Voor vele toeristen is de Costa Blanca, met zijn witblinkende stranden, dorpen en hotels, de trekpleister van de zuidoostkust. Hoewel het er dankzij warme zomers en milde winters steeds drukker wordt, is er meer te beleven dan alleen strandgenoegens. Er zijn overal herinneringen aan dramatische historische gebeurtenissen: Hannibals belegering van Sagunto, de inname van Valencia door El Cid en de verovering van Granada door Ferdinand en Isabella.
Phoeniciërs, Grieken, Carthagers en Romeinen hebben er allen hun sporen achtergelaten, maar de invloed van de Moren is het duidelijkst merkbaar gebleven. Zij waren grotendeels verantwoordelijk voor de bevloeiingswerken. De huertas (boomgaarden) om Valencia met hun geurende sinaasappel en citroenbomen hebben veel aan hun kennis te danken, evenals de tuinderijen bij Múrcia, Almería en Granada.
Zuidwaarts van Valencia, voorbij de door rijstvelden omgeven lagune van La Albufera, wordt het landschap droger en de altijd groene citrusbomen maken plaats voor olijven en palmen. Dichtbij Alicante ligt Elche , met het enige dadelpalmenbos van Europa. In de provincies Jaén, Granada en Almería die het oostelijk deel van Andalusië vormen, dalen hoge bergketens af naar de Middellandse Zee. Ten oosten van Jaén ligt de dicht beboste Sierra de Cazorla, waar beren, herten en klipgeiten leven en waar adelaars en de zeldzame zwarte gieren om de toppen zweven.
Bezienswaardigheden
Valencia, op twee na de grootste stad van Spanje, heeft een lange historie, maar de grootste trots vormt één man en een periode van slechts vijf jaar. Rodrigo Diaz de Vivar, de held El Cid, veroverde in 1094 de stad op de Moren en regeerde er tot zijn dood in 1099. Nog drie jaar na zijn dood boezemde hij zijn vijanden vrees in. Naar verluidt, werd zijn gebalsemde lichaam in volle wapenrusting, met een zwaard in de hand, op een paard gebonden en daarna, door 500 ridders omgeven, dwars door een Moors leger gevoerd, teneinde hem te begraven in de kerk van San Pedro te Cardeña nabij Burgos. Nu is Valencia een moderne, drukke stad, maar er zijn nog altijd mooie oude gebouwen, vooral de 15de eeuwse Lonja de los Mercaderes en de 13de eeuwse kathedraal met zijn 68 m hoge, achthoekige klokkentorens. Elke donderdag houdt in de hoofdingang van de kathedraal het Tribunal de las Aguas zitting dat oordeelt over conflicten bij bevloeiingen. Het schilderijenmuseum (Museo Provincial de Pinturas), geïnstalleerd in een oud karmelietenklooster is, na dat van het Prado, het belangrijkste in Spanje.
Granada is ongetwijfeld de beroemdste stad van Zuidoost Spanje. Op 2 januari 1492 gaven de Moren dit, hun laatste bolwerk, aan Ferdinand en Isabella over. Het hoogtepunt van Granada, schilderachtig gelegen aan de voet van de Sierra Nevada, is een van de mooiste voorbeelden van islamitische bouwkunst in Spanje: het Alhambra. Achter de rode muren van dit Paleis herleeft de sfeer uit 1001 Nacht: de Leeuwenhof (Patio de los Leones) met ruim honderd pilaren zo fijn als kantwerk en een fontein opgehouden door zwartmarmeren leeuwen; de Mirtenhof met een stille vijver waarin de struiken zich spiegelen, aan beide kanten door fijn bewerkte bogen ingesloten en de Peinador de la Reinade plaats waar het haar der koningin gekamd werdmet een heerlijk uitzicht over de omgeving, behoren tot de mooiste plekken.
