
Als mantelzorger zou je eigenlijk alleen maar mogen moeten zorgen voor de zorgbehoevende zelf. En dan bedoel ik echt 'zórgen' in de zin van: er voor hen zijn met tijd en aandacht. Maar dat is natuurlijk slechts een ideaal... want als mantelzorger - en zeker als het om familie gaat - ben je ook het aanspreekpunt voor de eerstelijnszorg en moet je vaak allerlei beslissingen nemen die tegen je gevoel ingaan. Daarbij wordt je dan nog eens geconfronteerd met alle bijbehorende administratieve rompslomp. Iets wat vaak onderschat wordt en wat de mantelzorger wel eens te véél kan worden.
23 september 2008. Na een driedaagse opname op geriatrie is mijn schoonmoeder sinds twee dagen terug thuis. Gelukkig lijkt ze inmiddels terug iéts minder verward dan in het ziekenhuis, maar het is wel pijnlijk duidelijk dat haar toestand heel erg snel in negatieve richting evolueert. De woorden van de geriater blijven ook naklinken in mijn oren. En hij mag het - naar mijn gevoel - dan wel héél erg ongevoelig gebracht hebben allemaal, feit blijft dat we onze ogen niet kunnen sluiten voor de negatieve evolutie en dat we inderdaad beslissingen zullen moeten gaan nemen ivm de toekomst... zowel voor mijn schoonmoeder als voor mijn schoonbroer. Die avond heb ik dan ook een afspraak met de huisarts om alles eens even goed door te praten. Een gesprek dat me nog lang zal bijblijven.
Samen met de huisarts overloop ik het verslag van de geriater en bespreken we de huidige toestand. Het is duidelijk dat we op korte termijn oplossingen moeten zoeken, maar dat is natuurlijk allesbehalve eenvoudig. Aan de ene kant denk je: als er nou een plaatsje zou vrijkomen in een tehuis voor niet-werkenden waar mijn schoonbroer dan zou kunnen opgenomen worden, dan zou er al een grote zorg wegvallen. Maar tegelijkertijd moet je dan vaststellen dat de opvang van mijn schoonmoeder dan ook problematischer zou worden. En eigenlijk kan je de situatie ook omkeren. Als mijn schoonmoeder bijvoorbeeld zou opgenomen worden in een rusthuis, dan zou er een oplossing moeten gezocht worden voor mijn schoonbroer. Een bijna onmogelijke situatie dus. Kwam er nog bij dat ze absoluut niet bij elkaar wég wilden en dat een inschrijving in zo'n tehuis voor mijn schoonbroer en de inschrijving in een rusthuis voor mijn schoonmoeder totaal onbespreekbaar was. En toch zou het allebei moeten gebeuren. Dat was de onvermijdelijke conclusie. Want dat de toestand van mijn schoonmoeder heel snel nog veel slechter zou kunnen worden, werd me als in een flits duidelijk toen ik de huisarts vertelde hoe de verpleging op geriatrie mijn schoonmoeder in slaapkleed had laten rondlopen omwille van de vrees dat ze anders de afdeling zou verlaten. De huisarts legde me uit dat het wel eens de eerste tekenen van 'wegloopgedrag' zouden kunnen zijn. Nu dacht ik in al mijn naïviteit dat mijn schoonmoeder, die een echte huismus was, niet snel de neiging zou hebben om wég te willen lopen. Ze was immers nergens liever dan thuis en iedere uitstap was echt tegen haar zin. Tot de huisarts me antwoordde: "ja, maar wat als ze niet meer weet dat thuis, thuis is?" Zo ver had ik nog niet gedacht. Maar enfin, op dat moment was het nog niet aan de orde.
