronilla Van Vynckt, haar grootmoeder langs moeders zijde:
1716: Die 31 augusti baptizavi Joannam fa Judoci Martens et Petronilla Lamme conjugum, natam eodem die circa sextam matutinam, susceperunt Joannes Martens et Petronilla Van Vynckt(68).
Vanaf 1717 woonde ze met haar ouders op een hofstede te Hansbeke in de toenmalige Reybroeckstraat, nu Boerestraat. Ze gebruikten er 20 partijen land, meers en bos, gezamenlijk circa 30 gemeten groot(69). Janneken was pas 4 jaar oud toen haar moeder stierf en was nog geen 9 jaar toen ze ook haar vader, die hertrouwd was met Maria Ledeganck, verloor.
Samen met haar jongere broer Jan heeft het weesmeisje alleszins gedurende een zekere tijd ingewoond bij haar maternele grootvader en voogd Jan Lamme te Hansbeke(70), wellicht ook in de periode dat haar tante Joanna Lamme, na het vroegtijdig overlijden van haar eerste man Joos Van Vynckt, terug thuis was komen wonen. Joanna werd vermoedelijk ergens op school geplaatst, zoals zou blijken uit een rekening van deze voogd, gepresenteerd op 21 juli 1736 aan de heren Bailliu ende Schepenen van de prochie ende ambachte van Ursel appendantsche vanden lande vanden vrijen, sweesens oppervooghden. In deze rekeningen vindt men inderdaad het volgende:
volgens notitie en(de) specificatie bij den rendant (Jan Lamme) gehauden, hebben de weesen gecost van scholgelt, taeffelcosten, kleeden en(de) reeden, de somme van vijfenveertigh ponden acht schellyn(gen) thien gr(ooten), sonder er inne te begrijpen de taeffelcosten van(den) tijdt de selve met den rendant hebben gewoont
Janneken is op de leeftijd van 19 jaar binnengetreden in het Groot Begijnhof van Sinte Elisabeth te Gent en woonde in het Convent Ten Hove. Dit blijkt uit een rekening, eveneens van 21 juli 1736, voorgelegd aan de vernoemde wethouders door Jacques en Carel Martens, paternele ooms en voogden van de wezen, waarin staat dat Joanna hedent eenigen tijdt haer heeft begeven in het groot begijnhof binnen Gent ende aldaer aengenomen den regel van S(in)te Elisabeth, tot soo verre dat sij hedent eenigen tijdt is gekleet en(de) gestedt, tot becostynge van alle twelcke de rendanten aen haer hebben gadvanceert tot 54 ponden 19 schellyngen 8 grooten(71).
Ook haar grootvader Jan Lamme had aan Janneken, bij haar intrede in het begijnhof, een som van 19 ponden voorgeschoten. Het begijntje bezat nochtans (of was gerechtigd in) verschillende eigendommen, gelegen te Hansbeke, Lotenhulle, Nevele en Bellem, die ze geërfd had.
Na haar intrede in het begijnhof en vooralsnog als minderjarige wees, richtte ze zich, met instemming van haar voogden, in een verzoekschrift tot de wethouders van Ursel waarin zij vroeg, samen met Juffrouw Catherine Biebuyck van het voornoemde convent, haar goederen te mogen beheren. De wethouders van Ursel hebben aan dit verzoek gevolg gegeven en hun toestemming laten neerschrijven in een acta emancipatie van Joanne Martens filia Juducus, begintien in thof van Sinte Elisabeth te Gent, gedateerd 21 juli 1736(72).
