Kerst staat voor de deur, Iedereen is in een goed humeur. Kadootjes onder de kerstboom, Het is als in een mooie droom. Lekker eten op tafel, Heerlijke soep en poedersuiker op een wafel. En als nagerecht fruit, Dan klinken de klokken luid. Het is kerst, iedereen is blij, En iedereen staat voor de kerstman in de rij.

Wanneer de blaadjes van de boom zijn gevallen, Is de tijd rijp om hem te versieren met ballen. Hoog in de boom komt dan de piek, En ook de lichtjes vergeten wij niet. Wij versieren hem verder met slingers van goud, Daaronder komt de kerstkribbe van steen of van hout. Gedurende twee dagen gebeurt er niets in het land, En verschijnt er geen enkel nieuws in de krant. Ook zie je dan geen oorlogsgeweld op de TV, Gedurende die twee dagen is alles pais en vree. Met de Kerst, dat is raar, Zijn de mensen allemaal lief voor elkaar.

Klokjes.. balletjes.. slingers en groen, Lichtjes.. dit alles zal 't goed doen. In de enge boom, die binnen staat, En langzaamaan..zijn naalden loslaat, Die bezaaid liggen op 't tapijt, Na een paar weken... 't Is Kerstmistijd.