Inhoud blog
  • ALFABETISCHE PERSONENLIJST (hoofdstukken 5 tot 8)
  • ALGEMENE OPMERKING
  • 8.4. Bijlagen
  • 8.3. Enkele activiteiten bij voorouders, afstammelingen en aanverwanten
  • 8.2 Afstammelingen van Stoffel Martens
    Inhoud blog
  • ALFABETISCHE PERSONENLIJST (hoofdstukken 5 tot 8)
  • ALGEMENE OPMERKING
  • 8.4. Bijlagen
  • 8.3. Enkele activiteiten bij voorouders, afstammelingen en aanverwanten
  • 8.2 Afstammelingen van Stoffel Martens
    Zoeken in blog

    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Vijf eeuwen familie Martens

    31-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HOOFDSTUK 5 NEGENTIENDE EEUW 5.1. Historisch kader

    Hoofdstuk 5 Negentiende eeuw

    Van heerlijkheid naar gemeente Hansbeke

    5.1 Historisch kader

    5.1.1 Algemeen kader

    Na de Franse revolutie in 1793 werden de Zuidelijke Nederlanden in 1794 ingelijfd bij Frankrijk en de verfransing van het onderwijs en het openbaar ambt volgde tijdens de periode van de Franse Overheersing (1794-1814). Bij het begin van de XIXe eeuw leert Vlaanderen ook het Franse leger en het leger van Napoleon(1801-1814) kennen. Hansbeke viel onder het Franse departement Escaut, met Gent als hoofdplaats. Na het Ancien Régime werden de administratie en de rechtbanken hervormd en verfranst, de heerlijkheden verdwenen en de gemeenten kwamen in de plaats.

    Na de slag bij Waterloo en de aftocht van de Franse troepen bracht het Verdrag van Wenen de Zuidelijke Nederlanden onder Willem I in het Verenigd Koninkrijk. Tijdens het Hollands Bewind(1815-1830) maakte men niet enkel kennis met troepen uit het Noorden, maar er kwam ook meer ruimte voor de Nederlandse taal. De Universiteit Gent werd opgericht en op 9 october 1817 geopend door Willem, prins van Oranje-Nassau, de latere Willem II.

    De Belgische onafhankelijkheid degradeerde Gent tot een provinciale hoofdplaats. Bij wet van 27 september 1835 kreeg de Gentse universiteit een nieuwe start, eerst met het latijn en spoedig nadien met het frans als voertaal.

    De economische crisis van omstreeks 1846 bracht armoede,landvlucht en hongersnood. Door gebrek aan competitiviteit van de huisnijverheid, die voor veel landbouwers en plattelandsbewoners een bijkomend inkomen verschafte, nam de plattelandsbevolking af. Tussen 1846 en 1856 daalde de bevolking van de Vlaamse provinciën met 3%.

    In de omgeving van Hansbeke werd het Schipdonkkanaal gebouwd (1843) en de spoorwegverbinding Brussel-Gent-Brugge-Oostende, met een station te Hansbeke, zal na 1840 het dorpsleven beinvloeden.

    De zogenaamde Belle Epoque(1886-1900), waarmee de XIXe eeuw afsloot, was in werkelijkheid voor de landbouw een periode van grote crisis, vooral in de graansector. De exodus naar Amerika kwam op gang. De landbouw schakelde noodzakelijkerwijze over naar de veehouderij. Deze crisis werd ook een vertrekpunt voor allerlei cooperatieve en syndicale initiatieven en vormde de prikkel tot de oprichting van een Ministerie van Landbouw in 1899.

    Het algemeen meervoudig stemrecht voor mannen kwam er uiteindelijk in 1893, na een lange strijd.

    5.1.2 Taal en kultuur

    In 1838 publiceerde Hendrik Conscience(1812-1883) ‘ De Leeuw van Vlaanderen’. Dat Emiel Martens(°1871) zichzelf soms ‘De Leeuw van Vlaanderen’ noemde heeft wellicht te maken met de blijvende weerklank van dit boek van Conscience.

    Op kultureel vlak kwam tijdens de tweede helft van de XIXe eeuw heel wat in beweging in Vlaanderen: stichting van het Willemsfonds te Gent(1851), gevolgd door het Davidsfonds(1875).De eerste taalwetten in Vlaanderen dateren van 1873-1898. In de ‘Vlaamse’ literatuur was er Guido Gezelle(1830-1899) en ook Cyriel Buysse(1859-1932), met zijn Nevelse tantes Loveling. Op wetenschappelijk vlak zijn ondermeer de namen van Adolphe Quetelet(1796-1874) en Henri Pirenne(1862-1935) bijgebleven.

    Op sociaal en politiek vlak verdienen Edward Anseele(1856-1938) en Priester Adolf Daens(1839-1907) speciale vermelding. Bij de politieke macht in het jonge Belgie kan niet voorbijgegaan worden aan de Luikse liberale politicus Charles Rogier(1800-1885) die reeds deel uitmaakte van het Voorlopig Bewind en tweemaal premier werd(1847-1852 en 1857-1867). Hij ondertekende ook de (franstalige) benoemingsbrief van Petrus Martens tot schepen te Hansbeke.