Verzoekschrift
Aen mijnheren Bailliu, Burghemeestere ende Schepenen vande prochie ende ambachte van Ursel appendantsche vanden lande vanden vrije, supplierende verthoont reverentelick joanna martens filia judocus et petronelle lamme, aut ontrent de 20 jaeren, begintien in het hof van Sinte Elisabeth tot Gent in het convent ten hove, dat sij door haeren auderdom ende capaciteyt haer teenemael bequaem is vindende, omme beneffens de jouffrauw van het convent tot derigeren en(de) administreren haere goederen ende revenuen, gecomen bij devolvatie van haer moeder ende vader, mitsgaeders grootvader Jan Martens, dogh alsoo hetselve door haere voorseyde minoriteyt niet wel ende can nochte en vermagh te gebeuren sonder prealabel consent van haere respective vooghden ende uedele heeren oppervooghden, heeft sij geradigh gevonden haer te keeren tot uedele voornoemde heeren, de selve oodtmoedelick biddende believen gedient te wesen, considerende de redenen voorschreven, de suppliante te stellen buyten vooghdije ende te maecken haer selfs, omme benevens de voornoemde jouffrauwe van het convent hare goederen te dirigeren ende administreren, soo sij daer van deught ende eere wilt behaelen, ende tot teecken dat haere vooghden ende naeste bestaende vrienden daer inne consenteren hebben sij dese beneffens de suppliante onderteeckent, met versouck van danof acte in forma, twelcke doende, ende waeren onderteeckent joanna martens, jan lamme, guilliame martens, jacobus martens, franciscus martens ende carel martens.
Joanna Martens verbleef nog in het Groot Begijnhof te Gent op 23 juli 1739, als door Jan Lamme opnieuw een rekening, betreffende geïnde landpachten en intresten in het voordeel van de wezen, werd voorgelegd aan de voogden en oppervoogden. Haar familiale gebondenheid en gehechtheid aan de grond van haar voorouders heeft haar er wellicht toe gebracht omstreeks 1740 voor de helft tussen te komen in de onkosten van de nieuwe bouwwerken die haar broer Jan op de hofstede De Meren te Hansbeke liet uitvoeren, waarvan zij hem daarna omstreeks 1760 haar gemene helft in alle de edifitien ende catheylen voor dertig ponden grooten heeft verkocht. Bovendien heeft zij aan haar broer Jan haere generaele vaderlijcke goederen ende gronden van erven met alle de edifitien ende catheylen daer op staende ende medegaende, gestaen ende gelegen soo binnen de prochie van Hansbeke als binnen de gonne van Lootenhulle Nevel ende Bellem verkocht voor de som van 85 ponden 12 schellingen bij uytgroetynge van 28 juli 1767.
Testament
Op latere leeftijd verbleef joffrouwe Joanne Martens in het begijnhof te Aalst, waar ze op 1 september 1777, 61 jaar oud, haar laatste wil neerschreef. De letterlijke tekst van dit merkwaardig testament, aangevuld met punctuaties, hoofdletters en voorzien van nieuwe alineas om de leesbaarheid te verhogen, luidt:
Ick onderschrevene, Joanne Martens, geestelijcke dochter, woonende ten huyse van S(ieu)r Gasp(ar)t Vander Moesen binnen deze stadt Aelst, declarere door dese:
dat het is mijnen uyttersten wille begraven te worden in de parochiale kercke deser stadt, in eene kiste van hard hout, voor den noen met eenen lijckdienst van eene solemnele misse in t musicque, met voorgaende vigilie,
dat mijn lijk sal vergeselschapt worden door twee van elk der biddende Orders met t Silvere Cruys, ende de beste vaenen van den H. Roosencrans, die van H. Cruys en van de Geloovige Zielen.
datter tot laeffenisse mijnder ziele sullen gecelebreert worden, corts naer mijne begraefenisse, 700 (asjeblief) missen door die priester, de welke mijnen executeur van desen mijnen uyttersten wille sal gelieven aen te stellen,
item sullen gegeven worden twaelf keirssen, ider van een pondt wit was, waer van ses sullen dienen op den autaer ende ses aen de lijkbaere,
item 12 p(onden) wit wasch, in keirssen, voor den autaer van den H. Roosenkrans, aen welken autaer sal gegeven worden mijnen gauden rinck,
voorders is mijnen wille dat er, naer mijn overleyden, sal aen arme menschen uytgedeylt worden, vier sacken terwe verandert in brood,
ook datter sal gegeven worden aen mijnen biechtvader, die mij in mijne laeste siekte sal bijstaen, eene doble goude souveniine,
item aen de dienstmaegt van S(ieu)r Vander Moesen, die mij mijne laeste siekte sal eenigen dienst bewijsen, 24 guldens
eens ende aen executeur van desen mijnen uyttersten wille, volgens redens voor sijnen salaris,
tot welke fonctie ik stelle M(eest)r Emmanuel J. Stevens, hem authoriserende om het voors(ey)t uyt te wercken.
