| 
					
					 
  
  Gedoofd, in de kou, van avonds,laat, een november nacht. Overweldigd, door een  oorverdovende stilte die wild om haar heen slaat.
  Met een knal, Door een kater, die speelt en lacht; met de frictie, die blijkt later, niet meer te zijn, dan stille fictie. In een stille november nacht. 
					
 
					
					
					 |