    Naar het einde van de XIXe eeuw komt ook een mondiale dimensie. Door de persoonlijke ambities van Leopold II in Afrika verwierf België in 1908 een kolonie. Jozef De Ceuster,alias pater Damiaan(1840-1889), plaatste Hawaï en Molokaï op de wereldkaart door zijn strijd tegen lepra en Adrien de Gerlache (1866-1934) deed ons Antartica ontdekken. Op wetenschappelijk vlak kan de evolutietheorie van Charles Darwin (1809-1882) niet onvermeld blijven.

    5.1.3 Van heerlijkheid naar gemeente Hansbeke

    Onder het Ancien Régime strekte de Heerlijkheid van Hansbeke zich uit over meerdere parochies. De heerlijkheden werden afgeschaft na de aanhechting bij Frankrijk op 1 october 1795. De wet van 17 februari 1800 erkende de gemeente als lokale bestuursvorm en dit bleef zo tijdens het Hollands Bewind(1814-1830).

    Tijdens de periode 1806-1813 hebben veel Hansbeekse mannen gediend in het leger van Napoleon. Op basis van de overlijdensregisters komt Robert Leenknecht tot het besluit dat 20 jonge inwoners sneuvelden op slagvelden of in militaire hospitalen in Frankrijk, Spanje, Griekenland, Oostenrijk, Luxemburg, Duitsland en Brussel. Voor zover de leeftijd gekend is, betreft het jonge mannen tussen 19 en 22 jaar oud. Er komen geen leden van de stam Martens voor op deze lijst.

    Pas in het onafhankelijk Belgie hadden gemeenteraadsverkiezingen plaats.Het decreet van 8 october 1830, onmiddellijk na het uitroepen van de Belgische onafhankelijkheid op 4 october 1830, bepaalde de modaliteiten van de eerste gemeenteraadsverkiezingen. Alleen Belgische mannen die aan de staat jaarlijks minstens 21,16 BEF aan directe belastingen (cijns) betaalden, hadden kiesrecht maar geen kiesplicht. Elke kiesgerechtigde beschikte over één stem. De verkiezing vond plaats voor een stembureau dat vooraf door de notabelen van de gemeente gekozen en geproclameerd werd. De stemming was geheim en gebeurde met dichtgevouwen stembiljetten waarop de kiezer de naam vermeld had van degenen aan wie hij zijn stem gaf. Er waren geen kieslijsten en men kon dus voor om het even wie stemmen die verkiesbaar was.

    Te Hansbeke hadden de eerste gemeenteraadsverkiezingen plaats op 16 december 1830 in de bovenzaal van de herberg tegenover de kerk, ter vervanging van de gemeenteraad uit de Hollandse tijd. Het betrof de verkiezing van burgemeester, 2 assessoren(schepenen) en 6 raadsleden. Bij de verkiezingen van 25 oktober 1832 brachten 71 kiezers een stem uit.

    Vanaf 1836 werden burgemeester en schepenen niet meer rechtstreeks verkozen door het kiezerskorps. De gemeentewet van 30 maart 1836 gaf stemrecht aan alle Belgische mannen die een bepaald bedrag aan belastingen betaalden, afhankelijk van de grootte van de gemeente. Bij de 9 verkozen raadsleden waren er te Hansbeke toen 5 landbouwers en verder een handelaar, een schoenmaker, een olieslager en een bakker.

    Een fragment uit een kadastrale kaart uitgegeven door Popp in 1846 toont de toestand langs de Pontstraat naar Nevele , die op dezelfde plaats te situeren is als de in vorig hoofdstuk weergegeven kaart van 1700. Het is opvallend dat de dorpskern nabij de kerk zich ontwikkeld heeft vermits nu naast de kerk een rij van aanéénsluitende en bij de straat aansluitende gebouwen aangeduid zijn.In 1846, na de grote hongersnood, liet de kasteelheer Jan-Baptiste van de Woestijne d’Hansbeke langs de oostzijde van de dorpsstraat een dagschool voor meisjes bouwen.In 1848 startte hij met de bouw van een rusthuis. Het jaar daarop liet hij aan het kasteelgoed tegenover het aloude wethuis de neo-classistische Philomenakapel bouwen.

    Omstreeks 1790 was de St Pieter en Paulus kerk verbouwd tot een driebeukige classicistische kerk. In 1872 werd deze kerk, die vijf traveeën telde, aan de westzijde met een zesde travee verlengd en omstreeks 1875 werd de stompe kerktorenkap door een spitse torennaald vervangen.

    In de jaren 1876-1877 bouwde het gemeentebestuur langs de westzijde van de dorpsstraat een nieuwe gemeenteschool met schoolhuis voor de hoofdonderwijzer. Wellicht kon Emiel Martens hier nog zijn lagere school afmaken, net zoals zijn zoon Marcel en zijn kleinzonen Carlos en Laurent Martens.

