Zoals vastgesteld in de Grondwet van 1978, is Spanje een sociale en democratische rechtstraat, met een parlementaire Monarchie als politieke vorm. De hoofdstad is Madrid, waar de Koning en de regering gevestigd zijn. Ook bevindt zich daar de Cortes (het parlement), met de wetgevende (Eerste en Tweede Kamer) en de rechtsprekende machten.
De Grondwet verleent elke Autonome Gemeenschap zijn respectievelijke regeringsbevoegdheden, waarbij de conflicten tussen de federale regering en die van de Autonome Gemeenschappen beslecht worden door de Constitutionele Rechtbank.
De rijke verscheidenheid van Spanje en de grote contrasten in geografie, klimaat en landschap worden in elk van deze streken tot uitdrukking gebracht, die zich soms verenigen teneinde hun gemeenschappelijke kenmerken naar voren te laten komen met het oog op het toerisme. Zo ontstond bijvoorbeeld Het Groene Spanje uit een gezamenlijke inspanning van Galicië, Asturië, Cantabria en het Baskenland om hun gemeenschappelijke aspecten als hun landschap, klimaat, gastronomie en toeristische attracties (strand en bergen, sport, plattelandstoerisme) onder de aandacht te brengen.
De streken die het meest ontwikkeld zijn met betrekking tot het zon- en strandtoerisme zijn de Valenciaanse Gemeenschap, Andalusië en Catalonië, die over hoogwaardige en een verscheidenheid aan infrastructuren beschikken.
Andere streken van het Spaanse binnenland echter, zoals Aragón, Castilla Y León, Castilla-La Mancha en Extremadura bieden de toerist hun aantrekkelijke historische steden (vele daarvan aangemerkt als Erfgoed van de Mensheid), hun erfenis aan kunstwerken en monumenten, hun veelzijdige gastronomie en een natuurtoerisme met prachtige landschappen aan.
Andere autonome streken zoals La Rioja, Madrid, Murcia en Navarra beschikken over de aantrekkingskracht van streken met een grote traditie en persoonlijkheid die de reiziger een veelheid van aan natuur en cultuur ontleende attracties bieden. DeSpaanse Eilanden zijn ongetwijfeld één van de meest gewaardeerde toeristische bestemmingen. De Balearen, gelegen in het hart van de Middellandse Zee bieden een fantastische kust waar genoten kan worden van stranden en watersporten terwijl de Canarische Eilanden, gelegen voor de Afrikaanse Atlantische kust, een waar paradijs vormen met de vele stranden, de vulkanische Natuurparken en een buitengewoon klimaat het hele jaar rond (natuurpark1 - natuurpark2 - natuurpark3 - natuurpark4).
De steden Ceuta, aan de Afrikaanse kust van de Straat van Gibraltar, en Melilla, aan de Afrikaanse Middellandse-Zeekust, oefenen ook een aantrekkingskracht uit vanwege hun goede bereikbaarheid vanuit het Schiereiland, waardoor van hun stranden genoten kan worden en inkopen gedaan kunnen worden tegen interessante prijzen.
Het hoogplateau van Midden-Spanje, de Meseta (tafelland, hoogvlakte), heeft wilde horizonten, af en toe onderbroken door de ruwe pieken van bergketens als de Sierra de Gredos en Sierra de Guadarrama. Rondom Madrid liggen de historische steden en kastelen van Oud en Nieuw-Castilië. Westwaarts ligt het weinig bekende Extremadura, het land van de conquistadores en in het zuidwesten strekken de dorre vlaktes van La Mancha, het strijdtoneel van Don Quijote, zich uit.
In de 15de eeuw werden door het huwelijk van Isabella van Castilië en Ferdinand II van Aragón twee machtige koninkrijken samengevoegd. Dit leidde tot het verslaan van de Moren en uiteindelijk tot de hereniging van heel Spanje. Na zes jaar aarzelen steunden de vorsten tenslotte Columbus bij zijn eerste ontdekkingsreis, waardoor de weg gebaand werd voor de veroveraars van de Nieuwe Wereld: de conquistadores. Zij kwamen alle vier uit Extremadura, een van de armste streken van Spanje, Hernando Cortez, die Mexico veroverde; Francisco Pizarro die Peru op de Inca's veroverde; Vasco Nuñez de Balboa die dwars door Amerika trok en de Stille Oceaan bereikte; en Hernando de Soto, aanvoerder van de expeditie naar Florida. Helden of moordenaars... verdedigers van het christendom of verwoesters van oude beschavingen... idealisten of avonturiers... hoe men ook over hen denken mag, zij waren het die Spanje haar gouden eeuw schonken.