Actum in Aelst desen Ien septembre 1777.
Dit testament was eigenhandig ondertekend door het begijntje Joanne Martens, alsmede door de testamentaire getuigen Mattias Van Zeebroeck en Emmanuel J. Stevens. Gaspar Van Der Moesen(°1708) bij wie Joanna inwoonde, was sans alliance en Emmanuel Stevens was de zoon van zijn zuster Catherine Van Der Moesen. De genealogie van deze families werd gepubliceerd in Filiations de familles de la Flandre(Gent,1875) door A. De Vlaminck.
Joanna Martens stierf zes en een half jaar later te Aalst op 11 januari 1784, 67 jaar oud, en werd er s anderdaags begraven(73):
Anno 1784 Januarii 12, sepulta est Joanna Mertens f. Judoci(devota) obiit 11 huj. hora 1 noctis. D. Vandevoorde dec. Pastor.
Haar eigendommen worden beschreven in de Staet ende Inventaris in baeten ende commeren bleven ende bevonden ten sterfhuyse gedateerd 3 september 1784, en werden verdeeld tussen haar broer Jan wonende op de hofstede De Meren te Hansbeke en de kinderen van haar overleden halfbroer Francies die achtereenvolgens gewoond had te Beernem, Ruddervoorde en Varsenare. De laatste wilsbeschikkingen van het begijntje werden uitgevoerd hetgeen blijkt uit een paragraaf van de vernoemde Staet ende Inventaris
:
ende beroerende s overledens kleederen ende lijnwaeden, mitsgaeders meubelen ende effecten, alle de selve sijn op den 9en Maerte lestleden bij venditie vercocht geworden, met het import van welke ende met soverledens comptante pennyngen betaelt sijn geworden de doodt ende andere schulden haeren sterfh(uys)e regarderende, mitsgaeders de testamentaire lasten
. Volgens de rekenynghe ende respective acquiten die werden voorgelegd bleef er na deze openbare verkoping een geldoverschot van circa 12 ponden. Het batig saldo tussen de baten en lasten in het sterfhuis van begijntje Joanna Martens tenslotte bedroeg ruim 200 ponden grooten. Gelukzalig begijntje Martens.
Donatie van een zilveren ampullenschaal
In Het Land van Nevele, Jg 20, nr 3, pp 236-246 publiceerde Albert Martens een artikel waaruit blijkt dat begijntje Joanna Martens in 1745, samen met haar tante Joanna Lamme, een massief zilveren ampullenschaal en ampullen schonk aan de kerk van Hansbeke. Deze schenking wordt beschreven in het Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen van C. Vandenbussche en R. Renard(1975). De ampullen zijn twee practisch identieke schenkkannetjes voor water en wijn bij de mis, 16 cm hoog. Zij hebben een spitse voet, een korte stam en een conische buik met oor, brede tuit en kegelvormig klapdeksel. Op het deksel staat een ring met de letter V(ino) voor het ene, met de letter A(qua) voor het andere kannetje. De ampullen zijn met allerlei symmetrische figuren versierd. De ovaalvormige ampullenschaal, 37 op 27 cm, heeft een brede gegraveerde kraag met gedreven rand, verfraaid met vier grote en vier kleine axiaal-geplaatste schelpmotieven.
Dit kerkelijk cultusobject van enige artistieke en oudheidkundige waarde behoort tot de bijzonderste kunstschatten van de parochiale kerk van Hansbeke. Het wordt in de eucharistieviering slechts uitzonderlijk bij plechtigheden gebruikt. Het edelsmeedwerk werd in 1744-1745 vervaardigd door de goud- en zilversmid Michiel De Grave van Gent, toegetreden tot de Gentse gilde der goud- en zilversmeden op 1 juli 1738 (dezelfde edelsmid vervaardigde ook cultusobjecten voor de parochiale kerken van Waarschoot, Bassevelde, Baarle-Drongen, Sleidinge en Oost-Eeklo).