Tussen de Moorse gebouwen staat het onvoltooide paleis van Karel V dat nu een museum is. Op een heuvel vlakbij ligt het Generalife, het witte, koele zomerpaleis van de Moren, omgeven door een park met fonteinen, vijvers en zoetgeurende tuinen. Hier vond Manuel de Falla inspiratie voor zijn muziekstuk Noches en los Jardines de España; En el Generalife verklankt de betoverende sfeer van klaterende fonteinen en ruisende cipressen; Danza Lejana geeft de klanken van dans en muziek weer die uit de zigeunerwijk Sacromonte opstijgen. De grotwoningen, de kleurige dracht en de flamenco trekken hier vele toeristen. In de stad zelf zijn o.a. het klooster van San Jerónimo en de rijk versierde kathedraal met de 16de eeuwse Capilla Real die de praalgraven bevat van Ferdinand en Isabella, Philips de Schone en Johanna de Waanzinnige, een bezoek meer dan waard!
Evenementen
In de Goede Week vinden overal grote plechtigheden plaats, vooral in Alicante, Cartagena, Lorca, Múrcia en Granada dat ook bekend is om de indrukwekkende processies op H. Sacramentsdag. In vele steden, o.a. Alcoy, zijn fiestas met als hoogtepunt schijngevechten tussen Christenen en Moren (Moros y Cristianos). In augustus zijn er in Elche uitvoeringen van een middeleeuws mirakelspel.
De uitbundigste feesten zijn de fallas van Valencia in maart. Er zijn levendige processies en schoonheidswedstrijden; er wordt vuurwerk afgestoken en op straat gedanst, maar het toppunt vormt een wedstrijd voor de mooiste poppen van was karton e.d. (vaak komisch of satirisch) die later, op de laatste feestavond, verbrand worden.
Andalusië is het land van witgepleisterde huizen met rode geraniums, stieren, Arabische hengsten, dwarrelende rokken van zigeunerinnen, zwarte mantillas en waaiers. Het is ook het land van Carmen en Don Juan, waar alles wordt aangegrepen om flamenco te zingen en te dansen, bij gitaren, castagnetten, handgeklap en voetgestamp.
Andalusië beslaat bijna heel Zuid-Spanje, van Huelva in het westen tot Almería in het oosten. Het landschap varieert van het vruchtbare dal van de Guadalquivir tot de ruige bergen van de Sierra Morena. De Costa de la Luz ligt aan de Atlantische Oceaan en de Costa del Sol aan de Middellandse Zee. De zomers zijn over het algemeen erg warm en de winters mild, vooral aan de Costa del Sol. Het binnenland kan men het best bezoeken in de lente, voordat de midzomerzon al het groen doet verdorren en de hitte, vooral in Sevilla en Córdoba, ondraaglijk is.
Een rijk erfdeel van 4.000 jaar geschiedenis maakt dit gebied tot een van de meest fascinerende van het land. Prehistorische mensen leefden in de grotten van Antequera, Nerja en Benaoján.
Bezienswaardigheden
Córdoba aan de Guadalquivir was een belangrijke Romeinse stad. Onder de Moren werd het de hoofdstad van het Westelijk Kalifaat. Thans is de stad beroemd om haar vele paleizen, moskeeën en bibliotheken.
Het mooiste bouwwerk is de kathedraal: La Mezquita, de voormalige uit 785 stammende moskee. Na die van Mekka de grootste ter wereld. Imposant is het interieur met zijn woud van veelkleurige zuilen, onderling verbonden door hoefijzervormige bogen. Het gebouw wordt beheerst door de fraaie 93 m hoge Torre del Alminar. De prachtige kapel van Villaviciosa in gotisch-Moorse stijl staat op de plaats van de oude mihrab (gebedsnis). In de zuidoostwand bevindt zich de nieuwe, achthoekige mihrab die vreemd genoeg niet naar Mekka gericht is. Als geheel is de moskee een triomf der architectuur en decoratieve kunst.
Overige bezienswaardigheden: het Alcázar met mooie, 's avonds verlichte tuin; het 16de eeuwse Casa de las Bulas (in de Barrio de la Juderia: het oude getto) met een collectie leer en zilversmeedwerk en herinneringen aan grote stierenvechters als Manolete en Guerrita; een van de drie nog bestaande synagoges, uit 1314. El Zoco (de Soukh): zowel een kunstnijverheidsmarkt als museum; en de Romeinse brug met aan weerskanten een monumentale poort: Puerta del Puente en Torre de la Calahorra.