Bezienswaardigheden
De merkwaardige ommuurde stad Ávila, gelegen op een hoogte van ca. 1200 m, toont hoe noodzakelijk sterke vestingwerken waren in het woelige verleden van Castilië. Ongeveer 900 jaar geleden, toen de christenen de stad eindelijk op de Moren heroverden, werden de hoge stenen muren en torens weer opgebouwd en thans behoren ze tot de best bewaarde fortificaties van Europa. Deze versterkte stad waar zelfs de kathedraal een deel van de vestingwerken vormde, staat in verband met twee van Spanjes grootste heiligen: Santa Teresa de Jesus en San Juan de la Cruz.
De heilige Teresa, de hervormster die 32 kloosters stichtte, kwam uit Ávila en haar mystieke medestander Juan de la Cruz uit het naburige dorp Fontiveros. In het Sint Thomasklooster bevindt zich het graf van een andere prominente, religieuze figuur: de genadeloze Grootinquisiteur Torquemada.
60 km van Ávila ligt het oude Segovia, beheerst door het Alcázar, de versterkte burcht waar eens Isabella woonde. De stad is rijk aan oude gebouwen, o.a. een mooie 16de eeuwse kathedraal, maar het opmerkelijkste monument is het aquaduct: een van de fraaiste Romeinse bouwwerken ter wereld dat met zijn hoge, van ongevoegde blokken graniet gebouwde, bogen boven de stad optorent. Nabij de stad ligt la Granja de San Ildefonso waar de door heimwee verteerde 'Franse koning' Filips V zijn jeugdherinneringen aan Versailles tot leven bracht. Hij bouwde hier een kasteel met geometrische tuinen, bomen beelden, fonteinen en watervallen. Hij moet echter niet gauw tevreden zijn geweest want naar verluidt zou hij gezegd hebben: Het heeft mij drie miljoen gekost en mij maar drie minuten geamuseerd.
Op 70 km van Madrid ligt op een rotsachtige heuvel, aan drie kanten door de Taag (Río Tajo) omgeven, Toledo: één van de meest grootse steden van het land. De stad, als een eiland in de wijde vlakte gelegen, was in de Middeleeuwen een belangrijk wetenschappelijk centrum en haar ambachtslieden, vooral de wapen- en goudsmeden, waren in heel Europa befaamd. De 13de eeuwse kathedraal is een van de fraaiste van Spanje, met imposante kerkschatten en een rijk met schilder- en beeldhouwwerk versierd interieur. Wie de Moorse sfeer van Toledo wil ondergaan moet vooral door de steile, nauwe met keien geplaveide straten rondom de kathedraal lopen. Uit vele gebouwen blijkt de invloed van zowel Moorse als christelijke bouwstijl, vooral de Sinagoga del Transito en de Santa María la Blanca, oorspronkelijk een synagoge uit de 12de eeuw. Talrijk zijn de herinneringen aan de Kretensische schilder Domenico Theotocopoulos, beter bekend als El Greco, die hier wel 35 jaar gewoond heeft. Zijn huis is nu een museum met een aantal van zijn werken. Een van zijn belangrijkste werken 'De begrafenis van de hertog van Orgaz' hangt in de Santo Tome. 150km oostwaarts van Madrid liggen twee van de schilderachtigste gebieden van Midden-Spanje: Cuenca, waar de huizen gevaarlijk op de steile rotswanden balanceren, is het werk van mensenhanden, maar de nabij gelegen Ciudad Encantada is alleen het werk van de natuur: een 'betoverde stad', vol grillige vormen die aan huizen, straten, mensen dieren enz. doen denken.