    In 1884, jaar waarin tijdens de grote kermis te Hansbeke een moord werd gepleegd, telde de gemeente 2.139 inwoners en 29 herbergen.

    Op een uittreksel van de kadastrale Popp-kaart, met de dorpskom van Hansbeke en met het tracé van de in 1840 aangelegde Chemin de Fer de Brueghe à Gand, zijn een aantal punten aangeduid die bij deze moord tijdens de nacht van dinsdag 14 op woensdag 15 october 1884 ter sprake komen. De kaart laat ook de toenmalige ontwikkeling van de dorpskern zien. Beide hofsteden van de familie Martens dicht bij de dorpskom, De Meren naar het zuiden, richting Nevele, en Goed ter Elst naar het oosten, richting Merendree, vallen net buiten dit uittreksel. Een deel van de gronden van Goed ter Elst, grenzend aan de Cluyse, staan wel op de kaart.

    Bij de raadsverkiezingen van 22 augustus 1848, nauwelijks twee jaar na de grote hongersnood, waren er op 2473 inwoners slechts 107 kiesgerechtigden waarvan er 91 kwamen opdagen. Bij de verkiezingen van 29 october 1857 werden 93 stemmen uitgebracht. Petrus werd verkozen met 92 op 93 stemmen en bleef schepen. In 1863 was het aantal opgekomen kiezers gestegen tot 104 en Petrus kreeg 103 stemmen. De wet van 12 augustus 1871 verlaagde de vereiste cijns om kiesgerechtigd te zijn tot 10 BEF, waardoor bij de verkiezingen van 1 juli 1872 174 Hansbekenaren, of 8,1% van de inwoners, kiesgerechtigd werden.

    Pas in 1877, door de wet Madou, werden vooraf gedrukte stembrieven ingevoerd. Door de gemeentewet van 24 augustus 1883 kwamen er te Hansbeke ongeveer 20 capaciteits- en bekwaamheidskiezers bij, maar toch werden er in 1884 slechts 113 geldige stemmen uitgebracht. Door de gemeentewet van 18 augustus 1889 werd de minimumleeftijd teruggebracht van 25 naar 21 jaar en werd de jaarlijkse cijns om kiesgerechtigd te zijn verlaagd tot 8 BEF. Dit resulteerde in 1890 in 121 geldige stembrieven.

    Het algemeen meervoudig stemrecht kwam te Hansbeke voor het eerst in voege bij de raadsverkiezingen van 17 november 1895. Dit resulteerde in 410 mannelijke kiesgerechtigden met samen 628 stemmen. Naast 269 kiezers met 1 stem waren er 90 met 2 stemmen, 25 met 3 stemmen en 26 met 4 stemmen. De twee lijsten kwamen echter vooraf overeen om samen maar 9 kandidaten voor te dragen, zodat bij de verkiezingen van 17 november 1895 alle kandidaten verkozen werden. Bij deze 9 zijn er zeker 3 verwant aan de stam Martens: Henri De Schuyter(grondeigenaar), Emiel Hanssens(grondeigenaar) en Pieter-Jan De Muynck(handelaar). Slechts 2 van de 9 raadsleden waren landbouwer. Ook op de verkiezingen van 15 october 1899 waren er slechts 9 kandidaten en konden de verkiezingen afgelast worden.

    5.1.4 Herbergen, landbouw, crisistijden en hongersnood

    Herbergen te Hansbeke

    Tijdens de XIXe eeuw heeft het sociaal leven, althans uitgedrukt onder de vorm van het aantal herbergen binnen de gemeente, hoogtij gevierd. Ondanks een verdubbeling van de bevolking, was het aantal herbergen tijdens het Ancien Régime ongewijzigd gehouden op 7. Bij de volkstelling van 1818, gedurende het Hollands Bewind, telde de gemeente 2559 inwoners(inclusief inwonende meiden en knechten) op een oppervlakte van 983 ha. Er werden 13 herbergen geteld, of 5 per 1000 inwoners. Bij de uitbaters waren toen geen leden van de stam Martens. Bij een telling in 1847 was het aantal herbergen bijna verdubbeld tot 25 of 10 per 1000 inwoners. In 1881 waren het er al 29 en in 1891 zelfs 35 of 17 per 1000 inwoners. In de toenmalige dorpskom was er nabij het station de herberg van Petrus-Joannes Martens, gehuwd met Leonie De Vreese, alsook drie andere herbergen van de familie De Vreese.

    Bij de eeuwwisseling, in 1901, werden zelfs 38 herbergen geteld, waaronder deze van Petrus-Joannes Martens, van Rosalie en Coralie De Vreese en van Eugeen-Napoleon De Grauwe in het Dorp, maar ook deze van Charles Martens en zijn echtgenote Maria-Coleta Van Hoecke in de wijk Hamme en van Edmond De Vreese en zijn echtgenote Julia Vande Wattijne op de wijk Zande, allen direct of indirect verwant met de familie Martens. De maximale bezetting aan herbergen zou bereikt worden in 1911, namelijk 44 of bijna 21 per 1000 inwoners.