Op de onderzijde van de schaal komen, benevens een proefsteek, de volgende merken voor: het meestermerk van Michiel de Grave bestaande uit de gekroonde initialen DG, een gekroonde G als merk van de stad Gent en de letter A als dekanale stempel ter goedkeuring van de zilverlegering. Op de kannetjes zijn geen merken aangebracht.
Dat de ampullen met bijhorende schaal aan de parochiale kerk van Hansbeke geschonken werden blijkt uit de latijnse inscriptie in kapitaalletters op de onderzijde van de schaalboord:
DONO DEDERUNT JOANNA LAMME ET JOANNA MARTENS.
Dit inschrift verleent aan het kunstwerk, boven zijn ambachtelijke en artistieke waarde, een sociaal-historische betekenis. Het deelt iets mede van de levende menselijke achtergrond waarin de voorwerpen tot stand kwamen en geschonken werden. De donatrices van dit kerkelijk cultusobject- tante en nicht- waren getogen Hansbekenaren.
Joanna Lamme(°1703 +1745), dochter van Jan en Petronilla Van Vynckt en jongere zus van de met Judocus Martens getrouwde Petronella Lamme, was pas twintig jaar oud toen zij te Landegem op 7 september 1723 trouwde met Joos Van Vynckt. Haar man overleed 10 weken later, op 11 december 1723. Het echtpaar woonde op een hofstede te Landegem binnen de jurisdictie vande Lande ende Baronie van Nevel(74), maar Joos Van Vynckt was ook nog eigenaar van twee andere hofsteden. Joanna ging echter opnieuw inwonen bij haar ouders te Hansbeke, waar zij op 26 mei 1724 een postume zoon Judocus Franciscus baarde. Zoon Judocus Van Vynckt stierf op 1 oktober 1728, 4 jaar oud. Joanna hertrouwde op 25 januari 1729 met Jozef Loontiens, waarmee zij 3 kinderen kreeg waarvan slechts een dochter volwassen werd. Deze dochter Joanna Loontiens was 14 jaar toen haar moeder stierf op 42-jarige leeftijd te Hansbeke op 6 januari 1745. Bij testament(75) schonk zij volghens haere vuyterste begheirte een geldsom van vijftigh guldens aan de kerk van Hansbeke tot (het) maecken (van) eene silvere schincktailliore. De zilveren ampulleschaal werd blijkbaar nog hetzelfde jaar door de zilversmid Michiel de Grave vervaardigd.
Op 15 januari 1745, amper een week na het overlijden van Joanna Lamme, verving de 13-jarige Joanna Loontiens, dochter van de pas overleden Joanna Lamme, als meetje-lap de echte meter begijntje Joanna Martens bij het doopsel van Joanna Catherina Martens, eerste kindje van haar broer Jan Martens en Maria Catherine De Brauwer. Het was in die dagen van droefheid voor het heengaan van haar geliefde tante en van blijdschap om de geboorte van haar nichtje, dat het begijntje Joanna Martens de aanvullende geldsom gaf voor de zilveren misampullen die, gelijkertijd door Michiel de Grave vervaardigd, geschonken door haar tante, een harmonisch stel vormden.
Laatste begijntje
Onder de titel Laatste begijntje Klein Begijnhof gestorven verscheen in De Standaard van 13 januari 2005 een kort artikel waarbij het overlijden gemeld werd van de 91-jarige Hermina Hoogewijs die in 1934 verhuisde van Kalken naar het Klein Begijnhof. Door haar overlijden kwam een einde aan bijna 8OO jaar verblijf van begijnen in het begijnhof aan de Lange Violettestraat. In hetzelfde artikel wordt gesteld dat in januari 2003 grootjuffrouw Josepha Goethals van het Groot Begijnhof van Sint-Amandsberg overleed. De vestiging in Sint-Amandsberg ontstond pas in 1874, dus 100 jaar na het overlijden van begijntje Joanna Martens, nadat de bewoners van het Sint-Elisabethbegijnhof verdreven werden van hun oorspronkelijke stek op het einde van de Burgstraat te Gent.