Ten zuidwesten van Cuenca ligt La Mancha: het dorre land bekend om de avonturen van Cervantes' held, Don Quijote. De windmolens van Campo de Criptana die hij voor reuzen hield en El Toboso, het dorp van zijn Dulcinea, bestaan nog altijd.
De vestingstad Badajoz aan de Guadiana in Extremadura is een bezoek meer dan waard. Zo'n 60 km verder treft men de resten aan van Emerita Augusta, de Romeinse hoofdstad van Lusitania, thans bekend als Mérida. Ca. 25 v. Chr. gesticht als verblijfplaats voor Romeinse oud-strijders getuigen de vele monumenten (o.a. de Boog van Trajanus, tempels, baden, aquaducten een amfitheater en circus) van de oude glorie. Het theater wordt 's zomers nog gebruikt voor klassieke drama's. Niet ver daar vandaan liggen de kleine stad Medellin waar Cortez geboren werd en Trujillo, waar Pizarro vandaan kwam. Er zijn twee opmerkelijke kloosters in Extremadura: Guadalupe met de tronende Madonna, naar wie Columbus het eiland Guadeloupe noemde; en San Jerónimo de Yuste, waar Karel V zich na zijn abdicatie terugtrok.
Salamanca, in het hart van het gebied waar stieren gefokt worden, was in de Middeleeuwen beroemd om zijn universiteit uit de 13de eeuw die studenten uit heel Europa trok. Zeer de moeite waard zijn ook: de oude en nieuwe kathedraal, de 18de eeuwse Plaza Mayor en de Casa de las Conchas: huis met de schelpen (een schelp was een teken van de pelgrims die Santiago de Compostela hadden bezocht).
Evenementen
Het vieren van H. Sacramentsdag in Toledo is een van de indrukwekkendste schouwspelen van Midden-Spanje. Langs de muren van de huizen en de kathedraal hangen wandtapijten en de religieuze schatten worden in plechtige processies door de straten gedragen. In september houdt Salamanca haar grote fiesta, met o.a. een paardenshow.
In het nog ongerepte dorp La Alberca, 70 km van Salamanca, worden twee traditionele fiestas (in april en augustus) gevierd, waarbij de plattelandsbevolking in streekdracht gekleed is.
De massieve bergruggen van de Pyreneeën die zich over een lengte van 400 km uitstrekken van de Atlantische Oceaan tot de Middellandse Zee, hebben Spanje lang geïsoleerd van en beschermd tegen de rest van Europa. Toch hebben zij invallen uit het noorden, bijvoorbeeld de legers van Napoleon, niet kunnen tegenhouden, evenmin als aanvallen vanuit het zuiden: Hannibals leger, compleet met olifanten, is erover getrokken. Alle legers zijn er echter niet veilig overheen gekomen. Toen Karel de Grote, na een mislukt beleg van Zaragoza, door de pas van Roncesvalles naar Frankrijk terugkeerde werd zijn achterhoede uitgemoord. Dit incident wordt bezongen in het hekeldicht Chanson de Roland, een van de eerste Franse teksten, die zowel bij de middeleeuwse hoven als de troubadours erg geliefd was.
Ook de Catalanen van de westkust zijn anders dan de overige Spanjaarden. Ze hebben hun eigen taal en gewoontes en hun gebied strekt zich over de grens tot in Frankrijk uit. Ook zij strijden voor meer autonomie. Baskenland loopt van ongeveer Bilbao tot de Franse stad Bayonne, Catalonië bestaat uit de Spaanse provincies Gerona, Barcelona, Lérida en Tarragona en omvat tevens de Franse Roussillon. Beide volken zijn beroemde zeevaarders; de Basken waren nauw bij de ontdekkingsreizen betrokken en Catalaanse vloten veroverden de Balearen en bezetten Alghero op Sardinië, waar hun taal nog altijd gesproken wordt.
Bezienswaardigheden
De uitgestrekte stad Barcelona is de grootste van Spanje en haar haven een van de drukste van de Middellandse Zee. Barcelona is de hoofdstad van Catalonië en het culturele centrum van het noorden, met vele musea en mooie bouwwerken.
