We woonden in het huis met de groene binnendeuren. Vader was als militair opgeroepen en verdedigde met andere soldaten van de fietscompagnie het vliegveld bij den Haag, maar dat wisten we niet. Op die ochtend zaten we in de grote voorkamer die naderhand het kantoor van een bevriende groothandelaar in groenten en fruit zou worden. Er waren duitse soldaten de straat ingekomen die door de open poorten van de groentenveiling tegenover ons instroomden. Ook hun voertuigen - later Volkswagen genoemd - reden er binnen. Zoveel soldaten hadden we nog nooit gezien. We kwamen ogen tekort. Kinderen vinden zoiets erg spannend. Weten die veel van een oorlog die begonnen is. Mijn moeder was de kamer uit om iets in de keuken te gaan doen. Er kwam een officier op ons huis afgelopen en even later klonk de deurbel. Oma stond op en ging opendoen. Mijn moeder kwam weer de kamer in en even later ook oma. Mia, zei ze tegen mijn moeder, er is een Duitser aan de deur die wat zegt, maar ik begrijp hem niet. Ga jij even, want jij spreekt Duits. Haar vader was Duitser. Moeder ging en kwam even later wat lachend terug en zei Oma :"Die man moest even naar de wc en ik heb ze hem even gewezen. Onze eerste ervaring met een duitse militair.