28/06/2006 Vanmorgen gaan we nog een plons in het water nemen. Ik word nog een echte waterrat. Later rijden we verder naar Mani, het zuidelijkste punt van de Peloponnesos. De natuur is hier bergachtig, ruig maar vooral de huizen zijn merkwaardig. Deze zijn gebouwd als een toren. Hier woonden verschillende clans, die regelmatig met elkaar in de clinch lagen. Alleen als de oogsttijd aanbrak of wanneer een gemeenschappelijke vijand hun het leven lastig maakten, werd de stijdbijl begraven. Ook de vrouwen en kinderen werden niet in hun onderlinge twisten gemengd. We rijden van Areopolis langs Pyrgos Dirou, bekend voor zijn grotten, Mezapos en zo naar Vathia, vooral bekend om zijn woontorens. Daar houden we even halt, maar buiten de torens is er niet zo veel te zien. We willen de Tempel van Poseidon op de Kaap Tenaro bereiken. De weg leidt ons voorbij Marmari en dan naar boven en daar op een open vlakte stoppen we. De Tempel vinden we niet, alleen de Tombe van Poseidon. We gaan te voet naar beneden en in een kreek gaan we op een rots zitten met de voetjes in het water. Kleine visjes komen nieuwsgierig aan onze tenen pikken. Hier zou ik kunnen blijven zitten tot het einde der tijden, maar dat is natuurlijk een utopie. Later zal ik nog dikwijls aan dat plekje terug denken. In de late namiddag rijden we terug richting Areopoli en aan de overkant van de grotten van Pyrgos Dirou vinden we een strand waar we kunnen overnachten.
|