Heel aangenaam is het op de Ramblas: brede, schaduwrijke avenues met winkels, levendige cafés en kleurige bloemenkraampjes. Zij loopt van de Plaza Catalunya tot het standbeeld van Columbus bij de haven, waar een imitatie van zijn vlaggenschip, de Santa Maria, voor anker ligt.
Het oudste deel, de Barrio Gótico(gotische wijk)ligt ten oosten van de Ramblas. In de nauwe straten zijn enige van de indrukwekkendste bouwwerken, o.a. de kathedraal, beschouwd als het fraaiste voorbeeld van Catalaanse gotiek. Naast deze middeleeuwse monumenten bezit Barcelona twee bouwkundige attracties van recenter datum: de revolutionaire scheppingen van Gaudí, en de Pueblo Español in het Montjuichpark, een gebouwd dorp in zeer diverse Spaanse bouwstijlen, waar men oude ambachten ziet uitoefenen.
60 km ten noordwesten ligt het klooster Montserrat met de beroemde Zwarte Madonna, dat veel bedevaartgangers en toeristen trekt. 90 km ten zuiden aan de kust ligt Tarragona, een van de grootste Romeinse kolonies. De stadsmuren weerspiegelen een bewogen verleden: helemaal onderaan liggen enorme stenen die aangebracht moeten zijn lang voor de Romeinen, Westgoten en Moren hun steentje bijdroegen. De 12de eeuwse kathedraal is zeer de moeite waard. In en om de stad zijn vele Romeinse resten, vooral de Triomfboog van Bara, ongeveer 20 km verder, op de weg naar Barcelona.
Zaragoza, de hoofdstad van Aragón, gelegen aan de Ebro die het dorre plateau doorsnijdt, was ook belangrijk voor de Romeinen. De Aragonezen zijn befaamd om hun heftige weerstand tegen aanvallers. Karel de Grote kon de stad niet innemen; en na Napoleons leger een jaar op een afstand te hebben gehouden werd de stad gedoopt Siempre Heroica (Altijd heldhaftig). In een naburig dorp is de schilder Goya geboren die Zaragozas gotische kathedraal en de 18de eeuwse basiliek van Nuestra Señora del Pilar met frescos verrijkt heeft.
Teruel ligt in het zuiden van Aragón en wordt weinig door toeristen bezocht. Het is echter in Spanje beroemd om de middeleeuwse geliefden, Diego Marcilla en Isabel Seguras (Los Amantes de Teruel), die beiden van smart stierven toen men Isabel dwong met een ander te trouwen. Hun praalgraf is in de San Pedro te zien. In de buurt zijn prehistorische rotsschilderingen en in het noordwesten ligt de indrukwekkende ommuurde stad Daroca.
Evenementen
Een van de meest bekende feesten is zonder twijfel de twee weken durende Fiesta de San Fermín, in juli in Pamplona gehouden. Elke middag zijn er ten bate van het toerisme stierengevechten; 's morgens tonen mannen met rode dassen hun moed door voor de aanstormende stieren uit, van de 'kraal' naar de arena te rennen, dwars door de stad . In Estella, op 40 km afstand, is in augustus een fiesta waaraan ook vrouwen deelnemen. Ook in augustus is er aan de kust een internationaal muziekfestival in Cadaqués en een folkloristisch festival in San Feliú de Guixols.
Achter de stranden van Spanjes Atlantische kust ligt een boeiend, maar weinig bekend gebied. Aangezien dit een van de meest geïndustrialiseerde streken van Spanje is, zou men geen al te idyllisch landschap verwachten, maar het tegendeel is waar. Het is een landschap van felle contrasten. De kuststreken van Galicië, Asturië en de Baskische provincies (Vascongadas) hebben weiden, woeste rivieren en groene heuvels. De Atlantische kust is relatief de minst gunstige op klimatologisch gebied. U zult hier ook meer wind, wolken en regen treffen dan elders aan de Spaanse kusten. Daarachter verrijst het Cantabrisch gebergte, dat de vochtige oceaanlucht opvangt, zodat het hoogland van Oud-Castilië droog en boomloos is.
