Het aantal sociale voorzieningen en tegemoetkomingen voor bejaarden en/of gehandicapten is in België best aanzienlijk. Alleen is het jammer dat de procedure om die tegemoetkomingen te verkrijgen vaak zo omslachtig of ondoorzichtig is zodat sommige mensen - vaak de meest hulpbehoevenden - er niet eens aan (durven te) beginnen en daardoor vaak niet krijgen waar ze recht op hebben.
Nu mijn schoonmoeder terug thuis was, moest er dringend een oplossing gezocht worden voor de kapotte ketel van de centrale verwarming, zodat er in eerste instantie tenminste al terug warm water zou zijn. Maar het probleem leek nog groter dan verwacht. Bij de bank ingewonnen informatie leerde me dat mijn schoonmoeder met haar 77 jaar geen persoonlijke lening meer kon aangaan. En gelet op de hoge schuldenlast die mijn schoonbroer op dat moment al had, was er ook daar geen enkele mogelijkheid. Gelukkig was er nog een oom van mijn schoonmoeder die het zich kon veroorloven zo'n 4500 euro voor te schieten (want dat bleek uiteindelijk de kostprijs voor een nieuwe installatie), weliswaar onder de voorwaarde dat dat bedrag binnen de twee jaar zou terugbetaald worden... mét interest. Ik moest dus eventjes heel nauwkeurig gaan tellen en budgetteren om te zien of het allemaal haalbaar zou zijn... en dat allemaal onder de voorwaarde dat zowel mijn schoonmoeder als schoonbroer mooi 'in de pas zouden lopen' en mijn totale overnemen van hun financiën zouden aanvaarden en respecteren.
De volgende dag had ik ook een afspraak met de sociaal assistente van het OCMW met het oog op het opstarten van de gezinshulp. Ik had me ook voorgenomen om deze mevrouw zoveel mogelijk 'uit te horen' over alle mogelijke tegemoetkomingen waarop mijn schoonmoeder eventueel recht zou kunnen hebben. En natuurlijk was het ook belangrijk om te weten te komen hoeveel die gezinshulp zou gaan kosten... want het is allemaal goed en wel om vast te stellen dat dergelijke hulp noodzakelijk is, maar wat als dat financieel onhaalbaar zou zijn?
Het eerste waar de sociaal assistent om vroeg, was het aanslagbiljet van de belastingen en de rekeninguittreksels van de laatste drie maanden plús datgene waarop het vakantiegeld vermeld stond. Verder vroeg ze ook naar bewijsstukken van eventuele tegemoetkomingen die mijn schoonmoeder reeds zou genieten, want de kostprijs voor de gezinshulp is dus afhankelijk van de inkomsten. Nu heeft mijn schoonmoeder best wel een 'mooi' pensioen, dus zag ik al meteen problemen rijzen wat betreft het aantal uren gezinshulp dat we zouden kunnen vragen, want als de kostprijs ervan zou berekend worden op basis van haar pensioen zou het vast moeilijk worden. En het moest natuurlijk allemaal financieel haalbaar blijven. Klein lichtpuntje was wel dat de sociaal assistente van het OCMW dacht dat mijn schoonmoeder wellicht in aanmerking zou komen voor een tegemoetkoming van de zorgverzekering, op dat moment een bedrag van 125 euro per maand. Om na te gaan of ze in aanmerking kwam, moest er echter een BEL-score worden opgemaakt (iets wat de sociaal assistente gelukkig zélf kon en mocht doen). Mijn schoonmoeder scoorde op dat moment reeds 46. Wel zou het in totaal nog een viertal maanden gaan duren alvorens de eerste uitkering op haar rekening zou gestort worden.
Verder raadde de sociaal assistente me ook aan een aanvraag in te dienen voor een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden. Daarvoor moest mijn schoonmoeder in principe zélf naar het gemeentehuis gaan om de nodige aanvraagformulieren te kunnen krijgen, maar gelukkig kon dat ook met een door haar getekende volmacht. Gelukkig dus dat ze überhaupt nog in staat was om iets te ondertekenen, ook al wist ze de draagwijdte ervan dan niet meer in te schatten. Mocht ze niet meer in staat geweest zijn haar handtekening te zetten, had ik alvorens het aanvragen van eender welke tegemoetkoming eerst de aanvraag tot voorlopig bewindvoering moeten indienen. Enfin... ik kreeg haar volmacht en kon de nodige formulieren ophalen, invullen en laten invullen door de huisarts. Downside was alweer de lange duur van de hele procedure. De wettelijke termijn waarbinnen een beslissing moet genomen worden, is vastgesteld op acht maanden en in de praktijk blijkt dat de meeste dossiers toch minstens zes maanden in beslag nemen alvorens een beslissing wordt genomen. Wanneer die beslissing gunstig is, wordt de uitkering wel met terugwerkende kracht (en dus in de vorm van achterstallen) uitgekeerd. Maar dat vormde natuurlijk allemaal geen oplossing voor de onmiddellijke problemen.
Nu had ik gelukkig de reflex om mijn bedenkingen ook meteen hardop uit te spreken, want blijkbaar kan de Raad van het OCMW in individuele gevallen en op basis van de nodige bewijsstukken van 'uitzonderlijke' uitgaven, beslissen om bij de berekening van de kostprijs uit te gaan van de meer reëel te besteden inkomsten. Dingen die voor aftrek van inkomsten in aanmerking kwamen, waren ondermeer de hoge dokters- en apotheekkosten. Dat alles zorgde er uiteindelijk toch voor dat mijn schoonmoeder iedere (werk)dag een gezinshelpster over de vloer zou kunnen krijgen, sommige dagen voor vier uur, andere voor twee uur.
So far, so good... Het zou me alvast fysiek wat ontlasten en wat het financiële betrof, kon ik op dat moment ook niet veel méér meer doen. Maar hoe het allemaal praktisch in zijn werk zou moeten gaan om twee mensen, die heel hun leven alle inmenging van buitenaf geweerd hadden, de hulp te laten aanvaarden en überhaupt zelfs toegang tot hun huis te laten verlenen aan wildvreemden, was weer een andere zaak. Ik was dus nog lang niet aan het eind van mijn zorgen, want de volgende morgen reeds kreeg ik twee telefoontjes: het eerste van de thuisverpleegster, het tweede van de gezinshelpster. Beide met dezelfde boodschap. Ze konden het huis niet in. Ze hoorden duidelijk beweging binnen, maar er werd niet opengedaan...
Wordt vervolgd.
|