4.6.2 Francies Martens(1723-1783) zv Judocus
Francies Martens, zoon van Judocus en Maria Ledeganck, halfbroer van het begijntje Joannes en van hoofdstamvader Joannes Martens, werd te Hansbeke geboren op 11 augustus 1723.
Nog voor hij ten volle twintig jaar oud was huwde hij de 8 jaar oudere Isabella Versluys, geboren te Beernem op 29 maart 1715 als dochter van Joannes en Christina Van Poucke. Isabelle was weduwe van Jan Beuselynck fs Jacques met wie zij een 5-jarige dochter Anne Marie(°1738) en een 4-jarig zoontje Joannes(°1739) had. De ondertrouw van Francies en Isabella had plaats te Beernem op donderdag 18 juli 1743, de trouw eveneens te Beernem op woensdag 24 juli daaropvolgend;
Uit dit huwelijk zijn twee dochters geboren: Joanna te Beernem op 20 september 1744 en Victoria Cornelia te Ruddervoorde, waar haar ouders zich gevestigd hadden, op 21 februari 1751. Deze stamlijn gaat met de twee dochters van Joanna(Rosa en Anne Marie) verder onder de naam Visioen. Victoria Martens is slechts 16 wanneer zij sterft te Varsenare. Haar moeder Isabella was kort na de geboorte van Victoria gestorven te Ruddervoorde, slechts 37 jaar oud.
Personen in parenteel van Francies MARTENS
I.1 M MARTENS, Francies 11-08-1723 Hansbeke 18-08-1783 Varsenare
I.2 V VERSLUYS, Isabella Clara29-03-1715 Beernem 30-12-1752 Ruddervoor
II.2 V MARTENS, Joanna 20-09-1744 Beernem
II.1 M VISIOEN, Benedictus
III.1 V VISIOEN, Rosa
III.2 V VISIOEN, Anne Marie
II.3 V MARTENS, Victoria C. 21-02-1751 Ruddervoorde 15-03-1766 Varsenare
I.3 V STEELAN(d)T, Anna Maria08-11-1730 St Andries 12-11-1797 Jabbeke
II.5 V MARTENS, Isabella Cl. 02-07-1754 Ruddervoorde 28-05-1823 Jabbeke
II.4 M MESTDAGH, Joannes 20-04-1750 Snellegem 14-03-1808 Snellegem
III.3 V MESTDAGH, Joanna Ther22-12-1776 Jabbeke
III.4 M MESTDAGH, Hieronymus 05-03-1779 Jabbeke 05-05-1780 Jabbeke
III.5 M MESTDAGH, Joannes B. 17-03-1782 Jabbeke 23-04-1782 Jabbeke
III.6 MESTDAGH, xxx 09-06-1784 Jabbeke 09-06-1784 Jabbeke
III.7 M MESTDAGH, Pieter Jac.03-09-1785 Jabbeke
III.8 V MESTDAGH, Monica 23-12-1787 Jabbeke 13-01-1790 Jabbeke
III.9 M MESTDAGH, Philippus 20-10-1789 Jabbeke 05-03-1809 Jabbeke
III.10 V MESTDAGH, Regina Charles 1795 Jabbeke 20-10-1815 Jabbeke
II.6 M MARTENS, Petrus Franc.07-02-1757 Varsenare 09-07-1773 Varsenare
II.7 V MARTENS, Rosa 05-05-1759 Varsenare 03-12-1759 Varsenare
II.8 M MARTENS, Joannes Franc02-11-1760 Varsenare 28-11-1760 Varsenare
II.10 V MARTENS, Anna Maria 03-06-1762 Varsenare 17-04-1814 Jabbeke
II.9 M De ROO, Ignatius 01-12-1759 Jabbeke 25-05-1831 Jabbeke
III.11 V De ROO, Anna Maria 25-01-1789 Jabbeke
III.12 V De ROO, Isabella 03-05-1791 Jabbeke
III.13 V De ROO, Sophia Ther.07-10-1798 Jabbeke
III.14 M De ROO, Franciscus 1801
III.15 V De ROO, Colette 26-01-1809 Jabbeke 24-10-1835 Jabbeke
II.11 M MARTENS, F.J. 01-02-1765 Varsenare 15-02-1765 Varsenare
II.13 V MARTENS, Joanna Ther.27-02-1766 Varsenare 25-01-1828 Jabbeke
II.12 M KERKAERT, Emmanuel 27-05-1765 Jabbeke 12-06-1836 Jabbeke
III.16 V KERCKAERT, Maria Th.15-02-1787 Jabbeke 07-03-1842 Jabbeke