Hier leven de Basken, het oudste Iberische ras, die hun oude taal en gebruiken nog altijd bewaard hebben. De Basken vormen historisch en cultureel een eenheid, waarbij de bevolking zowel in Frankrijk als in Spanje woont. De Basken voeren grote strijd met de centrale regering in Madrid over een zekere mate van autonomie. Verder westwaarts wonen de Asturiërs en de Galiciërs die trots zijn op hun Keltische afstamming.
De kuststreken hebben een historische band met Noord en Zuid-Amerika en een lange zeevaarttraditie. De Galiciërs beweren dat Columbus uit hun gebied kwam en volgens de Basken bevestigde zijn ontdekking van Amerika alleen iets dat hun kabeljauwvissers en walvisvaarders al lang wisten. Uit deze streek emigreerden velen naar de Nieuwe Wereld en plaatsen als Vigo waren de thuishaven voor de met schatten beladen galjoenen uit de koloniën.
Bezienswaardigheden
Al meer dan 1000 jaar trekken pelgrims via een traditionele route vanuit heel Europa naar Santiago de Compostela om St. Jacobus , de schutspatroon van Spanje te vereren. Volgens de overlevering zou in de 9de eeuw hier het lichaam van de apostel Jacobus zijn gevonden. In de Middeleeuwen was deze stad, na Rome en Jeruzalem, één der belangrijkste heilige plaatsen van het christendom en miljoenen volgden de grote pelgrimsweg van St. Jacobus die van Parijs over de Pyreneeën naar dit oord voerde. De kloosters langs de weg namen de pelgrims gastvrij op en deze onderkomens kunnen als het begin van het hotelwezen worden beschouwd.
Santiago de Compostela is één der gaafst bewaarde middeleeuwse steden van Spanje en bezit talrijke fraaie bouwwerken in gotische en barokstijl (o.a. de enorme kathedraal). Bezienswaardige plaatsen aan de pelgrimsweg zijn o.a.: León, Burgos en Astorga (met een bisschoppelijk paleis, in 1890 gebouwd door de briljante Catalaanse architect Gaudi). In León moet men vooral bekijken: de gotische kathedraal met de mooie 13de eeuwse gebrandschilderde ramen, de fraaiste van heel Spanje en vergelijkbaar met die van Chartresen de San Isidoro, een Romaanse kerk uit de 11de eeuw met prachtige fresco's en rijke kerkschatten.
Ten oosten van León ligt Burgos, eens de hoofdstad van Castilië en de geboortestad van Spanjes nationale held, El Cid, die met zijn vrouw begraven ligt in de schitterende gotische kathedraal. Dichtbij is de Casa del Cordon, waar Columbus na zijn reis naar Amerika door Ferdinand en Isabella werd ontvangen.
De vroegere hoofdstad Valladolid is een van de belangrijkste steden van Oud-Castilië en vele gebouwen staan in verband met enkele van de meest bekende historische figuren. Men ziet er het huis van Cervantes waar hij een deel van Don Quijote schreef; het huis waar Ferdinand en Isabella trouwden en het huis waar Columbus in armoede overleed. Een van de interessantste bezienswaardigheden is de 15de eeuwse Collegio de San Gregorio met een uitzonderlijke collectie veelkleurige religieuze beelden. Gemakkelijk bereikbaar zijn Medina del Campo met een goed bewaard gebleven kasteel en de gedeeltelijk ommuurde oude grensplaats Zamora, bekend om haar Romaanse kerken.
Een van de meest indrukwekkende bezienswaardigheden van de kust zijn de rotsschilderingen van Altamira. De grotten liggen dichtbij de beeldschone stad Santillana del Mar waar sinds de 15de eeuw slechts weinig veranderd is. Het landschap in de kuststreken is van een overweldigende schoonheid, van de winderige en woeste leegte van Kaap Finisterre tot de majestueuze besneeuwde toppen van de bergen van Picos de Europa, waar nog adelaars, wilde zwijnen, beren en wolven huizen.
Evenementen
Het grootste feest van Santiago de Compostela is op 25 juli, de feestdag van St. Jacobus. De avond tevoren beginnen de feestelijkheden met vuurwerk dat van de kathedraal wordt afgestoken; de volgende dag zijn er processies en een ceremonie waarbij el botafumeiro, een enorm wierookvat gevuld met brandende wierook, in een grote boog over de hoofden van de menigte wordt gezwaaid.