Zo'n 130 km zuidwaarts van Cordoba ligt Sevilla, de belangrijkste stad en rivierhaven van de streek en befaamd om haar religieuze en andere feestdagen. In de indrukwekkende 15de eeuwse kathedraal: Maria la Grande de los Reyes staat het beroemde Madonnabeeld (La Macarena) dat voor elke dag van het jaar een met juwelen behangen gewaad heeft. La Giralda, de klokkentoren naast de kerk,eens een minaret,beheerst het stadsbeeld. Uitziend over de aangrenzende Patio de las Naranjas (sinaasappelhof) vindt men vlak daarbij de 16de eeuwse Casa Lonja, het Archivo General de Indias dat een enorme collectie documenten, kaarten en brieven omtrent de ontdekking en kolonisatie van Noord en Zuid-Amerika bevat.
Het Alcázar is in de 14de eeuw haast geheel door Pedro de Wrede herbouwd. Het heeft verrukkelijke tuinen, vijvers, betegelde fonteinen, sinaasappelbomen en palmen. Naast de talrijke paleizen, kerken en musea zijn vooral bezienswaardig: Barrio de Santa Cruz, de wijk van de aristocratie waar onder een smeedijzeren kruis de schilder Murillo begraven is (het oostelijk deel is het vroegere getto, met smalle schilderachtige straatjes), en La Triana, de zigeunerwijk waar veel flamencoartiesten vandaan komen.
In de nabijheid vindt men de Romeinse ruïnes van Italica en Carmona (met een grote dodenstad). Tussen Sevilla en Cádiz liggen Las Marismas: de moerassige monding van de Guadalquivir. Dit gebied dat 's winters onder water staat en 's zomers haast een woestijn is trekt heel veel vogels uit Europa en Afrika aan; tevens leven er herten, vossen, lynxen en zelfs enige wilde kamelen. Deze werden hier een eeuw geleden ingevoerd om als werkdieren te dienen, en werden toen bleek dat zij zowel de boeren als de paarden schrik aanjoegen, losgelaten. Hier ligt ook het Parque Nacional de Coto Doñana, een reservaat met een rijk vogelleven. Aan de noordkant van de delta ligt de haven Huelva, en Palos de la Frontera, vanwaar Columbus uitzeilde voor zijn eerste ontdekkingsreis.
Evenementen
Aangezien stierengevechten in Andalusië de populairste sport zijn (tussen maart en oktober) is het niet verwonderlijk dat deze streek enige van de meest bekende arena's heeft, in Sevilla, Malaga en Ronda (met een Plaza de Toros uit 1784, vermoedelijk de oudste van Spanje).
In heel Andalusië wordt de Semana Santa (Goede week) gevierd. De processies in Sevilla zijn wereldberoemd, maar er zijn elders ook indrukwekkende schouwspelen. vooral in Cadiz, Málaga en Cordoba. Jerez de la Frontera, waar de sherry vandaan komt, heeft eveneens een spectaculair lentefeest en in september een oogstfeest, waarbij de eerste druiven volgens oude traditie met de voeten worden uitgeperst op het plein voor de kerk.
Hoewel de week voor Pasen in heel Spanje een tijd van openbare boetedoening en devotie is, wordt vooral in Sevilla de Goede Week met diepe vroomheid herdacht. Elke avond begeven processies zich door de volle straten naar de kathedraal. Grote platformen (pasos) met taferelen uit het Lijden van Christus, of met Christus en Mariabeelden, worden meegedragen op de schouders van mannen die onzichtbaar zijn onder de lange draperieën (nazarenos). Deze met ontelbare kaarsen verlichte pasos worden vergezeld door de leden van religieuze broederschappen (cofradias). Zij zijn gekleed in het traditionele lange boetelingenkleed, met een puntighoofddeksel waarin gaten voor de ogen zijn uitgespaard. Langs het parcours van de ommegang wordt regelmatig een saeta (religieuze klaagliederen) gezongen.