III.17 V KERCKAERT, Regina 20-03-1789 Jabbeke 13-09-1790 Jabbeke
III.18 V KERCKAERT, Barbara 06-03-1791 Jabbeke
III.19 M KERCKAERT, Casimarus16-09-1797 Jabbeke
III.20 V KERCKAERT, Monica 24-12-1799 Jabbeke
III.21 V KERCKAERT, Anna 11-01-1802 Jabbeke
III.22 M KERCKAERT, Emmanuel 28-11-1803 Jabbeke
III.23 M KERCKAERT, Jacques 28-03-1807 Jabbeke
II.14 M MARTENS, Joannes 13-02-1769 Varsenare 10-09-1807 Oudenburg
II.15 M MARTENS, Josef Ludov.19-03-1772 Varsenare 08-04-1773 Varsenare
II.16 M MARTENS, Petrus Jacob04-05-1774 Varsenare
Francies Martens was slechts 29 jaar oud toen hij als weduwnaar achterbleef. Op 4 maart 1753, slechts 2 maanden na het overlijden van zijn eerste echtgenote, hertrouwt hij te St Andries-Brugge met de 22-jarige Anna Steelan(d)t, dochter van Bertinus en Rosa Spints. Uit dit tweede huwelijk werden 10 kinderen geboren: 6 jongens en 4 meisjes. De helft van hun kinderen overlijdt vroegtijdig. Drie van de dochters krijgen afstammelingen.
Dochter Isabella Martens, wellicht genoemd naar de eerste vrouw van Francies, huwde te Varsenare op dinsdag 16 mei 1775 met Joannes Mestdagh, zoon van Joannes en Joanna Jarkens. Uit dit huwelijk zijn minstens 9 kinderen geboren te Jabbeke, waarvan minstens 6 stierven voor de volwassen leeftijd.
Dochter Anna Martens huwde te Jabbeke op donderdag 26 januari 1786 met Ignatius De Roo, kleermaker, zoon van Adrianus en Maria Nasschaerts. Uit dit huwelijk werden te Jabbeke minstens 6 kinderen geboren, waarvan zeker één vroegtijdig stierf.
Joanna Martens huwde op dezelfde dag als haar zus Anna te Jabbeke op donderdag 26 januari 1786 met Emmanuel Kerkaert, schoenmaker en later veldwachter te Jabbeke, zoon van Petrus en Jacoba Wittinck. Uit dit huwelijk werden minstens 8 kinderen geboren te Jabbeke, waarvan zeker één vroegtijdig overleed.
Men stelt vast dat 3 van de 6 zonen van Francies zeer vroeg, na enkele dagen of maanden, overleden. Petrus Franciscus was slechts 16 toen hij stierf. Joannes stierf te Oudenburg op 38-jarige leeftijd, maar ongehuwd. De zesde en jongste zoon Petrus Jacobus was slechts 10 jaar toen zijn vader Francies overleed. Hij was maar liefst 30 jaar jonger dan zijn oudste halfzus Joanna. Het is niet bekend of hij nakomelingen kreeg. Mogelijk is de naam Martens van de stam Martens-Steelandt uitgestorven.
Op 18 augustus 1783 overlijdt Francies Martens te Varsenare op 60-jarige leeftijd. Zijn 53-jarige weduwe Anna Maria Steelandt hertrouwde te Varsenare op dinsdag 27 januari 1784 met Petrus De Fraeye. Petrus was gedoopt te Schoore en woonachtig te Oudenburg. De huwelijksakte vermeldt dat Petrus ongeveer 24 jaar oud was. Dit was wel een bijzonder jonge man voor Anna, of is hier een fout in de akte geslopen? Over dit huwelijk is verder niets meer achterhaald, ook niet of de twee nog ongehuwde zonen bij hun zeer jonge stiefvader zijn gebleven. Anna Maria Steelandt overleed op 12 november 1797 te Jabbeke in de woning van haar dochter Joanna Martens op de leeftijd van 67 jaar.
