Mijn eerste herinneringen, ik kon evenwel niet zeggen hoelang ik reeds op deze aardbol vertoefde, was de kleine keuken waarin het gezin meestal vertoefde. Er was toen nog geen electriciteit, op tafel stond een koperen petroleumlamp, waarin de vlam veranderde naargelang de luchtverplaatsing. Warmte bekwamen wij via een "buuzestove", thans Brabantse of Leuvense kachel geheten. Langs weerszijden van deze kachel waren ovendeurtjes aangebracht, waarop wij, tijdens de wintermaanden, onze voeten legden ten einde deze warm te houden. Op het kacheldeksel poften wij onze kastanjes en wij hadden er een enormp lezier in wanneer deze soms de lucht ingingen.
De meeste woningen beschikten toen evenmin over lopend water, zodat het WC, veelal een grote bak met daarop een plank met een rond gat erin, weliswaar aangesloten aan het openbaar rioolnet, diende doorgespoeld te worden met regenwater of water uit een stadsfontein. In zelfde WC troffen wij geen toiletpapier, zoals wij het momenteel kennen, maar in delen gescheurde kranten, zodat wij leesvoer hadden tijdens de grote boodschap. Het water werd gehaald aan openbare stadsfonteintjes, die op verschillende plaatsen in de stad stonden opgesteld. Voor 10 centiem konden wij aldus twee emmers water tanken 's Avonds of liever gezegd bij valavond stonden wij op straat om de lantaarnopsteker te bewonderen, die wij van ver fietsend zagen afkomen en die voorzien was van een ladder en een lange stok met aan het uiteinde een haak en een tonteldoos.Deze voorwerpen gebruikten zij om de gaslantaarns te ontsteken. In die periode waren er nog geen elektrische lampendragers en werden de straten verlicht door gaslantaarns. 's Morgens kwamen diezelfde mannen dan de gaskraan toedraaien. Kinderen konden nog op straat spelen, want er reden praktisch geen auto's, jongens en meisjes onder elkaar.Er was toenertijds nog geen sprake van vrijen, seks of condooms. Alle vervoer gebeurde bij middel van paardengespannen, zware Brabantse trekpaarden met brede ruggen en lompe poten die een drie- of vierwieler voorttrokken, terwijl de voerman boven op de bok zat. Men zag ook veel stootkarren die ofwel getrokken dan wel vooruit geduwd werden.Soms werd ook gebruik gemaakt van een hond als bijkomende trekkracht. De wagens waren voorzien van houten wielen met ijzeren beslag, wat veel lawaai veroorzaakte op de oneffen kinderkopjes. Verplaatsingen gebeurden meestalper fiets, niet die moderne van versnellingsapparaten voorzien lichte machientjes,doch lompe, zware vehikels waarop meestal een carburelamp bevestigd was. Zelfs de dokter deden hun huisbezoeken per fiets met het onafscheidelijk doktersvaliesje op de bagagedrager.Ik mocht vaak de fiets van een van die artsen schoonmaken en kraag daarvoor een kwartje of een halce frank. Daarmede ging ik spekken kopen, in het winkeltje op de hoek ( vijf voor een kwartje). ('t vervolgt) mauref
|