Een van de fraaiste schouwspelen van de streek vormen de processies van de Goede Week in Valladolid.
Voor vele toeristen is de Costa Blanca, met zijn witblinkende stranden, dorpen en hotels, de trekpleister van de zuidoostkust. Hoewel het er dankzij warme zomers en milde winters steeds drukker wordt, is er meer te beleven dan alleen strandgenoegens. Er zijn overal herinneringen aan dramatische historische gebeurtenissen: Hannibals belegering van Sagunto, de inname van Valencia door El Cid en de verovering van Granada door Ferdinand en Isabella.
Phoeniciërs, Grieken, Carthagers en Romeinen hebben er allen hun sporen achtergelaten, maar de invloed van de Moren is het duidelijkst merkbaar gebleven. Zij waren grotendeels verantwoordelijk voor de bevloeiingswerken. De huertas (boomgaarden) om Valencia met hun geurende sinaasappel en citroenbomen hebben veel aan hun kennis te danken, evenals de tuinderijen bij Múrcia, Almería en Granada.
Zuidwaarts van Valencia, voorbij de door rijstvelden omgeven lagune van La Albufera, wordt het landschap droger en de altijd groene citrusbomen maken plaats voor olijven en palmen. Dichtbij Alicante ligt Elche , met het enige dadelpalmenbos van Europa. In de provincies Jaén, Granada en Almería die het oostelijk deel van Andalusië vormen, dalen hoge bergketens af naar de Middellandse Zee. Ten oosten van Jaén ligt de dicht beboste Sierra de Cazorla, waar beren, herten en klipgeiten leven en waar adelaars en de zeldzame zwarte gieren om de toppen zweven.
Bezienswaardigheden
Valencia, op twee na de grootste stad van Spanje, heeft een lange historie, maar de grootste trots vormt één man en een periode van slechts vijf jaar. Rodrigo Diaz de Vivar, de held El Cid, veroverde in 1094 de stad op de Moren en regeerde er tot zijn dood in 1099. Nog drie jaar na zijn dood boezemde hij zijn vijanden vrees in. Naar verluidt, werd zijn gebalsemde lichaam in volle wapenrusting, met een zwaard in de hand, op een paard gebonden en daarna, door 500 ridders omgeven, dwars door een Moors leger gevoerd, teneinde hem te begraven in de kerk van San Pedro te Cardeña nabij Burgos. Nu is Valencia een moderne, drukke stad, maar er zijn nog altijd mooie oude gebouwen, vooral de 15de eeuwse Lonja de los Mercaderes en de 13de eeuwse kathedraal met zijn 68 m hoge, achthoekige klokkentorens. Elke donderdag houdt in de hoofdingang van de kathedraal het Tribunal de las Aguas zitting dat oordeelt over conflicten bij bevloeiingen. Het schilderijenmuseum (Museo Provincial de Pinturas), geïnstalleerd in een oud karmelietenklooster is, na dat van het Prado, het belangrijkste in Spanje.
Granada is ongetwijfeld de beroemdste stad van Zuidoost Spanje. Op 2 januari 1492 gaven de Moren dit, hun laatste bolwerk, aan Ferdinand en Isabella over. Het hoogtepunt van Granada, schilderachtig gelegen aan de voet van de Sierra Nevada, is een van de mooiste voorbeelden van islamitische bouwkunst in Spanje: het Alhambra. Achter de rode muren van dit Paleis herleeft de sfeer uit 1001 Nacht: de Leeuwenhof (Patio de los Leones) met ruim honderd pilaren zo fijn als kantwerk en een fontein opgehouden door zwartmarmeren leeuwen; de Mirtenhof met een stille vijver waarin de struiken zich spiegelen, aan beide kanten door fijn bewerkte bogen ingesloten en de Peinador de la Reinade plaats waar het haar der koningin gekamd werdmet een heerlijk uitzicht over de omgeving, behoren tot de mooiste plekken.