De samenhang in de familie van Francies Martens was derhalve bijzonder complex: zijn eerste echtgenote Isabella Versluys had uit haar eerste huwelijk twee kinderen met de naam Beuselynck. Er werden vervolgens twee dochters Martens-Versluys geboren. Nadien volgden 10 kinderen uit het huwelijk Martens-Van Steelandt. Tenslotte kwam er na het overlijden van Francies nog een huwelijk De Fraeye-Van Steelandt. Francies zelf was trouwens opgegroeid in een komplexe familie: hij was geboren uit de familie Martens-Ledeganck, met nog een broer Jacobus, maar hij had een halfbroer en een halfzus-begijntje uit het eerste huwelijk van zijn vader Judocus met Petronilla Lamme. Na het overlijden van zijn vader Judocus kreeg hij nog 6 halfzussen en 4 halfbroers uit het tweede huwelijk van zijn moeder Maria Ledeganck met Petrus Van Vynckt.
4.6.3 Generatie VIII uit parenteel van Stoffel
Generatiegenoten van Joannes
Bij de generatiegenoten van Joannes Martens en Maria Francisca De Brauwer zijn 23 personen gekend in de afstamming van de Hansbeekse tak van baljuw Jan Martens : 21 achterkleinkinderen en hun echtgenoten uit het huwelijk van Joos Sutterman en Sara Martens en één achterkleindochter van Frans Vande Putte en Susanne Martens. In de afstamming van de Bellemse tak van Pieter Martens zijn 28 personen opgenomen, alle achterkleinkinderen van burgemeester Guilliame Martens en Joanna Steyaert.
VIII.1 M SUTTERMAN, Jan Baptiste 15-03-1712 Hansbeke 25-09-1772 Hansbeke
VIII.2 V MAENHOUT, Maria 17-01-1708 Hansbeke 15-05-1778 Hansbeke
VIII.3 V SUTTERMAN, Petronilla 1714 Hansbeke 15-02-1786 Gent
VIII.4 V SUTTERMAN, Maria Anna 30-09-1715 Hansbeke
VIII.5 M SUTTERMAN, Pieter Frans 22-04-1718 Hansbeke 24-07-1721 Hansbeke
VIII.6 M SUTTERMAN, Boudewijn
VIII.7 V De PAUW, Joanna 14-03-1728 Bellem 08-09-1794 Hansbeke
VIII.8 V SUTTERMAN, Joanna 16-11-1721 Hansbeke 17-11-1721 Hansbeke
VIII.9 M LOONTIENS, Jozef
VIII.10 V SUTTERMAN, Barbarina 1723
VIII.11 M Van RUYMBEKE, Ignace
VIII.12 M SUTTERMAN, Joos 01-04-1725 Hansbeke 26-04-1794Oostrozeb.