Toch kwamen we uiteindelijk tot de conclusie dat we - gelet op de lange wachtlijsten - mijn schoonmoeder het best zo snel mogelijk konden laten inschrijven in het plaatselijke woon- en zorgcentrum. Ideaal zou zijn om haar in meerdere rusthuizen op de wachtlijst te plaatsen, maar we moesten ook rekening houden met mijn schoonbroer die zijn moeder zeker zou willen bezoeken. Verder zou mijn schoonbroer zich het best aanmelden bij het dichtstbijzijnde tehuis voor niet-werkenden. Daartoe zou ik dan toch maar weer 'gebruik maken' van de dame van de thuisbegeleidende dienst. Een derde knoop die nu uiteindelijk maar eens moest doorgehakt worden was de aanvraag tot het aanstellen van een voorlopig bewindvoerder. En dat niet alleen voor mijn schoonbroer, zoals aanvankelijk gedacht, maar ook voor mijn schoonmoeder. Zware dobbers dus. En niet in het minst omdat al die zaken ook zouden moeten gecommuniceerd worden met mijn schoonmoeder en schoonbroer.
De volgende dag nam ik eerst contact op met de thuisbegeleidende dienst met de vraag een afspraak te regelen om samen met mijn schoonbroer een bezoek te brengen aan het dichtstbijzijnde tehuis voor mentaal gehandicapten. Nadien een telefoontje naar het plaatselijke rusthuis voor een afspraak tot inschrijving van mijn schoonmoeder. Op mijn vraag of mijn schoonmoeder daar dan ook moest bij zijn, kreeg ik tot mijn grote opluchting een ontkennend antwoord. Vervolgens nog een telefoontje naar het Vredegerecht waar men mij beloofde de nodige formulieren op te sturen.
Het zijn zware dagen, zowel fysiek als mentaal. Want natuurlijk loopt alle 'gewone' zorg ook nu gewoon door. Boodschappen doen, financiën regelen, erover waken dat er niet teveel getornd wordt aan de geïnstalleerde structuur, tijd maken om er ook gewoon eens te 'zijn' en ondertussen alle contacten onderhouden met de verschillende thuisverzorgende diensten. Ik heb er een volle dagtaak aan inmiddels. Maar het mentale aspect is eigenlijk nog zwaarder, want je moet allerlei beslissingen nemen die je eigenlijk helemaal niet wíl nemen... maar het kan gewoon niet anders, voor hùn bestwil en onze gemoedsrust. Want dit alles vormt ook een behoorlijk zware belasting op mijn eigen gezinsleven. Enfin, wat moet, moét.
En alsof het nodig was om me nog even te overtuigen van het feit dat al die moeilijke beslissingen gewoon onvermijdelijk waren, stelde ik diezelfde dag vast dat er 300 euro van de zichtrekening van mijn schoonmoeder was gehaald. Toen ik even later langsging en hen vroeg waarom ze dat geld hadden afgehaald en zei dat dat helemaal tegen de afspraak was, waren ze eerst allebei boos om mijn bemoeienis (iets wat ze altijd wel zo zouden blijven voelen, denk ik)... maar wat erger was: het geld was spoorloos. Ik zou ook nooit te weten komen wat er precies mee gebeurd was. Had mijn schoonbroer het inmiddels gespendeerd aan één of andere steraanbieding van de plaatselijke Aldi-supermarkt? Of hadden ze het ergens in huis 'mislegd'? Ik had er het raden naar. En mijn schoonmoeder en schoonbroer vormden op dat moment ook duidelijk één front en IK was de vijand... zoveel was duidelijk. Ik besloot uiteindelijk het los te laten. Het had gewoon geen zin. Het geld was van de rekening en daar kon ik niets meer aan veranderen. Maar het gaf me wél enige gemoedsrust inzake de stappen die ik moest nemen ivm de voorlopige bewindvoering.
Wijselijk besloot ik op dat moment ook niets te zeggen over al de afspraken die ik die dag gemaakt had of over de op til zijnde procedure tot aanstelling van een voorlopig bewindvoerder. Dat zou ik één van de volgende dagen wel doen... als alles weer wat meer bedaard was. Maar daarover weer een volgende keer meer.
|