Alles was daar anders. Als je 's morgens binnenkwam stond pater-rector op de trap en monsterde iedereen , schoot opeens naar voren en zei tegen de leerling in kwestie : jij was vanmorgen niet in de kerk en ik verwacht je na vieren daar wel te zijn. Je was het haasje voor de middagstrafzitting in de kerk. Ik hoorde bij de groep venlonaren die dicht bij school woonden en dus naar de kerk moesten. Ik ben vaak na vieren moeten opdraven. De gymleraar was iemand die iedereen in zijn les verwachtte en dus mij ook. Jammer. Dan was er nog de Blanke. Meneer Scholten keek in die eerste les in zijn boekje en noemde mijn naam, en riep me voor het bord. Ben jij een broer van Arie ? Ja meneer. Dan schrijf even de volgende opgave op het bord en laat zien dat jij beter bent dan hij. Ik verloor acuut mijn zelfvertrouwen en al gauw kwam van hem een " Verbaast me niks. Ga maar zitten en zorg dat jouw wiskunde wat beter wordt." Afgebrand dus. Niet alles was kommer en kwel. Mondje -Geurts - die Frans gaf - en graag vanuit het Frans liet vertalen ontdekte snel dat ik dat leuk vond en verwachtte al gauw dat ik voor lag met vertalen. Le Cid en Le silence de la mer vond ik machtig mooi. De school had ook een schoolblad verzorgd door de leerlingen en ik kwam ook bij de redactie. Ben zowaar mee naar Haarlem naar een tournooi voetballen geweest als sportverslaggever. Houten Klaasje die voetbalwedstrijden versloeg. Dat vond ik best moeilijk, maar het lukte. De schaakclub vond ik ook fijn om bij te zijn. Al met al was het er niet slecht.