VIII.13 M De SCHUYTER, Pieter 11-05-1730 Hansbeke
VIII.14 V SUTTERMAN, Livina 15-12-1730 Hansbeke
VIII.15 V SUTTERMAN, Marie Rosa 17-03-1733 Hansbeke
VIII.16 M SUTTERMAN, Bernard 11-05-1734 Hansbeke 11-12-1735 Hansbeke
VIII.17 M SUTTERMAN, Bernard Frans18-07-1736 Hansbeke 05-09-1772 Hansbeke
VIII.18 M SUTTERMAN, Joos Andreas 17-10-1737 Hansbeke 30-06-1818 Hansbeke
VIII.19 M SUTTERMAN, Domien Frans 22-06-1739 Hansbeke 25-09-1739 Hansbeke
VIII.20 M BRAET, Jan Baptiste
VIII.21 V SUTTERMAN, Joanna P. 10-06-1748 Hansbeke
VIII.22 M De VLIEGHER, Jan 1690 07-02-1754 Hansbeke
VIII.23 V Van VOOREN, Joanna 04-04-1695 Hansbeke 02-04-1756 Hansbeke
VIII.24 M De RYCKE, Petrus Judocus10-03-1725 Nevele 15-01-1785 Nevele
VIII.25 V MARTENS, Anna Maria Agnes04-03-1725 Canegem 01-03-1774 Nevele
VIII.26 M D'HUYVETTER, Petrus 1725 02-11-1792 Hansbeke
VIII.27 V MARTENS, Brigitta Jacoba 21-06-1728 Canegem 21-02-1784 Hansbeke
VIII.28 V MARTENS, Joanna 31-08-1716 Nevele 11-01-1784 Aalst
VIII.29 M MARTENS, Joannes(hoofdst)25-03-1719 Hansbeke 23-01-1801 Hansbeke
VIII.30 V De BRAUWER, Maria F. 22-04-1724 Hansbeke 19-06-1806 Hansbeke
VIII.31 M MARTENS, Francies 11-08-1723 Hansbeke 18-08-1783 Varsenare VIII.32 V VERSLUYS, Isabella Clara 29-03-1715 Beernem 30-12-1752 Rudderv.
VIII.33 V STEELAN(d)T, Anna Maria 08-11-1730 St Andries12-11-1797 Jabbeke
VIII.34 M MARTENS, Jacobus 01-03-1725 Hansbeke25-10-1725 Hansbeke
VIII.35 M MARTENS, Benedictus 28-09-1743 Ursel 09-02-1812 Ursel
VIII.36 V D'HONDT, Suzanna Carolina Ursel 10-04-1796 Ursel
VIII.37 M MARTENS, Carel-Frans 25-11-1731 Bellem 21-12-1790 Gent Aug.
VIII.38 M MARTENS, Ignatius 1733 Bellem
VIII.39 V WILLEMS, Suzanna
VIII.40 V DIERICKX, Maria Catharina
VIII.41 M MARTENS, Jacobus 1736 Bellem
VIII.42 M BEYENS, Pieter
VIII.43 V MARTENS, Joanna-Maria 1739 Bellem
VIII.44 M Van HECKE, Marten
VIII.45 V MARTENS, Joanna 1736 1794
VIII.46 M MARTENS, Jan Carel 1744 1826
VIII.47 V De VOS, Joanna
VIII.48 M Van VYNCKT, Pieter F.
VIII.49 V MARTENS, Maria Catharina 1747 1747
VIII.50 M Van PAEMEL, Jan Frans
VIII.51 V MARTENS, Jacoba 1749 1843
Binnen de generatie van Joannes Martens en Maria Francisca De Brauwer treedt in de afstamming van Jacob Martens vooral de familienaam Sutterman op de voorgrond met 14 personen, alle geboren te Hansbeke. In de lijst van 51 personen van de zelfde generatie komt de naam Martens ook 14 maal voor, verdeeld over Bellem, Hansbeke en Ursel.
Andere familienamen die samengaan met afstammelingen Martens zijn hier Maenhout, De Pauw, Van Vooren, Versluys, Steelandt,DHondt, Willems en De Vos. In de mannelijke lijn zijn er Van Paemel, Van Vynckt, Van Hecke, Beyens, DHuyvetter, Loontiens, De Rycke, De Vliegher, Braet, De Schuyter en Van Ruymbeke.
Hansbeke is de dominante gemeente, maar uit de plaats van overlijden kon toch een zekere ruimtelijke spreiding vastgesteld worden: naast de buurgemeenten Nevele en Bellem zijn daar ook Gent, Oostrozebeke, Aalst, Varsenare, Jabbeke, Ruddervoorde en Ursel. Het zijn vooral de afstammelingen van de Bellemse tak die verhuisd zijn naar andere gemeenten, of die teruggekeerd zijn naar Hansbeke. Uit deze lijst zijn slechts 2 personen met de naam Martens geboren en overleden te Hansbeke: Joannes Martens in de hoofdstamlijn, zoon van Judocus en Petronilla Lamme, en Jacobus Martens, zoon van Judocus en Maria Ledeganck, die overleed toen hij 7 maand oud was.
|