Tussen de Moorse gebouwen staat het onvoltooide paleis van Karel V dat nu een museum is. Op een heuvel vlakbij ligt het Generalife, het witte, koele zomerpaleis van de Moren, omgeven door een park met fonteinen, vijvers en zoetgeurende tuinen. Hier vond Manuel de Falla inspiratie voor zijn muziekstuk Noches en los Jardines de España; En el Generalife verklankt de betoverende sfeer van klaterende fonteinen en ruisende cipressen; Danza Lejana geeft de klanken van dans en muziek weer die uit de zigeunerwijk Sacromonte opstijgen. De grotwoningen, de kleurige dracht en de flamenco trekken hier vele toeristen. In de stad zelf zijn o.a. het klooster van San Jerónimo en de rijk versierde kathedraal met de 16de eeuwse Capilla Real die de praalgraven bevat van Ferdinand en Isabella, Philips de Schone en Johanna de Waanzinnige, een bezoek meer dan waard!
Evenementen
In de Goede Week vinden overal grote plechtigheden plaats, vooral in Alicante, Cartagena, Lorca, Múrcia en Granada dat ook bekend is om de indrukwekkende processies op H. Sacramentsdag. In vele steden, o.a. Alcoy, zijn fiestas met als hoogtepunt schijngevechten tussen Christenen en Moren (Moros y Cristianos). In augustus zijn er in Elche uitvoeringen van een middeleeuws mirakelspel.
De uitbundigste feesten zijn de fallas van Valencia in maart. Er zijn levendige processies en schoonheidswedstrijden; er wordt vuurwerk afgestoken en op straat gedanst, maar het toppunt vormt een wedstrijd voor de mooiste poppen van was karton e.d. (vaak komisch of satirisch) die later, op de laatste feestavond, verbrand worden.
Andalusië is het land van witgepleisterde huizen met rode geraniums, stieren, Arabische hengsten, dwarrelende rokken van zigeunerinnen, zwarte mantillas en waaiers. Het is ook het land van Carmen en Don Juan, waar alles wordt aangegrepen om flamenco te zingen en te dansen, bij gitaren, castagnetten, handgeklap en voetgestamp.
Andalusië beslaat bijna heel Zuid-Spanje, van Huelva in het westen tot Almería in het oosten. Het landschap varieert van het vruchtbare dal van de Guadalquivir tot de ruige bergen van de Sierra Morena. De Costa de la Luz ligt aan de Atlantische Oceaan en de Costa del Sol aan de Middellandse Zee. De zomers zijn over het algemeen erg warm en de winters mild, vooral aan de Costa del Sol. Het binnenland kan men het best bezoeken in de lente, voordat de midzomerzon al het groen doet verdorren en de hitte, vooral in Sevilla en Córdoba, ondraaglijk is.
Een rijk erfdeel van 4.000 jaar geschiedenis maakt dit gebied tot een van de meest fascinerende van het land. Prehistorische mensen leefden in de grotten van Antequera, Nerja en Benaoján.
Bezienswaardigheden
Córdoba aan de Guadalquivir was een belangrijke Romeinse stad. Onder de Moren werd het de hoofdstad van het Westelijk Kalifaat. Thans is de stad beroemd om haar vele paleizen, moskeeën en bibliotheken.
Het mooiste bouwwerk is de kathedraal: La Mezquita, de voormalige uit 785 stammende moskee. Na die van Mekka de grootste ter wereld. Imposant is het interieur met zijn woud van veelkleurige zuilen, onderling verbonden door hoefijzervormige bogen. Het gebouw wordt beheerst door de fraaie 93 m hoge Torre del Alminar. De prachtige kapel van Villaviciosa in gotisch-Moorse stijl staat op de plaats van de oude mihrab (gebedsnis). In de zuidoostwand bevindt zich de nieuwe, achthoekige mihrab die vreemd genoeg niet naar Mekka gericht is. Als geheel is de moskee een triomf der architectuur en decoratieve kunst.
Overige bezienswaardigheden: het Alcázar met mooie, 's avonds verlichte tuin; het 16de eeuwse Casa de las Bulas (in de Barrio de la Juderia: het oude getto) met een collectie leer en zilversmeedwerk en herinneringen aan grote stierenvechters als Manolete en Guerrita; een van de drie nog bestaande synagoges, uit 1314. El Zoco (de Soukh): zowel een kunstnijverheidsmarkt als museum; en de Romeinse brug met aan weerskanten een monumentale poort: Puerta del Puente en Torre de la Calahorra.