    Algemene landbouwtelling 1846

    Naast de landbouw waren er te Hansbeke twee olieslagerijen, één bierbrouwerij en vijf windmolens. Er werd ook melding gemaakt van één stoomtuig en twee suikerijfabrieken.

    Bij de algemene landbouwtelling van 1846 telde Hansbeke maar liefst 524 landbouwbedrijven, waaronder één met meer dan 30 ha en twee met 20 tot 25 ha. De grondprijzen waren begrepen tussen 2.000 en 4.000 frank en de pachtprijzen tussen 40 en 80 frank per hectare. Er waren 161 loontrekkende mannen en 82 loontrekkende vrouwen tewerkgesteld op de landbouwbedrijven. Het dagloon was sinds 1830 ongewijzigd gebleven: naast de voeding 64 centiem voor mannen en 37 centiem voor vrouwen. De pachtprijs per hectare vertegenwoordigde dus zowat het loon van 100 werkdagen.

    In totaal werden er in 1846 89 paarden geteld en 772 runderen, waaronder 50 trekkoeien. Verder waren er 195 schapen, 441 varkens en 76 geiten.

    Het landbouwareaal vertoonde een zeer gevarieerd beeld. Naast 114,55 ha meerschen en 18,17 ha bosch, was de oppervlakte teelten verdeeld als volgt:

    54,62 ha tarwe

    251,32 ha rogge

    24,71 ha gerst

    58,55 ha haver

    2,09 ha bonen

    39,84 ha boekweit

    11,47 ha koolzaad

    49,83 ha vlas

    2,77 ha bieten (beetwortels)

    13,83 ha wortels

    82,58 ha aardappelen

    60,65 ha klaver

    De dominante plaats van rogge en aardappelen is opvallend. Boekweit en vlas bekleedden eveneens een belangrijke plaats.

    Crisisjaren 1830-1847 en hongerjaren 1845-1846 (bijlage 5.1)

    In 1818 behoorden de 2.559 inwoners tot 480 huishoudens die samen 375 woningen betrokken(1). Slechts 25 van de gezinshoofden,die samen 155 personen vertegenwoordigden, werden als behoeftig aanzien, zijnde 7% van de bevolking. Het betrof 14 dagloners, 7 wevers en 4 spinsters(2). Het Bureel voor Weldadigheid zorgde voor maandelijkse voedselbedelingen en ook voor bonnetjes voor voedsel en winkelwaren. De inkomsten van het armenbestuur bestonden uit renten en pachten, geldinzamelingen, gemeentelijke subsidies en dergelijke meer(3). Behoeftigen die in staat waren tot werken werden bij landbouwers of anderen tewerkgesteld(4).

    De bevolking die tegen 1840 was gestegen tot 2.789 en in 1845 terug gedaald was tot 2.635, werd deels tewerkgesteld in het produceren van vlas en lijnwaad, maar door de vlas- en linnencrisis in de jaren veertig steeg het aantal behoeftigen tot 10% van de bevolking. Tegen 1847 was de bevolking verder gedaald tot 2.473, waarvan 480 of 19,4% behoeftigen(5). De gemeente zag zich genoodzaakt de belastingen te verhogen(6). Toen de gemeente in 1844 een nijverheidscomité oprichtte werd vastgesteld dat slechts 50 van de 200 voorhanden weefgetouwen in werking waren(7). Door de crisis in de huisnijverheid en de landbouw was er plattelandsvlucht. De Gentse bevolking was tegen 1850 gestegen tot 106.000 of 27% meer dan in 1830.

    Toen in de jaren 1845-1846 de graan- en aardappeloogsten mislukten, wat tot grote hongersnood leidde, nam het aantal hulpbehoevenden te Hansbeke sterk toe. Pastoor Pieter Frans Bullens schreef: Het jaer 1845 is het voornaemste voedsel van den aermen aengerand geweest door eene bijzondere en tot nu toe onbekende plaeg, zoo danig dat er nauwelijks in geheel Belgenland aerdappelen zijn gevonden geweest die hunnen voorgaenden smaek hadden en het grootste deel ging wel haest over tot verrotting, zoo dat er hier uyt eenen grooten hongersnood is voort gesproten dat er op vele plaetsen menschen van honger zijn gestorven… ’t Jaer nadien had de plaeg der aerdappels nog niet geheel opgehouden, en zette zich daerbij nog op een ander voedsel niet min noodzakelijk te weten den rogge…De aermoede hier door groeyde zoo aen dat de menschen zich spijsden met ongehoorden kost zoo als gerste, loof van rapen eta. Uitgemergeld van cragten vele menschen bezweken van honger(8).

