Het schiereiland Quiberon is langgerekt. Eenmaal het dorp Plouharnel uitgereden begint het schiereiland. Er zijn twee plaatsnamen: Saint-Pierre-de-Quiberon en Quiberon zelf. Aan de ene zijde heb je de rustige baai van Quiberon en aan de andere kant, de westkant, heb je de Côte Sauvage. Hier heb je een wilde zee en wandelaars worden regelmatig gewaarschuwd voor gevaarlijke inhammen. Er loopt een mooi wandelpad langs de Côte Sauvage.
We kiezen voor de gemeentelijke camping Kerhostin in Saint-Pierre-de-Quiberon. Deze camping is eenvoudig: zonder toeters en bellen. Je vindt er een degelijk sanitair blok en de meeste kampeerders in het voorseizoen zijn mensen die hun arbeidsleven achter de rug hebben. Het is er rustig in het laagseizoen. De camping ligt vlak aan de zee, aan de oostelijke baai. Met een trap bereik je een klein strandje. De camping ligt op het smalste deel van het schiereiland Quiberon, vlak bij het fort van Penthièvre.
Het blijft een leuk idee om de laatste week van mei de caravan aan de auto te hangen en naar Bretagne te reizen. De dagen zijn lang en het weer kan al redelijk mooi zijn. De Kia en de Fendt zijn er om een week lang andere lucht op te snuiven. Bretagne is twee dagtrippen ver en we doen het op ons gemak. We vertrekken 's morgens rond 7-8 uur en zetten de caravan op de camping in de namiddag rond 15 uur.
We rijden op de E17 naar Lille richting Parijs. Via Amiens blijven we de autoroute volgen naar Le Havre over de Pont de Normandie. Vlak vóór Caen vinden we een camping te Ranville: les Capucines. Dat is een beetje onze vertrouwde stek voor een doorreis naar de westkant van Frankrijk. De afstand van Beveren-Waas naar Ranville bedraagt 500 kilometer: een nette dagetappe. In Ranville is er een klein commercieel centrum met een supermarktje en een bakker. Meer is er niet nodig. Ranville is gekend wegens de landingsoperatie van 6 juni 1944: het was het eerste dorp dat bevrijd werd door de geallieerden. Op 100 meter van de camping bevindt zich de Pegasus-bridge.