Zo'n 130 km zuidwaarts van Cordoba ligt Sevilla, de belangrijkste stad en rivierhaven van de streek en befaamd om haar religieuze en andere feestdagen. In de indrukwekkende 15de eeuwse kathedraal: Maria la Grande de los Reyes staat het beroemde Madonnabeeld (La Macarena) dat voor elke dag van het jaar een met juwelen behangen gewaad heeft. La Giralda, de klokkentoren naast de kerk,eens een minaret,beheerst het stadsbeeld. Uitziend over de aangrenzende Patio de las Naranjas (sinaasappelhof) vindt men vlak daarbij de 16de eeuwse Casa Lonja, het Archivo General de Indias dat een enorme collectie documenten, kaarten en brieven omtrent de ontdekking en kolonisatie van Noord en Zuid-Amerika bevat.
Het Alcázar is in de 14de eeuw haast geheel door Pedro de Wrede herbouwd. Het heeft verrukkelijke tuinen, vijvers, betegelde fonteinen, sinaasappelbomen en palmen. Naast de talrijke paleizen, kerken en musea zijn vooral bezienswaardig: Barrio de Santa Cruz, de wijk van de aristocratie waar onder een smeedijzeren kruis de schilder Murillo begraven is (het oostelijk deel is het vroegere getto, met smalle schilderachtige straatjes), en La Triana, de zigeunerwijk waar veel flamencoartiesten vandaan komen.
In de nabijheid vindt men de Romeinse ruïnes van Italica en Carmona (met een grote dodenstad). Tussen Sevilla en Cádiz liggen Las Marismas: de moerassige monding van de Guadalquivir. Dit gebied dat 's winters onder water staat en 's zomers haast een woestijn is trekt heel veel vogels uit Europa en Afrika aan; tevens leven er herten, vossen, lynxen en zelfs enige wilde kamelen. Deze werden hier een eeuw geleden ingevoerd om als werkdieren te dienen, en werden toen bleek dat zij zowel de boeren als de paarden schrik aanjoegen, losgelaten. Hier ligt ook het Parque Nacional de Coto Doñana, een reservaat met een rijk vogelleven. Aan de noordkant van de delta ligt de haven Huelva, en Palos de la Frontera, vanwaar Columbus uitzeilde voor zijn eerste ontdekkingsreis.
Evenementen
Aangezien stierengevechten in Andalusië de populairste sport zijn (tussen maart en oktober) is het niet verwonderlijk dat deze streek enige van de meest bekende arena's heeft, in Sevilla, Malaga en Ronda (met een Plaza de Toros uit 1784, vermoedelijk de oudste van Spanje).
In heel Andalusië wordt de Semana Santa (Goede week) gevierd. De processies in Sevilla zijn wereldberoemd, maar er zijn elders ook indrukwekkende schouwspelen. vooral in Cadiz, Málaga en Cordoba. Jerez de la Frontera, waar de sherry vandaan komt, heeft eveneens een spectaculair lentefeest en in september een oogstfeest, waarbij de eerste druiven volgens oude traditie met de voeten worden uitgeperst op het plein voor de kerk.
Hoewel de week voor Pasen in heel Spanje een tijd van openbare boetedoening en devotie is, wordt vooral in Sevilla de Goede Week met diepe vroomheid herdacht. Elke avond begeven processies zich door de volle straten naar de kathedraal. Grote platformen (pasos) met taferelen uit het Lijden van Christus, of met Christus en Mariabeelden, worden meegedragen op de schouders van mannen die onzichtbaar zijn onder de lange draperieën (nazarenos). Deze met ontelbare kaarsen verlichte pasos worden vergezeld door de leden van religieuze broederschappen (cofradias). Zij zijn gekleed in het traditionele lange boetelingenkleed, met een puntighoofddeksel waarin gaten voor de ogen zijn uitgespaard. Langs het parcours van de ommegang wordt regelmatig een saeta (religieuze klaagliederen) gezongen.