    Door de lange strenge winter 1844-1845 was een deel van de koolzaad- en tarweproductie verloren. In de zomer van 1845 kwam daar bovenop een parasiet die het grootste deel van de aardappeloogst deed mislukken. De volgende zomer van 1846 mislukte de graanoogst opnieuw wegens een ziekte. Voedsel werd schaars en duur. Een verzwakte bevolking viel ten prooi aan epidemieën(tyfus en cholera). Het aantal overlijdens te Hansbeke steeg van 43 in 1842 tot 92 in 1846. Bovendien woedde een besmettelijke thyphoide koorts met dodelijke gevolgen(9). In 1847 telde men zelfs 112 overlijdens. In juli-augustus 1848 moesten maatregelen genomen worden tegen de cholera morbus, die binnen een week elf personen aantastte waarvan er zeven overleden(10). Dat jaar werden nog 80 overlijdens geregistreerd, tegenover slechts 37 geboorten .

    De steunkas van het Weldadigheidsbureel raakte uitgeput(11) en het nijverheidscomité, dat aan ongeveer 200 mensen werk verschafte, moest bij gebrek aan geld zijn werkzaamheden beperken. Jan Baptiste van de Woestijne, kasteelheer te Hansbeke, kwam als grote weldoener ter hulp door aan alle armen kledij en gratis voedsel te verschaffen. Bovendien liet hij in het hongerjaar 1846 een dag- en kantwerkschool bouwen, met bijhorend kloosterpand.

    In de gegevensbank van de familie Martens komen tijdens deze honger- en ziekteperiode enkele overlijdens voor maar er zijn geen aanduidingen dat zij verband hielden met deze crisis. Bij de generatiegenoten van Petrus-Francies Martens overleed zijn zus Eugenie Martens op 14 augustus 1845, slechts 37 jaar oud . Judocus Martens stierf te Merendree op 24 januari 1846, 58 jaar oud en Petrus Joannes Maenhout, zoon van Norbertina Martens, stierf te Hansbeke op 18 november 1846 , 59 jaar oud.

    5.1.5 Hollands Bewind en familie Martens te Hansbeke

    Tijdens de Hollandse periode werd vanaf 1819 in het register van de gemeenteraad van Hansbeke de jaarlijkse lijst ingeschreven van de gemeentebelastingen. Voor het dienstjaar 1819 waren 196 inwoners belastingplichtig, met een geschat jaarlijks inkomen tussen 350 en 10 gulden(12). Het geraamd inkomen van alle belastingplichtigen samen bedroeg 13.700 gulden. Het persoonlijk inkomen werd voor iedereen belast met dezelfde aanslagvoet van negen cents vier honderd en zeventien duizendsten of 9.417%. Dit gaf een totale plaatselijke omslag van 1289 gulden en 13 cents.

    In 1819 hadden slechts 15 inwoners een jaarlijks inkomen boven 150 gulden:

                                                 inkomen

                                                  gulden

    1. Wwe Jacob Martens, landbouwster             350

    2. Van de Woestijne Jan Baptiste, kasteelheer  300

    3. Van Der Vennet Jan Frans, landbouwer        270

    4. Martens Carel, landbouwer                   250

    5. Wwe Lambrechts Bernard, landbouwster        240

    6. Kinderen Lefebure August, landbouwers       240

    7. Wwe De Blocq Jan Baptiste, particulier      200

    8. Steyaert Joanna en Rosa, particulieren      200

    9. Bultinck Jan Baptist, herbergier            180

    10.De Schuyter Bernard, landbouwer             180

    11.Maenhout Judocus, landbouwer                180

    12.Wwe De Witte Jan, landbouwster              160

    13.Maenhout Francies, landbouwer               160

    14.Sutterman Pieter Jacob, particulier         160

    15.Van Driessche Francies, landbouwer          160

    De kasteelheer, burgemeester en grootgrondbezitter Jan Baptiste Van de Woestijne(1775-1858), die nochtans meer dan 1.000 ha in eigendom had en zowat 17% van de Hansbeekse oppervlakte, werd slechts getakseerd op 50% van zijn op 600 gulden begroot inkomen, omdat hij de helft van de tijd te Gent verbleef. Op plaats 7 is er Josepha du Paix, weduwe van Jan Baptist Blocq, wonend op een kasteeltje in de Voorstraat, en die ook slechts op de helft van haar inkomen belast werd. In leven was haar man erfactig greffier van den raed in vlaenderen. Zijn grafsteen bevindt zich aan de zuidgevel van de kerk van Hansbeke onder het eerste kerkraam.

    Bij de permanent te Hansbeke wonende belastingplichtigen is de bijzonder dominante positie van de stam Martens opvallend. De plaatsen 1, 3, 4, 5 en 11 maken deel uit van de stam Martens, namelijk vier kinderen van Jan Martens(1748-1794) en Maria Francisca De Brauwer, geboren op het goed De Meren. De hoogste belastingbetaalster is hun schoondochter Livina Maenhout, weduwe van Jacob Martens, landbouwer in de Boerestraat en waarvan later 4 ongehuwde kinderen rentenierden in de Kerkwijk te Merendree. Op plaats 3 is er hun schoonzoon Jan Frans Van Der Vennet(1754-1829), gehuwd met Regina Martens, en uitbater van een hofstede in de Hammestraat. In 1830, bij het einde van het Hollands bewind, was

    hij gemeenteraadslid. Op plaats 4 is er hun zoon Carel Martens(1766-1837), gehuwd met Maria Rosa Sutterman en landbouwer op Goed ter Elst.

