Zowat een jaar of tien moet ik geweest zijn toen ik samen met mijn vader in Lier naar de mis geweest was en voor mij een paar schoenen hadden gekocht, want zomaar van Duffel naar Lier rijden met de fiets, enkel om naar de mis te gaan, dat deed men niet.Wij reden dus naar huis via de mechelsesteenweg en daar was vanalles te zien voor een knaap van tien die meestal niet veel verder kwam dan de weg naar school en terug, of eens op familiebezoek, maar die woonden ook niet zo ver van bij ons. Aan de brouwerij van Cuyckens, waar trouwens ook nog een steenbakkerij gevestigd was, vond ik het wel heel fascinerend, daar stond een stenen schoorsteen van wel dertig meter hoog en kort bij de straat de machinekamer met heel veel vensters zodat je er goed kon binnenkijken. In die zaal draaide een, in mijn ogen enorm vliegwiel, zoiets had ik nog nooit gezien en tijdens het voorbijrijden van dat gebouw keek ik er voortdurend naar binnen met het gevolg dat ik de weg totaal vergat en ik vrij ver naar het midden van het fietspad reed toen er een tegenligger aankwam. Het moet zo rond moederdag geweest zijn want die man had een grote ruiker tulpen bij aan een touwtje in zijn linkerhand, ver aan de buitenkant om zeker niet tussen de spaken van zijn wiel terrecht te komen. En toen reed ik, snotaap te ver naar links met mijn wiel recht tussen die mooie tulpen, rats al die koppen eraf. Het fietspad lag vol gele blaadjes, want het waren gele tulpen, dat zal ik van mijn hele leven niet vergeten. Die mijnheer niet content natuurlijk, die eiste dat mijn vader onmiddelijk zijn tulpen zou betalen, vijf en twintig franken ging dat kosten. In 1948 was dat een boel geld en vader wou niet betalen, mijnheer had zijn bloemen maar aan de rechterkant moeten houden zodat niemand er kon tegen rijden. Dat was natuurlijk waar en met de helft was hij ook al tevreden, maar het kon niet baten, vader betaalde niet en mijnheer tulp werd kwaad. Hij zou de politie sturen en hij schreef het nummer van vaders fietsplaat op, fietsen moesten in die tijd een taksplaat hebben en die had een nummer. Nummer of geen nummer, hij had zijn bloemen maar beter moeten bij zich houden en er werd niet betaald. Het zal misschien meer gekost hebben dan 25 frank om zijn geld vast te krijgen, want wij hebben er niets meer over gehoord. Vader was ook niet erg blij en ik kreeg een ferme uitbrander maar wat wil je, die mens was zich ook een bult geschrokken, rustig naar huis rijdend plots een hoop kabaal over zich heen krijgen, je zou van minder de blubbers krijgen. Ik heb nooit meer tulpen onthoofd.