    Marie Anna Maenhout, weduwe van Bernard Lambrecht op plaats 5 is de schoonmoeder van Maria Anna Martens(1786-1847), dochter van Jacob Martens en gehuwd met Judocus Lambrecht. Haar kleindochter Francisca Lambrecht huwde later met Pieter Josef De Schuyter, na het overlijden van diens eerste echtgenote Eugenie Martens, dochter van Carel Martens. De familie De Schuyter, op plaats 10 in de lijst, was van 1879 tot 1909 vertegenwoordigd in de gemeenteraad en het schepencollege.

    Op plaats 11 bevond zich Judocus Maenhout(1748-1829), gehuwd met Norbertina Martens(1751-1821), eveneens een dochter van Jan Martens en Maria Francisca De Brauwer. Hun dochter Carola Maenhout zal trouwens in het huwelijk treden met Augustinus Hanssens en aldus de basis leggen van de latere familie Emiel Hanssens-Maria Martens en van de familie Karel De Waele-Virginie Hanssens, ouders van Maria De Waele en schoonouders van Marcel Martens. Pieter Jacob Sutterman, op plaats 14 van dezelfde lijst, is eveneens nauw verwant. Hij is een zoon van Baudewijn Sutterman en Joanna De Pauw , en zijn tante Maria Rosa Sutterman huwde met Carel Martens. Uit deze lijst blijkt dat de familie Martens en aanverwanten in 1819 binnen de Hansbeekse top-15 ruim de helft van het inkomen vertegenwoordigde , en binnen de top-10 zelfs 60%.

    Op het einde van het Hollands Bewind, tien jaar later, werd het gezamenlijk inkomen van 216 belastingplichtigen voor het jaar 1830 begroot op 15.480 gulden en getakseerd voor 1.440 gulden of tegen 7.37%, dus een lagere aanslagvoet dan in 1819(13). De getakseerden werden ingedeeld in 6 klassen volgens hun jaarlijks inkomen.

    Klasse Jaarlijks inkomen(I) aantal

             in gulden

    1             I > 250           4

    2       250 < I > 200           9

    3       200 < I > 150          18

    4       150 < I > 100           29

    5       100 < I > 50            47

    6        50 < I > 20           109

                                  ----

                                   216

    In 1830 werden onder de hoogst getakseerden enkele verschuivingen en enkele nieuwe namen aangetroffen.

    Jaarlijks inkomen

    in gulden

    Eerste klasse

    1. Dujardin Eugeene Albert, particulier      350

    2. Wwe Martens Jacob, landbouwster           350

    3. Wwe Van Der Vennet Jan Frans, landbouwster 270

    4. Van de Woestijne Jan Baptiste, kasteelheer 270

    Tweede klasse

    5. Kinders Lambrecht Bernard, landbouwsters   250

    6. Lambrechts Francies, priester              250

    7. Kinders Lefebure August, landbouwers       250

    8. Martens Carel, landbouwer                  250

    9. Martens Carolina, particuliere             250

    10.Steyaert Rosa, particuliere                250

    11.Kinders Maenhout Judocus, landbouwers      200

    12.Sutterman Pieter                           200

    De hoogst gerangschikte in 1830 is de nieuwkomer Eugeene Dujardin, gehuwd met Maria Josepha De Vos, die het kasteeltje had gekocht dat voordien toebehoorde aan Jan Baptist De Blocq. Hun enige dochter Maria Joanna Dujardin huwde met Carel Joseph Deseille die in de Hollandse tijd achtereenvolgens burgemeester van Hansbeke en van Aalter werd. Na de Belgische onafhankelijkheid werd hij bij de verkiezingen van 25 october 1832 nipt verkozen tot burgemeester van Hansbeke, met 37 stemmen tegen 35 voor Joos-Francies Martens, zoon van Jacob Joannes en Livina

    Maenhout. De moeder van Joos-Francies, weduwe Jacob Martens, stond in 1830 op de tweede plaats volgens het getakseerd inkomen. Charles-Jean Deseille, zoon van Charles-Joseph en Maria Dujardin, huwde later met Monica Lambrecht, kleindochter van Marie Anna Martens en achterkleindochter van Jacob Martens. De grafzerk van de echtgenoten Dujardin-De Vos en Deseille-Dujardin is ingebouwd in de zuidelijke kerkgevel van Hansbeke, onder het vierde kerkvenster. De priester Francies Lambrecht(1744-1835) op plaats 6, was een oom van Maria Anna Martens door haar huwelijk met Judocus Lambrecht. Hij werd priester gewijd in 1776 en werd vervolgens kapelaan in Gent St Martinus en coadjutor te Bellem. Eind 1799 werd hij onder het Frans Bewind als onbeëdigd priester aangehouden en tot januari 1800 opgesloten in het rasphuis aan de Coupure te Gent. In 1830 was hij op rust in zijn geboortedorp.

    Bij de plaatselijke bewoners zijn er slechts beperkte verschuivingen opgetreden. De weduwe van Jacob Martens en haar dochter Regina Martens staan op de plaatsen 2 en 3. Op plaats 5 zijn er de kinderen van Bernard Lambrecht, dus ook zijn schoondochter Maria Anna Martens. Carel Martens is met een ongewijzigd inkomen gedaald van plaats 4 naar plaats 8 en zijn ongehuwde zuster Carolina Martens(1761-1837) staat als particuliere of rentenierster op plaats 9. De kinderen van Judocus Maenhout en Norbertina Martens gaan van 11 naar 12. De verwante Pieter Sutterman ziet zijn belastbaar inkomen toenemen van 160 naar 200 gulden en stapt van de 14e naar de 13e plaats. Nieuwkomer Bernard Van Der Plaetse uit Nevele komt op plaats 11. Zijn dochter Dorothea(1831-1859) werd het jaar nadien geboren en zal in 1858 in het huwelijk treden met Petrus Martens(1810-1900), zoon van Carel. De hoge positie van de stam Martens op de maatschappelijke ladder te Hansbeke was in 1830 nog onaangetast. Binnen de top-12 van de hoogste jaarlijkse inkomens vertegenwoordigde de familie Martens en aanverwanten bijna 65% van het inkomen.

    5.1.6 Gemeenteraden en familie Martens

    Tijdens de XIXe eeuw heeft de stam Martens, samen met aanverwante families, ongetwijfeld een stempel gedrukt op de gemeentepolitiek te Hansbeke. In de samenstelling van de opéénvolgende gemeenteraden en schepencolleges kan men steeds leden van de hoofdstamlijn, van Joannes over Carel naar Petrus, en hun aangetrouwde families, terugvinden. Naast de familienaam Martens betreft het de aanverwante families De Muynck, De Schuyter, Deseille, Hanssens, Maenhout, Van Der Plaetse en Van Vynckt.De samenhang wordt duidelijk aan de hand van volgend lijstje met huwelijksdata:

    19-04-1785 Judocus Maenhout x Norbertine Martens dv Joannes

    22-04-1807 Carel Martens x Maria Rosa Sutterman

    08-11-1843 Pieter De Schuyter x Eugenie Martens dv Carel

    02-09-1858 Petrus Martens x Dorothea Van De Plaetse dv Bernard

    28-01-1864 Petrus Martens x Eugenie Coddens

    16-09-1872 Carolus Bruggheman x Marie Clemence De Schuyter dv Pieter

    26-09-1882 Serafien Van Vynckt x Maria Martens dv Petrus

    23-11-1984 Charles-Jean De Seille x Monica Lambrecht, dv Maria Anna Martens

    12-01-1893 Emiel Hanssens x Maria Martens dv Petrus

    02-01-1903 Aimé De Muynck x Irma Martens dv Petrus

    Stam Martens en aanverwanten in gemeenteraden te Hansbeke 1830-1976

    vet: gemeenteraadslid ©: schepen ©©: burgemeester

    Van bij de start in 1830 waren de afstammelingen van Joannes Martens in de nieuwe gemeenteraad en het schepencollege. Zijn zoon Carel werd rechtstreeks verkozen tot schepen(1831), samen met de aanverwante Baudewijn Maenhout. Zijn zoon Jacob was reeds overleden maar diens zoon Judocus-Francies Martens werd op 5 april 1831 met overgrote meerderheid van de 132 aangetreden kiezers verkozen tot eerste assessor of schepen. Wellicht trad hij niet aan vermits hij reeds op 11 november 1831 vervangen werd door zijn suppleant, de latere burgemeester Pieter-Jan Schaubroeck.

    Bij de raadsverkiezingen van 25 october 1832 werd de hoger vernoemde ongehuwde zaakwaarnemer Joos-Francies Martens (1788-1846), zoon van Jacob en Livina Maenhout, als kandidaat-burgemeester nipt verslagen door de zaakwaarnemer Charles-Joseph Deseille (1791-1858) die slechts enkele maanden burgemeester zou blijven. Joos-Francies Martens verhuisde naar Merendree en speelde derhalve na zijn nipte nederlaag geen rol meer in de Hansbeekse politiek. Twee zonen Deseille zouden wel nog aan plaatselijke politiek doen. De oudste zoon Charles-Jean Deseille, gehuwd met Monica Lambrecht, kleindochter van Jacob Martens, werd raadslid van 1861 tot 1865 en verhuisde in 1865 eveneens naar Merendree. Zijn jongere broer Timor (1844-1910) werd notaris en zetelde van 1879 tot aan zijn overlijden in 1910 ononderbroken in de gemeenteraad, waarvan van 1904 tot 1910 als schepen.

    Norbertina Martens, dochter van Joannes, was drievoudig vertegenwoordigd in de raad dank zij haar huwelijk met Judocus Maenhout. Haar schoonzoon Gerard-Francies Maenhout, echtgenoot van Norberta’s dochter Maria Anna Maenhout, was raadslid(1837-1848) en diens broer Boudewijn Maenhout werd aanvankelijk schepen(1831) samen met Carel Martens, en nadien burgemeester(1831-1832).

    Een tweede dochter van Norbertina en kleindochter van Joannes Martens, Carola Maenhout, trouwde met August Hanssens die schepen werd(1849-1851 en 1870-1881). Ook haar zoon Charles-Louis Hanssens werd gemeenteraadslid(1882-1895). De familiale opvolging in de gemeenteraad werd verzekerd door Emiel Hanssens, zoon van Bruno Hanssens, kleinzoon van Carola Maenhout en achterkleinzoon van Norbertina Martens. Emiel Hanssens werd immers raadslid(1896-1909) bij de overgang van de XIXe naar de XXe eeuw. Als tweede echtgenoot van Maria Martens, dochter van Petrus, zorgde Emiel Hanssens bovendien voor een bijkomende binding met de stam Martens. Serafien Van Vynckt, eerste echtgenoot van Maria Martens, was eveneens gemeenteraadslid(1888-1890) en hun zoon Charles Van Vynckt zou de traditie voortzetten tot ver in de XXe eeuw.

    Carel Martens was niet enkel schepen bij het begin van het onafhankelijke België, maar nadien namen zijn zoon Petrus alsook zijn dochter Eugenie deze rol over. Eugenie Martens trad in het huwelijk met raadslid(1879-1884) Pieter-Jan De Schuyter, die na het vroegtijdig overlijden van zijn eerste echtgenote hertrouwde met Francisca Lambrecht. Henri De Schuyter, zoon uit dit tweede huwelijk, volgde zijn vader op als raadslid(1885-1903) en werd nadien schepen(1903-1909) tot aan zijn vroegtijdig overlijden.

    Binnen de hoofdstamlijn zette Petrus Martens, zoon van Carel, de familietraditie in de lokale politiek verder. Hij werd eerst raadslid(1848-1851) en vervolgens schepen(1852-1869), maar speelde geen politieke rol meer na de eerste verkiezingen die volgden op zijn tweede huwelijk met Eugenie Coddens. Zijn schoonvader uit zijn eerste huwelijk, Bernard Van Der Plaetse, was eveneens gemeenteraadslid(1837-1860) en schepen(1867-1876). Petris zetelde dus 20 jaar samen met zijn (toekomstige en ex) schoonvader. In de XXe eeuw zal Leon Van Der Plaetse, zoon van een broer van Dorothea en dus van een schoonbroer van Petrus Martens, vele jaren in de gemeenteraad en het schepencollege zetelen, ondermeer samen met Marcel Martens en Charles Van Vynckt, kleinzonen van Petrus Martens.

    Bij de kinderen uit het tweede huwelijk van Petrus Martens, was het niet enkel langs beide echtgenoten van zijn oudste dochter Maria, maar ook langs het huwelijk van zijn dochter Irma dat de stam Martens actief betrokken bleef in het gemeentebestuur. Irma’s echtgenoot August Aimé De Muynck stamde uit een familie met meerdere raadsleden. Zijn broer Desiré De Munck werd raadslid bij het begin van de XXe eeuw(1908-1926), zijn vader Pieter Jan De Muynck was achtereenvolgens raadslid(1876-1878) en schepen(1879-1903) en voordien was zijn grootvader Pieter-Nicolaes De Muynck eveneens lid van de gemeenteraad(1831-1836 en 1849-1875).

    Gedurende de XIXe eeuw kunnen bij elke samenstelling van de gemeenteraad bij de 9 leden telkens 1 tot 4 leden geïdentificeerd werden die tot de stam Martens behoren of er mee verwant zijn.Ook tijdens de XXe eeuw zullen meerdere kleinkinderen van Petrus, en hun aanverwanten, een rol spelen in de gemeentepolitiek te Hansbeke.

    Verder in dit en volgend hoofdstuk wordt aan de hand van de publicatie van Oud-Hansbeke ‘Gemeenteraadsverkiezingen en gemeenteraden te Hansbeke 1830-1976’ van Albert Martens, voor een aantal leden en aanverwanten van de familie nader op deze lokale politieke rol ingegaan worden. Na de gemeentelijke fusie, waarbij Hansbeke een deel werd van de gemeente Nevele en wanneer nationale politieke partijen de basis gingen vormen van de lijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen, komen geen leden van de familie Martens meer voor in dit verhaal.


    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 03/09-09/09 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007

    Archief per week
  • 03/09-09/09 2007
  • 20/08-26/08 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!